Nordic Track Netl824060 Owner S Manual *PFTL51233 209359
2014-07-06
: Nordic-Track Nordic-Track-Netl824060-Owner-S-Manual nordic-track-netl824060-owner-s-manual nordic-track pdf
Open the PDF directly: View PDF
.
Page Count: 38
| Download | |
| Open PDF In Browser | View PDF |
Modelnummer NETL82406.0 Serienummer Schrijf het serie nummer van het apparaat hierboven voor toekomstige referentie. Sticker met serienummer VRAGEN? Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht. WAARSCHUWING Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging. GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina Aandacht: U kunt in het midden van deze handleiding een GEDETAILLEERDE TEKENING vinden. NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc. 2 BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en informatie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische schok of persoonlijk letsel te verminderen. 1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich te ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen. 12. Loop nooit op de loopband wanneer de electriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het electrische snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie VOORDAT U BEGINT op pagina 6 als de loopband niet goed werkt.) 2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is. 13. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN op pagina 15). 3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte achter de loopband en 0,5 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen, luchtroosters blokkeert. Leg een kleed onder de loopband om de vloer te beschermen. 14. Start de loopband nooit wanneer u op de band staat. Houdt u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt. 4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water. 15. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.Stel de snelheid geleidelijk bij om schokkende versnellingen te voorkomen. 16. De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De pols-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting. 5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd. 6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan. 8. Laat nooit meer dan een persoon op de loopband. 17. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Haal altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en druk de aan/uit knop in de uit positie wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om de aan/uit knop te vinden.) 9. Draag geschikte kleding wanneer u de loopband gebruikt. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Sportkleding voor mannen en vrouwen aanbevolen. Gebruik de loopband nooit op blote voeten, op sokken of op sandalen. Draag altijd sportschoenen. 18. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 28). U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen. 10. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 11). Geen elk ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden. 19. Verander de hellingstand van de loopband niet door voorwerpen onder de loopband te plaatsen. 11. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes vandaan. 20. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten is voordat u de loopband inklapt of verplaatst. 7. De loopband kan alleen door mensen die minder dan 158 kg wegen worden gebruikt. 3 inkomende snoer van een antenne-ontladingseenheid, de grootte van aardingsconductors, plaatsing van een antenne-ontladingseenheid, aansluiting van aardingselektrodes en de vereisten voor de aardingselektrodes. 21. Als u iFIT-kaarten gebruikt, dan zult u een elektronische pieptoon horen als de snelheid en/of de helling van de loopband verandert. Luister naar het “piep” geluid en ben er op voorbereid dat de snelheid en/of hellingstand van de loopband gaat/gaan veranderen. In sommige gevallen kan de snelheid en/of hellingstand veranderen voordat de persoonlijke trainer dat aangeeft. 29. Een buitenantennesysteem mag niet in de buurt van hoogspanningskabels of andere stroomkabels worden geplaatst of op een plaats waar het op dergelijke kabels kan vallen. Als u een buitenantenne installeert, moet u contact met dergelijke stroomkabels of circuits vermijden, aangezien dit fatale gevolgen kan hebben. 22. Als u iFIT-kaarten gebruikt, dan kunt u de snelheids- en hellingsinstellingen handmatig wijzigen door op de snelheids- en hellingstoetsen te drukken. Echter, wanneer u een “piep” geluid hoort zullen de snelheid en/of de helling stand veranderen in de eerstvolgende instellingen van het programma. 30. Om het risico op een elektrische schok te vermijden, verwijder nooit het deksel of de achterkant van de televisie. Deze onderdelen kunnen niet door een gewone gebruiker worden gewijzigd. Laat het onderhoud over aan gekwalificeerd onderhoudspersoneel. 23. Verwijder de iFIT-kaarten altijd uit het iFITslot als u ze niet gebruikt. 24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig. 31. Als het onderhoud of reparaties aan de loopband of de televisie voltooid zijn, vraag dan aan het onderhoudspersoneel om alle veiligheidscontroles uit te voeren ter bevestiging van de goede werking van het toestel. 25. Steek nooit iets in welke opening dan ook. 26. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Eveneens de stekker uit het stopcontact trekken vóór het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het bijregelen zoals beschreven is in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander onderhoud dan datgene wat vermeld staat in deze handleiding moet door een technicus uitgevoerd worden. • Gebruik Nr. 10 AWG (5,3mm2) koper, Nr. 8 AWG (8,4mm2) aluminium, Nr. 17 AWG (1,0mm2) verkoperde staaldraad, bronsdraad of langere draden als aardingsdraad. • Maak een inkomende antennedraad en een aardingsdraad aan het huis vast met afstandsisolators met een tussenafstand van 1,22 tot 1,83m. 27. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur. • Monteer een antenne-ontladingseenheid zo dicht mogelijk bij de plaats waar de inkomende draad in het huis komt. 28. Als er een buitenantenne of een kabelsysteem wordt aangesloten, zorg ervoor dat de antenne of het kabelsysteem geaard zijn om het systeem te beschermen tegen voltagepieken en statische ladingen. Sectie 810 van de Nationale Elektrische Voorschriften, ANSI/NFPA Nr. 70-1984, biedt meer informatie over een correcte aarding van de mast en de ondersteunende onderdelen, aarding van het • Gebruik een jumper die niet kleiner is dan Nr. 6 AWG (13,3mm2) koper of een soortgelijke draad als een afzonderlijke antenneaardingselektrode wordt gebruikt. Raadpleeg de plaatselijke voorschriften. Opmerking voor de CATV-systeeminstallateur: Raadpleeg de plaatselijke voorschriften voor de aarding. 4 Stroomsnoeren Aardingsklem Huisaansluiting Afstandsisolators Mast Naar buitenantenneaansluiting of loopband 233005 Aardings- Huisaansluitingsapparatuur draad Aardingselectrodesysteem voor de stroomaansluiting (b.v. Metalen waterbuis binnenshuis) Inkomende antennedraad English Translati Antenneontladingseenheid Aardingsdraad Aardingsklemmen Contactjumper Aardingsklemmen Optionele Antenne-aardingselektrode die 2,44m in de grond wordt geleid (Als dat vereist is volgens de plaatselijke voorschriften). Hand and Foot w WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen- programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES De stickers hier getoond zijn op uw looband geplakt. Let erop dat de tekst op de stickers in het Engels is. Zoek naar de stickers in het Nederlands en plak ze over de engelse stickers. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht (zie laatste pagina van deze handleiding). Plak de stickers op de aangegeven plaatsen. Aandacht: het etiket is niet op ware grootte afgebeeld. FR SP IT 5 GR DU VOORDAT U BEGINT Fijn dat u de nieuwe NordicTrack® EX 3600 loopband hebt gekozen. De EX 3600 heeft een uitgebreid scala aan functies waarmee u uw training plezieriger en effectiever kunt maken. En wanneer u de loopband niet gebruikt kunt u de EX 3600 loopband inklappen zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden. Raadpleeg, mocht u nog vragen hebben, de kaft van deze gebruiksaanwijzing. Om u beter van dienst te kunnen zijn, zorg ervoor dat u het model- en serienummer bij de hand hebt voordat u belt. Het modelnummer is NETL82406.0. Het serienummer bevindt zich op een sticker op de loopband (zie kaft van deze handleiding). Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorgvuldig door voordat u de loopband gebruikt. Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen. Televisie Accessoire Houder Handleuning Bedieningspaneel Sluitknop Sleutel/Klip Pols-sensor Loopband Antenneaansluiting Aan/Uit Knop Stroomonderbreker Voetkussentje ACHTERKANT Regelbaar Kussen Loopplatform RECHTERKANT Bijstelbouten voor de Achterroller 6 (76)–4 lt (77)–2 1” Tek Screw (82)–4 MONTAGE 3/4” Tek Screw (58)–8 1/2” Screw (10)–3 De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft. Opgelet: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking bevindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg. Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroevendraaier . Gebruik de tekeningen hieronder tijdens de montage van de fiets om de kleine onderdelen te herkennen. Aandacht: sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te vergemakkelijken. Om schade aan de plastic onderdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage. Sterring voor de Staander (71)–6 Bout van de Handleuning (64)–6 Stertussenring van de Handleuning (90)–6 3/4” Schroef (4)–2 Bout van de Staander (72)–6 Tussenring (78)–6 1. Neem de Rechter Staander (74), die met een sticker wordt aangegeven. Plaats de Rechter Staander bij de rechter kant van de loopband. Neem het onderste gedeelte van de Rechter Staander met drie gaatjes. Steek de Draad van de Staander (75) in het laagste uiteinde van de Rechter Staander tot aan het bovenste uiteinde. 1 Raadpleeg de inzet-tekening. Plaats de Linker Staander (73) bij de linker kant van de loopband. Steek de Televisiekabel (110) in het onderste uiteinde van de Linker Staander tot aan het bovenste uiteinde zoals getoond. Maak de elastische bandjes rond de bovenste uiteinden van de Staanders (73, 74) vast om de Televisiekabel (110) en de Draad van de Staander (75) vast te houden. Verwijder de elastische bandjes niet voordat u met stap 6 begint. 73 110 Bandje 7 75 Bandje 74 Kleine Gaten 2. Steek de Rechter Staander (74) in de aangegeven houder op de Basis (83); zorg ervoor dat de Kooi-beugels (76) niet van de Rechter Staander worden losgemaakt (raadpleeg de inzet-tekening). Zorg er ook voor dat de Draadkoker van de Staander (75) niet gekneld raakt. Draai de drie Bouten van de Staander (72) met uw vingers vast samen met drie Tussenringen (78) en drie Sterringen voor de Staander (71) in de Rechter Staander en de houder. Draai de Bouten voor de Staander nog niet strak vast. 2 73 75 74 71 78 72 76 Herhaal deze stap voor de Linker Staander (73). 71 3. Maak de Grendel (5) aan de linkerkant van het Onderstel (48) vast met twee 3/4” Schroeven (4). Linkerkant van de Loopband 5 4 4 Raadpleeg de twee kleine inzet-tekeningen. Met uw vingernagel of met het uiteinde van een schroevendraaier, druk op het uiteinde van de Veerpen (102) om het van de Gasveer (88) los te maken. Draai dan de Veerpen en trek de pen uit de Schokbreker. Zorg ervoor dat u de Veerpen niet verliest. Plaats de Gasveer (88) in de aangegeven positie. Druk het uiteinde van de Gasveer op de kogel van de houder. Bekijk tekening 4a. Steek de Veerpen (102) in de twee aangegeven gaatjes in het uiteinde van de Gasveer (88). Draai dan de Veerpen totdat de pen in de Schokbreker vastklikt. Opmerking: er worden Extra Veerpennen bijgeleverd. Cilinder 48 102 48 88 Houder 102 102 4a 88 102 Gat Houder Gat 8 83 Houder 3 Met de hulp van een tweede persoon, breng het Onderstel (48) in verticale positie. Zorg ervoor dat het Onderstel niet voorbij de verticale positie komt. Laat een andere persoon het Onderstel vasthouden totdat stap 5 is voltooid. 4. Houd het cilinderuiteinde van de Gasveer (88) bij de houder in het midden van het Onderstel (48). 78 72 5. Verwijder de Veerpen (102) van het onderste uiteinde van de Gasveer (88). 5 48 88 Duw het onderste uiteinde van de Gasveer (88) op het bolletje van de houder op de Basis (83). Als het nodig is, draai het Onderstel (48) en de Gasveer om het uiteinde van de Gasveer op dezelfde hoogte als het bolletje op de houder te brengen. Zie tekening 5a. Steek het uiteinde van de Veerpen (102) in de twee gaatjes aan het uiteinde van de Gasveer (88). Draai de Veerpen totdat de pen op de Gasveer vastklikt. 83 102 Houder 5a 88 Laat het Onderstel (48) zacht zakken op de grond. 102 Houder 6. Verwijder de elastische bandjes die de Draad van de Staander (75) en de Televisiekabel (110) vasthouden. Steek dan de Draad van de Staander en de Televisiekabel door de Tussenstukken van de Handleuning (95) zoals getoond en druk de Tussenstukken van de Handleuning in de bovenste uiteinden van de Staanders (73, 74). Met de hulp van een tweede persoon, houd het onderstel van het bedieningspaneel bij de Staanders (73, 74). Verbind de Draad van de Staander (75) met de draadkoker van het onderstel van het bedieningspaneel. Zorg ervoor dat u de connectors goed aansluit (zie de afbeelding). De connectors moeten gemakkelijk naast elkaar schuiven en op hun plaats klikken. Als dit niet het geval is, moet u één connector draaien en het opnieuw proberen. ALS DE CONNECTORS NIET GOED ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM WORDT INGESCHAKELD. 6 Kabel 110 Bedieningspaneelonderstel 95 75 95 73 Sluit dan de Televisiekabel (110) aan op de kabel aan de linkerkant van het onderstel van het bedieningspaneel. Steek de Draad van de Staander (75) en de Televisiekabel (110) in de Staanders (73, 74). Steek dan de houders van het bedieningspaneelonderstel in de Rechter Staander en de Linker Staander. Zorg ervoor dat de draden niet beklemd raken. 7. Draai de drie Bouten van de Handleuning (64), met drie Sterringen voor de Handleuning (90), in de Rechter Staander (74) en in het bedieningspaneelonderstel vast. Herhaal deze stappen voor de Linker Staander (73). Als u de zes Bouten van de Handleuning hebt aangedraaid, draai dan eerst de vier voorste Bouten van de Handleuning strak vast voordat u de andere twee Bouten vastdraait. 9 74 Draad van het Bedieningspaneel 75 7 Bedieningspaneelonderstel 73 64 90 64 90 74 8. Druk de Grendelhuls (96) in de Linker Staander (73). Als het nodig is, gebruik een rubberen hamer om de huls helemaal in de Staander te slaan. 8 Knop Verwijder de knop van de pen. Zorg ervoor dat de kraag en de veer zich zoals getoond op de pen bevinden. Steek dan de pen in de Grendelhuls (96) en de Linker Staander (73) en maak de knop opnieuw vast aan de pen. Kraag Pen 96 Veer 73 9. Plaats de loopband in de opbergpositie (raadpleeg HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN op pagina 28). Plaats het Onderstel (48) in het midden van de Staanders (73, 74). Draai de Bouten van de Staander (72) strak vast in de onderste uiteinden van de Staanders. 9 48 74 73 72 72 10. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Andacht: Extra delen kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 31). Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. 10 Voordat u de persoonlijke televisie kunt gebruiken, moet u de antenne, een 75 ohm CATV-kabel of een videotoestel aan de 75 ohm antenneaansluiting van het onderstel van de loopband aansluiten. Opmerking: Er wordt geen antenne, kabel of adapter bijgeleverd. HOE EEN ANTENNE AAN TE SLUITEN 300 Ohm Platte Draad Binnenantenne 1. Raadpleeg de tekening onderaan deze pagina. Verbind de 300 ohm platte draad van de antenne aan een adapter van 300 ohm naar 75 ohm. 1. Installeer een VHF-antenne op de gewenste plaats. Verbind de 300 ohm platte draad van de antenne aan een adapter van 300 ohm naar 75 ohm. Schroevendraaier 2. Druk de adapter van 300 ohm naar 75 ohm op de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer. VHF 300 Ohm Platte Draad 75 Ohm CATV-kabel 1. Raadpleeg de tekening onderaan deze pagina. Verbind de 75 ohm CATV-kabel van de antenne aan de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer. Adapter van 300 naar 75 Ohm HOE EEN 75 OHM CATV-KABEL AAN TE SLUITEN 2. Druk de adapter van 300 ohm naar 75 ohm op de 75 ohm antenneaansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer. VHFAntenne 1. Verbind een 75 ohm CATV-kabel aan de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer. Adapter van 300 naar 75 Ohm 75 Ohm Aansluiting 75 Ohm CATV-kabel 75 Ohm Aansluiting HOE EEN VIDEOTOESTEL AAN TE SLUITEN Buitenantenne 1. Verbind een uiteinde van een 75 ohm CATV-kabel aan de video-uitgang van uw videotoestel. Opmerking: Buitenantennes zijn onderhevig aan alle weersomstandigheden die het ontvangstsignaal kunnen aantasten. Controleer uw antenne en de inkomende draden voordat u de antenne aansluit. 2. Steek de stekker van het videotoestel in het stopcontact. Raadpleeg de handleiding van uw videotoestel voor een correcte aarding. 3. Verbind de 75 ohm CATV-kabel aan de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer. Combinatie VHF/UHF Antennes Opmerking: Om de televisie met het videotoestel te laten werken, moet u kanaal 3 of 4 inschakelen. 300 Ohm Platte Draad HOE EEN DVD-SPELER OF EEN VIDEOTOESTEL RECHTSTREEKS OP HET BEDIENINGSPANEEL AAN TE SLUITEN 75 Ohm Aansluiting Adapter van 300 naar 75 Ohm Uw DVD-speler of uw videotoestel kan op de audio/video RCA-plug aan de achterkant van het bedieningspaneel worden aangesloten. 75 Ohm CATV-kabel 75 Ohm CATV-kabel Opmerking: Om de televisie met uw DVD-speler of videotoestel te bedienen, druk een of twee keer op de stroomtoets (raadpleeg HOE DE PERSOONLIJKE TELEVISIE TE BEDIENEN op pagina 26). 