Yamaha A. PSR 225 Cover Owner's Manual PSR225Nl

User Manual: Yamaha PSR-225 Owner's Manual

Open the PDF directly: View PDF PDF.
Page Count: 118 [warning: Documents this large are best viewed by clicking the View PDF Link!]

Nederlandstalige Handleiding
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de
gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te
zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken
door gekwalificeerd Yamaha personeel.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van
water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instru-
ment die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
Als het snoer van de adaptor beschadigd is of stuk gaat, als er plotse-
ling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of
rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzet-
ten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten
kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
Gebruik alleen de gespecificeerde adaptor (PA-3B of aan-
verwante, door Yamaha aangeraden) adaptor. Het gebruik
van een verkeerde adaptor kan schade veroorzaken aan
het instrument, te wijten aan oververhitting.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoon-
maakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen
hebt.
Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezig-
heid die zich verzamelt op de stekker.
PAS OP!
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats
geen zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg,
zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen
zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de
stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan
het beschadigen.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug
bevat. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en
het stopcontact oververhitten.
Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet
gebruikt, of tijdens onweer.
De batterijen moeten in het instrument zitten volgens de +/- pola-
riteit markeringen. Doet u dit verkeerd kan oververhitting, brand of
lekkende batterijen het resultaat zijn.
Vervang batterijen altijd tesamen. Meng geen oude en nieuwe
batterijen. Meng ook geen verschillende soorten batterijen zoals
alkaline en mangaan batterijen, batterijen van verschillende mer-
ken, of verschillende typen batterijen van dezelfde fabrikant, aan-
gezien dit kan resulteren in oververhitting, brand of lekkende bat-
terijen.
Werp de batterijen niet in het vuur.
Probeer de batterijen niet op te laden, als ze hier niet voor bedoeld
zijn.
Als het instrument voor een langere tijd niet gebruikt wordt, haal
dan de batterijden uit het instrument om lekkage te voorkomen.
Houd de batterijen weg van kinderen.
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische compo-
nenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u
alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op mini-
mum zetten.
Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof,
extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht,
bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan
het paneel of schade aan de interne elektronica.
Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten
zoals televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie
kunnen veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur
kunnen beïnvloeden.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten
aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument,
of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Gooi batterijen niet zo maar weg, maar volg de lokale regels omtrent het
weggooien van batterijen.
VOORZORGSMAATREGELEN
3
vallen.
Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone
doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of che-
mische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van
vinyl op het instrument aangezien deze het paneel en het toetsen-
bord kunnen verkleuren.
Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument,
ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
Gebruik alleen de standaard van dit instrument. Bij het bevestigen
van de standaard moet u alleen gebruik maken van de mee-
geleverde schroeven. Doet u dit niet kan er schade ontstaan aan
de interne componenten of er voorzorgen dat het instrument valt.
Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluids-
niveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als
u gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan con-
tact op met een K.N.O.-arts.
Bewaar alle data op een extern apparaat zoals de Yamaha MIDI
data filer MDF3 om het verlies van belangrijke data door een fout
of een persoonlijke fout te voorkomen
De illustraties en LCD schermenzoals getoont in deze nederlands-
talige handleiding zijn alleen voor instructie doeleinden bedoelt,
het kan anders voorkomen dan op uw instrument.
Gefeliciteerd met uw de aanschaf van de Yamaha
PSR-225 PortaTone!
U bezit nu een draagbaar toetsenbord die een aantal geavan-
ceerde functies bevat, een fantastisch geluid heeft en buitenge-
woon gemakkelijk is in het gebruik. Deze kenmerken maken dit
instrument een uitzonderlijk expressief en veelzijdig instrument.
Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te
kunnen maken van de verschillende kenmerken bij het bespelen
van uw nieuwe PortaTone.
4
De PSR-225 is een subtiel, gemakkelijk te gebruiken
toetsenbord met de volgende opties of functies:
Hoofd Kenmerken
Andere krachtige inbegrepen kenmer-
ken:
• Buitengewoon realistisch en dynamisch geluid in de 100 voices,
gebruik makend van digitale opnamen van echte instrumenten.
• Met de Dual voice en Split voice modes kunt u twee lagen
geluid op elkaar stapelen of twee voices aan aparte gedeelten van
het toetsenbord toekennen.
• Vier hoge kwaliteit effecten— Reverb, Chorus, DSP en Harmony
— ieder met een aantal verschillende types.
• 100 automatische begeledingsstijlen, ieder met verschillende
intro, Main A en B en uitro gedeelten. Alle stijlen (behalve van de
Pianist stijl) bevatten ook hun eigen Fill-in patronen. Met de
PortaTone kunt u ook gemakkelijk de begeleiding Stijlen bedienen
— inclusief Tempo en onafhankelijke Begeleiding Volume.
• Krachtige songopname functies voor het opnemen en afspelen
van complete composities (er zijn drie User songs beschikbaar).
Tot zes tracks kunnen gebrukt worden voor het opnemen van een
song, inclusief een speciaal akkoord track voor de stijl begeleiding.
• One Touch Setting (OTS), voor het automatisch oproepen van
de toegewezen voice voor het spelen met de geselecteerde stijl.
Plus, er zijn 16 User OTS geheugen plaatsen waarin u de
aangepaste paneel onstellingen kunt bewaren om later direct op
te roepen.
• Touch response (met aan/uit knop op het front paneel) voor het
maximale expressieve beheersing van de voices. Dit werkt ook
samen met de Dynamic Filter, die dynamisch het timbre of de
toon van de voice wijzigt volgens uw speelsterkte — net alsof u
op een echt muziekinstrument speelt!
• De gemakkelijke voetschakelaar bedient een aantal functies —
inclusief sustain, start/stop en meer.
• GM (General MIDI) compatibel en volledige GM voice instellin-
gen.
• De grootte van de LCD geeft u gemakkelijke, directe bevestigin-
gen van belangrijke instellingen en ook akkoord- en toonhoogte
indicatie.
• Met de veelomvattende MIDI functies kunt u de PortaTone in
een MIDI muziek systeem integreren, om sequence opnamen te
maken en voor andere geavanceerde toepassingen.
• Ingebouwd, hoge kwaliteit stereo versterker en luidsprekers.
4
Yamaha Leer Pakket (Education Suite)
............................................ Pagina’s 60-71
De PortaTone bevat de nieuwe Yamaha leer pakket —
een aantal hulpmiddelen die gebruik maken van de
laatste technologie om het leren en spelen van muziek
plezieriger te maken dan ooit te voren!
Het Yamaha Leer Pakket bevat:
Chord Guide functies in de Stijl mode Smart
en Dictionary — Dat maakt het bijzonder gemakkelijk om
akkoorden en akkoordverhoudingen te leren. Er is een
krachtigeEZ Chord functie waarmee u gemakelijk akkoord
progressies voort kunt brengen.
• Met Smart kunt u gemakkelijk harmonisch“correcte”
akkoordprogressies voortbrengen in iedere willekeurige
toonhoogte. Het is geweldig om te leren — en te spelen!
• Dictionary is een ingebouwde “akkoorden encyclopedie”
die u leert specifieke akkoorden te spelen. U typt de
akkoord naam in die u wilt hebben en de PortaTone laat u
zien welke toetsen u aan moet slaan!
• EZ Chord is een krachtige en simpele manier om akkoord
progressies te programmeren en op te nemen. Neem alle
akkoord wijzigingen op die u voor een song nodig heeft en
speel vervolgens de akkoorden stuk voor stuk af door op
één enkele toets te drukken!
Portable Grand.........................Pagina 24
De PortaTone bevat ook een Portable Grand functie
voor een realistisch piano spel. Door het drukken op de
PORTABLE GRAND knop roept u direct de bijzonder
authentieke “Stereo Sampling Piano” voice op en
configureert u het gehele toetsenbord voor het opti-
maal bespelen van een piano. Speciale Pianist stijlen —
alleen piano begeleiding — zijn ook aanwezig.
5
Inhoud
SELECTEREN EN SPELEN VAN
SONGS — DE SONG MODE 75
SELECTEER EEN SONG EN SPEEL DEZE
AF .................................................... 75
HET TEMPO WIJZIGEN ................... 76
OVER HET BEAT DISPLAY ............... 77
HET SONG VOLUME WIJZIGEN ...... 78
SONG OPNAME 79
EEN USER SONG OPNEMEN —
REALTIME RECORDING .................. 80
De Metronoom gebruiken ...... 81
Extra Handelingen .................. 83
USER SONG OPNEMEN —
STEP RECORDING ........................... 84
Noten Opnemen .......................... 85
Extra handelingen .................. 87
Een noot of rust vervangen ........... 88
Velocity Curves Invoeren ............... 89
Velocity Curve Chart............... 89
EEN SONG WISSEN ........................ 90
VOETSCAKELAAR 91
Voetscahakelaar Toewijzing
Functies .................................. 92
MIDI FUNCTIES 93
WAT IS MIDI? ................................. 93
Channel Messages ........................ 94
System Berichten .......................... 94
MIDI Aansluitingen ................. 94
AANSLUITEN OP EEN PERSONAL
COMPUTER ..................................... 95
FUNCTIE PARAMETERS — MIDI ..... 96
GEBRUIK BULK DUMP SEND OM
DATA OP TE SLAAN ........................ 99
Bulk Data opslaan ......................... 99
Bulk Data laden .......................... 101
INITIAL SETUP SEND GEBRUIKEN ,ET
EEN SEQUENCER .......................... 102
Initial Setup Data Versturen ........ 102
TROUBLESHOOTING .................... 104
DATA BACKUP & INITIALIZEREN .. 105
INDEX ........................................... 106
SONG SCORES
(EZ Chord banks 1, 2)................... 107
VOICE LIJST ................................... 108
STYLE LIJST ................................... 111
DRUM KIT LIJST ............................ 112
MIDI IMPLEMENTATION CHART .. 114
SPECIFICATIES .............................. 117
EFFECTEN 40
REVERB............................................ 40
CHORUS .......................................... 41
DSP ................................................. 42
HARMONY ...................................... 43
Functie Parameters — Effecten ..... 44
Effect Types ............................ 45
AUTOMATISCHE BEGELEIDING —
DE STIJL MODE 47
SELECTEER EEN STIJL EN SPEEL DE
BEGELEIDING.................................. 47
BEGELEIDINGSKNOPPEN ............... 52
DE AUTOMATISCHE BEGELEIDINGS-
FUNCTIES GEBRUIKEN ....................... 52
HET TEMPO WIJZIGEN ................... 53
BEGELEIDINGSSECTIES
(MAIN A, MAIN B) EN FILL-INS ...... 54
HET BEGELEIDINGSVOLUME WIJZI-
GEN ................................................. 55
AUTOMATISCHE BEGELEIDING
GEBRUIKEN — MULTI FINGERING .56
Single Finger Akkoorden ............ 56
Fingered Akkoorden ................... 56
HET BEGELEIDINGSSPLITPUNT
INSTELLEN ...................................... 58
Functie Parameter —
Begeleidingssplitpunt ................... 59
WAT IS EEN AKKOORD? ................. 60
AKKOORD NAMEN NOTEREN ........ 61
De intervallen van een toonladder . 61
Andere Akkoorden ...................... 61
CHORD GUIDE ................................ 62
Dictionary ................................... 62
Smart ........................................... 64
Smart Akkoorden Lijst ............. 65
EZ Akkoord .................................. 66
EZ Akkoord — Akkoord................. 66
Bank Ketting ........................... 67
EZ Akkoord — Opname ................ 68
Een ruimte Opnemen ............. 69
De Begeleiding Spelen Tijdens EZ
Akkoord opname .................... 69
HINT — Ruimten Gebruiken ... 70
Een EZ Akkoord Bank Verwijderen .... 71
ONE TOUCH SETTING (OTS) 72
ONE TOUCH SETTING — USER ...... 72
Een User One Touch Setting
opnemen...................................... 72
Een User One Touch Setting opnieuw
oproepen .......................................
73
Een User Bank selecteren ........ 73
ONE TOUCH SETTING — PRESET... 74
Een Preset One Touch Setting
Selecteren..................................... 74
PANEELKNOPPEN EN AANSLUI-
TINGEN 6
• Frontpaneel .............................. 6
• Achterpaneel ............................ 7
OPSTELLEN 8
STROOMVOORZIENING................. 8
HET INSTRUMENT AANZETTEN ...... 8
ACCESSORY JACKS ......................... 9
Quick Guide —
Hoe gebruikt u uw nieuwe
PSR-225 PortaTone 10
Stap 1 Voices ............................. 10
Stap 2 Automatische Begeleiding .. 12
Stap 3 Akkoorden Gids ............. 14
Stap 4 Songs ............................. 16
Stap 5 Functie Parameters ........ 18
Stap 6 MIDI ............................... 20
PANEEL DISPLAY INDICATIES
22
Muziek Standaard .................. 23
PORTABLE GRAND 24
HET SPELEN VAN DE....................... 24
DE METRONOOM GEBRUIKEN ...... 24
De maatsoort van de Metronoom
instellen.................................. 25
Het Metronoom Volume
Wijzigen ................................. 26
VOICES BESPELEN —
DE VOICE MODE 27
HET BESPELEN VAN EEN VOICE —
MAIN VOICE ................................... 27
Over Paneel Voices en
GM Voices .............................. 29
Drum Kit Voice Tabel
(voices 101 - 110) .................. 30
Functie Parameters — Main Voice ...
30
TRANSPONEREN EN STEMMEN ..... 32
Transponeren .............................. 32
Stemmen ..................................... 33
TWEE VOICES BESPELEN —
DUAL VOICE ................................... 34
Functie Parameters — Dual Voice ..
35
TWEE VOICES BESPELEN —
SPLIT VOICE .................................... 36
Functie Parameters — Split Voice .. 37
AANVULLENDE VOICE
FUNCTIES — VOICE SET EN TOUCH
SENSITIVITY .................................... 38
Functie Parameters —
Voice Set en Touch Sensitivity ....... 39
6
REGELPANEEL EN AANSLUITINGEN
Frontpaneel
A MASTER VOLUME dial
Dit bepaalt het algemene volume van de
PortaTone.
B OVERALL, DEMO START knoppen (
,
, +, -)
Hiermee selecteert u een aantal algemene func-
ties en stelt hun waarden in. (Zie pagina 22, 24.)
Ze worden ook gebruikt om de Demo songs te
spelen. (Zie pagina 16.)
C FUNCTION knop
Dit selecteert de Functie mode. (Zie pagina 18.)
D SONG knop
Dit selecteert de Song mode. (Zie pagina’s 16, 75.)
E STYLE knop
Dit selecteert de Stijl mode. (Zie pagina’s 12, 47.)
F VOICE knop
Dit selecteert de Voice mode. (Zie pagina’s 10, 27.)
G numerieke toetsenbord, +/- knoppen
Deze zijn voor het selecteren van songs, voices en stijlen.
(Zie pagina’s 28, 47 en 76.) Ze worden ook gebruikt voor
het maken van verschillende instellingen, zoals:
• Selecteren en wijzigen van Functie para-
meters (pagina 18)
• Instellen van noot waarden en andere in-
stellingen van de Step Opname functie (pa-
gina 85)
• Instellen van de maatsoort van de Metro-
noom (pagina 25)
• Instellen van de toonladder van de Smart
Chord functie (pagina 64)
H PORTABLE GRAND knop
Hiermee kunt u direct naar de Voice mode gaan en
de Grand Piano voice oproepen. (Zie pagina 24.)
I METRONOME knop
Dit schakelt de metronoom aan en uit. (Zie pagina 24.)
J ACMP ON/OFF knop
Dit zet, als de Stijl mode is geselecteerd, de auto-
matische begeleiding uit en aan. (Zie pagina 52.)
Deze knop heeft geen functie in de Song Play
mode.
K SYNC-START knop
Dit schakelt de Sync-Start functie aan en uit. (Zie
pagina 48.)
L START/STOP knop
Dit start en stopt, als de Stijl mode is geselecteerd,
de automatische begeleiding, . (Zie pagina 48.) In
de Song mode, start en stopt deze het afspelen
van een song. (Zie pagina 76.)
M INTRO/ENDING knop
51 ~ 55
56 ~ 60
61 ~ 66
67 ~ 70
71 ~ 72
73 ~ 80
81 ~ 88
89 ~ 90
TRADITIONAL JAZZ
AMERICAS
COUNTRY & WESTERN
BALLROOM LATIN
BALLROOM STANDARD
MARCH & WALTZ
LATIN
CARIBBEAN
91
92
93
94
95
ROCK-A-BALLAD
8BEAT
SWING
JAZZ BALLAD
2BEAT
96
97
98
99
100
BOOGIE
RAGTIME
ARPEGGIO
WALTZ
HAPPY
PIANIST
PSR-225
11 ~ 17
18 ~ 20
21 ~ 27
28 ~ 30
31 ~ 36
37 ~ 40
41 ~ 46
47 ~ 50
8BEAT
16BEAT
6/8 BALLAD
DANCE
DISCO
ROCK
ROCK & ROLL
RHYTHM & BLUES
CONTEMPORARY JAZZ
1 ~ 10
0
1
2
3
4
1 ~ 6
1 ~ 8
1 ~ 9
1 ~ 9
1
MAIN VOICE
DUAL VOICE
SPLIT VOICE
EFFECT
ONE TOUCH SETTING
5
6
7
8
1
1 ~ 3
1 ~ 3
1 ~ 7
STYLE
SONG
UTILITY
MIDI
STYLE
FUNCTION
MIN MAX
MASTER VOLUME
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
RECORD SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
VOICE
PANEL VOICE
13 ~ 19
20 ~ 32
33 ~ 41
42 ~ 49
50 ~ 60
61 ~ 65
PIANO
MALLET
ORGAN
GUITAR
BASS
ENSEMBLE
STRINGS
1 ~ 12
66 ~ 75
76 ~ 84
85 ~ 89
90 ~ 95
BRASS
REED
PIPE
SYNTH LEAD
SYNTH PAD
DRUM KITS
101 ~ 110
96 ~ 100
PORTABLE GRAND
GM VOICE PIANO
CHROMATIC
ORGAN
GUITAR
BASS
STRINGS
ENSEMBLE
BRASS
119~126
127~134
135~142
143~150
151~158
159~166
167~174
111~118 REED
PIPE
SYNTH LEAD
SYNTH PAD
SYNTH EFFECTS
ETHNIC
PERCUSSIVE
SOUND EFFECTS
175~182
183~190
191~198
199~206
207~214
215~222
223~230
231~238
STAND BY
ON
REVERB
DUAL
7(13)7( 11)
49 55 70 71 74 8147
248
350
252
357
L
54 56 58 59
L
M
CHORD TYPE
60
H
M61
1
C62
H67
S69
C
272
H
68 73
L75
H76
L77
H78
L79
H L 80 85 86
M(9)6 mM7 M7 m m(9)m7(9)m7 m7 5
m6 77( 9)
7(9)
7( 9)7( 13)dim7 dim 7aug aug 7sus4 C
ROOT
sus4 C /D D /ED
46 51 53
L H 63
R
164 65
R66 R
282 83
H84
L
FUNCTION SONG STYLE VOICE
HARMONY
TOUCH
METRONOME
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
DEMO START
A
B
HI
J K L M N Q
R S
T
G
O P
DEF
C
OVERALL
METRONOME
VOLUME
ACMP/SONG
VOLUME
TUNING
TRANSPOSE
TEMPO
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
7
Als de Stijl mode is geselecteerd wordt hiermee
de Intro en Ending functies bediend. (Zie pagina’s
49, 51.)
N MAIN A/B (AUTO FILL) knoppen
Hiermee kunt u, als de Stijl mode is geselecteerd,
de automatische begeleidingsgedeelten wijzigen en
de Auto Fill functie bedienen. (Zie pagina 54.)
O CHORD GUIDE knop
Hiermee kunt u, als de stijl mode is geselecteerd, de
Chord Guide functies bedienen. (Zie pagina 62.)
P RECORD knop
Deze wordt gebruikt om de opname functies te
selecteren en de opname functies in te schakelen:
Song (pagina’s 80, 84), EZ Akkoord (pagina 68)
en One Touch Setting (pagina 72).
Q ONE TOUCH SETTING / SONG MEMORY
knoppen
Deze worden gebruikt om Touch Setting registra-
ties (pagina 73) te selecteren als de Stijl mode is
geselecteerd. Als de Song mode is geselecteerd
worden deze gebruikt om specifieke tracks te se-
lecteren (pagina’s 81, 85).
R HARMONY knop
Dit zet het Harmony effect aan en uit. (Zie pagina
43.)
S REVERB knop
Dit zet het Reverb effect aan en uit. (Zie pagina
40.)
T DUAL knop
Dit zet de Dual mode aan en uit. (Zie pagina 34.)
TOUCH knop
Dit zet de Touch functie aan en uit. (Zie pagina
38.)
Aan/uit schakelaar (STAND BY/ON)
Achterpaneel
PANEL CONTROLS AND TERMINALS
A DC IN 10-12V jack
Dit is de aansluiting van de PA-3B AC adaptor. (Zie
pagina 8.)
B PHONES/AUX OUT jack
Dit is de aansluiting van de stereo hoofdtelefoon
of een extern versterker/luidsprekersysteem. (Zie
pagina 9.)
C FOOT SWITCH jack
PHONES/
AUX OUT
DC IN 10-12V IN OUT
MIDI
FOOT SWITCH
A B D
C
Dit is de aansluiting van de los verkrijgbare FC4 of
FC5 Voetschakelaar. De Voetschakelaar wordt in
het algemeen gebruikt voor het bedienen van
sustain, maar het kan ook gebruikt worden bij het
bedienen van een aantal functies. (Zie pagina’s 9,
91.)
D MIDI IN, OUT aansluitingen
Dit zijn de aansluitingen van externe MIDI instru-
menten en apparaten. (Zie pagina 94.)
8
OPSTELLEN
In dit gedeelte staat informatie over het opstellen van de PortaTone moet opstel-
len. Lees dit gedeelte zorgvuldig door alvorens uw instrument te gebruiken.
klinkt of functioneert de PortaTone niet meer
naar behoren. Vervang alle zes de batterijen
zodra dit gebeurt.
PAS OP
•Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen of verschillende
typen batterijen (bv alkaline en mangaan) door elkaar.
• Voorkom eventuele schade aan het instrument door
batterijlekkage, door de batterijen te verwijderen als u het
instrument voor langere tijd niet gebruikt.
HET INSTRUMENT AANZETTEN
BATTERIES 1.5V
x
6
STAND BY
ON
STROOMVOORZIENING
De PSR-225 werkt zowel op batterijen als op de
los verkrijgbare Yamaha PA-3B AC adaptor (of
een andere door Yamaha aanbevolen adaptor).
PAS OP
Onderbreek nooit de stroomvoorziening (b.v. door de batte-
rijen te verwijderen of door de AC adaptor uit het stopcontact
te halen) tijdens een opname! Dit kan resulteren in het
verliezen van data.
Het gebruik van de Adaptor
Om uw PortaTone op een stopcontact aan te
sluiten, heeft u de extra verkrijgbare Yamaha PA-
3B Adaptor nodig. Het gebruik van een andere
adaptor kan leiden tot schade aan het instru-
ment, dus let er op dat u de goede adaptor
gebruikt. Steek de adaptor in een stopcontact en
in de DC IN 10-12V jack aan de achterkant van
de PortaTone.
