0
1 < n < 999
• Een waarde verwijderen voor n levert een ongewijzigd toevalsgetal. Een waarde bepalen
voor n levert het specifieke aantal toevalsgetallen in een lijst.
Voorbeeld
Invoer
RanNorm# (8, 68)
(Produceert willekeurig een lichaamslengte
verkregen in overeenstemming met de
normale kansverdeling van een groep
kinderen van minder dan één jaar, met een
gemiddelde lichaamslengte van 68 cm en
een standaardafwijking van 8.)
K6(g)3(PROB)4(RAND)3(Norm)
8,68)w
RanNorm# (8, 68, 5)
(Produceert willekeurig de lichaamslengtes
van vijf kinderen uit het voorgaande
voorbeeld, en geeft ze weer in een lijst.)
K6(g)3(PROB)4(RAND)3(Norm)
8,68,5)w
u Genereren van toevalsgetallen in overeenstemming met binomiale
kansverdeling (RanBin#)
Deze functie genereert gehele toevalsgetallen in overeenstemming met binomiale
kansverdeling op basis van waarden bepaald voor het aantal pogingen n en kanswaarde p.
RanBin# (n, p [,m])
1 < n < 100000
1 < m < 999
0
2'5+3'1'4w
f
= 3,65 (Omzetting naar decimaal getal)*1
1
1
––––– + ––––– = 6,066202547 × 10–4 *2
2578
4572
'1c2578e+'1c4572w
1'2578+1'4572w
1
–– × 0,5 = 0,25*3
2
'1c2e*.5w
1'2*.5w
*1 Breuken kunnen worden omgezet naar decimale waarden en omgekeerd.
*2 Als het totaal aantal karakters, dus het aantal cijfers én de scheidingstekens, groter is dan 10,
wordt de gebroken vorm automatisch omgezet in een decimaal getal.
*3 Berekeningen waarin decimale getallen en gebroken vormen voorkomen krijgen een decimaal
getal als resultaat.
• Druk op !f(<) om te schakelen tussen weergave als gemengde breuk en als
onechte breuk.
k Berekeningen in ingenieursnotatie
Via het menu voor de ingenieursnotatie kunt u ingenieurssymbolen invoeren.
• Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek Mode is ingesteld op Comp.
Voorbeeld
Invoer
999k (kilo) + 25k (kilo)
= 1,024M (mega)
!m(SET UP)ff4(Eng)J999K6(g)6(g)
1(ENG-SYM)6(g)1(k)+251(k)w
9 ÷ 10 = 0,9 = 900m (milli)
= 0,9
9/10w
K6(g)6(g)1(ENG-SYM)6(g)6(g)3(ENG)*1
= 0,0009k (kilo)
= 0,9
= 900m
3(ENG)*1
2(ENG)*2
2(ENG)*2
*1 Het weergegeven resultaat wordt, door het decimaal punt drie plaatsen naar rechts te
verschuiven, omgezet naar de eerstvolgende hogere ingenieurseenheid.
*2 Het weergegeven resultaat wordt, door het decimaal punt drie plaatsen naar rechts te
verschuiven, omgezet naar de eerstvolgende lagere ingenieurseenheid.
2-23
k Logische operatoren (AND, OR, NOT, XOR)
[OPTN]-[LOGIC]
Het menu met de logische operatoren biedt u enkele logische operatoren.
• {And}/{Or}/{Not}/{Xor} ... {logische AND}/{logische OR}/{logische NOT}/{logische XOR}
• Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek Mode is ingesteld op Comp.
Voorbeeld
Hoeveel bedraagt de logische operator AND van A en B als A = 3 en B =
2?
A AND B = 1
Invoer
Weergave
3aav(A)w
2aal(B)w
av(A)K6(g)6(g)
4(LOGIC)1(And)al(B)w
1
u Over bewerkingen met logische operatoren
• Een bewerking met logische operatoren geeft altijd 0 of 1 als resultaat.
• De volgende tabel geeft alle mogelijke resultaten van bewerkingen met AND, OR en XOR
weer.
Waarde of uitdrukking A Waarde of uitdrukking B
A AND B
A OR B
A XOR B
A≠0
B≠0
1
1
0
A≠0
B=0
0
1
1
A=0
B≠0
0
1
1
A=0
B=0
0
0
0
• De volgende tabel toont de resultaten van de bewerkingen met de logische operator NOT.
Waarde of uitdrukking A
NOT A
A≠0
0
A=0
1
2-24
5. Numerieke berekeningen
Hierna worden de numerieke berekeningen verklaard uit het functiemenu weergegeven als
K4(CALC) wordt ingedrukt. De volgende berekeningen kunnen worden uitgevoerd.
• {Int÷}/{Rmdr}/{Simp} ... {quotiënt}/{rest}/{simplificatie}
• {Solve}/{d/dx}/{d2/dx2}/{∫dx}/{SolveN} ... {gelijkheid oplossing}/{eerste afgeleide}/{tweede
afgeleide}/{integraal}/{f(x) functie oplossing}
• {FMin}/{FMax}/{Σ(}/{logab} ... {minimum}/{maximum}/{som}/{logaritme logab}
k Quotiënt van geheel getal ÷ geheel getal
[OPTN]-[CALC]-[Int÷]
De functie “Int÷” kan worden gebruikt om het quotiënt te bepalen als een geheel getal wordt
gedeeld door een ander geheel getal.
Voorbeeld
Bereken het quotiënt van 107 ÷ 7
AbahK4(CALC)6(g)
6(g)1(Int÷)h
w
k Rest van geheel getal ÷ geheel getal
[OPTN]-[CALC]-[Rmdr]
De functie “Rmdr” kan worden gebruikt om de rest te bepalen als een geheel getal wordt
gedeeld door een ander geheel getal.