11 HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN • Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge plaats. De borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borstkas-band en de sensor (zie de tekening hieronder). Steek de flap van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor. Druk het uiteinde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor. Bewaar de borstkas-sensor niet in een plastic zak of enig andere verpakking die vocht kan vasthouden. • Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C. • Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het opbergen van de borstkas-sensor niet te veel. Borstkas-band • Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte doek en een beetje niet agressief schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten. U kunt de borstkas-band met de hand wassen en dan laten drogen. Flappen Flap Sensor Sensor PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN Gesp De instructies op de volgende pagina’s leggen uit hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt. Doe vervolgens de borstkas-sensor om uw borstkas en maak het andere eind van de borstkas-band vast aan de sensor. Mocht het nodig zijn, stel dan de lengte van de band bij. De borstkas-sensor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspieren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat. • Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt. • Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof voor contact lenzen om de electrodes van de sensor nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren. • Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de loopband. Voor de goede weergave van de hartslag metingen moet de gebruiker zich op minder dan een armslengte van het bedieningspaneel bevinden. Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant (de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid. • De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met een normale hartslag. Problemen met de hartslagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie. VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORSTKAS-SENSOR • Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afgedaan en de electrodes gedroogd worden. De sensor blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor electrodes niet goed gedroogd worden. • De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed worden door magnetische storingen veroorzaakt door hoogspanningsdraden en andere electromagnetische bronnen. Verplaats de loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is. • De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden (zie pagina 32). 12 GEBRUIK EN BIJSTELLEN DE AL INGESMEERDE LOOPBAND Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult u de loopband beschadigen. HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer. Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden. 1 2 Stopcontact van de Loopband Stopcontact F GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past. IT 13 Sleutel Klip WAARSCHUWINGEN doelwaarden kunt bereiken bij uw oefensessie. Bijvoorbeeld: u kunt ongewenste kilo’s verliezen met het afvalDe sticker op het bedieningspaneel is in het Engels. Het programma van 8 weken of u kunt trainen voor een langemeegeleverde blad met stickers bevat dezelfde informatie afstandsloop met het Marathonpro-gramma. De iFIT-proin verschillende talen. Zoek naar de sticker met gramma’s zullen de loopband automatisch aansturen terNederlandse opschrift. Plak de sticker op het bedieningwijl de stem van een persoonlijke trainer u helpt om u te spaneel. motiveren bij elk onderdeel van het oefenprogramma. Er wordt één iFIT-kaart bijgeleverd. Bijkomende iFIT-kaarten FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Om iFIT-kaarten te kopen, ET29618M Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van (NTL29105.0) ga naar www.iFIT.com of telefoneer naar het nummer verschillende functies om het meest doeltreffend te oefe- [29618] op de kaft van deze handleiding. De iFIT-kaarten zijn nen. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de ook in bepaalde winkels verkrijgbaar. snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen Als u een handmatige modus of een programma kiest, door een druk op een toets. Het bedieningspaneel zal U dan kunt u naar wens programma’s op uw persoonlijke tetijdens uw oefening voortdurend feedback geven. U kunt levisie zien terwijl u oefent. zelfs uw hartslag meten met de ingebouwde hartslagsensor of borstriem. Om de stroom in te schakelen, volg de stappen op pagina 15. Om de instellingen van het bedieningspaneel te personaliseren, raadpleeg pagina 15. Om het controlepaneel handmatig te bedienen, zie bladzijde 17. Om een Cardioprogramma te kiezen, raadpleeg pagina 19. Om een Calorieprogramma te gebruiken, raadpleeg pagina 20. Om een afstandsprogramma te gebruiken, zie bladzijde 21. Om een Bestandspro-gramma aan te maken en te gebruiken, raadpleeg pagina 21 en 22. Om het op Hartslag afgestemde programma te gebruiken, zie bladzijde 23. Om een iFIT-kaart te gebruiken, raadpleeg pagina 25. Om de persoonlijke televisie te bedienen, raadpleeg pagina 26. Het bedieningspaneel heeft ook tien Cardiopro-gramma’s en vier Calorie-programma’s. Ieder programma verandert automatisch de snelheid en de helling van de loopband tijdens uw oefening. U kunt ook uw eigen Bestandsprogramma’s aanmaken en ze opslaan voor toekomstig gebruik. U kunt ook een van de twee Afstandsprogramma’s kiezen om voor langeafstandslopen te trainen. Het bedieningspaneel heeft ook nog twee programma’s voor de Hartslag die de snelheid en helling van de loopband regelen om uw hartslag tijdens uw oefening bij uw na te streven hartslag te houden. U kunt ook uw eigen Bestandsprogramma’s aanmaken en ze opslaan voor toekomstig gebruik. Opmerking: Als er een doorzichtig stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Om schade aan de loopband te vermijden, gebruik altijd propere schoenen als u de loopband gebruikt. Als u de loopband voor het eerst gebruikt, controleer of de band recht loopt en centreer de loopband als dat nodig is (zie pagina 31). Op het bedieningspaneel kunt u ook het nieuwe iFIT Interactief Oefensysteem kiezen. Bij het iFIT-systeem kunt u de Interactieve Oefenkaarten van iFIT in het bedieningspaneel gebruiken. Op deze kaarten worden oefenprogramma’s opgeslagen zodat u specifiek vooropgezette 14 Als de Gebruikerstoets wordt ingedrukt, verschijnen de woorden USER 1 SELECTED (gebruiker 1 geselecteerd) of USER 2 SELECTED (gebruiker 2 geselecteerd) op de display. Om te kiezen tussen Gebruiker 1 en 2, druk één of twee keer op de Gebruikerstoets. HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN 1 2 De stekker in het stopcontact steken (zie pagina 13). Zoek naar de aan/uit knop bij het snoer van de loopband. Plaamts de aan/uit knop in de aan positie. Reset Positie Belangrijk: Om de opties van het menu te doen oplichten, druk op de Omhoog- en omlaagtoets voor Gegevensinvoer [DATA ENTRY]. Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vast zit (zie tekening op pagina 14) en maak de klip aan de tailleband van uw kleding vast. Steek vervolgens de sleutel in het bedieningspaneel. De display zal oplichten. Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij. 2 Op de display wordt het totaal aantal mijlen of kilometers [TOTAL DISTANCE] dat u op de loopband hebt gewandeld, getoond, samen met het totaal aantal uur [TOTAL TIME] dat u de loopband hebt gebruikt en het totaal aantal calorieën [TOTAL CALORIES] dat de gebruiker hebt verbrand. Om de opgeslagen waarden te resetten, kies eerst het totaal aantal dat u wilt resetten en druk dan op de ENTER-toets. Kies dan NO (neen) of YES (ja) en druk op de ENTER-toets. 3 HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN Voer de gegevens van de gebruiker in. Klik op de woorden USER WEIGHT (gewicht van de gebruiker) en druk op de ENTER-toets. Druk dan op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer om uw gewicht aan te geven. Druk vervolgens op de ENTER-toets. Voor de instellingen van het bedieningspaneel bestaat er een gebruikersmodus zodat u een naam aan de verschillende gebruikers kunt geven: Gebruiker 1 of Gebruiker 2. U kunt ook uw oefengeschiedenis bekijken en persoonlijke gegevens invoeren voordat u begint met uw oefening. Als u een maximale doelhartslag wilt invoeren (raadpleeg HOE EEN CARDIOPROGRAMMA TE GEBRUIKEN op pagina 23), klik eerst op MAX HEART RATE (max. hartslag) en druk dan op ENTER-toets. Druk dan op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer om uw maximale doelhartslag aan te geven. Druk vervolgens op de ENTER-toets. Op het bedieningspaneel kunt u ook kiezen welke meeteenheid u zult gebruiken bij het instellen van het oefentoestel. U kunt de demonstratie in- en uitschakelen, de audio-instellingen regelen, het volume bijstellen, het contrastniveau van het bedieningspaneel kiezen en het welkomstscherm in- of uitschakelen. Om de gebruikersmodus te verlaten, klik op de START-toets en druk dan op de ENTER-toets. Volg de stappen hieronder om de instellingen van het bedieningspaneel bij te stellen. 1 Bekijk uw oefengeschiedenis als u dat wilt. 4 Selecteer de instellingenmodus. Om de instellingenmodus te selecteren, verwijder eerst de sleutel van het bedieningspaneel. Houd dan de Stop-toets ingedrukt als u de sleutel in het bedieningspaneel steekt. Selecteer de gebruikersmodus. Om de gebruikersmodus te selecteren, druk op de Gebruikerstoets [USERS]. In het bedieningspaneel kunnen gegevens over de oefengeschiedenis van twee verschillende gebruikers worden opgeslagen. 