WAARSCHUWING
• Gebruik ALLEEN de Yamaha PA-3B Adaptor (of een andere,
speciaal door Yamaha aanbevolen adaptor) om uw instrument
van stroom te voorzien. Het gebruik van andere adaptors kan
resulteren in onherstelbare schade aan zowel de adaptor als
de PSR 225.
• Haal de adaptor uit het stopcontact als u de PSR 225 niet
gebruikt en als het onweert.
Het gebruiken van batterijen
Het Plaatsen van Batterijen
Keer het instrument om en verwijder de deksel
van het batterijencompartiment. Plaats zes 1,5
volt “D” (SUM-1, R-20 of vergelijkbare) batte-
rijen, zoals getoond in de illustratie. Zorg er voor
dat de positieve en negatieve aansluitingen juist
zitten en doe het deksel er weer op.
Als de Batterijen Zwak Worden
Als de batterijen zwak worden en het batterij-
voltage beneden een bepaald niveau komt,
Druk, als de adaptor is aangesloten of de batte-
rijen zijn geïnstalleerd, op de STAND BY schake-
laar zodat deze op de ON positie blijft staan. Als
het instrument niet wordt gebruikt deze dan uit.
(Druk de schakelaar opnieuw in zodat deze
omhoog komt.)
PAS OP
Zelfs als de schakelaar op “STAND BY” staat, stroomt er nog
steeds een klein beetje elektriciteit naar het instrument. Als u
de PSR-225 voor langere tijd niet gebruikt, haal dan de
adaptor uit het stopcontact en/of verwijder de batterijen.
9
Het Gebruik van MIDI Aansluitingen
N.B.
• Zorg ervoor dat het voetpedaal op de juiste wijze is aangeslo-
ten op de FOOT SWITCH jack voor u het instrument aanzet.
• Druk het voetpedaal niet in tijdens het aanzetten van het in-
strument. Daarmee wijzigt u de polariteit van het voetpedaal,
hetgeen resulteert in een omgekeerde voetpedaalbediening.
OPSTELLEN
ACCESSOIRES JACKS
Het gebruiken van een hoofdtelefoon
Om privé te oefenen en te spelen zonder anderen
te storen, kunt u een hoofdtelefoon aansluiten op
het achterpaneel in de PHONES/AUX OUT jack.
De ingebouwde luidsprekers worden onmiddel-
lijk losgekoppeld zodra u de plug van de hoofd-
telefoon in de jack steekt.
FOOT SWITCH
Het gebruik van de Voetpedaal
Met dit onderdeel kunt u een los verkrijgbare voet-
schakelaar gebruiken (Yamaha FC4 or FC5) om de
geluiden van de voices door te laten klinken, of
om een aantal andere functies te bedienen. (Zie
pagina 91.) Als deze gebruikt wordt voor sustain,
werkt de voetschakelaar op dezelfde manier als een
demppedaal op een akoestische piano — trap en
houdt de voetschakelaar vast als u op het toetsen-
bord speelt om de geluiden door te laten klinken.
Een toetsenbord versterker of een stereo-
systeem aansluiten
Hoewel de PortaTone is uitgerust met ingebouwde
luidsprekers, kunt u ook op een extern versterker/
geluidssysteem spelen. Kijk eerst of de PortaTone
en de externe apparaten uitstaan. Sluit vervolgens
het ene eind van de stereo audiokabel aan op de
LINE IN of AUX IN jack(s) van het andere apparaat
en het andere eind op de PHONES/AUX OUT jack
op het achterpaneel van de PortaTone.
PHONES/
AUX OUT
PHONES/
AUX OUT
De PortaTone is ook
uitgerust met MIDI
aansluitingen, waar-
mee u de PortaTone op
andere MIDI instru-
menten en media aan
kunt sluiten (zie voor
meer informatie pag.
20, 93.)
IN OUT
MIDI
MIDI instrument
PAS OP
Zet het volume van de externe apparaten op minimum alvorens
ze aan te sluiten, om schade aan de luidsprekers te voorkomen.
Onachtzaamheid kan in dit geval leiden tot een elektrische schok
of schade aan de apparatuur.
Stereo system
10
Het spelen van de Piano Voice
zDruk op de PORTABLE GRAND
knop.
De Grand Piano Voice wordt automatisch
geselecteerd.
xSpeel op het toetsenbord.
Stap 1 Voices
Wilt u meer weten? Zie pagina 24.
De PSR-225 bevat totaal 238 voices van hoge kwaliteit. Laten we er een paar uitproberen.....
Paneel voices ......... 1 - 100 (100 voices)
101 - 110 (10 drum kit voices)
GM voices .............. 111 - 238 (128 voices)
Het selecteren van andere voices
zGa in de Voice mode.
xSelecteer een voice.
cSpeel op het toetsenbord.
Wilt u meer weten? Zie bladzijde 27.
PORTABLE GRAND
METRONOME
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
FUNCTION SONG STYLE VOICE
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
002
BritePno
VOICE
STYLE
MIN MAX
MASTER VOLUME
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
RECORD SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
PORTABLE GRAND
STAND BY
ON
REVERB
DUAL
FUNCTION SONG STYLE VOICE
HARMONY
TOUCH
METRONOME
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
DEMO START
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
z
q
q
zx
1
2OVERALL
METRONOME
VOLUME
ACMP/SONG
VOLUME
TUNING
TRANSPOSE
TEMPO
Portable Grand
Quick Guide — Hoe Ge-
bruikt U Uw Nieuwe
PSR-225 PortaTone
Quick Guide — Hoe Ge-
bruikt U Uw Nieuwe
PSR-225 PortaTone
In dit korte, gemakkelijk te volgen, hoofdstuk
wordt getoond hoe u gebruik maakt van de basis-
onderdelen en functies van uw nieuwe PSR-225
PortaTone. Als u nog nooit een elektronisch toet-
senbord heeft aangeraakt en u elke stap in dit
hoofdstuk leest en begrijpt, raakt u in korte tijd
bekend met de PortaTone. Het geeft u ook het
hulpmiddelen die u nodig heeft om de geavan-
ceerde mogelijkheden van het instrument te ont-
dekken en deze effectief in uw muziek te gebruiken.
Veel succes...... en plezier.
11
Stap 1 Voices
Paneel Voice Lijst
Wijzigen van het Metronoom Volume
1Druk op één van de OVERALL
/
knopppen
totdat “MtrVol” in de display verschijnt.
2Druk op de OVERALL + of - knoppen om de
waarde te verhogen of te verlagen.
Wilt u meer weten? Zie pagina 24.
Wilt u meer weten? Zie pagina 26.
Het meespelen met de Metronoom
qDruk op METRONOME knop.
Het wijzigen van het maatsoort van de Metro-
noom
qHoud u tegelijkertijd de METROME knop in en één
van de toetsen (1-9) op het numerieke toetsenbord.
De Metronoom is normaal ingesteld op 4/4
(vierkwarts). Druk, om dit te wijzigen in 2/4, op
numerieke knop “2”. Druk, om dit te wijzigen in
3/4, op numerieke knop “3”.
Wilt u meer weten? Zie pagina 25.
+
PORTABLE GRAND
METRONOME
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
PORTABLE GRAND
METRONOME
DEMO START
100
4 116
TEMPO
MtrVol
METRONOME
VOLUME
VOICE
STYLE
DEMO START
Nr. Voice Naam
PIANO
001 Grand Piano
002 Bright Piano
003 Honky-tonk Piano
004 Funky Electric Piano
005 DX Electric Piano
006 MIDI Grand Piano
007 CP 80
008 Hyper Electric Piano
009 Bell Electric Piano
010 Harpsichord
011 Clavi
012 Celesta
MALLET
013 Vibraphone
014 Marimba
015 Xylophone
016 Tubular Bells
017 Timpani
018 Steel Drums
019 Music Box
ORGAN
020 Jazz Organ 1
021 Jazz Organ 2
022 Jazz Organ 3
Nr. Voice Naam
023 Full Organ
024 Rock Organ 1
025 Rock Organ 2
026 16'+2' Organ
027 16'+4' Organ
028 Church Organ
029 Reed Organ
030 Musette Accordion
031 Traditional Accordion
032 Bandoneon
GUITAR
033 Classical Guitar
034 Folk Guitar
035 12Strings Guitar
036 Jazz Guitar
037 Octave Guitar
038 Clean Guitar
039 Muted Guitar
040 Overdriven Guitar
041 Distortion Guitar
BASS
042 Acoustic Bass
043 Finger Bass
044 Pick Bass
045 Fretless Bass
Nr. Voice Naam
046 Slap Bass
047 Synth Bass
048 Techno Bass
049 Dance Bass
ENSEMBLE
050 Strings
051 Chamber Strings
052 Synth Strings
053 Slow Strings
054 Tremolo Strings
055 Pizzicato Strings
056 Choir
057 Choir Aahs
058 Choir Oohs
059 Synth Choir
060 Orchestra Hit
STRINGS
061 Violin
062 Cello
063 Contrabass
064 Banjo
065 Harp
BRASS
066 Trumpet
067 Muted Trumpet
Nr. Voice Naam
068 Trombone
069 Trombone Section
070 French Horn
071 Tuba
072 Brass Section
073 Synth Brass
074 Jump Brass
075 Techno Brass
REED
076 Soprano Sax
077 Alto Sax
078 Tenor Sax
079 Baritone Sax
080 Oboe
081 English Horn
082 Bassoon
083 Clarinet
084 Harmonica
PIPE
085 Piccolo
086 Flute
087 Pan Flute
088 Recorder
089 Ocarina
Nr. Voice Naam
SYNTH LEAD
090 Square Lead
091 Sawtooth Lead
092 Voice Lead
093 Crystal
094 Brightness
095 Analog Lead
SYNTH PAD
096 Fantasia
097 Bell Pad
098 Xenon Pad
099 Angels
100 Dark Moon
DRUM KITS
101 Standard Kit 1
102 Standard Kit 2
103 Room Kit
104 Rock Kit
105 Electronic Kit
106 Analog Kit
107 Dance Kit
108 Jazz Kit
109 Brush Kit
110 Symphony Kit
12
De automatische begeleiding gebruiken
De PSR-225 bevat een krachtige en makkelijk te
gebruiken begeleidingsonderdeel. U hoeft alleen
maar akkoorden aan te slaan met uw linkerhand -
de PortaTone begeleidt automatisch uw spel met
bas, akkoorden en ritme. Speel melodieën met
uw rechterhand en u klinkt als een hele band!
zGa naar de Stijl mode.
xSelecteer een Stijl.
Zie pag. 13 voor een opsomming van de stijlen.
cZet de automatische begeleiding aan.
bSpeel een akkoord met uw linkerhand.
nSelecteer een sectie.
Probeer met het Intro,
Main A/B en de laatste
sectie mee te spelen
mStop de automatische
begeleiding
Wilt u meer weten? Zie pagina’s 47-61.
vZet de Sync-Start functie aan.
Stap 2 Automatische begeleiding
+Rechterhand
Melodie
Linkerhand
Automatische begeleiding
O
N SONG STYLE VOICE
001
001 116
MEASURE TEMPO
8BtPop1
STYLE
002
8BtPop2
STYLE
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
Accompaniment
section
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit. MAIN B
Begeleiding
gedeelte
MIN MAX
MASTER VOLUME
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
RECORD SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
PORTABLE GRAND
STAND BY
ON
REVERB
DUAL
FUNCTION SONG STYLE VOICE
HARMONY
TOUCH
METRONOME
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
DEMO START
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
cxz
z
x
c
vnm
OVERALL
METRONOME
VOLUME
ACMP/SONG
VOLUME
TUNING
TRANSPOSE
TEMPO
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
YNC-
TART
Zie voor hulp bij het
spelen van akkoorden,
de “akkoorden leidraad
functie” op pagina 14.
(bijvoorbeeld, bas + gitaar + drums)
13
Selecteer een complete muziek stijl met een ideale voice en
andere instellingen - one touch instelling
De PortaTone bevat 100 verschillende stijlen in diverse muziek genres. Met de one touch instelling
functie kunt u voice- en andere instellingen oproepen die het beste passen bij de geselecteerde stijl.
Iedere stijl is geprogrammeerd met twee Preset One Touch instellingen.
zGa naar Style mode.
xSelecteer een stijl.
Voor een lijst van stijlen, kijk
hieronder.
cDruk op één van de one touch instel-
ling knoppen: preset A of B.
Wilt u meer weten? Zie pagina 74.
vSpeel op het toetsenbord
Stijl Lijst
O
N SONG STYLE VOICE
001
001 116
MEASURE TEMPO
8BtPop1
STYLE
002
8BtPop2
STYLE
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
Stap 2 Automatische Begeleiding
Nr. Stijl Naam
8BEAT
1 8Beat Pop 1
2 8Beat Pop 2
3 8Beat Uptempo
4 8Beat Standard
5 Folkrock
6 Pop Rock
7 8Beat Medium
8 8Beat Ballad
9 Epic Ballad
10 Piano Ballad
16BEAT
11 16Beat Shuffle 1
12 16Beat Shuffle 2
13 16Beat Pop
14 Funk 1
15 16Beat Ballad 1
16 16Beat Ballad 2
17 Soul Ballad
6/8 BALLAD
18 Slow Rock 1
19 Slow Rock 2
20 6/8 Ballad
Nr. Stijl Naam
DANCE
21 Dance Pop 1
22 Dance Pop 2
23 Techno
24 Eurobeat
25 Euro House
26 Hip Hop
27 Synth Boogie
DISCO
28 70s Disco
29 Disco Tropical
30 Polka Pop
ROCK
31 8Beat Rock Ballad
32 16Beat Rock Ballad
33 Hard Rock
34 Rock Shuffle
35 6/8 Heavy Rock
36 US Rock
ROCK & ROLL
37 Rock & Roll 1
38 Rock & Roll 2
39 Boogie
40 Twist
Nr. Stijl Naam
RHYTHM & BLUES
41 R&B
42 Funk 2
43 Soul
44 Gospel Shuffle
45 6/8 Gospel
46 4/4 Blues
CONTEMPORARY JAZZ
47 Cool Jazz
48 Jazz Ballad
49 Jazz Waltz
50 Fusion
TRADITIONAL JAZZ
51 Swing
52 Big Band Swing
53 Big Band Ballad
54 Jazz Quartet
55 Dixieland
AMERICAS
56 Cajun
57 Banda
58 Mariachi
59 Tejano
60 Cumbia
Nr. Stijl Naam
COUNTRY & WESTERN
61 Bluegrass
62 Country 2/4
63 Country Rock
64 Country Ballad
65 Country Shuffle
66 Country Waltz
BALLROOM LATIN
67 Cha Cha
68 Rhumba
69 Pasodoble
70 Tango Continental
BALLROOM STANDARD
71 Foxtrot
72 Jive
MARCH & WALTZ
73 March 1
74 March 2
75 6/8 March
76 Polka
77 Standard Waltz
78 German Waltz
79 Viennese Waltz
80 Musette Waltz
Nr. Stijl Naam
LATIN
81 Bossa Nova 1
82 Bossa Nova 2
83 Salsa
84 Samba
85 Mambo
86 Beguine
87 Merengue
88 Bolero Lento
CARIBBEAN
89 Reggae 12
90 Pop Reggae
PIANIST
91 Rock-A-Ballad
92 8Beat
93 Swing
94 Jazz Ballad
95 2Beat
96 Boogie
97 Ragtime
98 Arpeggio
99 Waltz
100 Happy
14
De akkoorden gids functie gebruiken
Gespecificeerde akkoorden leren te spelen
zGa naar Stijl mode en druk op de CHORD
GUIDE knop totdat “Dict.” in de display
verschijnt.
xSpecificeer de grondtoon van het akkoord.
vSpeel de noten van het akkoord zoals
getoond wordt in het toetsenbord dia-
gram in de display.
cSpecificeer het soort akkoord.
Stap 3 Akkoorden Gids
GM
7
Root note Chord type
Voorbeeld:
Hier leert u hoe de Akkoorden Gids functie gebruikt die de indivi-
duele noten in de akkoorden te laten zien.
De gewenste akkoorden met één vinger spelen
zGa naar de Stijl mode en druk op de
CHORD GUIDE knop totdat er “Smart” in
de display verschijnt.
xStel de toonhoogte in die bij de song past
die u wilt spelen.
Voer het aantal kruizen of mollen van de
corresponderende toonhoogte in.
vSpeel een enkel noot akkoorden (grond-
toon) op het toetsenbord
Wilt u meer weten? Zie pagina 64.
cStart de automatische begeleiding.
Met de PortaTone kunt u gemakkelijk de gewenste akkoorden creëren van een gegeven toonladder
door de enkele noten van de toonladder te spelen.
ROOT
G
Dict.
STYLE
ACMP ON
001 116
MEASURE TEMPO
ACMP ON
M
7
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
001 116
MEASURE TEMPO
Dict.
STYLE
ACMP ON
CHORD TYPE M7
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
001 116
MEASURE TEMPO
Smart
STYLE
ACMP ON
b=1
STYLE
15
FDm Gm Dm
De noten in het toetsenbord diagram knipperen
als de juiste toetsen worden aangeslagen.
Wilt u meer weten? Zie pagina 62.
Om deze
akkoorden te
spelen.......
.....Druk op deze
toetsen (grond-
noten)
15
Het met één vinger spelen van akkoord progressies (songs)
qGa de Stijl mode in, druk dan op de
CHORD GUIDE knop totdat er “EZ” op het
display verschijnt.
wSelecteer een EZ Akkoord bank.
Blijft dezelfde toets drukken elke keer als
u een nieuwe akkoord wilt spelen
eStart de automatische begeleiding.
Met de EZ Akkoord functie kunt u op een buitengewoon makkelijke wijze de akkoorden van een song
spelen. Sla simpelweg achtereenvolgens één toets aan en de PortaTone speelt automatisch het juiste ak-
koord voor u!
tSpeel de melodie met uw rechterhand
wanneer de automatische begeleiding
speelt.
Wilt u meer weten? Zie pagina 68
Uw eigen EZ Akkoord bank opnemen
U kunt ook uw eigen akkoord progressie creëren
en meespelen met wie u ook maar wilt.
Wilt u meer weten? Zie pagina 68.
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
001 116
TEMPO
EZ
1
STYLE
ACMP ON
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
EZ
2
STYLE
Accompaniment
section
MIN MAX
MASTER VOLUME
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
RECORD SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
PORTABLE GRAND
STAND BY
ON
REVERB
DUAL
FUNCTION SONG STYLE VOICE
HARMONY
TOUCH
METRONOME
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
DEMO START
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
xwzzqce
OVERALL
METRONOME
VOLUME
ACMP/SONG
VOLUME
TUNING
TRANSPOSE
TEMPO
Gebruik deze toetsen voor de akkoorden leidraad functie.
Stap 3 Akkoorden Gids
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START
rSla een enkele noot aan op het toetsenbord
om een akkoord te spelen.
Toetsen voor het begeleidend spelen
(C1 — F#2)
Toetsen om het akkoord type in te
voeren
(C3 — B4)
Toetsen om de beginnoot in te
voeren
(C5 — B5)
16
Een song spelen
Het veranderen van het tempo (snelheid)
van de song.
q Druk op één van de OVERALL
/
knoppen tot er
“Tempo” op het display verschijnt.
Het volume van de song veranderen
q Druk op de OVERALL
/
knoppen tot er
“SongVol” op display verschijnt.
w Druk op de OVERALL + of - knop om het volume
van de song te verhogen of te verlagen.
Wilt u meer weten? Zie pagina 78.
w Druk op de OVERALL + of - knoppen om het tempo
te verhogen of te verlagen.
x Stop de song.
Alle drie de songs afspelen
De PSR-225 bevat 3 Demo’s om de authentieke
voices en begeleiding van het instrument te
demonstreren.
z Druk tegelijkertijd de OVERALL
/
knop-
pen in.
Stap 4 Songs
x Selecteer een song.
Een enkele song afspelen
Notuurlijk kunt u ook individueel een songs van
de PortaTone selecteren en afspelen.
z Ga de song mode in.
c Start (en stop) de song.
Wilt u meer weten? Zie pagina 75.
wilt u meer weten? Zie pagina 76.
ALL
001 111
MEASURE TEMPO
SONG
1 62 3 4 5
TakeOff!
DEMO START
FUNCTION SONG STYLE
ALL
001 111
MEASURE TEMPO
SONG
1 62 3 4 5
TakeOff!
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
002
SONG
PFGrand
DEMO START
DEMO START
116
001 116
MEASURE TEMPO
Tempo
VOICE
STYLE
TEMPO
100
001 205
MEASURE TEMPO
SongVol
SONG
1 62 3 4 5
ACMP/SONG
VOLUME
DEMO START
DEMO START
Wilt u meer weten? Zie pagina 75.
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
17
Uw eigen song opnemen
Met de PSR-225 kunt u uw eigen songs opnemen op twee verschillende manieren - realtime en step .
Probeer zelf beide opname methoden uit....
1Selecteer de gewenste
opnamemode door op
de RECORD knop te
drukken.
Realtime opname Step opname
Deze manier lijkt het gebruiken
van een conventionele tape
recorder, waarmee u de verschil-
lende delen van een song recht-
streeks speelt en opneemt.
Creëer zelf uw eigen gemaakte One Touch instellingen
U kunt ook zelf uw eigen One Touch Instellingen creëren - u kunt vrijwel alle instellingen volledig
opnieuw configureren met één druk op een knop! 16 instellingen kunnen maximaal worden opgesla-
gen (4 x Gebruikersbanken x 4 Gebruikersknoppen).
qMaak alle gewenste instellingen op de
PortaTone.
wSelecteer de Gebruikers één toets instel-
ling mode.
eSelecteer de gewenste
Gebruikers bank (1-4)
tZet de Gebruikers One Touch instelling
opnamemode uit.
Wilt u meer weten? Kijk op pagina 72.
Het oproepen van een User One Touch
Instelling
A Selecteer Functie #41 en selecteer de gewenste
bank (1 - 4).
BDruk op de toegewezen USER knop (1-4) om
onmiddellijk uw zelfgemaakte paneel instellingen
op te roepen
rSelecteer de gewenste
Gebruikers knop
(USER 1-4).
Deze manier is gelijk aan het gebruik
van pen en papier om elke noot op te
schrijven, en zo stap voor stap de
verschillende delen in te voeren
RECORD
RECORD
OTS User
1
STYLE
RECORD
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
F41
UserBank
STYLE
FUNCTION
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
MIN MAX
MASTER VOLUME
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
RECORD SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
PORTABLE GRAND
STAND BY
ON
REVERB
DUAL
FUNCTION SONG STYLE VOICE
HARMONY
TOUCH
METRONOME
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
DEMO START
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
zq
w
wterzxcx 1
B
A
OVERALL
METRONOME
VOLUME
ACMP/SONG
VOLUME
TUNING
TRANSPOSE
TEMPO
UserBank
2
STYLE
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
Stap 4 Songs
Wilt u meer weten? Zie pagina’s 79-90.