Voorbeeld
Bereken de rest van 107 ÷ 7
AbahK4(CALC)6(g)
6(g)2(Rmdr)h
w
2-25
k Simplificatie
[OPTN]-[CALC]-[Simp]
De functie “'Simp” kan worden gebruikt om breuken handmatig te vereenvoudigen. De
volgende bewerkingen kunnen worden gebruikt om simplificatie uit te voeren als een niet
vereenvoudigd resultaat op het scherm verschijnt.
• {Simp} w ... Deze functie vereenvoudigt automatisch het weergegeven resultaat met
gebruik van het kleinste beschikbare priemgetal. Het gebruikte priemgetal en het
vereenvoudigde resultaat worden weergegeven op het scherm.
• {Simp} n w ... Deze functie voert de simplificatie uit volgens de specifieke deler n.
Volgens de standaardinstellingen simplificeert dit toestel automatisch breuken vooraleer
ze weer te geven. Vooraleer de volgende voorbeelden uit te voeren, gebruik het
configuratiescherm om de instelling “Simplify” te wijzigen van “Auto” naar “Manual” (pagina
1-38).
• Als “a+bi” of “r∠θ” is bepaald in het configuratiescherm in de instelling “Complex Mode”,
worden breuken als resultaat altijd vereenvoudigd voordat ze worden weergegeven, zelfs als
de instelling “Simplify” is ingesteld op “Manual”.
• Als u breuken handmatig wilt vereenvoudigen (Simplify: Manual), zorg er dan voor dat “Real”
is geselecteerd in de instelling “Complex Mode”.
Voorbeeld 1
Vereenvoudig
15
60
5
1
15
=
=
4
60 20
A'bfcgaw
K4(CALC)6(g)6(g)3(Simp)w
3(Simp)w
De waarde “F=” is de deler.
2-26
Voorbeeld 2
Vereenvoudig
27
met bepaling van een deler van 9
63
3
27
=
7
63
A'chcgdw
K4(CALC)6(g)6(g)3(Simp)j
w
• Er doet zich een fout voor als simplificatie niet kan worden uitgevoerd met de specifieke
deler.
• Uitvoeren van 'Simp als een waarde die niet kan worden vereenvoudigd wordt
weergegeven, doet terugkeren naar de oorspronkelijke waarde, zonder weergave van “F=”.
k Berekeningen van het nulpunt (Solve)
[OPTN]-[CALC]-[Solve]
Met deze opdrachten kunt u nulpunten berekenen. De syntaxis die u moet gebruiken is de
volgende:
Solve( f(x), n, a, b)
(a: ondergrens, b: bovengrens, n: waarde van de initiële benadering)
Twee verschillende mogelijkheden kunt u gebruiken om een nulpunt van een functie te
berekenen: de directe invoer en de invoer via een tabel met variabelen.
Met de directe invoer voert u zelf de waarden van de variabelen in. Deze mogelijkheid wordt
ook gebruikt met de Solve-opdracht in de modus Program om een nulpunt van een functie te
berekenen.
De invoer via een tabel met variabelen wordt gebruikt in de modus Equation. In de meeste
gevallen is het aangeraden om nulpunten van een functie op deze manier te berekenen.
Wanneer de oplossing niet convergent is, verschijnt een foutmelding (Time Out).
Meer informatie over berekeningen van het nulpunt (Solve) vindt u op pagina 4-4.
• U kunt geen formule voor de berekening van een tweede afgeleide, Σ, van een
maximum-/minimumwaarde, van een nulpunt (Solve), gebruiken als term voor een van de
bovenvermelde functies.
• Drukt u op A tijdens het berekenen van een nulpunt (Solve) (u ziet de cursor dan niet op
het scherm), dan wordt de berekening onderbroken.
k Oplossen van f(x) Functie
[OPTN]-[CALC]-[SolveN]
U kunt SolveN gebruiken om een functie f(x) op te lossen met numerieke analyse. Dit is de
invoersyntaxis.
SolveN (linkerkant [=rechterkant] [,variabele] [, ondergrens, bovengrens])
• De rechterkant, variabele, ondergrens en bovengrens mogen worden weggelaten.
• “linkerkant [=rechterkant]” is de expressie die moet worden opgelost. Ondersteunde
variabelen zijn A tot Z, r, en θ. Als de rechterkant wordt weggelaten, wordt de oplossing
bereikt door de rechterkant te beschouwen als = 0.
• De variabele bepaalt de variabele in de expressie die wordt opgelost voor (A tot Z, r, θ). Door
een variabele weg te laten wordt X gebruikt als de variabele.
2-27
• De ondergrens en bovengrens bepalen het interval van de oplossing. U kunt een waarde of
een expressie invoeren als het interval.
• De volgende functies kunnen niet binnen de argumenten worden gebruikt.
Solve(, d2/dx2(, FMin(, FMax(, Σ(
Het formaat ListAns kan tegelijkertijd tot 10 resultaten weergeven.
• Het bericht “No Solution” wordt weergegeven als er geen oplossing is.
• Het bericht “More solutions may exist.” wordt weergegeven als er meerdere oplossingen
bestaan dan degene weergegeven door SolveN.
Voorbeeld
Los de functie op x2 – 5x – 6 = 0
K4(CALC)5(SolveN)
vx-fv-g)w
J
k Eerste afgeleide berekeningen
[OPTN]-[CALC]-[d/dx]
Om een eerste afgeleide te berekenen, kunt u kiezen tussen twee formules.