15 Als de instellingenmodus is geselecteerd, zal op de display het woord ENGLISH (engels) of METRIC (metriek) verschijnen om aan te geven welk meetsysteem u hebt gekozen. Om het meetsysteem te veranderen, klik eerst op UNITS (eenheden) en druk op de ENTER-toets. Druk dan op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensin-voer om de gewenste meeteenheid te kiezen. Druk vervolgens op de ENTER-toets. door INSTRUCTION (instructie) te selecteren als audio-instelling [AUDIO TRAINER]. Als u de “Aan”-instelling [ON] kiest, dan zal uw persoonlijke trainer u helpen bij uw iFIT-oefensessies. Als u OFF (uit) kiest, dan zult u geen audiobegeleiding horen bij uw oefensessies. Om de audio-instellingen te wijzigen, klik eerst op AUDIO TRAINER en druk dan op de ENTER-toets. Druk daarna op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer om de gewenste audio-instellingen te kiezen. Druk vervolgens op de ENTER-toets. U kunt ook het contrastniveau van de display bijstellen. Om het contrastniveau van de display bij te stellen, klik eerst op CONTRAST en druk dan op de ENTER-toets. Druk op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer om het gewenste contrastniveau te kiezen. Druk vervolgens op de ENTER-toets. Op de display verschijnen ook de woorden DEMO MODE (Demonstratiemodus) en de huidige instellingen: OFF, LOGO, ROAD, of PROGRAMS. De “demonstratiemodus” kan worden gebruikt als de loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Tijdens de demonstratiemodus, moet het toestel aangesloten zijn, de sleutel kan verwijderd worden en de display zal blijven branden. De toetsen van het bedieningspaneel zullen niet werken. Om de demonstratiemodus te kiezen, klik op DEMO MODE. Druk dan bij de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer op OFF (uit – om de demonstratiemodus uit te schakelen), LOGO (om het logotype weer te geven), ROAD (weg – om een hardloper op een weg weer te geven) of PROGRAMS (programma’s – om een voorvertoning van de verschillende programma’s weer te geven). Druk vervolgens op de ENTER-toets. Het bedieningspaneel kan ook een welkomstbericht weergeven telkens als u de sleutel in het bedieningspaneel steekt. Klik op WELCOME SCREEN (welkomstscherm) en druk op de ENTER-toets. Druk dan op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer om ON (aan) of OFF (uit) te selecteren en druk op de ENTERtoets. Opmerking: Als u op de Stroomtoets drukt in de instellingen-modus, dan wordt de televisie-instellingen-modus geselecteerd (raadpleeg HOE DE TELEVISIE-INSTELLINGEN-MODUS TE GEBRUIKEN op pagina 26). 5 U kunt een audio-instelling kiezen, als u dat wilt. Als u een iFIT-kaart gebruikt, kan een persoonlijke trainer u raad geven bij de oefensessies en u meer informatie geven over nieuwe iFIT-kaarten Als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, verwijder de sleutel. Om de instellingenmodus te verlaten, moet u de sleutel uit het bedieningspaneel verwijderen. 16 druk op de Start-toets, de Versnellingstoets of een van de twaalf sneltoetsen voor de Snelheidsinstelling. HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN 1 5 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Om de helling van de loopband te wijzigen, druk op een van de twaalf sneltoetsen [ZIP INCLINE] voor de Hellinginstelling. Telkens als u op een van de toetsen druk, zal de helling van de loopband langzaam veranderen totdat de gewenste helling wordt bereikt. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. 3 6 Kies de handmatige instelling. Selecteer een displayweergave en volg uw vorderingen op de display en de intensiteitniveaubalk. De display zal de volgende informatie tonen als u op de loopband loopt of rent: Telkens als u de sleutel in het paneel steekt, dan wordt automatisch de handmatige instelling geselecteerd. Als u een programma hebt geselecteerd, druk herhaaldelijk op een van de Programmatoetsen [PROGRAM GOALS] totdat het woord MANUAL (handmatig) op de display verschijnt. Opmerking: Zorg ervoor dat er geen iFIT-kaart in het iFIT-slot zit. 4 De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst. • De verlopen tijd [TIME]. • De afstand [DISTANCE] die u hebt gewandeld of gelopen. • De snelheid [SPEED] van de loopband. • Het hellingsniveau [INCLINE] van de loopband. • Het aantal calorieën [CALORIES] dat u bij benadering hebt verbrand. • Het aantal grammen koolhydraten [CARBS] dat u bij benadering hebt verbrand. • U wandel- of looptempo, in minuten per mijl of minuten per kilometer. Om de loopband te starten, druk op de Start-toets, de Versnellingstoets naast de Start-toets of een van de twaalf sneltoetsen [ZIP-SPEED] voor de Snelheidsinstelling. • Uw hartslag. Opmerking: Uw hartslag kan slechts worden weergegeven als u de handsensoren vasthoudt of de borstkassensoren gebruikt. Als de Start-toets of de Versnellingstoets wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 Km/u. Als u een oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband wijzigen door op de Versnellings- of Vertragingstoetsen [SPEED] te drukken. Telkens als u op een toets drukt, zal de snelheid worden gewijzigd met 0,1 Km/u; als u de toets ingedrukt houdt, dan zal de snelheid met 0,5 Km/u verhogen. Als u op een van de twaalf sneltoetsen voor de Snelheidsinstelling hebt gedrukt, dan zal de loopband langzaam tot de gewenste snelheid versnellen. • Op de display kan daarnaast ook een “oefengeschiedenis” worden weergegeven—een profiel van de snelheidsinstellingen die u hebt gekozen tijdens uw oefensessie. Bij het begin van elk segment van één minuut van uw oefensessie, zal een bijkomende niveaubalk in het profiel verschijnen; als u de snelheid verhoogt of verlaagt, dan zal de hoogte van de balk verhogen of verlagen. • Op de display kan ook het beeld van een hardloper worden weergegeven. Als u de snelheid verhoogt of verlaagt, zal de hardloper sneller of trager lopen. Start de loopband en stel de snelheid bij. Druk de Stop-knop om de band tot stilstand te brengen. Om de loopband opnieuw te starten, 17 Verwijder eerst de plastic velletjes geplakt over de metalen contactpunten Contactpunten op de handleuning om de handgreep met polssensor te gebruiken. Stap vervolgens op de voetbalken en houdt de metalen contactpunten vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, dan zal uw hartslagniveau op de display verschijnen. Houdt de contactpunten ongeveer 15 seconden vast voor het meest zuivere resultaat. Als de handmatige modus is geselecteerd, dan zijn er acht weergaven voor de display mogelijk. Naargelang van de displayweergave zal er verschillende informatie over de oefensessie worden weergegeven. Bijvoorbeeld: bij de eerste displayweergave wordt de verlopen tijd en de gewandelde of gelopen afstand weergegeven. Druk herhaaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste displayweergave te kiezen. Aandacht: Onafhankelijk van de gekozen displayweergave, zal het snelheids- of hellingsniveau enkele seconden op de display verschijnen telkens als u de instellingen wijzigt. Uw hartslag zal ook 40 seconden op de display verschijnen telkens als u de handsensoren of de borstkassensoren gebruikt. Opmerking: als u de onderstaande display hebt gekozen, dan verschijnt uw hartslag in plaats van het aantal grammen koolhydraten dat u bij benadering hebt verbrand. 8 Om de ventilatoren op een lage snelheid in te schakelen, drukt u op de toets ventilator [Fan]. Druk een tweede keer op de knop om de ventilatoren op matige snelheid te laten draaien. Druk een derde keer op de knop om de ventilatoren op hoge snelheid te laten draaien. Druk nogmaals op de toets om de automatische instelling te kiezen. De snelheid van de ventilator zal met deze instelling automatisch bijgesteld worden wanneer de snelheid van de loopband toeneemt of afneemt. Om de ventilators uit te schakelen, druk opnieuw op de Ventilatortoets. Opmerking: Als de ventilators ingeschakeld zijn als de loopband stopt, dan zullen ze automatisch na enkele minuten worden uitgeschakeld. Als u oefent, dan zal op de intensiteitniveaubalk het intensiteitniveau van uw oefening bij benadeET29618M (NTL29105.0) ring worden weergegeven. Bijvoorbeeld: als acht [29618] indicatoren van de balk oplichten, dan is uw intensiteitniveau ideaal voor een conditietraining [AEROBIC]. 9 Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets en stel de hellingstand in de laagste positie. De helling van de loopband moet zich in de laagste stand bevinden wanneer u de loopband wilt opbergen anders kan de loopband beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Intensiteitniveaubalk Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u uw oefening voltooid hebt. 7 Zet desgewenst de ventilatoren aan. De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw oefening en de stekker uit het stopcontact trekken. Uw hartslag meten als u dat wilt. Aandacht: Het bedieningspaneel zal uw hartslag niet goed kunnen aangeven wanneer u de borstkassensor en de handgreep met poslssensor gelijktijdig gebruikt. 18 herhaaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste displayweergave te kiezen. Als u de eerste of de tweede weergave kiest, dan zal een profiel van de snelheidsinstellingen van het programma op de display verschijnen. Een pijltje onderaan het profiel zal uw vorderingen aangeven. HOE EEN CARDIOPROGRAMMA TE GEBRUIKEN 1 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. 