18
De Functie parameters gebruiken
De Functie parameters van de PSR-225 bevatten verschillende instellingen.
Deze geven u een gedetailleerde controle over vele onderdelen van de PSR-225.
z Druk op de FUNCTION knop.
Stap 5 Functie Parameters
x Selecteer een Functie nummer.
Zie pag. 19 voor een opsomming van de functies.
Het Functie nummer kan geselecteerd
worden terwijl de “FUNCTION” indicator
knippert.
Voer het Functie
nummer in op het
numerieke toetsen-
bord.
c Wijzig, nadat “FUNCTION” in de display
stopt met knipperen, de waarde of instel-
ling.
Na een paar seconden stopt de
“FUNCTION” indicator met knipperen en
blijft branden. Op dat moment wijzigt auto-
matisch het Functie nummer (“F02” in het
voorbeeld hierboven) in de huidige waarden
van de Functie parameter.
Huidige waarden van de geselecteerde Functie parameter.
v Gebruik het numerieke toetsenbord om de
waarden of instellingen te wijzigen. Ge-
bruik voor on/off instellingenn de +/-
knoppen.
Wilt u meer weten? Kijk op pagina 30.
F02
M.Octave
STYLE
FUNCTION
0
M.Octave
STYLE
FUNCTION
1
M.Octave
STYLE
FUNCTION
FUNCTION SONG S
T
FUNCTION SONG STYLE VOICE
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
MIN MAX
MASTER VOLUME
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
RECORD SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
PORTABLE GRAND
STAND BY
ON
REVERB
DUAL
FUNCTION SONG STYLE VOICE
HARMONY
TOUCH
METRONOME
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
456
123
DEMO START
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
zx v
OVERALL
METRONOME
VOLUME
ACMP/SONG
VOLUME
TUNING
TRANSPOSE
TEMPO
Druk de FUNCTION knop; met
elke druk loopt u door de
nummers. Houd u de knop
vast dan scrollt u door de
nummers.
19
Functie
pag.
F01 M.Volume Main Voice Volume 31
F02 M.Octave Main Voice Octave 31
F03 M.Pan Main Voice Pan 31
F04 M.RevLvl Main Voice Reverb Send Level 31
F05 M.ChoLvl Main Voice Chorus Send Level 31
F06 M.DspLvl Main Voice DSP Effect Send Level 31
F11 D.Volume Dual Voice Volume 35
F12 D.Octave Dual Voice Octave 35
F13 D.Pan Dual Voice Pan 35
F14 D.RevLvl Dual Voice Reverb Send Level 35
F15 D.ChoLvl Dual Voice Chorus Send Level 35
F16 D.DspLvl Dual Voice DSP Effect Send Level 35
F17 D.Voice Dual Voice 35
F18 Dual Dual On/Off 35
F21 S.Volume Split Voice Volume 37
F22 S.Octave Split Voice Octave 37
F23 S.Pan Split Voice Pan 37
F24 S.RevLvl Split Voice Reverb Send Level 37
F25 S.ChoLvl Split Voice Chorus Send Level 37
F26 S.DspLvl Split Voice DSP Effect Send Level 37
F27 S.Voice Split Voice 37
F28 Split Split On/Off 37
F29 SplitPnt Split Point 37
Functie Parameters Lijst
Stap 5 Functie Parameters
Functie
pag.
F31 Reverb Reverb On/Off 44
F32 RevType Reverb Type 44
F33 Chorus Chorus On/Off 44
F34 ChoType Chorus Type 44
F35 Dsp DSP On/Off 44
F36 DspType DSP Type 44
F37 Harmony Harmony On/Off 44
F38 HarmType Harmony Type 44
F39 HarmVol Harmony Volume 44
F41 UserBank One Touch Setting User Bank 73
F51 AcmpSPnt Accompaniment Split Point 59
F61 USng1Clr User Song 1 Clear 90
F62 USng2Clr User Song 2 Clear 90
F63 USng3Clr User Song 3 Clear 90
F71 FootSw Footswitch 92
F72 VoiceSet Voice Set 39
F73 TouchSns Touch Sensitivity 39
F81 RemoteCh Remote Channel 97
F82 KbdOut Keyboard Out 97
F83 AcmpOut Accompaniment Out 97
F84 Local Local On/Off 97
F85 ExtClock External Clock 98
F86 BulkSend Bulk Data Send 98,99
F87 InitSend Initial Data Send
98,102
20
MIDI Gebruiken
Op het achterpaneel van de PSR-225 zitten MIDI aansluitingen (MIDI IN en MIDI OUT) het
instrument bevat een aantal veelomvattende MIDI functies, waardoor u het instrument kunt
gebruiken in verschillende opname- en afspeeltoepassingen.
Stap 6 MIDI
Het sturen van originele song en One Touch Setting data naar een andere PSR-225.
Zie “Bulk Dump Send Gebruiken om Data Op Te Slaan” op pag. 99 - 102.
Het afspelen van multi-track song data (tot 16 kanalen) op de PSR-225.
Zie pagina 97.
PSR-225 PSR-225
MIDI INMIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
PSR-225
MIDI OUTMIDI IN
Set Remote Channel (pagina 97) “uit”
MIDI Transmit (versturen)
MIDI Receive (ontvangst)
MIDI Receive (ontvangen) Floppy disk met GM
song data.
MDF3, QY700,
of computer
met sequence
software.
De MDF3 MIDI Data Filer gebruiken om de originele data op te slaan en terug te roepen.
Zie “Bulk Dump Send Gebruiken om Data Op Te Slaan“ op pag. 99 - 102.
Save/load data
Beschikbare disks
PSR-225 MIDI INMIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
MIDI Transmit (versturen)
MIDI Receive (ontvangen) MDF3
21
Step 6 MIDI
In deze opstelling kunt u uw spel opnemen op de PSR-225, inclusief de automatische
begeleiding, of op een aangesloten computer of sequencer (max. 16 kanalen kunnen
worden gebruikt.) U kunt de opgenomen data bewerken op de computer of sequencer
en afspelen met de geluiden van de PSR-225.
Zie pagina 95.
Zie “Initial Setup Send Gebruiken met een Sequencer” op pagina 102.
Computer met
sequence software.
PSR-225 MIDI INMIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
MIDI Transmit (versturen)
De data arrangeren en bewerken
op de computer/sequencer
MIDI Receive (afspelen)
MIDI OUTMIDI IN
PSR-225 MIDI toetsenbord zonder
toongenerator
MIDI Receive (ontvangen)
Het besturen van de PSR-225 met een MIDI toetsenbord (die geen toongenerator bevat)
(Automatische begeleiding kan ook in deze opstelling gebruikt worden)
Zie pag. 97.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging op de MIDI standaard die er voor zorgt dat GM-
compatibel muziekdata juist worden afgespeeld door een GM-compatible toongenerator,
ongeacht de fabrikant. The GM teken is toegevoegd op alle software en hardware produkten
die “GM System Level 1” ondersteund.
De PSR-225 ondersteunt GM System Level 1.
N.B.
Als u een personal
computer gebruikt, is
speciale software
(sequencer software)
noodzakelijk.
22
PANEEL DISPLAY INDICATIES
De PortaTone bevat een grote multifunctionele display waarin u alle belangrijke
instellingen van het instrument kunt zien. Het gedeelte hieronder legt in het
kort de diverse iconen en indicators in de display uit .
A Mode indicators
Deze geven de huidig geselecteerde mode aan -
Voice, Style, Song of Functie - met de mode
naam omcirkeld in een afgeronde rechthoek.
Wanneer er “STYLE” of “SONG” verschijnt
zonder de rechthoek is de corresponderende
mode actief in de achtergrond.
In het eerste voorbeeld is er een Style mode
geselecteerd.
B Algemene functies
De PortaTone heeft vijf Algemene functies of
parameters. De huidig geselecteerde functie
wordt aangegeven door een donkere balk die
naast de naam (afgedrukt op het paneel) ver-
schijnt.
C Notatie
D Toetsenbord
Deze twee gedeelten in de display tonen de
noten. Wanneer de gebruikers song (met ak-
koorden) wordt afgespeeld tonen ze de akkoord-
noten in volgorde. Wanneer de Style mode en
de automatische begeleiding actief zijn toont de
display ook de specifieke noten van het huidige
akkoord.
N.B.
Bij een aantal akkoorden verschijnen niet alle noten in het
notatie gedeelte in de display. Dit komt door ruimtegebrek in
de display.
In het tweede voorbeeld is er een Voice mode
geselecteerd maar de Style mode is nog steeds
actief in de achtergrond (dit betekent dat de
style bedieningen nog steeds actief zijn en
gebruikt kunnen worden om de huidige geselec-
teerde style af te spelen.)
0
0
VOICE
STYLE
0
0
STYLE
I Icoon window
H Song/Voice/Stijl naam en nummer
G akkoorden
F Tel indicators
E Maat/Tempo en
beat
D Toetsenbord
C Notatie
B algemene functie balk indicator
A Mode indicators
001
001 116
MEASURE TEMPO
GrandPno
VOICE
STYLE
ACMP ON
1 CHORD2 3
OVERALL
METRONOME
VOLUME
ACMP/SONG
VOLUME
TUNING
TRANSPOSE
TEMPO
K Song track indicators
J Begeleiding AAN indicator
23
E Maat en Tempo
Deze tonen de huidige maat tijdens het afspelen
van een song of style en de huidige ingestelde
Tempo waarde van een song of style.
F Beat indicators
Deze donkere balken (één kleine, drie grootte)
knipperen in volgorde en in de maat met de
song of stijl. De grote balk toont de eerste tel
van de maat. (zie pagina 77.)
G Akkoorden
Wanneer een gebruikers song (met akkoorden)
wordt afgespeeld toont deze de huidige akkoord
grondtoon en het soort akkoord.
H Song/Voice/Style naam en nummer
Dit gedeelte van de display geeft de naam en
het nummer van de huidige geselecteerde song,
voice of stijl weer. Het laat ook de akkoorden in
het ACMP gedeelte van het toetsenbord zien als
de Stijl mode en automatische begeleiding aan
staan.
PANEEL DISPLAY INDICATIES
Muziekstandaard
Plaats de onderste rand van de bijgeleverde muziek-
standaard in de uitsparing geplaatst op de bovenkant van
het regelpaneel van de PortaTone.
I Icoon window (lett. venster)
Afhankelijk van de mode of functie die is gese-
lecteerd geeft de display verschillende symbolen
(iconen) en andere berichten weer zodat u in
één oogopslag informatie vindt over de hoeda-
nigheid van de PortaTone.
J Begeleiding Aan Indicator
Dit verschijnt als de automatische begeleiding
aan staat. (Zie pagina 52.)
K Song Track Indicators
Deze geven de status aan, tijdens song opname
en weergave. (Zie pagina’s 75, 83.)
24
PORTABLE GRAND
Met deze functie kunt u automatisch iedere willekeurige mode
of functie verlaten en direct de Grand Piano voice oproepen.
Druk op de PORTABLE GRAND knop.
Als u dit doet dan annuleert u elke willekeurige mode of functie en reset
het gehele instrument voor het spelen van de speciale “Stereo Sampling
Piano” Grand Piano voice (voice 001). Het selecteert automatisch de Voice
mode (met de Style mode actief) en roept de stijl #91 (Rock Ballad) op.
Het reset ook de voetschakelaar op Sustain en zet de Touch functie aan
(pag. 38).
De Portable Grand instelling is ook ontworpen voor het spelen met de
speciale Pianist stijlen (#91 - #100). Als de automatische begeleiding aan
staat biedt deze alleen piano begeleiding in een aantal muziekstijlen. (Zie
pagina 52.)
DE METRONOOM GEBRUIKEN
1Stel het gewenste tempo in met de Tempo functie in
het Overall menu.
Druk, herhaaldelijk indien nodig, op één van de OVERALL
/
knoppen
totdat “Tempo” in de display verschijnt.
PORTABLE GRAND
METRONOME
DEMO START
“STEREO SAMPLING PIANO”
Huidige Tempo waarde
Geeft aan als TEMPO
geselecteerd is.
116
Tempo
VOICE
STYLE
TEMPO
HET SPELEN VAN DE PORTABLE GRAND
25
DEMO START
Verlaagt de Tempo
waarde.
Verhoogt de
Tempo waarde.
2Het Wijzigen van de Waarden.
Gebruik de OVERALL +/- knoppen om de Tempo waarden te verhogen of te
verlagen. Houd tegelijkertijd één van de beide knoppen ingedrukt om de
waarde te verhogen of te verlagen.
3De metronoom aanzetten.
Druk op de METRONOME knop.
Druk nog een keer op de METRONOME knop, om de Metronoom uit te
zetten.
De maatsoort instellen
De maatsoort van de metronoom kan ingesteld
worden in kwart-noot gebaseerde stappen.
N.B.
De maatsoort wijzigt automatisch bij het selecteren van
een song of een stijl.
Druk tegelijkertijd de METRONOME knop en de
knop op het numerieke toetsenbord in die
correspondeert met de gewenste maatsoort (zie
het overzicht rechts).
Numeriek maat-
toetsenbord soort
1 1/4 — Speelt alleen “1” beat (allemaal high
clicks)
2 2/4
3 3/4
4 4/4
5 5/4
6 6/4
7 7/4
8 8/4
9 9/4
0 Speelt geen “1” beat (allemaal low clicks)
PORTABLE GRAND
Geeft het huidige beat
nummer aan.
3 116
TEMPO
PORTABLE GRAND
METRONOME
3 116
TEMPO
3 116
TEMPO
N.B.
Het numerieke toestenbord
kan niet gebruikt worden
om de waarden van de
Overall menu instellingen
te wijzigen.
26
Het Metronoom Volume Wijzigen
U kunt het volume van het metronoomgeluid onafhankelijk van de andere PortaTone
geluiden wijzigen. Het volumebereik loopt van 000 - 127.
Het Oproepen van de
Standaard Waarde van
het Metronoom Volume
Druk, om de standaard-
waarde van het metro-
noom volume (100) op te
roepen, tegelijk de
OVERALL +/- knoppen in
(als Metronoom Volume
is geselecteerd in het
Overall menu).
2Wijzig de waarde
Met de OVERALL +/- knoppen kunt u de waarde van het metronoomvolume verhogen
of verlagen. Door één van de knoppen ingedrukt te houden verhoogt of verlaagt u de
waarde.
DEMO START
Verlaagt de waarde van
het metronoom volume
Verhoogt de waarde van
het metronoom volume
PORTABLE GRAND
DEMO START
1Selecteer de Metronome Volume functie in het Overall menu.
Druk, indien herhaaldelijk, op één van de OVERALL
/
knoppen totdat er “MtrVol” in
de display verschijnt.
Huidige metronoom-
volume waarde
100
001 116
TEMPO
MtrVol
VOICE
STYLE
METRONOME
VOLUME
MEASURE
Geeft aan dat metronoom
vol;ume is geselcteerd
Huidige metronoomwaarde
27
VOICES BESPELEN— DE VOICE MODE
De Voice mode bevat 228 authentieke voices (inclusief 128 General MIDI voices),
plus 10 speciale drum kits — deze zijn allemaal gemaakt met Yamaha’s AWM
(Advanced Wave Memory) toongeneratiesysteem. De Voice mode bevat vele
krachtige en veelzijdige gereedschappen om deze voices te bespelen en te
versterken.
De voices zijn onderverdeeld in een aantal
instumenten categoriën, die zijn voor het gemak
staan afgebeeld op het paneel. Zie, voor een
complete lijst van de beschikbare voices, pag.
109.
De Voice mode is eigenlijk onderverdeeld in drie
verschillende modes: Main, Dual and Split. In
de Main Voice mode (zie hieronder), kunt u een
enkele voice over het gehele bereik van het
toetsenbord bespelen. Met de Dual Voice
mode (pagina 34) kunt u “lagen” van twee
verschillende voices maken voor een rijk, com-
plex geluid. Met de Split Voice mode (pagina
36) kunt u twee verschillende voices over twee
verschillende gedeeltes van het toetsenbord
spelen. Bovendien bevat iedere mode speciale
effecten gedeelten waarmee u de voice of voices
kunt versterken. Deze bevatten Reverb, Chorus
en Harmony maar ook een “DSP” gedeelte die
veelzijdige effecten bevat zoals tremolo, echo,
delay, distortion, equalization en wah. (Zie
pagina 40.)
Andere voice-gerelateerde functies bevatten
Voice Set (pagina 38), hiermee kunt u automa-
tisch de ideale instelling van iedere voice en
Touch Sensitivity (lett. aanrakingsgevoeligheid)
(pagina 38) oproepen, die de voices beïnvloedt
aan de hand van uw speeltechniek.
De PortaTone bevat speciale Drum Kit voices —
#101 - #110 — waarmee u een variatie van
drum en percussie geluiden op het toetsenbord
kunt bespelen. (Zie voor meer informatie de
Drum Kit Voice tabel op pagina 30.) Er zijn ook
symbolen afgebeeld boven het toetsenbord, die
gemakkelijk tonen met welke toetsen welke
geluiden bespeeld worden.
HET BESPELEN VAN EEN VOICE — MAIN VOICE
1Selecteer de Voice mode.
Druk op de Voice knop.
FUNCTION SONG STYLE VOICE
Geeft aan dat de voice mode is geselecteerd.
001
GrandPno
VOICE
STYLE
28
Er zijn drie verschillende manieren om voices te selecteren: 1) direct het
voice nummer invoeren met het numerieke toetsenbord, 2) gebruik
makend van de +/- knoppen om omhoog en omlaag door de voices te
lopen, of 3) door op de VOICE knop drukken om door de voice nummers
te lopen.
2Selecteer het gewenste voice nummer
met het numerieke toetsenbord. De basiscategorieën van voices en hun
nummers worden op de rechterkant van het paneel getoond. Een complete
lijst van de beschikbare voices is te vinden op pag. 109
N.B.
Alle twee cijferige voice
nummers kunnen geselec-
teerd worden zonder een
“0” aan het begin.
Alhoewel, als er een voice
nummer van 1 - 23
geselecteerd word, pauzeerd
de PortaTone kort alvorens
deze eigenlijk de voice
oproept. (Door deze pauze
kunt u een drie cijferige
voive nummer invoeren,
zoals “235.” Als u de
nummers “2” en daarna
“4” invoert dan roept u
onmiddelijk voice #24 op,
omdat er geen voices van
#240 of hoger zijn.)
Als u onmidelijk voices #1 -
#23 wilt oproepen, voer dan
één of twee nullen voor het
nummer in; bijvoorbeeld
selecteer voice #9 door “0,”
“0,” en daarna “9” in te
drukken. Drukt u alleen een
“0” dan wordt de voice niet
gewijzigd.
Het numerieke toetsenbord gebruiken
Voer de cijfers van het voice nummer, die getoond worden op het paneel,
in. Bijvoorbeeld, om de voice #42 te selecteren, druk “4” on the
numerieke toetsenbord en vervolgens “2.”
VOICE
PANEL VOICE
13 ~ 19
20 ~ 32
33 ~ 41
42 ~ 49
50 ~ 60
61 ~ 65
PIANO
MALLET
ORGAN
GUITAR
BASS
ENSEMBLE
STRINGS
1 ~ 12
66 ~ 75
76 ~ 84
85 ~ 89
90 ~ 95
BRASS
REED
PIPE
SYNTH LEAD
SYNTH PAD
DRUM KITS
101 ~ 110
96 ~ 100
GM VOICE PIANO
CHROMATIC
ORGAN
GUITAR
BASS
STRINGS
ENSEMBLE
BRASS
119~126
127~134
135~142
143~150
151~158
159~166
167~174
111~118 REED
PIPE
SYNTH LEAD
SYNTH PAD
SYNTH EFFECTS
ETHNIC
PERCUSSIVE
SOUND EFFECTS
175~182
183~190
191~198
199~206
207~214
215~222
223~230
231~238
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
56
13
4
2
042
Aco.Bass
VOICE
STYLE
ACMP ON
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
29
De +/- knoppen gebruiken
Druk op de + knop om het volgende voice nummer te selecteren, en druk
op de - knop om de vorige voice te selecteren. Houd één van de knoppen
tegelijkertijd ingedrukt om omhoog of omlaag door de nummers te
scrollen. De +/- knoppen bevatten een “wrap around”. bijvoorbeeld, druk
op de + key van de voice #238 om terug te keren naar #1.
De VOICE knop gebruiken
Druk op de VOICE knop om de volgende voice nummer te selecteren.
(Deze functie is excact hetzelfde als de + knop.)
N.B.
Iedere voice wordt
automatisch opgeroepen
met de meest geschikte
oktaafbereikinstelling. Dus
als u de midden C speelt
met één voice kan deze
hoger of lager klinken als
wanneer u een andere voice
op dezelfde toets bespeelt.
3Het bespelen van de geselecteerde voice.
Om de voice te wijzigen moet u stap 2 hierboven herhalen.
Omdat één van de Style of Song mode op de achtergrond aktief is (zoals
wordt aangetoond door de mode naam in de display, zonder het
vierkantje), kunt u ook respectievelijk styles en songs in de voice mode
afspelen door op de START/STOP knop te drukken. De laatst geselecteerde
style of song wordt afgespeeld.
Over Paneel Voices en GM Voices
Houd er rekening mee dat de PortaTone twee apparte sets voices
bevat: 100 Paneel voices en 128 GM (General MIDI) Voices. De
GM Voices kunnen gebruikt worden voor een optimaal geluid van
GM-compatible song data. Dit betekent dat iedere GM song data
(gespeeld vanaf een sequencer of een ander MIDI apparaat) precies zo klinkt zoals
de programmeur of componist het bedoelde.
Als er een GM voice geselecteerd is, verschijnt er een General MIDI ikoonin de linker
bovenkant van de display.
N.B.
Als u een voice selecteert,
roept de PortaTone ook
automatisch een aantal
instellingen op die
overeenkomstig met de
voice. [Dit is waar als de
Voice Set (Function #72,
page 39) aanstaat— de
standaard instelling.]
PLAYING VOICES — THE VOICE MODE
YESNO
0
velocity
7 8
rest
9
3
FWDBWD
FUNCTION SONG STYLE VOICE
30
Knippert om aan te geven dat de
Functie parameter geselecteerd kan
worden
F01
001 116
MEASURE TEMPO
M.Volume
STYLE
FUNCTION
VOICES SPELEN — DE VOICE MODE
1Selecteer de Functie mode.
Druk op de FUNCTION knop.
2Selecteer het gewenste Functie parameter num-
mer.
Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicatie knippert, met het nume-
rieke toetsenbord het gewenste Main Voice Functie parameter
nummer (1 - 6). (Zie de “Parameters” lijst hieronder voor details.)
Functie parameternummers kunnen geselecteerd worden op dezelfde
manier als de voices (zie pagina 28). U kunt met het numerieke
toetsenbord direct het nummer invoeren, gebruik de +/- knoppen
om omhoog en omlaag door de parameters te lopen, of druk op de
FUNCTION knop om door de parameter nummers te lopen.
BELANGRIJK
• Let erop, omdat de
“FUNCTION” indicator
maar een paar seconden
knippert, dat u de param-
eter snel selecteerd na stap
1 hierboven.
FUNCTION SONG STYLE VOICE
Functie Parameters — Main Voice
De Functie parameters bevatten belangrijke instellingen van de Main
voice. Deze instellingen zijn bijzonder bruikbaar als u een tweede
voice gebruikt in de Dual of Split mode, omdat u met deze functie
het geluid van de Main voice kunt wijzigen of versterken, apart van
de Dual of Split voice. Deze instellingen bevatten:
• Volume
• Octave
• Pan
• Reverb Send Level
• Chorus Send Level
• DSP Effect Send Level
101
Std.Kit1
VOICE
STYLE
ACMP ON
Drum Kit Voice Tabel (voices 101 - 110)
Als één van de 10 paneel Drum Kit voices geselecteerd zijn kunt u
verschillende drums en percussie instrumenten op het toetsenbord
bespelen. De drums- en percussieinstrumenten die door de
verschillende toetsen voortgebracht worden staan gemarkeerd
boven de toetsen.
Nr. Naam LCD
101 Standard Kit 1 Std.Kit1
102 Standard Kit 2 Std.Kit2
103 Room Kit Room Kit
104 Rock Kit Rock Kit
105 Electronic Kit Elct.Kit
106 Analog Kit AnlogKit
107 Dance Kit DanceKit
108 Jazz Kit Jazz Kit
109 Brush Kit BrushKit
110 Symphony Kit SymphKit
31
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
3Het wijzigen van de parameter instelling of
waarde.
Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicatie stopt met knipperen, met het
numerieke toetsenbord of de +/- knoppen de waarden of de instelling.
(De waarde/instelling wordt getoond aan de linkerkant van de
parameternaam.)
Opnieuw oproepen van de
standaard waarde
Als u de parameter instel-
lingen hebt gewijzigd,
kunt u direct de standaard
waarden opnieuw oproe-
pen door de +/- knoppen
tegelijkertijd te drukken.
Negatieve waarden
Druk, om direct een
negatieve waarde (voor
sommige parameters die
een negatieve waarde
hebben) in te voeren
tegelijkertijd de - knop en
de gewenste nummer
knop in.
N.B.
Deze instellingen worden
niet bewaard als u de
PortaTone uitzet. Als u de
instellingen wilt bewaren,
kunt u dit doen in een User
bank met de One Touch
Instelling functie (pagina
72).
4Andere parameters instellen, indien nodig.
Herhaal, om een andere parameters te selecteren en in te stellen, stap
1 - 3 hierboven.
5De Functie mode verlaten.
Druk, als u eenmaal alle gewenste instellingen heeft gemaakt, op één
of een andere mode knoppen (SONG, STYLE, of VOICE).
Parameter waarde
of instelling Parameter naam
100
M.Volume
STYLE
FUNCTION
Functie Parameters
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instellingen
F01 Main Voice Volume M.Volume 0 — 127
F02 Main Voice Octave M.Octave -2 — 2 (oktaven)
F03 Main Voice Pan M.Pan -7 (vol links) —
0 (midden) —
7 (vol rechts)
F04 Main Voice Reverb M.RevLvl 0 — 127
Send Level
F05 Main Voice Chorus M.ChoLvl 0 — 127
Send Level
F06 Main Voice DSP M.DspLvl 0 — 127
Effect Send Level
Omschrijving
Dit bepaalt het volume van de Main voice, zodat u een
optimale mix kunt creëeren met de Dual or Split voice.
Dit bepaalt het oktaaf bereik van de Main voice. Stel
hiermee het meest passende bereik van de Main voice in
als u de Split mode gebruikt, of creër in de Dual mode
hiermee een oktaaf layer (“laag”).
Dit bepaalt de pan positie van de Main voice in het
stereobeeld.
Dit bepaalt de hoeveelheid signaal van de Main voice die
naar het reverb effect verstuurd wordt. (Zie pagina 40.)
Hogere waarden resulteren in een groter Reverb effect.
Dit bepaalt de hoeveelheid signaal van de Main voice die naar
het Chorus effect verstuurd wordt. (Zie pagina 41.) Hogere
waarden resulteren in een groter Chorus effect.
Dit bepaalt de hoeveelheid signaal van de Main voice die
naar het DSP effect verstuurd wordt. (Zie pagina 42.)
Hogere waarden resulteren in een groter DSP effect.
32
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
DEMO START
Verlaagt de
Transpose waarde
Verhoogt de
Transpose waarde
U kunt de stemming en de transpositie (toonhoogte) van de PortaTone
wijzigen met respectievelijk de Tuning (stemming) en Transpose
(transpositie) functies.
TRANSPONEREN EN STEMMEN
Transponeren (Transpose)
Het transponeren bepaalt de toonhoogte van zowel de hoofdvoice als de
bass/akkoordbegeleiding van de geselecteerde stijl. Het bepaalt ook de
toonhoogte van de songs en de Multi Pads. Hierdoor kunt u gemakkelijk de
toonhoogte van de PortaTone afstemmen op andere instrumenten of
zanger(essen)s, of in een andere toonsoort spelen zonder uw ‘fingering’ te
wijzigen. De Transpose instellingen kunnen aangepast worden binnen een
bereik van ± 12 halve tonen (±1 octaaf).
1Selecteer de Transpose functie in het Overall menu.
Druk op de OVERALL / knoppen, indien nodig herhaaldelijk, totdat
“Transpos” in de display verschijnt.
2Wijzig de waarde.
Verhoog of verlaag de Transpose waarde met de OVERALL +/- knoppen. Houdt
de knop constant ingedrukt om de waarde snel te verhogen of verlagen.
Het Oproepen van de
Standaard Transpose
Waarde
Als u de Transpose instel-
ling heeft gewijzigd, kunt
u onmiddellijk de stan-
daard instelling “00” op-
roepen door tegelijk op
beide OVERALL +/- knop-
pen te drukken (indien
Transpose is geselecteerd
in het Overall menu).
DEMO START
N.B.
De Transpositie- en
stemmingsinstellingen
hebben geen effect op de
Drum Kit voices (#101 -
#110).
Huidige Transpose waarde
Geeft aan dat Transpose
is geselecteerd
00
Transpos
VOICE
STYLE
TRANSPOSE
33
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
DEMO START
Verlaagt de Tuning
waarde
Verhoogt de
Tuning waarde
Stemmen
Het stemmen bepaalt de fijne toonhoogte instelling van zowel de hoofdvoice
als de bass/akkoordbegeleiding van de geselecteerde stijl. Het bepaalt ook de
toonhoogte van de songs en de Multi Pads. Hiermee kunt u nauwkeurig de
stemming afstemmen op andere instrumenten. De Tuning instellingen kunnen
aangepast worden binnen een bereik van ± 100 (ongeveer 1halve toon).
1Selecteer de Tuning functie in het Overall menu.
Druk op de OVERALL / knoppen, indien nodig herhaaldelijk, totdat
“Tuning” in de display verschijnt.
2Wijzig de waarde.
Verhoog of verlaag de Tuning waarde met de OVERALL +/- knoppen. Houdt
de knop constant ingedrukt om de waarde snel te verhogen of verlagen.
Het Oproepen van de
Standaard Transpose
Waarde
Als u de Transpose
instelling heeft gewijzigd,
kunt u onmiddellijk de
standaard instelling “00”
oproepen door tegelijk op
beide OVERALL +/-
knoppen te drukken
(indien Transpose is
geselecteerd in het Overall
menu.
DEMO START
Huidige stemming waarde
Geeft aan dat Stemming
geselecteerd
000
Tuning
VOICE
STYLE
TUNING
34
In de Dual Voice mode kunt u rijke in elkaar verweven geluiden creëeren door
twee verschillende voices op elkaar te stapelen — één voice wordt de Main
voice, op de normale manier geselecteerd (pagina 27), en de andere Dual
voice wordt geselecteerd op de manier zoals hieronder wordt omschreven.
1Zet de Dual Voice mode aan.
Druk op de DUAL knop.
Als u op het toetsenbord speelt hoort u de huidige geselecteerde Main and
Dual voices.
2Selecteer de gewenste Dual voice en wijzig andere
instelingen, indien gewenst, van de voice in de Function
mode.
Druk, om dit te doen, op de FUNCTION knop om naar de Functie mode te
gaan.
BELANGRIJK
• Let erop, omdat de
“FUNCTION” indicator
maar een paar seconden
knippert, dat u de parame-
ter snel selecteert na stap 2
hierboven.
• Let erop, om de Dual
voice goed te horen dat u:
* Een verschillende voice
selecteert (#17, Dual Voice).
* Het volume op een
aanemelijk niveau instelt
(#11, Dual Volume).
TWEE VOICES BESPELEN — DUAL VOICE
REVERB
DUAL
HARMONY
TOUCH
001 116
MEASURE TEMPO
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
3Selecteer het gewenste Functie parameter nummer.
Gebruik het numerieke toestenbord, terwijl de “FUNCTION” indicator
knippert, om de gewenste Dual Voice Functie parameter number (11 - 18)
te selecteren. De daadwerkelijk selectie van de Dual voice gebeurt met
parameter #17. (Zie de “Parameters” lijst hieronder voor details.)
FUNCTION SONG STYLE VOICE
F17
D.Voice
STYLE
FUNCTION
Functie parameter nummers kunnen geselecteerd worden op dezelfde
manier als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/-
knoppen, of met de FUNCTION knop.
N.B.
De Dual Voice mode kan ook
uit- en aangezet worden met
een aangesloten voetscha-
kelaar. (Zie pagina 91.)
Druk de DUAL knop nog een keer in, om de
Dual mode af te zetten.
35
5Een andere parameters instellen, indien nodig.
Herhaal, om een andere parameters te selecteren, stappen 2 - 4 hierboven.
6De functie mode verlaten.
Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, or VOICE), als u
eenmaal de gewenste instellingen heeft gemaakt.
4Wijzig de parameter instelling of waarde.
Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, met het
numerieke toetsenbord de waarden of instellingen. Gebruik, voor on/off
instellingen de +/- knoppen.
De Standaard Waarde opnieuw
oproepen
Al u de parameter instelling heeft
gewijzigd, kunt u de Standaard
instelling direct opnieuw oproepen
door tegelijkertijd de +/- knoppen
in te drukken.
Negatieve waarden
Druk tegelijkertijd, om direct negatieve
waarden in te voeren (voor parameters die
negatieve waarden hebben), de - knop en de
gewenste nummerknop in.
N.B.
Deze instellingen worden
niet bewaard als u de
PortaTone uitzet. Als u de
instellingen wenst te
bewaren, kunt u dit doen in
een User bank met de One
Touch Setting functie
(pagina 72).
PLAYING VOICES — THE VOICE MODE
050
Strings
STYLE
FUNCTION
Functie Parameters — Dual Voice
De Functie parameters bevatten alle instellingen van de Dual voice. Net als overeenkomstige
instellingen in de Main Voice mode, kunt u met deze instellingen het geluid van de Dual voice apart
van de Main voice wijzigen of versterken. Deze instellingen bevatten:
• Volume
• Octave
• Pan
• Reverb Send Level
• Chorus Send Level
Functie Parameters
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling
F11 Dual Voice Volume D.Volume 0 — 127
F12 Dual Voice Octave D.Octave -2 — 2 (oktaven)
F13 Dual Voice Pan D.Pan -7 (vol links) —
0 (midden) —
7 (vol rechts)
F14 Dual Voice Reverb D.RevLvl 0 — 127
Send Level
F15 Dual Voice Chorus D.ChoLvl 0 — 127
Send Level
F16 Dual Voice DSP D.DspLvl 0 — 127
Effect Send Level
F17 Dual Voice D.Voice 1 — 238
F18 Dual On/Off Dual on, off
omschrijving
Dit bepaalt het volume in de Dual voice, hiermee kunt
u een optmale mix met de Main voice creëeren.
Dit bepaalt het oktaaf bereik voor de Dual voice. Creër
hiermee een oktaaf layer met de Main voice.
Dit bepaalt de pan positie van de Dual voice in het stereo
beeld. Zet deze waarde op of ongeveer bij -7 en de
Main Voice Pan (pagina 31) op een tegenover-gestelde
positieve waarde voor een ruimtelijk geluidseffect.
Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Dual
voice die naar het reverb effect verstuurd wordt. (Zie pagina
40.) Hogere waarden resulteren een groter Reverb effect.
Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Dual
voice die naar het chorus effect verstuurd wordt. (Zie pagina
41.) Hogere waarden resulteren een groter Reverb effect.
Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Dual
voice die naar het DSP effect verstuurd wordt. (Zie pagina
42.) Hogere waarden resulteren een groter DSP effect.
Dit bepaalt de Dual voice. (Zie de lijst op pagina 109.)
Dit zet de Dual Voice mode on/off. (Dit is dezelfde
functie als de DUAL knop. Het kan ook bediend
worden met de voetschakelaar; zie pagina 91.)
• DSP Effect Send Level
• Dual Voice
• Dual On/Off
36
In de Split Voice mode kunt u twee verschillende Voices aan tegenovergestelde gedeelten van het
toetsenbord toewijzen en met uw linkerhand één voice bespelen terwijl u met uw rechterhand een
andere voice bespeeld. Zo kunt u bijvoorbeeld de bass met uw linkerhand bespelen en de piano met
de rechter. De rechterhand (of ‘upper’) Voice wordt geselecteerd in de Main Voice mode (pagina 27)
en de linkerhand (of ‘lower’) Voice wordt geselecteerd in de Split Voice mode, zoals hieronder wordt
omschreven.
TWEE VOICES BESPELEN — SPLIT VOICE
1De Funtie mode oproepen.
Druk op de FUNCTION knop.
2Selecteer het Split Aan/Uit parameter nummer.
Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke
toetsenbord parameter #28 (Split On/Off).
BELANGRIJK
• Let erop, omdat de
“FUNCTION” indicator
maar een paar seconden
knippert, dat u de param-
eter snel selecteert na stap 1
hierboven.
4Andere instellingen maken voor de Split voice (indien
gewenst).
Op de normale manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Selecteer de gewenste parameter (met het num. toetsenbord).
3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden/
instelling (met het numerieke toetsenbord) Gebruik de +/- knoppen
Voor aan/uit instellingen.
BELANGRIJK
• Let erop, om de Dual
voice goed te horen dat u:
* Het volume op een
aannemelijk niveau instelt
(#21, Split Volume).
* Het oktaaf aannemelijk
instelt (#22 Split Octave).
Een bass voice klinkt
bijvoorbeeld het beste met
een “-1” instelling,terwijl
een strings voice het beste
klinkt op “1.”
* Het gewenste Splitpunt
(#29) instelt. In de meeste
gevallen is het standaard
Splitpunt van “059”
geschikt (Main voice begint
op midden C). (Zie de
“Parameters” lijst hieronder
voor details.)
N.B.
Deze instellingen worden
niet bewaard als u de
PortaTone uitzet. Als u de
instellingen wenst te
bewaren, bewaar ze dan in
een User bank met de One
Touch Setting functie
(pagina 72).
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
Functie parameters kunnen op dezelde manier geselecteerd worden als de
voices (zie pagina 28) — met het numerieke nummerbord, met de +/-
knoppen, of met de FUNCTION knop.
F28
Split
STYLE
FUNCTION
on
Split
STYLE
FUNCTION
3Zet de Split “aan.”
Druk, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, op de + knop
om de Split Voice mode aan te zetten. (Drukt u op de - knop zet u de Split
Voice mode uit.)
Split voice Main voice
Split punt
De Standaard Waarde opnieuw
oproepen
Al u de parameter instelling heeft
gewijzigd kunt u de Standaard
installing direct opnieuw oproepen
door tegelijkertijd de +/- knoppen
in te drukken.
Negatieve waarden
Druk tegelijkertijd, om direct negatieve
waarden in te voeren (voor parameters die
negatieve waarden hebben), de - knop en de
gewenste nummer knop in.
37
PLAYING VOICES — THE VOICE MODE
5De Functie mode verlaten.
Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE) als u eenmaal
alle gewenste instellingen hebt gewijzigd.
Functie Parameters — Split Voice
De Functie parameters bevatten alle instellingen van de Dual voice. Net als de overeenkomstige
instellingen in de Main Voice mode, kunt u met deze instellingen het geluid van de Dual voice apart
van de Main voice wijzigen of versterken. Deze instellingen bevatten:
• Volume
• Octave
• Pan
• Reverb Send Level
• Chorus Send Level
• DSP Effect Send Level
• Split Voice
Functie Parameters
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling
F21 Split Voice Volume S.Volume 0 — 127
F22 Split Voice Octave S.Octave -2 —
2 (oktaven)
F23 Split Voice Pan S.Pan -7 (vol links) —
0 (midden) —
7 (vol rechts)
F24 Split Voice Reverb S.RevLvl 0 — 127
Send Level
F25 Split Voice Chorus S.ChoLvl 0 — 127
Send Level
F26 Split Voice DSP Effect S.DspLvl 0 — 127
Send Level
F27 Split Voice S.Voice 1 — 238
F28 Split On/Off Split aan, uit
F29 Split Punt SplitPnt 000 — 127
Omschrijving
Dit bepaalt het volume in de Split voice, hiermee kunt u een
optmale mix met de Main voice creëeren.
Dit bepaalt het oktaaf bereik voor de Split voice. Gebruik dit
om het meest passende bereik voor de Split (lager) voice in te
stellen.
Dit bepaalt de pan positie van de Split voice in het stereo
beeld. Zet deze waarde op of ongeveer op -7 en de Main
Voice Pan (pagina 31) op een tegenovergestelde positieve
waarde voor een ruimtelijk geluidseffect.
Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de
Split
voice
die naar het reverb effect verstuurd wordt. (Zie pagina 40.)
hogere waarden resulteren een groter Reverb effect.
Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de
Split
voice
die naar het chorus effect verstuurd wordt. (Zie pagina 41.)
hogere waarden resulteren een groter Reverb effect.
Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Split voice
die naar het DSP effect verstuurd wordt. (Zie pagina 42.)
hogere waarden resulteren een groter DSP effect.
Dit bepaalt de Split voice. (Zie de lijst op pagina 109.)
Dit zet de Split Voice mode aan/uit. Dit kan ook worden
bediend door een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.)
Dit bepaalt de hoogste toonhoogte voor de Split voice en stelt het
Split “punt” in — met andere woorden, de toets die de Split (lagere)
en de Main (hogere) voices scheidt. (De Split voice klinkt rechts
van het splitpunt, inclusief de Splitpunt toets.) Het standaard
Splitpunt is 059 (B2). De waarde kan ook direct worden ingesteld
door de gewenste toets in te drukken terwijl deze parameter is
geselecteerd. Terwijl dit wordt ingesteld, produceert het
toetsenbord geen geluid. Let erop, nadat u dit heeft ingesteld, dat
u een andere parameter selectereert of de Function mode verlaat
alvorens iets aanslaat op het toetsenbord.
N.B.
De Splitpunt instelling is gerelateerd aan, en wordt beïnvloed
door de Accompaniment Split Point instelling. (Zie pagina 58.)
• Split On/Off
• Split Point
38
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE
Voice Set en Touch Sensitivity zijn twee belangrijke voice gerelateerde
parameters en bevinden zicht in het Utility gedeelte van de Functie param-
eters.
Als Voice Set (hieronder beschreven in meer detail) wordt aangezet, kunt u
automatisch een aantal voice gerelateerde instellingen oproepen die het
beste passen bij de geselecteerde voice.
Met Touch Sensitivity (ook hieronder omschreven) kunt u instellen hoe het
volume van de PortaTone reageert op uw speelsterkte, hierdoor bereikt u
een dynamische, expressieve beheersing over de voices.
Als de Touch Sensitivity parameter eenmaal is ingesteld, kan Touch re-
sponse van het toetsenbord worden aan- en uitgezet met de TOUCH knop.
AANVULLENDE VOICE FUNCTIE’S — VOICE SET EN
AANRAKINGSGEVOELIGHEID (TOUCH SENSITIVITY)
1De Functie mode oproepen.
Druk op de FUNCTION knop.
2Selecteer het gewenste Functie parameter nummer.
Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke
toetsenbord de Voice Set parameter (#72), of Touch Sensitivity (#73).
(Voor details over deze parameters, zie hieronder.)
BELANGRIJK
• Let erop, omdat de
“FUNCTION” indicator
maar een paar seconden
knippert, dat u de param-
eter snel selecteert na stap 1
hierboven.
Functie parameters kunnen op dezelde manier geselecteerd worden als de
voices (zie pagina 28) — met het numerieke nummerbord, met de +/-
knoppen, of met de FUNCTION knop.
F72
VoiceSet
STYLE
FUNCTION
3Wijzig de parameter instelling of waarde.
Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, met het
numerieke toetsenbord om de waarden of instellingen.
REVERB
DUAL
HARMONY
TOUCH
Geeft aan dat Touch
Sensitivity aanstaat.
Geeft aan dat Touch
Sensitivity uitstaat.
F73
TouchSns
STYLE
FUNCTION
on
VoiceSet
STYLE
FUNCTION
3
TouchSns
STYLE
FUNCTION
39
PLAYING VOICES — THE VOICE MODE
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling
F72 Voice Set VoiceSet Aan/Uit
F73 Touch Sensitivity TouchSns 1 — 3
Omschrijving
Als dit aan staat en u selecteert een voice, wordt ook
automatisch de speciale voice gerelateerde parameters
en waarden die het beste bij de voice passen
opgeroepen. De parameters in de Voice Set zijn:
• Main Voice — Volume, Oktaaf, Pan
• Dual Voice — Number, Volume, Oktaaf, Pan,
Reverb Send Level, Chorus Send Level,
DSP Send Level
• Harmony — Type, On/Off, Volume
Met de paneel HARMONY en DUAL knoppen kunt u de
respectivelijke functie’s aan- en uitzetten.
Een instelling van “1” resulteert in een beperkte aanslag
reactie; deze instelling biedt een relatief smal dynamisch
bereik, het maakt niet uit hoe hard u de toetesen aanslaat.
“2” speelt op een normaal dynamisch bereik (zacht en luid),
terwijl “3” is ontworpen voor het spelen van erg zachte
passages, dit geeft u een meer contole over het
volumebereik. Als Touch uitstaat (page 38), wordt er een
contstante velocity waarde van 80 geproduceerd (totale ve-
locity bereik = 0 - 127).
Functie Parameters — Voice Set en Touch Sensitivity (aanslaggevoelgiheid)
Functie Parameters
40
EFFECTEN
Het Reverb effect produceert een natuurlijke sfeer van “wash” geluid dat
overeenkomt als een instrument gespeeld wordt in een kamer of een
concertzaal. Een totaal van 8 verschillende Reverb types simulating various
different performance environments are available.
1Zet het Reverb effect aan.
Druk op de REVERB knop.
HINT
Reverb Kan ook aan en uit
worden gezet met een
aangesloten voetschakelaar
(pagina 91), of met een
Function parameter #31
(pagina 44).
2Stel het gewenste Type in de Function mode in.
Op de normale manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Selecteer de gewenste parameter nummer (#31, #32) met het
numerieke toetsenbord. (Voor een lijst van Reverb types, zie pagina
45.)
N.B.
• De paneel REVERB aan/uit
knop beïnvloed alleen de
voices die op het
toetsenbord bespeeld
worden. Stel het Reverb
Type (#9, pagina 45), als u
het Reverb effect voor het
algemene PortaTone geluid
(inclusief begeleiding en
songs) uit wilt zetten, in op
“uit.”