3 Aan het einde van het eerste segment van één minuut, zult u een reeks pieptonen horen. Als u een nieuwe snelheids- en/of hellingsniveau voor het tweede segment hebt geprogrammeerd, dan zal het nieuwe snelheids- en/of hellingsniveau even bovenaan de display verschijnen om u te waarschuwen. De loopband zal dan automatisch de snelheid of de helling voor het tweede segment bijstellen. Selecteer een Cardioprogramma. Om een Cardioprogramma te selecteren, druk herhaaldelijk op de CARDIO-toets. Het programma zal zo doorgaan totdat het pijltje het rechter uiteinde van het profiel bereikt. De loopband komt dan langzaam tot stilstand. Als de derde displayweergave wordt geselecteerd, dan zal op de display het beeld van een hardloper verschijnen. Als u een Cardioprogramma kiest, dan verschijnt op de display de naam van het programma, de maximale helling van het programma, de maximale snelheid en het aantal minuten dat het programma duurt. Daarnaast zal een profiel van de snelheidsinstellingen van het programma op de display verschijnen. Elk Cardioprogramma is onderverdeeld in verschillende segmenten van één minuut. Jeder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd. 4 Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. 5 Aan het einde van het eerste segment van één minuut, zult u een reeks pieptonen horen. Als u voor het tweede segment een nieuw snelheidsniveau hebt geprogrammeerd, dan zal het snelheidsniveau onderaan de display verschijnen om u te waarschuwen. Als u een nieuw hellingsniveau hebt geprogrammeerd, dan zal het hellingsniveau even bovenaan de display verschijnen. De loopband zal dan de snelheid en de helling automatisch wijzigen voor het tweede segment. Het programma blijft doorgaan totdat het laatste segment eindigt. De loopband komt dan langzaam tot stilstand. Selecteer een displayweergave en volg uw vorderingen op de display. Als u een Cardioprogramma hebt geselecteerd, kunt u kiezen tussen drie displayweergaven. Druk 19 U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Hoe de loopband dan ook zal wanneer het volgend segment van het programma start automatisch de snelheid en de helling voor het volgende segment instellen. Als u een Calorieprogramma hebt geselecteerd, dan zullen de naam van het programma, de duur van het programma, de doelcalorieën (aantal calorieën die tijdens het programma zullen worden verbrand), de maximale helling van het programma en de maximale snelheid op de display verschijnen. Daarnaast zal het profiel van de snelheidsinstellingen van het programma op de display worden weergegeven. Druk op de Stop toets van het bedieningspaneel wanneer u de loopband wilt stoppen. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Starttoets. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De loopband zal wanneer het volgend segment van het programma begint automatisch de snelheid en de helling van het volgende segment instellen. 6 7 8 4 Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 7 op pagina 18. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Zet desgewenst de ventilatoren aan. Zie stap 8 op pagina 18. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Hoe de loopband dan ook zal wanneer het volgend segment van het programma start automatisch de snelheid en de helling voor het volgende segment instellen. Zorg ervoor dat wanneer het programma eindigt de helling van de loopband op de laagste stand staat. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw oefening en de stekker uit het stopcontact trekken. 5 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Het programma zal eindigen als u uw doelcalorieën hebt verbrand of als het pijltje het rechter uiteinde van het profiel bereikt. De loopband komt dan langzaam tot stilstand. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. 6 Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. Opmerking: U moet uw gewicht invoeren (raadpleeg stap 3 op pagina 15) zodat het bedieningspaneel het aantal calorieën dat u bij uw oefensessie hebt verbrand, correct kan berekenen. 3 Selecteer een displayweergave en volg uw vorderingen op de display. Het Calorieprogramma werkt op dezelfde manier als het Cardioprogramma (raadpleeg stap 5 op pagina 19). In plaats van uw hartslag, wordt het aantal calorieën dat nog moet worden verbrand, tijdens uw oefensessie weergegeven. HOE EEN CALORIEPROGRAMMA TE GEBRUIKEN 1 Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. 7 8 Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 7 op pagina 18. Zet desgewenst de ventilatoren aan. Zie stap 8 op pagina 18. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 8 hier links. Selecteer een Calorieprogramma. Om een Calorieprogramma te selecteren, druk één, twee, drie, of vier keer op de CALORIE-toets. 20 7 HOE EEN AFSTANDSPROGRAMMA TE GEBRUIKEN 1 Zie stap 7 op pagina 18. 8 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. 9 Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 8 op pagina 20. U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. HOE EEN BESTANDSPROGRAMMA AAN TE MAKEN Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. 3 Zet desgewenst de ventilatoren aan. Zie stap 8 op pagina 18. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 Uw hartslag meten als u dat wilt. 1 Kies een afstandsprogramma. Om een Afstandsprogramma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Calorietoets totdat u bij de Afstandsprogramma’s komt. De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. 3 Als u een Afstandsprogramma kiest, dan verschijnt op de display de naam van het programma en de doelafstand. Met afstandsprogramma 1 kunt u trainen voor een 10-kilometerloop en met afstandsprogramma 2 kunt u trainen voor een marathon van 42 km. 4 Selecteer een Bestandsprogramma. Om een Bestandsprogramma [RECORD PROGRAM] te selecteren, druk een of twee keer op de RECORD-toets. Druk op de starttoets en stel de snelheid bij. Raadpleeg stap 4 op pagina 17. 5 De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst. Als het Bestandsprogramma nog niet vastgesteld is, dan zal een programmaduur van drie minuten op de display verschijnen. Als de programmaduur meer dan drie minuten is, raadpleeg dan HOE EEN BESTANDSPROGRAMMA TE GEBRUIKEN op pagina 22. Raadpleeg stap 5 op pagina 17. 6 Selecteer een displayweergave en volg uw vorderingen op de display. Het Afstandsprogramma werkt op dezelfde manier als de handmatige modus. Tijdens uw oefening wordt ook de afstand die u nog moet lopen of wandelen op de display weergegeven. Elk Bestandsprogramma is onderverdeeld in segmenten van één minuut. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. 4 Het programma stopt als u de doelafstand hebt bereikt. De loopband komt dan langzaam tot stilstand. Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk te stoppen. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Start-toets. Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband beginnen te draaien. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. 21 5 Selecteer een displayweergave en programmeer de gewenste snelheid en helling. Als u een Bestandsprogramma hebt geselecteerd, kunt u kiezen tussen drie displayweergaven. Druk herhaaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste displayweergave te kiezen. Als u een Bestandsprogramma hebt geselecteerd, dan zullen de naam van het programma, de maximale helling van het programma en de maximale snelheid op de display worden weergegeven. Daarnaast wordt ook een profiel van de snelheidsinstellingen van het programma op de display weergegeven. Om een snelheid en een helling instelling voor uw eerste segment te programmeren stelt U gewoon de snelheid en de helling van de loopband in door op de Snelheid en de Helling toetsen te drukken. Opmerkingen: Als op de display een programmaduur van drie minuten verschijnt, raadpleeg HOE EEN BESTANDSPROGRAMMA AAN TE MAKEN op pagina 21. Als het eerste segment voltooid is, dan zult u een reeks pieptonen horen en de huidige snelheids- en hellingsinstellingen worden in het geheugen opgeslagen. Elk Bestandsprogramma is onderverdeeld in segmenten van één minuut. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. 4 Programmeer een snelheid en helling instelling voor het tweede segment zoals hierboven is beschreven. U kunt ook de snelheid en de helling van 30 segmenten programmeren. Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Druk twee keer op de Stop-toets wanneer u klaar bent met uw oefening. Het Bestandsprogramma zal in het geheugen worden opgeslagen. 6 5 Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. U kunt als u dat wilt tijdens gebruik het programma nogmaals bijstellen. Druk gewoon op de Snelheid en Helling toetsen om de snelheid en de hellingstand van het huidige segment aan te passen. Deze nieuwe instellingen zullen in het geheugen worden opgeslagen nadat het huidige segment voltooid is. Om de tijdsduur van het programma te verlengen moet u eerst wachten totdat het programma beëindigd is. Druk dan vervolgens op de Start-toets en programmeer snelheid en helling instellingen voor zoveel meer segmenten als U wenst. Een bestandsprogramma kan tot 30 segmenten hebben. Druk twee keer op de Stop-toets wanneer u het aantal gewenste segmenten heeft toegevoegd. Om de tijdsduur van het programma te verminderen moet u altijd tijdens het uitvoeren van het programma twee keer op de Stop drukken. HOE EEN BESTANDSPROGRAMMA TE GEBRUIKEN De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. 