• Deze instellingen worden
niet bewaard als u de
PortaTone uitzet. Als u de
instellingen wenst te
bewaren, bewaar ze dan in
een User bank in de One
Touch Setting onderdeel
(pagina 72).
• Er zijn drie Reverb Types
aanwezig als de PortaTone
vanaf een MIDI apparaat
bestuurt wordt. (Voor
details, zie pagina 116.)
3Stel het Reverb Send Level voor de gewenste voice(s)
in.
De Main, Dual en Split voices kunnen ieder appart op een hoeveelheid
reverb worden ingesteld. Gebruikt, om dit te doen, de correspondernde
Reverb Send Level parameters in de Functie mode (Main: #04, Dual: #14,
Split: #24). (Zie pagina’s 31, 35, 37.)
N.B.
Als het Reverb Send Level op
of bijna op “000” wordt
ingesteld dan hoort u het
Reverb effect niet.
REVERB
De PortaTone bevat een breede variatie van effecten die gebruikt kunnen
worden om het geluid van de voices te versterken. Er zijn vier algemenen
categorien van effecten aanwezig — Reverb, Chorus, DSP en Harmony — en elke
categorie bevat vele effecten om uit te kiezen.
Toepassing van de effetcten is buitengewoon flexible. Alle vier de effecten kunnen tegelijkertijd
gebruikt worden en de gradering van de Reverb, Chorus en DSP effecten kunnen individueel voor elke
voice: Main, Dual en Split worden gewijzigd.
001 116
MEASURE TEMPO
REVERB
DUAL
HARMONY
TOUCH
Geeft aan dat de Reverb aan staat
F31
Reverb
STYLE
FUNCTION
De Standaard Waarde opnieuw oproepen
Al u de parameter instelling heeft veranderd, kunt u de Standaard installing
direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd op de +/- knoppen te drukken.
3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden (met
het numerieke toetsenbord) Gebruik de +/- knoppen Voor aan/uit
instellingen.
F32
RevType
STYLE
FUNCTION
41
4De Functie mode verlaten.
Druk op één of andere mode knoppen (SONG, STYLE, of VOICE) als u
eenmaal alle gewenste instellingen heeft gewijzigd.
Met het Chorus effect kunt u het geluid van een voice verrijken met pitch
modulatie. Twee basis types zijn aanwezig: Chorus en Flanger. Chorus
genereert een dikker, warmer en een meer levendig geluid, terwijl Flanger
een bewegend, metalig effect genereert. Er zijn totaal vier Chorus type’s
beschikbaar.
N.B.
• Het Chorus effect voorziet
alleen de voices die op het
toetsenbord worden
bespeeld van effect.
• Deze instellingen worden
niet bewaard als u de
PortaTone uitzet. Als u de
instellingen wenst te
bewaren, bewaar ze dan in
een User bank met de One
Touch Setting functie
(pagina 72).
• Als de PortaTone door een
ander MIDI apparaat
bestuurt wordt zijn er drie
toegevoegde Chorus Types
beschikbaar. (Zie voor
details, pag. 116.)
2Stel het Chorus Send Level van de gewenste voice(s) in.
De Main, Dual en Split voices kunnen ieder apart van een bepaalde
hoeveelheid Chorus worden voorzien. Doe dit met de corresponderende
Chorus Send Level parameters in de Functie mode (Main: #05, Dual: #15,
Split: #25.) (Zie pagina’s 31, 35, 37.)
N.B.
Als het Chorus Send Level
op of bijna op “000” wordt
gezet dan hoort u het
Chorus effect niet.
3De Functie mode verlaten.
Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE), als u eenmaal
alle gewenste instellingen heeft gewijzigd.
CHORUS
F33
Chorus
STYLE
FUNCTION
3) Wijzig, nadat de “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden/
instellingen (met het numerieke toetsenbord). Gebruik, voor uit/aan
instellingen, de +/- knoppen.
De Standaard Waarde opnieuw oproepen
Al u de parameter instelling heeft veranderd, kunt u de Standaard installing
direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd op de +/- knoppen te drukken.
F34
ChoType
STYLE
FUNCTION
EFFECTS
1Zet het Chorus effect aan en stel de Chorus Type in
de Function mode in.
Op de normale manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Selecteer het gewenste Functie parameter nummer (#33, #34) met
het numerieke toetsenbord. (Zie, voor een lijst met Chorus Types,
pag. 45.)
HINT
Het Chorus effect kan ook
worden aan- en uitgezet
met een aangesloten
footswitch. (Zie pag. 91.)
42
DSP
Het DSP effect gedeelte bevat vele reverb en chorus effecten, en een
overvloed aan andere bruikbare dynamische effecten voor het wijzigen en
verrijken van de voices. Deze effecten bevatten o.a. reverse gate reverb,
phaser, rotary speaker, tremolo, echo, delay, distortion, equalization en
wah. Totaal 33 DSP type’s zijn beschikbaar.
1Zet het DSP effect aan en stel de DSP Type in de
Functie mode in.
Op de normale manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Selecteer het gewenste Function parameter number (#35, #36)
met het numerieke toetsenbord. (Zie voor een opsomming van DSP
Type’s pagina 45.)
N.B.
• Het DSP effect heeft alleen
invloed op de voices die op
het toetsenbord bespeeld
worden.
• Deze instellingen worden
niet bewaard als u de
PortaTone uitzet. Als u de
instellingen wenst te
bewaren, bewaar ze dan in
een User bank met de One
Touch Setting functie
(pagina 72).
• Als de PortaTone door een
MIDI apparaat wordt
aangestuurd zijn er achtien
toegevoegde DSP Types
beschikbaar. (Zie voor
details, pagina 116.)
3De Functie mode verlaten.
Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE), als u eenmaal
alle gewenste instellingen heeft gewijzigd.
HINT
Het DSP effect kan ook aan
en uit worden gezet met
een aangesloten
voetschakelaar. (Zie pagina
91.)
EFFECTEN
3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden/
instellingen (met het numerieke toetsenbord). Wijzig de on/off
instellingen met de +/- knoppen.
F35
Dsp
STYLE
FUNCTION
F36
DspType
STYLE
FUNCTION
2Stel het DSP Send Level voor de gewenste voice(s) in.
De Main, Dual en Split voices kunnen ieder op verschillende hoeveelheden
DSP worden gezet. Doe dit met de corresponderende DSP Send Level
parameters in de Functie mode (Main: #06, Dual: #16, Split: #26.) (Zie
pagina’s 31, 35, 37.)
N.B.
Als het DSP Send Level op
een waarde van of
bijna“000” wordt gezet
hoort u het DSP effect niet.
De Standaard Waarde opnieuw oproepen
Al u de parameter instelling heeft gewijzigd, kunt u de Standaard installing direct opnieuw
oproepen door de +/- knoppen tegelijkertijd in te drukken.
43
De Standaard Waarde opnieuw oproepen
Al u de parameter instelling heeft veranderd, kunt u de Standaard
installing direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd op de +/-
knoppen te drukken.
EFFETCTEN
HARMONY
Het Harmony gedeelte bevat een aantal speeleffecten die de door u
gespeelde melodieën verrijken bij het gebruikt van de begeleidingsstijlen
van de PortaTone. Totaal 26 Harmony type’s zijn beschikbaar.
Tremolo, Trill en Echo effecten kunnen gebruikt worden zelfs als de
begeleiding uitstaat.
Er zijn 5 verschillende Harmony Type’s die automatisch harmoniegedeelten
creëren (bij tonen die op het bovenste gedeelte van het toetsenbord
gespeeld worden) die overeenkomen met de begeleidingsakkoorden.
1Zet het Harmony effect aan.
Druk op de HARMONY knop.
2Stel het Harmony Type en het gewenste Harmony
Volume in de Function mode in.
Op de normale manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Selecteer het gewenste Functie parameter nummer (#37, #38,
#39) met het numerieke toetsenbord. (Voor een lijst van de Harmony
Type’s, zie pagina 46.)
HINT
Het Harmony effect kan ook
aan- en uitgezet worden
met een aangesloten
voetschakelaar (pagina 91),
of met de Functie parameter
#37 (pagina 44).
N.B.
Als het Harmony Volume
bijna of op “000” wordt
ingesteld dat hoort u het
Harmony effect niet.
N.B.
Deze instellingen worden
niet bewaard als u de
PortaTone uitzet. Als u de
instellingen wenst te
bewaren, bewaar ze dan in
een User bank in de One
Touch Setting onderdeel
(pagina 72).
001 116
MEASURE TEMPO
ACMP ON
REVERB
DUAL
HARMONY
TOUCH
Geeft aan dat de Harmony aan
staat
BELANGRIJK
• Voor de eerste vijf
harmony type’s (Duet, Trio,
Block, Country, en Octave),
moeten de akkoorden
aangeslagen worden in het
begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord.
• De snelheid van de Trill,
Tremolo en Echo effecten is
afhankelijk van de Tempo
instelling (pagina 76).
F38
HarmType
STYLE
FUNCTION
F39
HarmVol
STYLE
FUNCTION
F37
Harmony
STYLE
FUNCTION
3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarde (met
het numerieke toetsenbord). Wijzig on/off instellingen met de +/-
knoppen.
44
3De Function mode verlaten.
Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE), als u alle
gewenste instellingen heeft gewijzigd.
Function Parameters — Effecten
De Effect Functie parameters bevatten effect gerelateerde instellingen (met de uitzondering van de
Send parameters in de Main, Dual en Split secties). Deze instellingen bevatten:
• Reverb On/Off
• Reverb Type
• Chorus On/Off
• Chorus Type
• DSP On/Off
EFFECTEN
• DSP Type
• Harmony On/Off
• Harmony Type
• Harmony Volume
Functie Parameters
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling
F31 Reverb On/Off Reverb aan, uit
F32 Reverb Type RevType (Zie “Reverb Type”
lijst hieronder.)
F33 Chorus On/Off Chorus aan, uit
F34 Chorus Type ChoType (Zie “Chorus Type”
lijst hieronder.)
F35 DSP On/Off Dsp aan, uit
F36 DSP Type DspType (Zie “DSP Type” lijst
hieronder.)
F37 Harmony On/Off Harmony aan. uit
F38 Harmony Type HarmType (Zie “Harmony Type”
lijst hieronder.)
F39 Harmony Volume HarmVol 000 — 127
Omschrijving
Dit schakelt het Reverb effect aan/uit. (Dit is dezelfde
functie als de REVERB knop. Het kan ook bediend worden
door een aangesloten voetschakelaar; zie pagina 91.)
(Zie “Reverb Type” lijst hieronder.)
Dit schakelt het Chorus effect aan/uit. Het kan ook
bediend worden door een aangesloten
voetschakelaar. (Zie pagina 91.)
(Zie “Chorus Type” lijst hieronder.)
Dit schakelt het DSP effect aan/uit. Het kan ook
bediend worden door een aangesloten
voetschakelaar. (Zie pagina 91.)
(Zie “DSP Type” lijst hieronder.)
Dit schakelt het hormony effect aan/uit. (Dit is
dezelfde functie als de HARMONY knop. Het kan
ook bediend worden door een aangesloten
voetschakelaar; zie paginas 91.)
(Zie “Harmony Type” lijst hieronder.)
Dit bepaalt het niveau van het Harmony effect,
hierdoor kunt u een optimale mix met de originele
melodie tonen creëeren.
45
EFFECTS
Reverb Types
Nr. Reverb Display
Type Naam
1 Hall 1 Hall1
2 Hall 2 Hall2
3 Room 1 Room1
4 Room 2 Room2
5 Stage 1 Stage1
6 Stage 2 Stage2
7 Plate 1 Plate1
8 Plate 2 Plate2
9 Off Off
Omschrijving
Concertzaal reverb.
Kleine kamer reverb.
Reverb voor solo instrumenten.
gesimuleerd stalen plaat reverb.
Geen effect.
Chorus Type’s
Nr. Chorus Display
Type Naam
1 Chorus 1 Chorus1
2 Chorus 2 Chorus2
3 Flanger 1 Flanger1
4 Flanger 2 Flanger2
5 Off Off
Omschrijving
Conventioneel chorus programma
met een rijke, warme chorusing.
Uitgesproken drie-fase modulatie
met een licht metalen geluid.
Geen effect.
DSP Type’s
Effect Type’s
Nr. DSP Display
Type Naam
1 Hall 1 Hall1
2 Hall 2 Hall2
3 Room 1 Room1
4 Room 2 Room2
5 Stage 1 Stage1
6 Stage 2 Stage2
7 Plate 1 Plate1
8 Plate 2 Plate2
9 Early Reflection 1 ER1
10 Early Reflection 2 ER2
11 Gate Reverb Gate1
12 Reverse Gate Gate2
13 Chorus 1 Chorus1
14 Chorus 2 Chorus2
15 Flanger 1 Flanger1
16 Flanger 2 Flanger2
17 Symphonic Symphony
18 Phaser Phaser
19 Rotary Speaker 1 Rotary1
20 Rotary Speaker 2 Rotary2
21 Tremolo 1 Tremolo1
22 Tremolo 2 Tremolo2
23 Guitar Tremolo Tremolo3
24 Auto Pan AutoPan
25 Auto Wah AutoWah
26 Delay Left - DelayLCR
Center - Right
27 Delay Left - Right DelayLR
28 Echo Echo
29 Cross Delay CrossDly
30 Distortion Hard D Hard
31 Distortion Soft D Soft
32 EQ Disco EQ Disco
33 EQ Telephone EQ Tel
34 Off Off
Omschrijving
Concertzaal reverb.
Kleine kamer reverb.
Reverb voor solo instrumenten.
Gesimuleerd stalen plaat reverb.
Alleen vroege reflecties.
Gated reverb effect, waarin in de galm wordt afgesneden als speciaal effect.
Zelfde als Gate Reverb, maar met een omgekeerde toename in reverb.
Conventioneel chorus programma met een rijke, warme chorus.
Uitgesproken drie-fase modulatie met een licht metalen geluid.
Byzonder rijke & diepe chorus.
Uitgesproken, metalige modulatie met periodieke fasewijziging.
Leslie simulatie.
Rijk Tremolo effect met zowel volume- als toonhoogte modulatie.
Gesimuleerde electrische gitaar tremolo.
Verschillende pan effetcen die het geluid automatisch van positie verschuift (links ,
rechts, voor, achter).
Herhaaldelijk filter sweep “wah” effect.
Drie onafhankelijke delays, voor links, rechts en midden stereo posities.
Begin delay voor elk stereo kanaal en twee apparte feedback delays.
Stereo delay, met een onafhankelijk feedback level instelling voor elk kanaal.
Complex effect dat de vertraagde herhaalingen tussen het linker- en rechterkanaal
heen en weer doet “stuiteren”.
Harde distortion.
Zachte, warme distortion.
Equalizer effect dat beide hoge en lage frequenties opblaast, dit isd typisch voor de
meeste disco muziek.
Equalizer effect dat beide hoge en lage frequenties afsnijdt, dit simuleerd het geluid
dat u hoort door een telefoon hoorn.
Geen effect
46
EFFECTS
Harmony Type’s
Nr. Harmony Type Display Naam
1 Duet Duet
2 Trio Trio
3 Block Block
4 Country Country
5 Octave Octave
6 Triller 1/4 noot Tril1/4
7 Triller 1/6 noot Tril1/6
8 Triller1/8 noot Tril1/8
9 Triller 1/12 noot Tril1/12
10 Triller 1/16 noot Tril1/16
11 Triller 1/24 noot Tril1/24
12 Triller 1/32 noot Tril1/32
13 Tremolo 1/4 noot Trem1/4
14 Tremolo 1/6 noot Trem1/6
15 Tremolo 1/8 noot Trem1/8
16 Tremolo 1/12 noot Trem1/12
17 Tremolo 1/16 noot Trem1/16
18 Tremolo 1/24 noot Trem1/24
19 Tremolo 1/32 noot Trem1/32
20 Echo 1/4 noot Echo1/4
21 Echo 1/6 noot Echo1/6
22 Echo 1/8 noot Echo1/8
23 Echo 1/12 noot Echo1/12
24 Echo 1/16 noot Echo1/16
25 Echo 1/24 noot Echo1/24
26 Echo 1/32 noot Echo1/32
Omschrijving
Harmony types 1 - 5 zijn toonhoogte gebaseerd effecten en
voegen één, twee, of drie tonen harmonieën aan een enkel
toon melodie toe, gespeeld met de linker hand. Deze typen
klinken alleen als er akkoorden gespeeld worden in het
automatisch begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.
Type’s 6 - 26 zijn ritme gebaseerde effecten en voegen
verfraaiingen of vertraagde herhalingen toe in de maat met de
automatische begeleiding. Deze typen klinken altijd of de
automatische begeleiding nu aanstaat of niet; alhoewel de
eigenlijke snelheid van het effect afhangt van de Tempo
instelling (pagina 76). Met de individuele waarden van elk type
kunt u het effect precies synchroniseren met het ritme. Triool
instellingen zijn ook beschikbaar: 1/6 = kwart noot triool, 1/12
= achste noot triool, 1/24 = zestiende noot triool.
• De triller effect Type’s (6 - 12) creëren twee-noot triller
(afwisselende noten) als er twee noten worden aangeslagen.
• De Tremolo effect Types (13 - 19) herhalen alle vastgehouden
noten (maximaal vier).
• De Echo effect Type’s (20 - 26) creëren vertraagde
herhaalingen van elke gespeelde noot.
3
3
3
3
3
3
3
3
3
47
AUTOMATISCHE BEGELEIDING —
DE STIJL MODE
In de Stijl mode vindt u de dynamische ritme/begeleidingspatronen - en voice instellingen
die passen bij de verschillende patronen - in verschillende muziekstijlen.
Er zijn in totaal 100 verschillende stijlen beschikbaar, in verschillende categorieën ondergebracht.
Iedere stijl is opgebouwd uit aparte “gedeelten” - Intro, Main A en B (met 4 Fill-ins), en Ending -
waarmee u, tijdens het spelen, verschillende begeleidingspatronen kunt oproepen.
De begeleidingsfuncties, die zijn ingebouwd in de ritmes, voegen instrumentale ondersteuning toe
aan uw spel, waarbij de begeleiding gestuurd wordt door de akkoorden die u aanslaat. Auto
accompaniment (automatische begeleiding) verdeelt het toetsenbord in twee gedeelten: Het boven-
ste gedeelte (upper) is voor de melodielijn en het onderste gedeelte (wordt als standaard ingesteld als
B2 en lager) is voor de begeleidingsfunctie.
De stijl mode bevat ook een krachtige Chord Guide optie, die drie geavanceerde hulpmiddelen bij het
leren en spelen bevatten: Dictionary, Smart en EZ Chord. De Dictionary en Smart functie’s (pagina’s
62, 64) bieden krachtige, gemakkelijk te gebruiken hulpmiddelen bij het leren van akkoorden en
akkoordverhoudingen. Met de EZ Chord (pagina 66) kunt u akkoordprogressies van een gehele song
opnemen en dan door de akkoorden lopen door op een enkele toets in het begeleidingsgedeelte aan
te slaan.
SELECTEER EEN STIJL EN SPEEL DE BEGELEIDING
1Selecteer de stijl mode.
Druk op de STYLE knop.
2Selecteer het gewenste style nummer
met het numerieke toetsenbord. De basis categorieën van de stijlen en hun
nummers worden getoond aan de linkerkant van het paneel. Een complete
lijst van de beschikbare stijlen kunt u vinden op pagina 111.
FUNCTION SONG STYLE VOICE
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
56
13
4
2
Geeft aan dat de
stijl mode is
geselecteerd Stijlnaam en nummer
001
001 116
MEASURE TEMPO
8BtPop1
STYLE
48
Stijlnummers kunnen op dezelfde manier geselecteerd worden als de voices
(zie pagina 28). Gebruik het numerieke toetsenbord om direct het stijlnummer
in te voeren, Gebruik de +/- knoppen om omhoog of omlaag door de stijlen
te lopen, of druk op de STYLE knop om door de stijlnummers te lopen.
3Start de begeleiding.
U kunt dit doen op de volgende manieren:
Druk op de START/STOP knop
Het ritme gedeelte begint onmiddellijk met spelen zonder bas- en
akkoordenbegeleiding. Het huidig geselecteerde Main A of B ge-
deelte speelt af.
U kunt het Main A of B gedeelte selecteren door op de daarbij ho-
rende knop — MAIN A of MAIN B — te drukken alvorens op de
START/STOP knop te drukken. (Het icoon gedeelte in de display
toont kort de letter van het geselecteerde gedeelte “A” of “B”.)
Sync-Start gebruiken
De PortaTone bevat ook een Sync-Start functie waarmee u het ritme/
begeleiding kunt starten door op een knop op het toetsenbord te druk-
ken. Druk eerst op de SYNC-START knop, voor het activeren van Sync-
Start (de tel balk onder de naam knippert om te laten zien dat de Sync-
Start stand-by staat), sla vervolgens een toets aan op het toetsenbord.
(Sla, als de begeleiding aanstaat vervolgens een toets of akkoord in het
automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord aan.)
Start met een intro sectie
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
automatische
begeleidingssectie
001 116
MEASURE TEMPO
Geeft geselec-
teerde gedeelte
(Main A or B) aan.
HINT
Start/stop kan ook worden
bestuurd met een aangeslo-
ten voetschakelaar. (Zie
pag. -91.)
49
AUTO ACCOMPANIMENT — DE STYLE MODE
Iedere stijl bevat een intro sectie van twee of vier maten. Veel van de
Intro secties bevatten ook, als automatische begeleiding gebruikt
wordt, speciale akkoordwijzigingen en begeleidingen om uw spel te
verfraaien.
Om met de Intro sectie te starten:
1) Druk de MAIN A of MAIN B knop — om de sectie te selecte-
ren die op het intro volgt.
2) Druk op de INTRO knop.
Druk, om de intro sectie en begeleiding te starten, op de
START/STOP knop.
Als de Intro sectie eenmaal uitgespeeld is, laat het icoon ge-
deelte in de display kort de letter “A” of “B” zien om aan te
geven dat de geselecteerde Main sectie speelt.
Sync-Start met een Intro sectie gebruiken
u kunt ook de Sync-Start functie met de speciale Intro sectie van de
geselecteerde stijl gebruiken.
Sync-Start met een Intro sectie gebruiken:
1) Druk op de MAIN A of MAIN B knop — om te selecteren
welke sectie (A of B) het Intro volgt.
HINT
Intro kan ook bediend
worden door het gebruik
van een aangesloten
voetschakelaar. (Zie pagina
91.)
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
001 116
MEASURE TEMPO
Indicates Intro
standby.
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
001 116
MEASURE TEMPO
Geeft aan welke
sectie is geselec-
teerd (Main A of
B).
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
001 116
MEASURE TEMPO
geeft het
geselecteerde
gedeelte aan
(Main A or B).
50
2) Druk op de INTRO knop.
3) Druk op de SYNC-START knop om Sync-Start aan te zetten
en start het Intro gedeelte en de begeleiding door een toets op
het toetsenbord aan te slaan. (Sla, als de begeleiding aanstaat,
een toets of akkoord aan in het automatische begeleidings-
gedeelte van het toetsenbord.)
Als eenmaal het Intro gedeelte klaar is, laat het icoon gedeelte in de
display kort de letter “A” of “B” zien om aan te geven dat het gese-
lecteerde Main gedeelte speelt.
Over automatische begeleiding
Automatische begeleiding kan gebruikt worden met iedere eerder vermelde methode. Druk op de ACMP ON/
OFF knop om de automatische begeleiding aan te zetten. (Dit kan op ieder punt van de handeling.)
Als u de Sync-Start met de automatische begeleiding gebruikt kunnen alleen de toetsen in het numerieke
begeleidingsgedeelte gebruikt worden voor het starten van de begeleiding. (Zie voor meer informatie over
automatische begeleiding pagina 52.)
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
AUTOMATISCHE BEGELEIDING— DE STIJL MODE
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
001 116
MEASURE TEMPO
Geeft aan dat de
Intro standby
staat.
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
ACMP ON
Geeft aan dat de
automatische
begeleiding
aanstaat.
Automatische
begeleidingssectie
51
Over de Tel Display
De donkere balken onder de stijlnaam in de display knipperen op maat met het huidige tempo tijdens het
afspelen van de begeleiding (of Sync-Start standby). De knipperende balken geven een visuele indicatie van de
notenbalk van de begeleiding. (Voor meer informatie, zie pagina 77.)
4Stop de begeleiding.
U kunt dit op drie manieren doen:
Druk op de START/STOP knop
Het ritme/begeleiding stopt onmiddellijk met spelen.
Gebruik een intro gedeelte
Druk op de INTRO/ENDING knop. De begeleiding stopt nadat het
Ending gedeelte klaar is.
HINT
• Start/stop en Ending kan
ook bediend worden met
een aangesloten voet-
schakelaar. (Zie pagina
91.)
• Druk, als u het Ending
gedeelte geleidelijk wilt
stoppen tijdens het spelen,
snel twee maal achter
elkaar op de INTRO/
ENDING knop.
Druk op de SYNC-START knop
Dit stopt onmiddellijk de begeleiding en automatisch wordt de Sync-
Start ingeschakeld, u kunt de begeleiding opnieuw starten door een
akkoord of een toets in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord
aan te slaan.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
52
BEGELEIDINGSKNOPPEN
Als de Stijl mode actief is, functioneren de paneel knoppen onder de display als knoppen voor het
bedienen van de begeleiding.
DE AUTOMATISCHE BEGELEIDINGSFUNCTIES GEBRUIKEN
1Zet de automatische begeleiding aan.
Druk op de ACMP ON/OFF knop om de automatische begeleiding aan te
zetten.
2Selecteer een stijl en speel de begeleiding.
Selecteer één van de stijlen en start het afspelen zoals wordt omschreven in
stap 1-3 op pagina 47.
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
Het drukken op deze
knop zet de bas en
akkoord begeleiding
beurtelings aan en
uit. (Zie hieronder.)
Het drukken op
deze knop zet de
Sync-Start functie
beurtelings aan en
uit (zie pag. 48.)
Het drukken op
deze knop start en
stopt beurtelings
het afspelen van
de begeleiding.
Deze
bestuurt de
Intro en
Ending
secties (zie
pag. 49, 51.)
Het drukken op
deze knop
selecteert de Main
A sectie of voegt
een Fill-in A sectie
toe (zie pag. 54).
Het drukken op
deze knop selec-
teert de Main B
sectie of voegt een
Fill-in B sectie toe
(zie pag. 54.)
Deze bestuurt de
Chord Guide
functie (zie pag.
62.)
ACMP ON
Geeft aan dat
de automati-
sche begelei-
ding aanstaat.
53
3Wijzig de akkoorden met de
begeleidingsfunctie.
Als u probeert een paar opvolgende enkele tonen
met uw rechterhand te spelen, zult u merken dat de
bas- en akkoordbegeleiding wijzigen bij iedere toets
die u aanslaat. U kunt ook volledige akkoorden
spelen om de begeleiding te bedienen. (Zie pagina
56 voor meer informatie over het gebruik van de
automatische begeleiding.)
HINT
• Met de ACMP ON/OFF knop kunt u de bas/akkoord
begeleiding ook aan en uit zetten tijdens het spelen — om
dynamische, ritmische breaks te creëren in uw spel.
• U kunt de Sync-Start functie gebruiken om een soortge-
lijke ingrijpende onderbreking te creëren. Druk op de
SYNC-START knop, terwijl de begeleiding speelt, om
onmiddellijk de begeleiding te stoppen en de Sync-Start in
te schakelen. Hierdoor kunt u spelen zonder begeleiding
totdat u een toets aanslaat in het begeleidingsgedeelte
om de begeleiding weer in te schakelen. Dit is bijzonder
effectief als u de SYNC-START knop indrukt aan het einde
van een muzikale frase.
N.B.
Akkoorden die in het automatische begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord worden aangeslagen zijn ook
waarneembaar en afspeelbaar als de begeleiding is
gestopt. In feite ontstaat hier een “gesplitst toetsenbord”,
met de bas en akkoorden onder de linkerhand en de
normaal geselecteerde voice onder de rechterhand.
HET TEMPO WIJZIGEN
Het Tempo van het afspelen van een song (en
begeleiding) kan worden gewijzigd in een bereik
van 32 - 280 bpm (beats per minute). Zie pagina
76 voor instructies over het wijzigen van het tempo.
N.B.
Iedere stijl bezit een standaard tempo. (Zie pagina 77
voor instructies om de standaard tempo opnieuw op te
roepen.) Als het af spelen van de begeleiding is gestopt en
er een andere stijl wordt geselecteerd, wijzigt het tempo in
de standaard instelling van de nieuwe stijl. Als er gedu-
rende het afspelen van stijl wordt gewisseld, blijft het
laatst ingestelde tempo gehandhaafd. (Hierdoor kunt u
hetzelfde tempo aanhouden, zelfs met wijzigingen van
stijlen.)
ACCOMPANIMENT
SECTIONS (MAIN A, MAIN B
AUTO ACCOMPANIMENT — DE STYLE MODE
54
STIJLSECTIES (MAIN A, MAIN B) EN FILL-INS
Terwijl de begeleiding afspeelt, kunt u een variatie aan het ritme/begelei-
ding toevoegen door op één van de MAIN/AUTO FILL A of B knoppen te
drukken. Deze knoppen spelen automatisch één van de vier Fill-in secties af
die soepel overgaan in de volgende sectie - zelfs wanneer dat dezelfde
sectie is.
Iedere stijl bevat vier verschillende Fill-in secties die in de volgende condi-
ties spelen:
• Main A Main A (Fill-in “AA”)
• Main A Main B (Fill-in “AB”)
• Main B Main A (Fill-in “BA”)
• Main B Main B (Fill-in “BB”)
N.B.
• Deze functie kan ook
worden bediend met een
aangesloten voetschakelaar
(Zie pagina 91.)
• Als u de MAIN A of B knop
indrukt, speelt de Fill-in
onmiddellijk af. De nieuw
geselecteerde sectie (A of B)
begint te spelen vanaf het
begin van de volgende
maat, tenzij de MAIN A of B
knop wordt ingedrukt
tijdens de laatste tel van de
maat - in welk geval de Fill-
in begint vanaf de eerste tel
van de volgende maat.
• Ritme geluiden en Fill-in
secties zijn niet beschikbaar
als één van de piano stijlen
(#91 - #100) worden
geselecteerd.
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
001 116
MEASURE TEMPO
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
Dit verschijnt
tijdens het spelen
van het Fill-in
gedeelte.
55
HET BEGELEIDINGSVOLUME WIJZIGEN
Het afspeelvolume van de begeleiding kan gewijzigd worden. Het wijzigen
van het volume beïnvloedt alleen het begeleidingsvolume. Het volume
bereik loopt van 000-127.
1Selecteer het begeleidingsvolume functie in het
Overall menu.
Druk op één van de OVERALL
/
knoppen, herhaaldelijk indien nodig,
totdat er “AcmpVol” in de display verschijnt.
DEMO START
2Wijzig de waarde.
Met de OVERALL +/- knoppen kunt u de waarde van het volume van de
begeleiding verhogen of verlagen. Houdt één van de beide knoppen
ingedrukt om de waarde te verhogen of te verlagen.
De standaard waarde
opnieuw oproepen
Druk tegelijkertijd, om de
standaard waarde van het
begeleidingsvolume (100)
opnieuw op te roepen, op
beide OVERALL +/-
knoppen (als begeleidings-
volume geselecteerd is in
het Overall menu).
N.B.
Begeleidingsvolume kan niet
gewijzigd worden als de Stijl
mode niet actief.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
DEMO START
Verlaagt de
Begeleidingsvolume
waarde.
Verhoogt de
Begeleidingsvolume
waarde.
100
AcmpVol
STYLE
ACMP/SONG
VOLUME
Huidige begeleidingsvolume waarde
Geeft aan dat het
begeleidingsvolume is
geselecteerd.
56
Fingered akkoorden
Met de C toets als voorbeeld, toont het overzicht hieronder de typen
akkoorden die herkend worden in de Fingered mode.
* Noten tussen haakjes kunnen weggelaten worden; de akkoorden worden ook zonder deze noten herkend.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING GEBRUIKEN — MULTI FINGERING
Als dit aanstaat (pagina 5), genereert de automatische begeleiding, tijdens
het spelen bent, automatisch bass en akkoorden door het gebruik van
Multi Fingering. U kunt de akkoorden van de toetsen van de begeleidings-
sectie wijzigen door op de toetsen op het toetsenbord te spelen op de
“Single Finger” of op de “Fingered” methode. Met de Single Finger kunt u
één, twee of drie vinger akkoorden indicatie spelen (zie Single Finger
Akkoorden hieronder). De Fingered techniek is het spelen van conventio-
nele tonen op het toetsenbord. Om het even welke methode u gebruikt, de
PortaTone “begrijpt” welke akkoord u aangeeft en genereert automatisch
de begeleiding.
Single Finger Akkoorden
De akkoorden in de Single Finger mode, zijn
majeur, mineur, septime en mineur septime
akkoorden. De illustratie hiernaast toont hoe
deze akkoorden er uitzien. (De toets C wordt
hier als voorbeeld gebruikt; voor andere
toetsen gelden dezelfde regels, Bijvoorbeeld
Bb7 wordt gespeeld als Bb en A.)
C
Cm
7
C
( )
CM
( )
7
C
(9)
C
( )
(9)
6
Caug Cm
6
Cm
7
( )
Cm
b5
7
CmM
b5
7
Cm
( )
(9)
7
Cm
(9)
CmM
7
( )
CmM
(9)
7
( )
Cdim Cdim
7
C
(9)
7
( )
C
(13)
7
( )
C
(b9)
7
( )
C
(b13)
7
Csus
4
C
1+2+5
C
b5
7
C
6
( )
( )
CM
7(9) 7
CM
(#11)
( )
7
CM
b5
C
(b5)
( )
C
(#11)
7
C
(#9)
7
( )
C aug
7
Cm
7(11)
( )
( )
CM aug
7
( )
C sus
4
7
( )
Herkende akkoorden (grondnoot: C)
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
Om een majeur akkoord te spelen: Sla de
grondtoon van het akkoord aan.
Om een mineur akkoord te spelen: Sla de
grondtoon tegelijk met een willekeurig
zwarte toets links ervan aan.
Om een septime akkoord te spelen: Sla de
grondtoon samen met de witte toets links
ervan.
Om een mineur septime akkoord te
spelen: Sla de grondtoon tegelijk met in
totaal drie willekeurige witte en zwarte
toetsen links ervan aan.
C
Cm
C
Cm
7
7
57
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
N.B.
• Noten tussen haakjes
kunnen worden weggelaten.
• Het spelen van twee
dezelfde grondtonen in de
aangrenzende octaven geeft
alleen in de grondtoon
begeleiding.
• Een perfecte vijfde (1 + 5)
genereert alleen begeleiding
gebaseerd in de grondtoon
en vijfde, die kan gebruikt
worden met beide majeur
en mineur akkoorden.
• De akkoord fingering
zoals getoond zijn allen in
de “grondtoon” positie,
maar andere
ommedraaiingen kunnen
gebruikt worden — met de
volgende uitzonderingen:
m7, m7
b
5, 6, m6, sus4,
aug, dim7, 7
b
5, 6(9),
m7(11), 1+2+5.
• Ommedraaiing van de
7sus4 akkoord worden niet
herkend als de 5e akkoord
wordt weggelaten.
• De AUTOMATISCHE
BEGELEIDING wijzigt soms
niet als gerelateerde
akkoorden in volgorde
gespeeld worden (bijvoor-
beeld sommige mineur
akkoorden gevolg door 7e
mineur).
• Twee toon fingering
produceert een akkoord
gebaseerd op het vorige
gespeelde akkoord.
Majeur 1 - 3 - 5 C C
none 1 - 2 - 3 - 5 C(9) C(9)
sext 1 - (3) - 5 - 6 C6 C6
sext met toegevoegde none 1 - 2 - 3 - (5) - 6 C6(9) C6(9)
majeur septime 1 - 3 - (5) - 7 of CM7 CM7
1 - (3) - 5 - 7
majeur none 1 - 2 - 3 - (5) - 7 CM7(9) CM7(9)
majeur overmatig undecime 1 - 2 - 3 - #4 - (5) - 7 of CM7#11 CM7#11
1 - (2) - 3 - #4 - 5 - 7
verminderde kwint 1 - 3 - b5 C(b5) C(b5)
majeur septime verminderde kwint 1 - 3 - b5 - 7 CM7b5 CM7b5
toegevoegde kwart 1 - 4 - 5 Csus4 Csus4
vermeerderd 1 - #3 - 5 Caug Caug
vermeerderd majeur septime 1 - (3) - #5 - 7 CM7aug CM7aug
mineur 1 - b3 - 5 Cm Cm
mineur met toegevoegde none 1 - 2 - b3 - 5 Cm(9) Cm(9)
mineur sext 1 - b3 - 5 - 6 Cm6 Cm6
mineur septime 1 - b3 - (5) - b7 Cm7 Cm7
mineur septime met toegevoegde none 1 - 2 - b3 - (5) - b7 Cm7(9) Cm7(9)
mineur undecime 1 - (2) - b3 - 4 - 5 - (b7) Cm7_11 Cm7 11
mineur majeur septime 1 - b3 - (5) - 7 CmM7 CmM7
mineur majeur septime met toegev. none 1 - 2 - b3 - (5) - 7 CmM7(9) CmM7(9)
mineur septime verminderde kwint 1 - b3 - b5 - b7 Cm7b5 Cm7b5
majeur mineur verminderde kwint 1 - b3 - b5 - 7 CmM7b5 CmM7b5
verminderd 1 - b3 - b5 Cdim Cdim
verminderd septime 1 - b3 - b5 - 6 Cdim7 Cdim7
septime 1 - 3 - (5) - b7 of C7 C7
1 - (3) - 5 - b7
verminderd none 1 - b2 - 3 - (5) - b7 C7(b9) C7(b9)
verminderd tredecime 1 - 3 - 5 - b6 - b7 C7b13 C7b13
septime met toegevoegde none 1 - 2 - 3 - (5) - b7 C7(9) C7(9)
overmatig undecime 1 - 2 - 3 - #4 - (5) - b7 of C7#11 C7#11
1 - (2) - 3 - #4 - 5 - b7
tredecime 1 - 3 - (5) - 6b - 7 C7(13) C7(13)
kleine none 1 - #2 - 3 - (5) - b7 C7(#9) C7(#9)
septime verminderde kwint 1 - 3 - b5 - b7 C7b5 C7b5
vermeerderd septime 1 - 3 - #5 - b7 C7aug C7aug
septime met toegevoegde kwart 1 - 4 - (5) - b7 C7sus4 C7sus4
1 + 2 + 5 1 - 2 - 5 C1+2+5 C1+2+5
Akkoordnaam (afkorting) Normale vingerzetting Akkoord Display
58
HET BEGELEIDINGSSPLITPUNT INSTELLEN
Het begeleidingssplitpunt bepaalt de hoogste toets van het begeleidings-
gedeelte vast. De begeleiding wordt gespeeld met de toetsen tot en met
de Splitpunt toets.
Deze parameter kan lager (maar niet hoger) worden ingesteld dan de Split
Punt in de Split mode. De twee instellingen beïnvloeden elkaar, als andere
waarden worden ingesteld, op de volgende manier:
• Als het Split mode Split Punt hoger wordt ingesteld dan het begeleiding Splitpunt:
• Als het Split mode punt op dezelfde toets wordt ingesteld als de Begeleiding Split
punt:
1De Functie mode oproepen.
Druk op de FUNCTION knop.
2Selecteer de Begeleiding Split punt parameter.
Selecteer met het numerieke toetsenbord, terwijl de “FUNCTION” indicator
knippert, de Begeleiding split Punt parameter (#51). (Voor details over de
parameter, zie hieronder.)
Het Functie parameter nummer kan worden geselecteerd op de zelfde
manier als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/-
knoppen, of de FUNCTION knop.
BELANGRIJK
• Aangezien de
“FUNCTION” indicator
maar een paar seconden
knippert, let er op dat u de
parameter snel selecteert na
stap 1 hierboven.
FUNCTION SONG STYLE VOICE
F51
AcmpSPnt
STYLE
FUNCTION
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
Begeleiding Split Main
Split voice +
Begeleidingsgedeelte
Main
59
3De parameter instelling of waarde wijzigen.
Wijzig met het numerieke toetsenbord de waarde of instelling, nadat de
“FUNCTION” indicator stopt met knipperen.
054
AcmpSPnt
STYLE
FUNCTION
De waarde kan ook direct worden ingesteld door de gewenste toets in te
drukken, als de parameter is geselecteerd. Let er op, na het instellen, dat u
een andere parameter selecteert of de Functie mode verlaat alvorens iets
aan te slaan op het toetsenbord.
Functie Parameters
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/Instelling
F51 Begeleiding split Punt AcmpSPnt 000 — 127
Omschrijving
Dit bepaalt de hoogste toets van het begeleidings-
gedeelte en stelt de begeleidingssplitpunt in — met
andere woorden, de toets die het begeleidings-
gedeelte en de Main voice scheidt. (Als begeleiding
aanstaat loopt het begeleidingsgedeelte tot en met
de Begeleidingssplitpunttoets.) Deze kan niet hoger
worden ingesteld dan het Splitpunt in de Split mode
(pagina 37). Tijdens het instellen produceert het
toetsenbord geen geluid. Let er op, nadat u dit
geselecteerd heeft, dat u een andere parameter
selecteert of de Functie mode verlaat alvorens iets
aan te slaan op het toetsenbord.
Functie Parameter — Begeleidingssplit punt
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
60
Het antwoord is eenvoudig: Drie of meer tonen die tezamen worden gespeeld vormen een
akkoord. (Twee tonen die tezamen worden gespeeld vormen een “interval” - een interval is de
afstand tussen twee verschillende tonen. Dit wordt ook wel aangeduid met “harmonie”.) Afhan-
kelijk van de intervallen tussen de drie of meer tonen klinkt een akkoord mooi, duf of dissonant
klinken.
De schikking van de tonen in het voorbeeld links - een drieklank -
brengt een prettig, harmonieus geluid voort. Drieklanken bestaan uit
drie noten en zijn de meest fundamentele en algemene akkoorden in
de meeste muziek.
In deze drieklanken is de laagste toon de grondtoon. De grondtoon is de belangrijkste noot in
het akkoord, aangezien deze het geluid harmonisch verankert door de “(grond)toon” te bepalen
en als zodanig de basis te vormen voor de manier waarop we de andere tonen in het akkoord
horen.
De tweede noot in dit akkoord is vier halve tonen hoger dan de eerste en de derde is drie halve
tonen hoger dan de tweede. Als we onze grondtoon constant houden en deze tonen een halve
toon omhoog of omlaag (kruis of mol) wijzigen, ontstaan er vier verschillende akkoorden.
Vergeet niet dat we ook de “manier waarop we een akkoord aanslaan” kunnen wijzigen - door
de volgorde van de tonen te wijzigen (“omdraaiïngen”) of door dezelfde noten te spelen, maar
in verschillende octaven - zonder de basis van het akkoord zelf te wijzigen.
Mooi klinkende harmonieën kunnen op deze manier gemaakt worden. Het gebruik van interval-
len en akkoorden is één van de belangrijkste elementen van muziek. Afhankelijk van de ge-
bruikte akkoorden en de volgorde waarin zij gerangschikt worden, creëert u de gewenste “fee-
ling” in de muziek.
WAT IS EEN AKKOORD?
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
Ommedraai voorbeelden voor de C toets
G
E
C
C
G
E
E
C
G
Majeur
akkoord
(ex. C)
Mineur
terts Majeur
terts
Mineur
akkoord
(ex. Cm)
Majeur
terts Mineur
terts
overmatig akkoord
(ex. Caug)
Majeur
terts
Majeur
terts
Verminderd
akkoord
(ex. Cdim)
Mineur
terts Mineur
terts
61
Het kunnen lezen en schrijven van akkoorden is een makkelijke maar waardevolle vaardigheid.
Akkoorden worden dikwijls genoteerd als een soort afkorting die hen onmiddellijk herkenbaar
maakt (en u de vrijheid geeft om ze met die vingerzetting of ommedraaiing te spelen die u
prefereert). Als u eenmaal het basisprincipe van harmonie en akkoorden begrijpt, is het erg
eenvoudig om deze afkortingen te gebruiken bij het noteren van de akkoorden in een song.
Schrijf eerst de grondtoon van een akkoord in een hoofdletter op. Als u het moet specificeren als
verminderd of vermeerderd, dan schrijft u dat rechts van de grondtoon. Het akkoord type moet
ook aan de rechterkant geschreven worden. Voorbeelden voor de C zijn als volgt:
Een belangrijk punt: Akkoorden zijn samengesteld uit tonen die op elkaar zijn “gestapeld”. De
gestapelde (gelayerde) tonen worden aangegeven als nummers in de naam van het akkoord van
het akkoordsoort - het nummer geeft de afstand aan van de toon vanaf de grondtoon. (Zie het
toetsenbord diagram hieronder.) Het mineur sext akkoord bijvoorbeeld bevat de 6e toon van de
toonladder, de majeur septime akkoord bevat de 7e toon van de toonladder, enz.
De intervallen van de Toonladder
Bestudeer volgend diagram van de C majeur lad-
der goed om een beter begrip te krijgen van de
intervallen en de nummers die gebruikt worden
om ze te weer te geven in een akkoordnaam.
Andere Akkoorden
CDEFGABCDEF
Grond
2e 3e
4e
5e 6e 7e
Octaaf
9e
11e
Dominant 7e
(flatted 7th)
AKKOORDEN NOTEREN
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
CCmCaug Cdim
Voor eenvoudige majeur akkoorden wordt het type weggelaten.