3 Selecteer een displayweergave en volg uw vorderingen op de display. Het Bestandsprogramma werkt op dezelfde manier als een Cardioprogramma (raadpleeg stap 5 op pagina 19). Zie stap 8 op pagina 20. 1 Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. 6 Selecteer een Bestandsprogramma. Om een Bestandsprogramma [RECORD PROGRAM] te selecteren, druk een of twee keer op de RECORD-toets. 7 8 Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 7 op pagina 18. Zet desgewenst de ventilator aan. Zie stap 8 op pagina 18. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 8 op pagina 20. 22 niveau geprogrammeerd voor alle segmenten (behalve voor de eerste twee segmenten). Bij het tweede Hartslagprogramma, wordt een doelhartslagniveau geprogrammeerd voor elk segment. Aandacht: Dezelfde na te streven hartslaginstelling kan voor twee of meerdere segmenten worden geprogrammeerd. HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARSLAG TE GEBRUIKEN WAARSCHUWING: Gebruik de programma’s voor de hartslag niet wanneer U hartklachten heeft of wanneer U ouder dan 60 en niet actief bent. Bespreek met uw huisarts, als u regelmatig medicijnen inneemt of de medicijnen uw oefening voor de hartslag kan beïnvloeden. 5 Om de maximale doelhartslag bij te stellen, druk op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer en daarna op de ENTER-toets (zie INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina 33). Om het doelhartslagniveau snel bij te stellen, houd een van de toetsen ingedrukt. Volg de stappen hieronder om een programma voor de Hartslag te gebruiken. 1 De borstkas-sensor dragen. 6 Opgelet: U moet de borstkas-sensor dragen om de programma’s voor de hartslag te kunnen gebruiken. 2 Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband beginnen te draaien. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. 7 Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 3 Stel de maximale doelhartslag bij als u dat wenst. Selecteer een displayweergave en volg uw vorderingen op de display. Als u een Bestandsprogramma hebt geselecteerd, kunt u kiezen tussen twee displayweergaven. Druk op de DISPLAY-toets om de gewenste displayweergave te kiezen. U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. 4 Selecteer het op Hartslag afgestemde programma. Onafhankelijk van de displayweergave die u hebt geselecteerd, zal er een profiel van de doelhartslaginstellingen van het programma op de display verschijnen. Er zal ook een witte lijn die uw hartslag weergeeft, verschijnen. Telkens als uw hartslag wordt gedetecteerd, zullen er pieken op de lijn verschijnen. Een pijltje onderaan het profiel zal uw vorderingen aangeven. Om een Hartslagprogramma te selecteren, druk herhaaldelijk op de CARDIO-toets totdat u de Hartslagprogramma’s [PULSE PROGRAM] bereikt. Voor elk programmasegment van één minuut, zal het bedieningspaneel uw hartslag met de doelhartslag vergelijken. De snelheid van de loopband zal automatisch toe- of afnemen om uw hartslag dichter bij door u na te streven hartslaginstelling te brengen.Telkens als de snelheid of de helling verandert, zal het snelheids- en hellingsniveau even bovenaan de display verschijnen om u te waarschuwen. Als u een Hartslagprogramma hebt geselecteerd, dan zullen de naam van het programma en de maximale doelhartslag van het programma op de display verschijnen. Daarnaast wordt een profiel van de doelhartslaginstellingen van het programma op de display weergegeven. De Hartslagprogramma’s zijn onderverdeeld in segmenten van één minuut. Bij het eerste Hartslag-programma, wordt hetzelfde doelhartslag- Aan het einde van elk segment, zult u een reeks pieptonen horen. 23 Als u het eerste Hartslagprogramma hebt geselecteerd, dan zal het programma doorgaan totdat u op de Stop-toets drukt. Als u het tweede Hartslag-programma hebt geselecteerd, dan zal het programma doorgaan totdat het pijltje het rechter uiteinde van het profiel bereikt. De loopband komt dan langzaam tot stilstand. U kunt handmatig de snelheid of de helling instelling aanpassen wanneer deze te hoog of te laag ligt door op de Snelheid of de Helling toetsen van het bedieningspaneel te drukken. Als het bedieningspaneel echter uw hartslag met de huidige doelhartslag heeft vergeleken, dan kan de snelheid of de helling van de loopband automatisch worden gewijzigd. 8 Druk op de StoP-toets van het bedieningspaneel wanneer u de loopband wilt stoppen. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Starttoets. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. Als het bedieningspaneel uw hartslag met de huidige doelhartslag heeft vergeleken, dan kan de snelheid of de helling van de loopband automatisch worden gewijzigd. Zet desgewenst de ventilatoren aan. Zie stap 8 op pagina 18. 9 Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 8 op pagina 20. 24 4 HOE EEN IFIT-KAART TE GEBRUIKEN 1 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 5 U kunt de instellingen van het bedieningspaneel bijstellen als u dat wilt. Selecteer een displayweergave en volg uw vorderingen op de display en de intensiteitniveaubalk. Als u een iFIT-programma hebt geselecteerd, dan kunt u kiezen tussen drie displayweergaven (zie stap 6 op pagina 19). Druk herhaaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste displayweergave te kiezen. Als u de eerste of de tweede weergave kiest, dan zal een profiel van de snelheidsinstellingen van het programma op de display verschijnen. Een pijltje onderaan het profiel zal uw vorderingen aangeven. Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15. 3 Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Steek een iFIT-kaart in het bedieningspaneel en selecteer een programma. Om een iFIT-programma te gebruiken, steek een iFIT-kaart in het iFIT-slot; zorg ervoor dat u de iFITkaart goed vasthoudt, met de metalen contactpunten naar boven, voordat u de geheugenkaart in het iFIT-slot steekt. Tijdens het programma, zal een persoonlijke trainer u helpen bij uw oefening. U kunt het volume bijstellen door op de Volumetoetsen te drukken of u kunt de audio-instellingen selecteren voor uw persoonlijke trainer (raadpleeg stap 4 op pagina 15 en 16). iFIT-kaart U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Hoe de loopband dan ook zal wanneer het volgend segment van het programma start automatisch de snelheid en de helling voor het volgende segment instellen. iFIT-slot Selecteer dan een iFIT-programma door op de omhoog- en omlaagtoetsen voor Gegevensinvoer te drukken. Als u een iFIT-programma hebt geselecteerd, dan zullen de naam van het programma, het maximale hellingsniveau, de maximale snelheid van het programma en de programmaduur op de display verschijnen. Daarnaast wordt een profiel van de snelheidsinstellingen weergegeven. Druk op de Stop toets van het bedieningspaneel wanneer u de loopband wilt stoppen. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Start-toets. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De loopband zal wanneer het volgend segment van het programma begint automatisch de snelheid en de helling van het volgende segment instellen. 6 Zet desgewenst de ventilatoren aan. Zie stap 8 op pagina 18. 7 Elk iFIT-programma is onderverdeeld in verschillende segmenten van één minuut. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 8 op pagina 20. OPGELET: Verwijder de iFIT-kaarten altijd uit het iFIT-slot als u ze niet gebruikt. 25 HOE DE PERSOONLIJKE TELEVISIE TE BEDIENEN HOE DE TELEVISIE-INSTELLINGEN-MODUS TE GEBRUIKEN BELANGRIJK: Voordat u de televisie bedient, moet u de antenne, een 75 ohm CATV-kabel of een VIDEOTOESTEL aan de 75 ohm antenne-aansluiting van de loopband aansluiten of een DVD-speler of een videotoestel op de audio/video RCA-plug aan de achterkant van het bedieningspaneel aansluiten. Raadpleeg pagina 11 voor meer informatie. Het bedieningspaneel heeft een televisie-instellingenmodus om de instellingen van de televisie bij te stellen en de kanalen in het geheugen van de televisie op te slaan. Volg de onderstaande stappen om de televisie-instellingen-modus te gebruiken. Volg de onderstaande stappen om de televisie te bedienen. 1 1 De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Om de televisie-instellingen-modus te selecteren, selecteer eerst de instellingen-modus door de Stop-toets ingedrukt te houden terwijl u de sleutel in het bedieningspaneel steekt. (De televisie-instellingen-modus zal worden geselecteerd als u in stap 2 op de Stroomtoets drukt.) Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15. 2 Druk op de Stroomtoets om een televisiebron te kiezen. Als u de sleutel in het toestel steekt, zal de televisie automatisch aangaan. Als u een DVD-speler of een videotoestel op de audio/video RCA pluggen aan de achterkant van het bedieningspaneel hebt aangesloten of als u een CD-speler of een MP3-speler op de IN-plug aan de zijkant van het bedieningspaneel hebt aangesloten, kies de Ingangsbron door een of twee keer op de Stroomtoets te drukken. 3 2 Druk op de Stroomtoets om de display-instellingen bij te stellen. Een paar seconden nadat u op de Stroomtoets hebt gedrukt, zal de niveaubalk voor de helderheid op het televisiescherm verschijnen. Druk dan herhaaldelijk op de Volumetoetsen totdat de niveaubalk voor het contrast, kleur, scherpte of kleurtoon verschijnt. U kunt de verschillende instellingen bijstellen door op de Volumetoetsen te drukken Druk op de Kanaaltoetsen om het gewenste kanaal te kiezen. Om een kanaal te selecteren, druk op de Kanaaltoetsen. Het nummer van het geselecteerde kanaal zal enkele seconden op het scherm verschijnen. Opmerking: de televisie heeft een geheugen om de kanalen op te slaan zodat u rechtstreeks naar een ander kanaal in het geheugen kunt gaan. Voordat u de kanalen op die manier kunt selecteren, moet u ze in het geheugen van de televisie opslaan. Raadpleeg HOE DE TELEVISIE-INSTELLINGEN-MODUS TE GEBRUIKEN op deze pagina. 4 Selecteer de televisie-instellingen-modus. 3 Druk op de Stroomtoets om kanalen te wissen of bij te voegen. Om een kanaal te wissen of bij te voegen, druk eerst op de Kanaaltoetsen totdat het gewenste kanaalnummer op het scherm verschijnt. Druk dan op de Volume-omhoogtoets om een kanaal toe te voegen of op de Volume-omlaagtoets om een kanaal te wissen. Herhaal deze procedure om de gewenste kanalen bij te voegen en alle ongewenste kanalen te wissen. Druk op de Volume toetsen om het geluidsniveau bij te stellen. 4 Als u op een Volumetoets drukt, dan zal de Volumeniveaubalk enkele seconden op het scherm verschijnen. Opmerking: Als de iFIT-modus geselecteerd is, dan kunt u het audio-volume van het iFIT-programma bijstellen met deze toetsen. Druk opnieuw op de Stroomtoets en kies een videosysteem voor een simplexkanaal. Om een video-omroepsysteem voor een simplexkanaal te kiezen, druk eerst op de Kanaaltoetsen totdat het gewenste kanaalnummer op het scherm verschijnt. Druk dan op de Volumetoetsen totdat het gewenste video-omroepsysteem voor het kanaal op het scherm verschijnt. Om een hoofd- of een oortelefoon (niet inbegrepen) te gebruiken, sluit ze aan op de hoofdtelefoonplug van het bedieningspaneel. 26 5 6 Druk opnieuw op de Stroomtoets en kies een video-omroepsysteem voor alle kanalen. HOE HET KUSSEN (SCHOK)-SYSTEEM BIJ TE STELLEN Om een video-omroepsysteem voor alle kanalen te kiezen, druk op de Volumetoetsen totdat het gewenste video-omroepsysteem op het scherm verschijnt. De loopband bevat een regelbaar kussen (schok)-systeem die het schokeffect vermindert als u op de loopband loopt of rent. Om de vastheid van de loopband te verhogen, stap van de loopband af en schuif de kussenverstellers naar de voorkant van de loopband. Om de vastheid te verlagen, schuif de kussenverstellers naar de achterkant van de loopband. Opmerking: Zorg ervoor dat beide verstellers voor hetzelfde vastheidsniveau ingesteld zijn. Als u snel loopt of als u veel weegt, moet de loopband vaster worden ingesteld. Als u de televisie-instellingen hebt bijgesteld, verwijder de sleutel. Om de televisie-instellingen-modus te verlaten (behalve als de televisie bezig is met het scannen van de kanalen), verwijder de sleutel van het bedieningspaneel. Kussenver steller Verhogen Verlagen Kussenver steller Loopplatform 27 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN Stel de helling in de laagste stand voordat u de loopband inklapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd beschadigen. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek de stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen. 1. Houdt de loopband vast op de rechts aangegeven plaatsen. Buig door uw knieën en houdt uw rug recht om persoonlijk letsel te vermijden. Zorg ervoor dat u de kracht van uw benen gebruikt in plaats van uw rug om de loopband te tillen. Til de loopband half omhoog. 2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loopband goed vast. Trek, met gebruik van uw linker hand, de sluitknop naar links en houdt deze vast. Til de loopband totdat het slot langs de sluitpin is. Laat de sluitknop langzaam los. Zorg ervoor dat de sluitpin goed in het slot zit. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C. Sluitknop Geschlossen Sluitpin Slot HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN 1. Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de opbergstand zoals beschreven hierboven. 2. Pak de uiteinden van de leuningen vast. Plaats een voet op het onderstel zoals aangegeven. 3. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats. Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband niet over een oneffen ondergrond. Wiel 4. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken tot de onderkant in de opslagstand rust. 28 Basis HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN 1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangegeven. Trek, met gebruik van uw linker hand, de sluitknop naar links en houdt deze vast. Laat de loopband langzaam zakken totdat het onderstel voorbij de sluitpin is. Laat de sluitknop langzaam los. Sluitknop Sluitpin Slot 2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de loopband op de vloer zakken. Buig door uw knieën en houdt u rug recht om het risico op persoonlijk letsel te vermijden. 29 Offen PROBLEMEN OPLOSSEN U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen. Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben, neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht. PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 13 ). Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. De loopband kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden. b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedieningspaneel zit. c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband. Als de knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de schakelaar opnieuw in om de stroomonderbreker opnieuw in werking te stellen (te resetten). c Doorgeslagen Resten d d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electriciteitsnoer van de loopband bevindt. De knop moet zich in de aan positie bevinden. PROBLEEM: Aan Positie Stroomuitval tijdens gebruik OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de schakelaar weer in. b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt, haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact. c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel. d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt. e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt. PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren OPLOSSING: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Plaats de loopband in de opbergpositie (raadpleeg DE LOOPBAND OPKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 28). 4 Verwijder de twee aangegeven 3/4" Schroeven (4). 4 De loopband neerlaten (raadpleeg HOE DE LOOPBAND UIT TE KLAPPEN op pagina 29). Verwijder de vier aangegeven 3/4" Schroeven (4) en verwijder de Kap (44). 4 44 30 4 Zoek de Sensor (14) en de Magneet (12) aan de linkerkant van de Katrol (11). Draai de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de Sensor. Zorg ervoor dat de afstand tussen de Magneet en de Sensor ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de Schroef (29) wat los en verplaats de Sensor enigszins, draai de Schroef weer vast. Maak de kap weer vast en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken. PROBLEEM: 29 14 3mm 11 12 Zicht van Boven De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter. b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 7 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. b 3–4” Bouten van de Achterroller c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop loopt. PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en a DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loopband niet goed in het midden ligt. Als de loopband naar links is verschoven, draai met de meegeleverde sleutel de linker bout van de achterroller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loopband naar rechts is verschoven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aandraait. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en haal DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loopband slipt. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 7 à 10 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. 31 b SYMPTOM: Die Neigung des Laufgeräts ändert sich nicht richtig OPLOSSING: a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen. Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren. Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd. PROBLEEM: De televisieontvangst is slecht OPLOSSING: a. Voor de beste werking van het systeem, heeft u een goede televisieontvangst nodig. Als u een antenne gebruikt, zorg ervoor dat ze goed aangesloten is en voor een optimale ontvangst bijgesteld is. (Raadpleeg HOE DE ANTENNE AAN TE SLUITEN op pagina 11.) b. Controleer de volgende problemen en volg de instructies.. • Ontsteking (zwarte vlekjes of horizontale strepen of een bewogen of drijvend beeld)—Dit wordt meestal veroorzaakt door ontstekingssystemen van voertuigen, neonlampen, een elektrische drift of andere elektrische toestellen. Verplaats de loopband of de andere elektrische toestellen om het probleem op te lossen. • Echobeelden—Echobeelden worden veroorzaakt door televisiesignalen die twee trajecten volgen—een direct traject en een ander traject dat wordt gereflecteerd op hoge gebouwen, heuvels of andere voorwerpen. Verander de richting of de positie van de antenne om de ontvangst te verbeteren. • Blauw scherm—Als de loopband zich in een randzone van een televisie-uitzendstation bevindt waar het signaal zwak is, dan kan de beeldkwaliteit slecht zijn of er kan een blauw scherm verschijnen. Als het signaal zwak is, dan moet u waarschijnlijk een buitenantenne installeren om het beeld te verbeteren. Opmerking: Als een van deze symptomen verschijnt als de kabel aan een kabeltelevisiemaatschappij aangesloten is, dan kan het symptoom door de plaatselijke televisiemaatschappij worden veroorzaakt. SYMPTOM: Der Brustpulssensor funktioniert nicht korrekt OPLOSSING: a. Wenn der Herzschlagmonitor nicht richtig funktioniert, beziehen Sie sich auf BRUSTPULSSENSOR-FEHLERSUCHE auf Seite 12. b. Die Batterie sollte ausgetauscht werden, wenn der Herzschlag-monitor immer noch nicht richtig funktioniert. Um die Batterie auszutauschen, finden Sie die Drehscheibe auf der Rückseite der Sensoreinheit. Stecken Sie eine Münze in die Rille und drehen Sie die Scheibe entgegengesetzt dem Uhrzeigersinn zur öffenenden [OPEN] Position. Entfernen Sie die alte Batterie und legen Sie eine neue CR 2032 Batterie ein. Vergewissern Sie sich, dass sich die Schrift oben befindet. Darüber hinaus ver gewissern Sie sich, dass sich der Gummidichtungsring an der richtigen Stelle in der Sensoreinheit befindet. Legen Sie die Drehscheibe wieder auf die Öffnung und schließen Sie diese. 32 b Deksel van de Batterie Deksel van de Batterie Batterie Rubber Band RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de hartslag metingen beïnvloeden. De pols-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting. loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden. Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt. Aerobic oefening De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoeren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts. Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof te voorzien. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren. INTENSITEIT VAN UW OEFENING RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivasculair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor een aerobic oefening. Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden bestaan: Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie getallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor aerobic oefeningen aanbevolen. Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarmfase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening. Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60 minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in. Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 minuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen na de oefening. Vet verbruiken OEFENFREQUENTIE Om effectief vet te verbranden moet U voor een langere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare koolhydraten. Pas na de eerste paar minuten begint uw lichaam vet als energie te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen. 33 LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NETL82406.0 R0706A De GEDETAILLEERDE TEKENING in het midden van deze handleiding bekijken om de onderdelen die hieronder opgesomd staan te kunnen vinden. Onder-deel nr. Aantal Beschrijving 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 2 2 2 56 1 1 2 4 2 2 1 1 2 1 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 4 2 1 2 4 1 1 1 1 9 1 1 3 2 1 1 4 4 1 1 16 1 1 Onder-deel nr. Aantal Beschrijving Kap van de Voetkussentje Voetkussentje Kussen voor het Platform 3/4” Schroef Slot Loopoppervlak Loopband Geleider Loopband Geleider Schroef Voorste Isolator Voorste Schroef van het Loopplatform Wieltje/Katrol Magneet Tussenring van de Achterste Roller Sensorklip Hellingstaafbus Liftarm Schakelbout van Lift Kapmontage Tussenstuk voor de Liftarm Draad van de Magneet Sensor Moer van het Spanwiel Spanwiel Bout van het Spanwiel Onderste Bout van de Lift Motor Arm Tussenstuk Spanwiel Arm Veer Tussenarm Riem van de Motor Magneet Sensor Schroef Lange Schakelbout van Lift Aandrijvings Motor Bout van de Motor Beugelmoer voor Elektronica Beugel voor Elektronica Voor Beschermkapje Controller Stang voor de Helling Moer Liftmotor Bout van de Liftmotor, Boven 1/2” Schroef voor de Aansluiting Kussenversteller Montage Contactdoos Kap Kapklem Pakking Loopband Onderstel Kussengeleiderschroef Tranformator Rechter Achterste Voet 34 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 4 2 1 4 2 1 1 1 1 2 2 1 6 1 1 1 1 11 1 6 6 1 1 1 6 1 6 2 2 4 4 1 1 2 2 3 1 1 6 3 2 14 2 2 1 1 98 99 100 1 1 1 Achterwiel Bout van Achterwiel Rechter Achter Beschermkapje Tussenring van de Houder Bijstelbout van de Achteroller Inbussleutel Linker Achterste Voet Linker Achter Beschermkapje Achterroller Moer van het Platform Schroef van het Platform, Achter Motorkap Bout van de Handleuning Basis van het Bedieningspaneel Bedieningspaneel Bedieningspaneel van de Televisie Statischer Aufkleber Schroef voor Elektronica Deurtje Sterring voor de Staander Bout van de Staander Linker Staander Rechter Staander Draad van de Staander Kooibeugels Motorplaat Tussenring Schroef van het Eindkpaje Kapje van Basis Kussen van de Basis 1” Tek Schroef Basis Aarde-kabel van het Onderstel Wielbout Wiel Waarschuwingssticker Gasveer Sleutel/Klip Stertussenring van de Handleuning Verbinding Verbindingsklip 8" Plastic Verbinding Einkapje van de Handleuning, Onder Tussenstuk van de Handleuning Grendelhuls Bovenste Eindbeschermkapje voor de Handleuning Filter Handleuning Sluit Mechanisme Onder-deel nr. Aantal Beschrijving 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 1 1 1 1 2 1 1 1 4 1 2 1 1 1 4 1 1 3 Waarschuwingssticker van het Slot Veerpenkit Filter Draad Bout van de Spanwiel Arm Motorbus Draad van Controller/Helling Houder van de Helling Stop Tussenstuk voor de Stophouder 7,5 “ Plastic Verbinding Televisiekabel Televisiekabelmoer Brustpulssensor Borstkas-band Pols Ontvanger Hartslag Schroef Tussenring van de Spanwiel Aarde-kabel Aardingsdraad van het Bedieningspaneel Onder-deel nr. Aantal Beschrijving 119 120 121 122 123 124 # # # # # 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 # # # # # 1 1 1 1 1 MP3-draad Elektriciteitssnoer Elektriciteitssnoer Adapter Ferriet A/V Ingang Plug 6” Witte Draad, 2F 6” Zwarte Draad, M/F 8” Zwarte Draad, M/F 4” Groene/Gele Draad, F/R 4” Groene/Gele Draad, F/R met Toroïde 16” Groene/Gele Draad, F/R 4” Rode Draad, F/M 6” Blauwe Draad, M/F Aardingsmoer Gebruiksaanwijzing # Deze onderdelen woorden niet getoond. 35 2 57 59 38 58 13 4 52 56 49 62 4 49 101 53 61 1 3 54 4 56 5 52 53 13 4 49 60 42 4 6 49 61 38 51 62 7 104 4 49 8 23 22 25 4 9 4 1 49 47 26 4 18 10 16 3 69 11 29 77 46 50 15 30 12 20 14 29 4 19 49 17 28 116 21 38 78 27 42 49 105 4 48 10 55 2 8 32 33 69 31 4 7 9 4 4 33 34 55 55 33 36 41 121 46 15 69 29 69 98 4 18 37 38 16 35 17 19 30 43 38 40 39 110 41 44 108 111 69 117 107 24 103 4 120 106 45 4 63 124 121 4 45 Zie voor een beschrijving van de onderdelen de onderdelenlijst op pagina 34 en 35. 4 GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. NETL82406.0 R0706A 94 89 113 112 119 94 4 97 4 4 69 4 66 4 4 99 4 70 4 115 114 4 4 4 4 4 69 4 67 4 4 93 97 4 68 91 4 86 92 29 85 4 4 118 65 4 38 87 123 115 4 64 72 109 82 81 100 90 95 78 76 102 88 38 96 64 71 90 110 86 73 38 76 87 72 79 78 82 81 75 80 90 71 46 72 85 78 82 81 71 76 64 95 46 90 83 87 75 76 64 38 74 84 69 82 81 71 72 76 78 76 79 80 GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. NETL82406.0 R0706A HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen: • het MODELNUMMER van het product (NETL82406.0) • de NAAM van het product (NordicTrack EX 3600 loopband) • het SERIENUMMER van het product (zie de kaft van de handleiding) • het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING (zie LIJST MET ONDERDELEN op pagina 34 en 35 en de GEDETAILLEERDE TEKENING in het midden van deze handleiding) Onderdeel Nr. 238243 R0706A In USA gedrukt © 2006 ICON IP, Inc.
Source Exif Data:
File Type : PDF File Type Extension : pdf MIME Type : application/pdf PDF Version : 1.5 Linearized : No Page Count : 38 XMP Toolkit : XMP toolkit 2.9.1-13, framework 1.6 About : uuid:7d8dd77e-af42-48eb-a404-69f2c453dc9e Producer : QuarkXPress(tm) 6.5 X Press Private : %%DocumentProcessColors: Cyan Magenta Yellow Black.%%DocumentCustomColors: (PANTONE 427 C).%%+ (PANTONE 877 C).%%+ (PANTONE 108 C).%%+ (PANTONE 152 C).%%+ (PANTONE 430 C).%%+ (PANTONE 151 C).%%+ (I-PMS-485 RED).%%CMYKCustomColor: 0 0 0 .11 (PANTONE 427 C).%%+ 0 0 0 .4 (PANTONE 877 C).%%+ 0 .06 .95 0 (PANTONE 108 C).%%+ 0 .51 1 .01 (PANTONE 152 C).%%+ .05 0 0 .45 (PANTONE 430 C).%%+ 0 .48 .95 0 (PANTONE 151 C).%%+ 0 .99 1 0 (I-PMS-485 RED).%%MarksAllSeparations: true.%%EndComments Create Date : 2006:07:27 15:51:47Z Creator Tool : QuarkXPress(tm) 6.5 Modify Date : 2006:07:28 13:04:50-06:00 Metadata Date : 2006:07:28 13:04:50-06:00 Document ID : uuid:2f3cb242-d1e1-4f01-b376-591490b21646 Format : application/pdf Title : *PFTL51233-209359 Creator : QuarkXPress(tm) 6.5EXIF Metadata provided by EXIF.tools