Majeur akkoord Mineur akkoord Overmatig akkoord Verminderd akkoord
Kwint
(5) Kwart
(4)
Csus4
Dominante
septime Verminderd
akkoord
Cm7b5
Mineur
akkoord Sext
(6)
Cm6
9de
C(9)
Vermin-
derde
septime
(dubbel
flatted
septime)
Verminderd
akkoord
* Bbb = A
Cdim7
Septime Majeur
ak-
koord
CM7
Dominante
septime Mineur
ak-
koord
Cm7
Domi-
nante
septime
Majeur
ak-
koord
C7
62
CHORD GUIDE (LETT. AKKOORDENGIDS)
De chord guide functies van de Portatone bevatten krachtige, gemakkelijk
te gebruiken hulpmiddelen bij het leren van akkoorden en akkoordver-
houdingen. De Chord Guide functie kent drie opties: Dictionary, Smart en
EZ Chord.
BELANGRIJK
• Als u op de CHORD GUIDE knop drukt wordt automatisch de automatische begeleiding
geaktiveerd.
• Als u de Stijl mode normaal wilt gebruiken zonder de Chord Guide functie moetu er voor
zorgen dat OFF is geselecteerd, druk om dit te doen:
1) op de STYLE knop om het Stijl knop om de Stijl mode te selecteren.
2) op de CHORD GUIDE knop zodat de stijlnaam in de display verschijnt (in plaats
van “Dict.,” “Smart,” of “EZ”).
Dictionary (woordenboek)
De dictionary type is een belangrijk ingebouwd “akkoordencatalogus” die
de individuele noten en akkoorden toont. Het is ideaal als u de naam van
een bepaald akkoord weet en snel wilt weten hoe u deze moet spelen.
1Selecteer de Dictionary Chord Guide, als de Stijl
mode actief is.
Druk op de CHORD GUIDE knop zodat de “Dict.” in de display
verschijnt.
2Specificeer de grondnoot van het akkoord.
Sla de toets aan op het toetsenbord die correspondeert met de
gewenste grondtoon (zoals afgebeeld op het paneel).
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
Dict.
STYLE
ACMP ON
Druk deze toets om
de grontnoot
G te selecteren
ROOT
G
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
63
3Specificeer het type akkoord (majeur, mineur,
septime, enz.).
Sla de toets aan op het toetsenbord die correspondeert met het
gewenste akkoordtype (zoals afgebeeld op het paneel).
4Speel de akkoord.
Sla het akkoord aan (zoals getoond in de display) in het automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De akkoordnaam
knippert als de correcte noten worden aangeslagen en vastgehouden.
(Ommedraaiingen van veel van de akkoorden worden ook herkend.)
001 116
MEASURE TEMPO
Dict.
STYLE
ACMP ON
M
7
Geeft aan dat noten aangeslagen
worden. Knippert als de correcte noten
worden vastgehouden.
Druk op deze toets om het majeur septime akkoord type (M7)
te selecteren. De display toont de naam van het akkoord, de
individuele akkoorden en de individuele noten — zowel in
notatie als in toetsenbord diagram.
001 116
MEASURE TEMPO
Dict.
STYLE
ACMP ON
M
7
Akkoord naam,
grondtoon en
type)
Notation of chord
Individual notes of
chord (keyboard)
N.B.
Bij een aantal akkoorden
worden niet alle noten
notaties getoond in het
notatiegedeelte van de
display. Dit komt omdat er
niet genoeg ruimte is in de
display.
CHORD TYPE
M7
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
64
Smart
Met het Smart type kunt u de basis toonhoogte van de akkoordbegeleiding
selecteren. Sla, als dit eenmaal is ingesteld, zullen enkele aangeslagen
toetsen in de toonladder automatisch de harmonisch correcte akkoorden
voortbrengen. Als u bijvoorbeeld een D aanslaat, met de toonhoogte
ingesteld in C, is het resultaat een D mineur akkoord resulteren (in plaats
van een harmonisch incorrecte D majeur).
Het Smart type is niet alleen een handige optie bij het gemakkelijk
voortbrengen van allerlei akkoordprogressies in een bepaalde toonhoogte,
het is ook een hulpmiddel bij het leren hoe akkoorden harmonisch in
verhouding staan met elkaar in een bepaalde toonhoogte.
1Selecteer een stijl.
Selecteer één van de stijlen, zoals omschreven in de stappen 1-2 op
pagina 47.
2Selecteer de Smart Chord Guide.
Druk op de CHORD GUIDE knop zodat eventjes “Smart” in de display
verschijnt.
3Stel de gewenste toonhoogte in.
Met de +/- knoppen op het numerieke toetsenbord kunt u door de
beschikbare toonhoogten lopen, en met het numerieke toetsenbord
kunt u direct het corresponderende nummer van de gewenste
toonhoogte invoeren (zie tabel hieronder).
Nummer Toets (display indicatie, huidige toets)
01 #/b=0 (C, or Am)
02 #=1 (G, or Em)
03 #=2 (D, or Bm)
04 #=3 (A, or F#m)
05 #=4 (E, or C#m)
06 #=5 (B, or G#m)
07 #=6 (F#, or D#m)
08 #=7 (C#, or A#m)
Nummer Toets (display indicatie, huidige toets)
09 b=7 (Cb, or Abm)
10 b=6 (Gb, or Ebm)
11 b=5 (Db, or Bbm)
12 b=4 (Ab, or Fm)
13 b=3 (Eb, or Cm)
14 b=2 (Bb, or Gm)
15 b=1 (F, or Dm)
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
56
13
4
2
Smart
STYLE
ACMP ON
#/b=0
STYLE
01
ACMP ON
Geeft de geselecteerde toonladder (laat
het nummer van valse of gedetoneerde
toetsen).
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
65
Selecteer om bijvoorbeeld de volgende muziekpartituur te spelen
nummer 5 waarmee de toonhoogte b=1 (F, or Dm) wordt geselecteerd.
4Speel de begeleiding af en sla enkele noot
akkoorden (grondnoten) aan in het automatische
begeleiding gedeelte.
Start het afspelen van de begeleiding op de gewenste manier. (Zie
voor specifieke instructies over het starten van de begeleiding pagina
48.)
Als de toonhoogte bijvoorbeeld in F majeur staat, worden de
volgende akkoorden geproduceerd bij het aanslaan van de volgende
grondtonen: Om deze akkoorden voort te brengen ...
...moet u deze grondtonen aanslaan
Houd u er rekening mee dat alle mineur akkoorden die passen in F
majeur automatisch geconverteerd worden.
b=1
STYLE
15
Toonhoogte F
FDm Gm Dm
Nr. Display Grondnoot
inducatie C C# (Db) D Eb (D#)E F F# (Gb) G Ab (G#) A Bb (A#)B
01 #/b=0 C C#dim Dm EbEm F F#dim G AbAm BbBm
02 #=1 C C#dim D EbEm F F#mG Abdim Am BbBm
03 #=2 C C#mD Ebdim Em F F#mG Abdim A BbBm
04 #=3 C C#mD Ebdim E F F#mG AbmA Bbdim Bm
05 #=4 C C#mD Ebm E Fdim F#mG AbmA Bbdim B
06 #=5 Cdim C#mD Ebm E Fdim F#GAbmA BbmB
07 #=6 Cdim C#DEbmE Fm F#Gdim AbmA BbmB
08 #=7 Cm C#Ddim EbmE Fm F#Gdim AbABbmB
09 b=7 Cdim C#mD Ebm E Fdim F#GAbmA BbmB
10 b=6 Cdim C#DEbmE Fm F#Gdim AbmA BbmB
11 b=5 Cm C#Ddim EbmE Fm F#Gdim AbABbmB
12 b=4 Cm C#Ddim EbEFmF#Gm AbAdim BbmB
13 b=3 Cm C#Dm EbEdim Fm F#Gm AbAdim BbB
14 b=2 Cm C#Dm EbEdim F F#Gm AbAm BbBdim
15 b=1 C C#Dm EbEm F F#dim Gm AbAm BbBdim
Smart akkoorden lijst
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
66
EZ Akkoord
De EZ Akkoord functie is een buitengewone flexibele en een gemakkelijke
manier van programmeren van halfautomatische begeleiding voor uw spel.
U kunt alle benodigde akkoord wijzigingen van de gehele song opnemen en
vervolgens de akkoorden afspelen in de volgorde die door u is
geprogrammeerd door het aanslaan van één enkele toets in het automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.
Bovendien is de EZ Akkoord een handig hulpmiddel bij het spelen, ideaal bij
het oefenen van rechterhandmelodieën en solotechnieken, en maakt EZ
akkoord het gemakkelijk om akkoordbegeleiding te produceren met uw
linkerhand - zodat u zich kunt concentreren op uw rechterhand.
EZ Akkoord bevat acht verschillende banken (iedere bank bevat 128 akkoord
plekken) waarin u akkoorden kunt opnemen. Met de speciale bank ketting-
functie kunt u alle banken aan elkaar koppelen en kunt u automatisch van
bank verwisselen schuiven zonder uw akkoord progressie te onderbreken.
2Selecteer de EZ Akkoord functie.
Druk, herhaaldelijk als nodig, op de CHORD GUIDE knop totdat “EZ”
verschijnt. Automatische begeleiding wordt automatisch aangezet als
de EZ Akkoord functie wordt geselecteerd.
Als u uw eigen EZ akkoord bank heeft opgenomen (pagina 68) kunt u
deze afspelen op de manier zoals omschreven staat in de stappen
hieronder.
U kunt de EZ akkoord echter nu op uw eigen houtje proberen zonder
uw eigen EZ akkoorden bank op te nemen. Verschillende akkoord
progressies zijn al opgenomen en de EZ akkoor banken 1 en 2,
hierdoor kunt u deze handige functie uitproberenen ideeën opdoen
hoe de EZ Akkoord het betse te gebuiken voor uw spel. (Voor uw
gemak, de partituren van de fabrieks voorgeprogrammeerde banken
1 en 2 zijn gegeven op pagina 107.)
1De stijlmode oproepen en een stijl selecteren.
Selecteer ook een OTS instelling, indien gewenst.
Druk op de STIJL knop en selecteer de gewenste stijl met het
numerieke toetsenbord. (Voor meer informatie over OTS, zie pagina
72.)
CHORD GUIDE
DICTIONARY
SMART
EZ
OFF
EZ
1
STYLE
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
EZ Akkoord — Afspelen
67
3Selecteer de gewenste EZ Akkoorden bank
met het numerieke toetsenbord. Knoppen 1 - 8 selecteren
respectievelijk de EZ Akkoord banken #1 - #8. Knop 9 selecteert de
bank ketting “A-1” bank (zie blok hieronder).
4Start de begeleiding.
Start de begeleiding met één van de methodes omschreven op
pagina 48.
De EZ Akkoord akkoorden kunnen ook afgespeeld worden zonder de
volle (bas en ritme) begeleiding. Sla sta stap #4 over om dit te doen.
5De akkoorden spelen.
Sla, om een akkoord te spelen, één van de toetsen aan in het
automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord aan.
Idere keer als u een enkele toets in het begeleidingsgedeelte van het
toetsenbord aanslaat speelt de EZ Akkoord functie het opgenomen
akkoord af en selecteert automatisch de volgende. (Niet opgenomen
“lege” blokken worden overgeslagen.) Op deze manier kunt u de
timing van de akkoorden met alleen maar één vinger van uw
linkerhand bedienen en nog steeds de krachtige automatische
begeleidingsopties gebruiken om een volledige begeleiding te
creëeren — terwijl u een melodie of solo met uw rechterhand speelt.
HINT
• Selecteer, om de positie
van het eerste akkoord in de
bank te resetten, dezelfde
bank nog een keer door op
de corresponderende
nummer knop van het
toetsenbord te drukken.
• Het begeleidingssplitpunt
kan vrij worden ingesteld,
hierdoor kunt u vaststellen
uit welke toetsen het
automatische
begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord bestaat.
(Zie pagina 59.)
• U kunt met de voetswitch
opeenvolgende akkoorden
selecteren. Hierdoor kunt u
het gehele toetsenbord
bespelen en toch nog de EZ
Akkoord functie gebruiken.
(Zie pagina 91.)
Bank Ketting
Met de speciale bank ketting functie kunt u alle banken aan elkaar koppelen, hierdoor gaat u van de ene bank
automatisch naar de volgende bank letting, zonder uw akkoord progressie te onderbreken. Hiermee kunt u
bijvoorbeeld, zonder u spel te onderbreken van bank te verwisslen, het akkoord programma wijzigen voor de
EZ
A-1
STYLE
Geeft aan dat de bank ketting is
geselecteerd.
gehele set of song.
Ga, om dit te doen, naar stap #3 hierboven (in
“EZ Chord afspelen”) en druk de “9” knop in
van het nummerieke toetsenbord.
006 116
TEMPO
ACMP ON
Ieder donker blok geeft een
opgenomen akkoord aan.
Het huidige geselecteerde
blok knippert.
Akkoord naam
Geeft de akkoord positie aan
(128 zijn er beschikbaar in
een bank).
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
autromatische
begeleiding gedeelte
68
EZ Akkoord — Opname
1Opname aanzetten.
Druk, herhaaldelijk indien nodig, de RECORD knop in totdat EZ
Chord opname is geselecteerd. (“EZ” verschijnt in de display en de
“RECORD”indicatie knippert een paar seconden.)
2Selecteer de gewenste EZ Akkoord bank
met het numerieke toetsenbord. Knoppen 1 - 8 selecteren respectie-
velijk de EZ Chord banken #1 - #8.
3Start de opname.
Als de “RECORD” indicatie stopt met knipperen (en continu brandt),
kunt u de opname starten. Opname van akkoorden in de EZ Akkoord
functie bestaat feitelijk uit drie stappen:
1) Selecteer het gewenste blok met de +/- knoppen.
BELANGRIJK
— De bank
schoonmaken
Alvorens het opnemen, kunt
u alle opgenomen akkoorden
in de geselecteerde Akkoord
bank wissen. Voor instructies
om dit te doen, zie, om dit te
doen, “een EZ bank
schoonmaken“ op pagina
71.
2) Neem, in het geselecteerde blok, het gewenste akkoord op.
U kunt dit doen op één van de volgende manieren:
• Speel Multi Fingering akkoorden in het automatische
begeleidingsgedeelte. (Zie pagina 56.)
• Voer handmatig het grondakkoord en naam van de
ROOT en CHORD TYPE gedeelte van het toetsenbord.
3) Druk op de + knop op het numerieke toetsenbord.
N.B.
Zelfs als u over een
fabireksingestelde EZ
Akkoord bank opneemt
(wissen) kunt u de originele
bank herstellen. (Zie pagina
105.)
Bank nummer Bloknummer (128 in één bank)
3 025
ACMP ON
-
RECORD
M
7
Geeft het
opgenomen
akkoord aan.
3 025
ACMP ON
-
RECORD
Huidige geselecteerde
block knipperd.
Geeft de akkoord
positie aan.
1 — 16 Block
17 — 32 Block
33 — 48 Block
49 — 64 Block
65 — 80 Block
81 — 96 Block
97 — 112 Block
113 — 128 Block
AUTOIMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
RECORD
EZ
3
STYLE
ACMP ON
RECORD
RECORD indicatie knippert kort.
69
Dit neemt werkelijk de akkoord op in het geselecteerde blok en
schuift automatisch naar het volgende blok.
Deze stap is noodzakelijk; het akkoord wordt niet eerder opgenomen
totdat u de + knop indrukt. (Als u de - knop indrukt wordt het vorige
blok geselecteerd zonder het akkoord op te nemen.)
Herhaal, om een reeks akkoorden op te nemen, stappen 2) en 3)
hierboven (Speel een akkoord, selecteer de volgende stap, speel een
ander akkoord selecteer de volgende stap, enz.).
Een Ruimte Opnemen
Selecteer, om blok leeg te laten (om een lege ruimte tussen blokken creëeren), het volgende blok zonder een
akkoord in te voeren. Gebruik, om de rest van een rij leeg te houden en een nieuwe rij te beginnen, de + knop
om naar de eerste blok in de volgende rij te gaan en het opnemen te starten vanaf die positie. (Voor meer
informatie, zie de hint “Ruimte gebruiken” op pagina 70.)
4Stop het opnemen en verlaat de record mode.
Druk, als u klaar bent met opnemen van de akkoorden op de
RECORD knop. Hierdoor verlaat u de record mode en kunt u de
nieuw opgenomen akkoorden afspelen. (Zie pagina 66.)
De Begeleiding spelen tijdens EZ Akkoord opname
Het kan handig zijn voor u om de stijl en automatische begeleiding te horen
tijdens jet opnemen van akkoorden in de EZ Akkoord functie, om dit te doen:
1) Druk op de STYLE knop.
Dit roept eventjes de Stijl mode op, terwijl de EZ Akkoord opname actief
blijft.
2) Selecteer de gewenste stijl.
Selecteer, alvorens het display terug gaat naar EZ Akkoord (een paar
seconden nadat de STYLE knop wordt ingedrukt), met het numerieke
toetsenbord een stijl.
3) Start Het afspelen van de begeleiding.
Druk op de START/STOP knop.
4) Het akkoord opnemen.
Speel het gewenste akkoord in de automatische begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord. Let er op dat het akkoord niet wordt opgenomen totdat
u op de + knop drukt om naar het volgende blok te gaan.
Als u handmatig de
grondakkoord en het
type (zoals omschreven
op pagina 68) invoert
dan klinken de akkoord
en bas begeleiding niet.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
N.B.
70
HINT — Ruimten gebruiken
Als uw akkoordprogressies niet lang zijn en het maximale geheugenruimte van de akkoorden niet belangrijk
voor u is , kunt u voordelig gebruik maken van ruimten tussen de opgenomen blokken. (Let er op dat ruimten
geen effect hebben bij het afspelen; de EZ Akkoord slaat automatisch de ruimte of ruimtes over en speelt het
volgende akkoord.)
• Ongeacht het muziek genre — rock, pop, country, jazz, en zelfs moderne muziek — is de structuur van de
meeste songs en muziek, in maten gesproken, gebaseerd op het getal 4 en het meervoud van 4. Voorbeelden
zijn melodiefrases van vier of acht maten, de polulaire “twaalf maten” blues en coupletten en refreinen van
zestien maten in veel pop songs en jazz klassiekers.
Wat heeft dit te maken met “ruimtes”? Als uw akkoordprogressie strikt deze soort van structuur volgt dan
kunt u de akkoordwijzigingen van ieder gedeelte sectie groeperen in vierde, achtste, twaalfde of zestiende
blok onderdelen. Zoals bijvoorbeeld de eerste song in de illustratie hierboven een zestiende blok groep toont,
gevolgd door een twaalfde blok groep en één van acht.
Een ruimte opnemen:
Druk op de + knop zonder een akkoord op te nemen.
Sommige voordelen om ruimten te gebruiken:
• Plaats één of twee ruimte tussen de opgenomen akkoord blokken — Bijvoorbeeld, tussen de verschillende
secties (verse, chorus, bridge, enz.) van uw song. Hierdoor heeft u een zuiver beeld van waar u bent in uw
song en het maakt het makkelijker om akkoord wijzigingen door te voeren.
• De akkoord progressie van een enkele song kan veel minder als beschikbare 128 okkoord blokken van een
bank bevatten. Let er op dat u niet de gehele bank hoeft te gebruiken voo een enkele song. Sla de resterende
blokken in de laatste rij van de song (met gebruik van de + knop) over en start de opname van de volgende
song in de volgende rij.
3 040-
16 Blokken
12 Blokken
8 Blokken
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
71
Een EZ Akkoord Bank Verwijderen
Met deze handeling kunt u alle opgenomen akkoorden wissen
(verwijderen) in de geselecteerde EZ Akkoorden bank.
1De EZ Akkoorden Opname mode inschakelen.
Druk op de RECORD knop, herhaaldelijk indien nodig, totdat de EZ
Akkoord opname is geselecteerd. (“EZ” verschijnt in de display en de
“RECORD” indicator knippert enkele seconden.)
2Selecteer het gewenste punt waar de akkoorden
verwijderd moeten worden
met de +/- knoppen. Alle akkoorden vanaf het geselecteerde punt
worden gewist.
3De EZ Akkoord Wis functie oproepen.
Wacht voor enkele seconden totdat de “RECORD” indicator stopt
met knipperen en “EZ” verschijnt in de display. Houdt vervolgens de
“0” knop in totdat de “Clear?” prompt verschijnt.
4De Wis functie uitvoeren.
Druk, op de “Clear?” prompt, de + knop (“YES”) om de bank echt te
wissen, of druk of de - knop om te annuleren.
5Verder gaan met opnemen, of de Opname mode
verlaten.
Operation brengt u terug naar EZ Akkoord Opname, hierdoor kunt u
een nieuwe bank of akkoord opnemen. Druk, om de mode te
verlaten, op de RECORD knop.
Clear?
YES
STYLE
ACMP ON
RECORD
AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE
Een Enkel Akkoord wissen
Om een enkele opgenomen akkoord te wissen (verwijderen) in de EZ Akkoord bank:
1) Schakel de EZ Akkoord Opname mode in.
Druk op de RECORD knop, herhaaldelijk indien nodig, totdat de EZ Akkoord opname is geselecteerd.
2) Selecteer het gewenste punt waar het akkoord gewist moet worden.
Gebruik de +/- knoppen.
3) Voer de Clear functie uit.
Sla de c6 Press the C6 toets aan (Hoogste toets van het toetsenbord) om de akkoord data daadwerkelijk
te wissen.
72
ONE TOUCH SETTING — USER
Vier User Banken, met vier verschillende instellingen — dus totaal zestien — zijn er beschikbaar voor
uw eigengemaakte instellingen. Alle zestien User One Touch Settings kunnen verschillende instellingen
van de volgende parameters bevatten:
• Main voice number
• Alle Main voice instellingen (Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, en DSP Level)
• Dual voice number
• Alle Dual voice instellingen (On/Off, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, en DSP Level)
• Split voice nummer
• Alle Split voice instellingen (On/Off, Split Point, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, en DSP Level)
• Reverb Type en On/Off
• Chorus Type en On/Off
• DSP Type en On/Off
• Harmony Type, On/Off, en Volume
• Stijl nummer, en stijl-relateerde instellingen: Begeleiding On/Off, Section (Main A or B), en Begeleidingssplitpunt
• Overall menu instellingen: Tempo, Transponeren, Stemmen, en Begeleidingsvolume
• Voetschakelaar toewijzing
• Aanrakingsgevoeligheid instelling
Een Gebruikers One Touch Setting Opnemen
1Maak alle gewenste instellingen voor de PortaTone.
Bijna alle instellingen van de PortaTone kunnen worden bewaard in
een User knop. Zie voor meer details de lijst hierboven.
2Selecteer de OTS Opname mode.
Druk op de RECORD knop, herhaaldelijk indien nodig, tot “OTS User”
in de bovenkant van de display verschijnt.
ONE TOUCH SETTING (OTS)
3De gewenste bank selecteren.
Selecteer met de +/- knoppen of met het numerieke toetsenbord het
gewenste User bank nummer(1 - 4).
One Touch Setting is een krachtige en handige Stijl mode functie waarmee u
direct vrijwel alle instellingen van de PortaTone opnieuw kunt configuren — met
één druk op de knop. Twee typen One Touch Settings zijn beschikbaar: User
(gebruiker) en preset.
OTS User
1
STYLE
RECORD
RECORD
OTS User
1
STYLE
ACMP ON
RECORD
RECORD knippert eventjes.
73
ONE TOUCH SETTING (OTS)
5De opname mode verlaten.
Druk op de RECORD knop.
Een Gerbuikers One Touch Setting opnieuw oproepen
Als u eenmaal de instellingen heeft opgenomen naar een Gebruikers
knop, kunt u dez instellingen op elk moment opnieuw oproepen.
1De Stijl mode opnieuw oproepen.
Druk op de STYLE knop.
2Druk op de overeenkomstige ONE TOUCH SET-
TING GEBRUIKER knop.
Druk op de USER knop (1 - 4) corresponderend met de gewenste
instelling.
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
116
TEMPO
001
MEASURE
Verschijnt kort om
aan te geven dat
de instellingen zijn
bewaard naar de
OTS Genruyikers
knop 1.
4Selecteer het gewenste Gebruikers nmmer.
Druk de corresponderende USER ONE TOUCH SETTING knop (1 - 4).
Als u dit doet dan neemt deze de instellingen over naar de
geselecteerde knop.
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
116
TEMPO
001
MEASURE
Verschijnt kort
om aan te geven
dart OTS
Gebruikers 1
actief is.
Een Gebruikersbank selecteren
Alvorens een Gebruikers One Touch Setting te selecteren (in stap #2) kunt u een andere bank willen selecteren.
Om dit te doen:
1) Selecteer Functie #41. (Druk op de FUNCTION knop, Gebruik dan de +/- knoppen of het numerieke
toetsenbord om #41 te selecteren.)
2) Selecteer, nadat de “FUNCTION“ indicator topt met knipperen, de gewenste bank nummer met dew
+/- knoppen of het numerieke toetsenbord.
74
Preset One Touch Settings worden op een beetje andere manier gebruikt dan de User instellingen.
Selecteer eerst een stijl, vervolgens selecteer een Preset OTS. De Preset A en B instellingen zijn
speciaal geprogrammerd in de fabriek te passen bij de geselecteerde stijl. Dit betekent dat u een stijl
kunt selecteren die u wilt, vervolgens een preset kunt selecteren die de beste voice, effecten en andere
instellingen voor die stijl bevat.
3Speel de begeleiding.
Aangezien zowel Sync-Start en de begeleiding automatisch worden
geaktiveerd als de One Touch Setting aanstaat, start het aanslaan van
een toets of een akkoord in het automatische begeleidingsgedeelte
de begeleiding.
ONE TOUCH SETTING (OTS)
Een Preset One Touch Setting Selecteren
1Selecteer een stijl.
Selecteer één van de stijlen, zoals omschreven in stappen 1 - 2 op pagina 47.
2Druk op de overeenkomstige ONE TOUCH SET-
TING PRESET knop.
Druk de PRESET knop (A, B) corresponderend met de gewenste instelling.
ONE TOUCH SETTING
1234A
PRESETUSER
B
Verschijnt eventjes
om aan te gevan
dat OTS Preset A
aktief is.
116
TEMPO
001
MEASURE
ONE TOUCH SETTING — PRESET
• Main voice nummer
• Alle Main voice instellingen (Volume, Octaaf, Pan, Reverb Level, Chorus Level en DSP Level)
• Dual voice nummer
• Alle Dual voice instellingen (On/Off, Volume, Octaaf, Pan, Reverb Level, Chorus Level en DSP Level)
• Split voice number
• Alle Split voice instellingen (Volume, Octaaf, Pan, Reverb Level, Chorus Level en DSP Level)
• Reverb Type en On/Off
• Chorus Type en On/Off
• DSP Type en On/Off
• Harmony Type, On/Off enVolume
• Stijle-relateerde instellingen: Begeleiding On/Off, Sectie (Main A or B) en begeleidingssplitpunt
• Overall menu settings: Tempo, Transponeren, Stemmen, en Begeleidingsvolume
• Voetschakelaar toewijzing
• Aanrakingsgevoeligheid (Touch Sensitivity) instelling
75
SELECTEREN EN SPELEN VAN SONGS -
DE SONG MODE
SELECTEER EEN SONG EN SPEEL DEZE AF
1Selecteer de Song mode.
Druk op de SONG knop.
FUNCTION SONG STYLE VOICE
De Song mode bevat zes songs — drie demo’s die zijn gecreëerd met de rijke en
dynamische geluiden van de PortaTone en drie User Songs (lett. gebruikers-
songs) waarin zelf iets op kunt nemen.
De demo’s zijn hoofdzakelijk voor uw plezier; alhoewel u tijdens het afspelen van de demo’s ook mee
kunt spelen op het toetsenbord.
De User Songs zijn “leeg” en kunnen niet worden afgespeeld voordat er iets in wordt opgenomen.
(Zie voor instructies over het opnemen van uw eigen songs pagina 79.)
Song afspeel display
003
008 205
MEASURE TEMPO
Rockin'
SONG
1 62 3 4 5
Huidige maat
Tijdens het afspelen van User
songs met gebruik van begelei-
ding, tonen deze de noten en
de namen van het huidige
akkoord.
“Level meters” tonen performance
data die is opgenomen in de
verschillende tracks.
Geeft de tracks aan die momenteel worden afge-
speeld. (Deze kunnen beurtelings worden ge-mute
en worden aangezet tijdens het afspelen door op de
corresponding SONG MEMORY knoppen te druk-
ken.)
Geeft aan dat de song
mode is geselecteerd
003
Rockin'
SONG
Song naam en nummer
76
3Start de geselecteerde song.
Druk op de START/STOP knop. Als de song wordt afgespeeld worden de
maat en de akkoorden getoond in de display.
4Herhaal, als u een andere song wilt selecteren, stap
2 hierboven.
5Stop de song.
Druk op de START/STOP knop. Als het afspelen gestart was door het in-
drukken van de START/STOP knop, dan stopt de geselecteerde stop onmid-
dellijk.
N.B.
• U kunt met de huidige
geselecteerde voice, of zelfs
met een andere geselec-
teerde voice meespelen met
de song. Roep de Voice
mode op tijdens het
afspelen van de song en
selecteer de gewenste voice.
• Deze functie kan ook
bediend worden met een
aangesloten voetschakelaar.
(Zie pagina 91.)
HET TEMPO WIJZIGEN
Het tempo van het afspelen van de song (en stijl) kan gewijzigd worden
over een bereik van 32-280 bpm (beats per minute).
1De Tempo functie selecteren in het Overall menu.
Druk één van de OVERALL
/
knoppen, herhaaldelijk indien nodig, totdat
“Tempo” in de display verschijnt.
Huidige Tempo waarde
Geeft aan dat Tempo
is geselecteerd
225
Tempo
SONG
TEMPO
SONGS SELECTEREN EN SPELEN — DE SONG MODE
AUTO FILL
MAIN A
INTRO/
ENDING rit.
START/
STOP
SYNC-
START MAIN B
ACMP
ON/OFF
2Selecteer het gewenste song nummer
met het numerieke toetsenbord.
Song nummers kunnen op dezelfde manier geselec-
teerd worden als de voices (zie pagina 28). Selec-
teer het songnummer direct met het numerieke
toetsenbord, loop met de +/- knoppen omhoog en
omlaag door de songs, of druk op de SONG knop
om door de song nummers te lopen.
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
56
13
4
2
DEMO START
77
DEMO START
Verlaagt de Tempo
waarde
Verhoogt de
Tempo waarde
2Wijzig de waarde.
Verhoog of verlaag met de OVERALL +/- knoppen de Tempo waarde. Houdt
u constant één van de knoppen in dan verhoogt of verlaagt de waarde in
hoog tempo.
De Standaard Tempo Waarde opnieuw oproepen
Iedere song en stijl heeft een standaard tempo. Als u het tempo gewijzigd
heeft, kunt u de originele instelling opnieuw oproepen door tegelijkertijd de
beide OVERALL +/- knoppen in te drukken (terwijl het Tempo is geselecteerd
in het Overall menu).
Selecteert u een andere song of stijl, dan wordt ook het tempo van een
song of stijl naar de standaard waarde teruggezet. (Het ingestelde tempo
blijft, echter, als tussen stijlen wisselt tijdens het afspelen.) Als u de
PortaTone aanzet Wordt het tempo automatisch ingesteld op 116 bpm.
OVER DE BEAT DISPLAY
Dit gedeelte van de display toont op overzichtelijke wijze het ritme van de
song en de stijl van afspelen. De donkere balken onder het naamgedeelte
in de display knippert op de maat. De eerste balk geeft de eerste tel van de
maat aan, en de andere balken knipperen beurtelings om de volgende
maten aan te geven.
SONGS SELECTEREN EN SPELEN — DE SONG MODE
Eerste tel van de maat
003
Rockin'
SONG
Tweede tel
Derde tel
Vierde tel
78
DEMO START
Verlaagd de Song
Volume waarde
Verhoogt de Song
Volume waarde
DEMO START
Het volume van het afspelen kan worden gewijzigd. Deze volume parame-
ter heeft alleen invloed op de song volume. Het volume bereik loopt van
000 - 127.
1Het Song volume selecteren in het Overall menu.
Druk één van de OVERALL
/
knoppen, herhaaldelijk indien nodig, in
totdat er “SongVol” in de display verschijnt.
HET SONG VOLUME WIJZIGEN
2De waarde wijzigen.
Met de OVERALL +/- knoppen kunt u Song Volume waarde verhogen of
verlagen. Houdt u constant één van de knoppen in dan verhoogt of ver-
laagt u de waarde in hoog tempo.
De Standaard waarde opnieuw oproepen
Druk, om de standaard Song Volume waarde (100) opnieuw op te roepen,
beide OVERALL +/- knoppen tegelijkertijd in (als Song Volume is geselec-
teerd in het Overall menu).
N.B.
Het Song Volume kan niet
gewijzigd worden als de
Song mode niet actief is.
(Deze functie wordt
begeleiding Volume als de
Stijl mode actief is.)
SONGS SELECTEREN EN SPELEN — DE SONG MODE
Huidige Song Volume
waarde
Geeft aan dat de
Song Volume is
geselecteerd
100
001 205
MEASURE TEMPO
SongVol
SONG
1 62 3 4 5
ACMP/SONG
VOLUME
79
SONG OPNAME
De PortaTone bevat een krachtige en gemakkelijk te gebruiken opname functie
waarmee u alles wat u speelt op het toetsenbord kunt opnemen — gebruik-
makend van zes verschillende tracks — om zo uw eigen complete composities te
creëeren. Tot drie user songs kunnen worden opgenomen en bewaard. Er zijn
twee opname modes: Realtime en Step.
Realtime opname is gelijk aan het gebruik van
een tape recorder; wat u op het toestenbord speelt
wordt rechtstreeks opgenomen als u het speelt.
Als u opvolgende delen in andere tracks opneemt
kunt u het eerder opgenomen deel horen tijdens
het opnemen van een nieuwe track.
Met Step opname kunt u de noten individueel
invoeren. Het is alszodanig gelijk aan het schrijven
van noten op muziekpapier; elke noot wordt noot
voor noot ingevoerd.
Iedere methode heeft zijn eigen voordelen en
toepassingen. Stap opname is bijzonder precies
en handig bij het invoeren van noten wiens plaats,
ritmische waarde en velocity vastgelegd of conse-
quent zijn — zoals individuele drumgedeelten in
een ritme patroon, of enkele noten in een
syncopisch basgedeelte. Het is bovendien een
exacte methode bij het opnemen van snelle of
complexe passages die moeilijk of onmogelijk zijn
om realtime op te nemen. Realtime opnamen aan
de andere kant, “vangt” het beste het natuurlijke
gevoel van uw spel, aangezien u speelt en
tegelijkertijd hoort wat u opneemt.
Welke methode u gebruikt hangt gedeeltelijk af
van het soort van muziek u wilt creëeren en
gedeeltelijk van uw eigen voorkeuren. U kan zelfs
beide methoden gebruiken in een compositie. U
kunt bijvoorbeeld realtime een basis song
bruggetje op track 1 opnemen en vervolgens de
“preciese” gedeelten op andere plekken in de
compositie Step opnemen (en zelfs misschien track
1 opnieuw opnemen, als alle andere gedeelten
klaar zijn). Zo kunt u ook basisriffs en patronen
step opnemen en vervolgens melodieën en
verfraaingen in realtime aanbrengen.
N.B.
Let er op dat alle opneemhandelingen data “vervangt”. Met
andere woorden, als u een track opneemt in een track die al
opgenomen data bevat, dan wordt alle vorige opgenomen data
in de track gewist en vervangen door de nieuwere
opgenomen data.
004
001 116
MEASURE TEMPO
RealTime
SONG
RECORD
004
001 116
MEASURE TEMPO
Step
SONG
RECORD
OTS User
1
RECORD
001 116
TEMPO
EZ
1
RECORD
001 116
TEMPO RECORD
SONG
SONG
Iedere druk op de RECORD knop voert u
door de vier opname modes — Realtime,
Step, OTS en EZ Chord. (De OTS en EZ
Akkoord modes hebben niets te maken met
Song opname; ze worden omschreven op
resp. pagina’s 72 en 68.)
80
In het kort, de basis handeling voor opname is:
1) Maak alle gewenste PortaTone instellingen.
2) Selecteer de Realtime Record mode.
3) Selecteer een Gebruikers song voor opname.
4) Selecteer een track nummer.
5) Start de opname.
6) Stop de opname.
7) Luister naar de nieuwe opname.
8) Naar andere tracks opnemen indien gewenst.
9) De Record mode verlaten.
EEN USER SONG OPNEMEN — REALTIME OPNAME
1Maak alle gewenste PortaTone instellingen.
Alvorens u echt begint op te nemen, dient u een aantal instellingen voor de
song te maken — zoals een stijl, het insetllen van het tempo en het
selecteren van een voice. (Zie pagina’s 47, 76 en 27.)
Door een stijl te selecteren kunt u de geavanceerde begeleidings-
onderdelen als delen van uw song gebruiken. Op deze manier hoeft u
alleen maar akkoorden spelen waarop de PortaTone automatisch de
overeenkomstige bas- en akkoordbegeleiding creërt . (Zie voor meer
informatie over automatische begeleiding pagina 52.)
Stel, indien gewenst, ook andere instellingen in. Zie de lijst hierboven voor
instellingen die in een song kunnen worden opgenomen.
SONG OPNAME
De data die kan worden opgenomen naar normale
(melodie) tracks:
• Noot uit/aan
• Velocity
• Main voice instelling (Voice Nummer*, Volume*,
Octaaf, Pan*, Reverb Send Level, Chorus Send Level,
DSP Send Level)
• Dual voice instelling (Voice Nummer*, Volume*,
Octaaf, Pan*, Reverb Send Level, Chorus Send Level,
DSP Send Level)
• Reverb aan/uit, Reverb Type*
• Chorus aan/uit, Chorus Type*
• DSP aan/uit, DSP Type*
• Harmony aan/uit, Harmony Type
• Sustain aan/uit
• Tempo*, Time Signature* (als er niet zulke data in
de Akkoorden track aanwezig is)
Data die kan worden opgenomen naar de Akkoorden track:
• Stijlnummer*
• Akkoord wijzigingen en timing
• Gedeelten wijzigingen (Intro, Main A/B, enz.)
• Begeleiding volume*
• Tempo, Time Signature*
* Deze instellingen kunnen slechts eenmaal opgenomen
worden aan het begin van een song; andere instellingen
kunnen gewijzigd worden in het midden van een song.
81
2Selecteer de Realtime Opname mode.
Druk, indien nodig, op de RECORD knop tot “RealTime” in de display
verschijnt.
3Selecteer een User song voor
opname.
Selecteer met het numerieke toetsenbord, de
gewenste song: User 1 (004), User 2 (005) of User 3
(006).
User songnummers kunnen op dezelfde manier
geselecteerd worden als de voices (zie pagina 28). U
kunt met het numerieke toetsenbord direct het song-
nummer invoeren, met de +/- knoppen kunt u
omhoog en omlaag door de songs lopen, en u kunt
drukken op de SONG knop om door de songnummers te lopen.
N.B.
Realtime en Step opnamen
kunnen samen worden
gebruikt in dezelfde song,
maar niet in dezelfde track.
SONG OPNAME
De Metronoom gebruiken
U kunt, indien gewenst, de Metronoom gebruiken in plaats van een stijl. Hierdoor
kunt u tijdens het spelen in de maat blijven, zelfs tijdens het opnemen zonder
ritmische begeleiding. Druk, om dit te doen, op de METRONOME knop alvorens op
te nemen in stap #5 hieronder. Speel, nadat de song compleet is opgenomen, de
song af met uitgeschakelde Metronoom.
YESNO
0
velocity
7 8
rest
9
3
13
4
2
56
BWD FWD
4Selecteer een track nummer.
Druk op de SONG MEMORY knop die correspondeert met de gewenste
track. (Deze stap is optioneel; de PortaTone selecteert automatisch de
eerste beschikbare track. Als er geen songdata beschikbaar is wordt
automatisch track 1 geselecteerd.)
SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
RECORD
RECORD indicatie knippert even,
daarna blijft deze opgelicht op te
laten zien dat de opname standby
staat.
004
001 116
MEASURE TEMPO
RealTime
SONG
RECORD
82
5Start opnemen.
Als de “RECORD“ indicatie stopt met knipperen en de beatbalken en de
tracknummers beginnen te knipperen, kunt u het opnemen starten door op
het toetsenbord te spelen (of door op de START/STOP knop te drukken).
Opnemen in de Akkoord Track
Een speciale Akkoord track is beschikbaar voor het opnemen van
begeleidingsdata. Dit wordt automatisch opgenomen in de Akkoord
track (track 6). Druk, om de Akkoord track te selecteren en de
begeleiding aan te zetten, op de ACMP ON/OFF knop.
U kunt ook tegelijkertijd één van de melodie tracks (1 - 5) en de
Akkoord track (6) opnemen.
SONG OPNAME
001 116
MEASURE TEMPO
1
RECORD
ACMP ON
CHORD
N.B.
Als de begeleiding al uistaat
alvorens u naar de Opname
mode gaat, dan wordt de
akkoordentrack automa-
tisch geselecteerd.
Druk, als u uw gedeelte wilt oefenen alvorens op te nemen, op de SYNC-
START knop om Sync-Start uit te zetten. Druk, na het oefenen, nog een
keer op de SYNC-START om deze weer aan te zetten.
Druk, als u de opname op dit punt wilt annuleren, nog een keer op de
RECORD knop.
N.B.
Deze functie kan ook
worden bediend met een
aangesloten voetschakelaar.
(Zie pagina 91.)
INT
R
EN
D
START/
STOP
SYNC-
START
ACMP
ON/OFF
00
001 116
MEASURE TEMPO
SONG
1
RECORD
ACMP ON
CHORD
Geeft Record standby
aan. Knipperende beat
balken geven aan dat
Sync-Start on (aan)
staat.
Wanneer de Akkoord track opnemen
Sla, terwijl Sync-Start aanstaat, de eerste akkoorden van de song aan
in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De
begeleiding begint automatisch en u kunt gaan opnemen, door
akkoorden in de maat met de begeleiding aan te slaan.
6Stop de opname.
Druk, nadat u klaar bent met het spelen van het gedeelte, op de START/
STOP knop.
83
Extra Handelingen
Tracks Mute’n Tijdens het Afspelen
Als de opname op enable staat, kunt u naar wens verschillende tracks mute’n (tijdelijk uitschakelen). Dit is handig
als u, tijdens het opnemen, een bepaalde track, en geen anderen, duidelijk wilt horen. U kunt ook mute’n tijdens
het afspelen. Druk, om te mute’n, op de corresponderende SONG MEMORY knop, herhaaldelijk indien nodig,
totdat het gewenste tracknummer in de display uitstaat.
Met iedere druk op een SONG MEMORY knop (als het afspelen is gestopt) loopt u door de volgende instellingen:
SONG OPNAME
Opnieuw opnemen van een Track
als u een fout heeft gemaakt en u wenst een track opnieuw op te nemen:
Druk, herhaaldelijk indien nodig, op de corresponderende SONG MEMORY knop totdat het gewenste track
nummer in de display knippert (Geeft aan dat de opname van die track op standby staat). Aangezien dit de
Sync-Start uitzet, moet u op de SYNC-START knop drukken om Sync-Start opnieuw aan te zetten,
vervolgens de opname starten (zoals is uitgelegd i n stap #5 hierboven). Nu kunt u op START/STOP knop
drukken om de opname te starten.
Een Enkele Track Wissen
Als u één enkele track wilt wissen zonder de gehele song te wissen (in de Song Clear handeling, pagina 90):
1) Druk op de RECORD knop.
2) Selecteer de gewenste track (Met de corresponderende SONG MEMORY knop).
3) Druk éénmaal op de START/STOP knop om de opname te starten en nog een keer om te stoppen
(zonder op de toetsen te drukken). Dit wist alle ovorige data en creëert een lege track.
Tracknummer knippert — de Track neemt op.*
* Kan niet geselecteerd worden tijdens afspelen.
001 116
MEASURE TEMPO
1CHORD
Track nummer uit — Track is gedempt.
Track nummer aan — Track speelt af.
7Naar uw nieuwe opname luisteren.
Druk, om de song vanaf het begin te spelen, nog een keer op de START/
STOP knop. Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song, en
wanneer de START/STOP knop nog een keer wordt ingedrukt.
9De Opname mode verlaten.
Druk op de RECORD knop.
8Opnemen op een andere gewenste track.
Herhaal, om dit te doen, de stappen #4 - #7 hierboven. U zult we merken
dat, als u op de SONG MEMORY knop drukt die correspondeert met de
gewenste track, het tracknummer in de display knippert.
84
SONG OPNAME
EEN USER SONG OPNEMEN — STEP OPNAME
De basis stappen van Step opname zijn gelijk aan die van Realtime opname. In het kort zijn deze basis
handelingen:
1) Maak alle gewenste PortaTone instellingen.
2) Selecteer de Step Record mode.
3) Selecteer een Gebruikers song voor opname.
4) Selecteer een track nummer.
5) Start het opnemen. Voer individueel noten en rustpunten, speel de song soms af om de
resultaten te horen.
6) Luister naar uw nieuwe opname.
7) Neem andere tracks op indien gewenst.
8) De Record mode verlaten.
2Selecteer de Stap Opname mode.
Druk, herhaaldelijk indien nodig, op de RECORD knop, tot “Step” in de
bovenkant van de display verschijnt.
1Maak alle gewenste PortaTone instellingen.
Deze handeling is hetzelfde als die bij Realtime opnemen (pagina 80).
N.B.
Realtime en Stap opname
methodes samen gebruikt
worden in dezelfde song,
maar niet in dezelfde track.
De data die kan worden opgenomen naar normale
(melodie) tracks:
• Noot aan/uit
• Velocity**
• Main voice instellingen (Voice Number*, Volume*,
Octave, Pan*, Reverb Send Level*, Chorus Send
Level*, DSP Send Level*)
• Dual voice instellingen (Voice Number*, Volume*,
Octave, Pan*, Reverb Send Level*, Chorus Send
Level*, DSP Send Level*)
• Reverb aan/uit, Reverb Type*
• Chorus aan/uit, Chorus Type*
• DSP aan/uit, DSP Type*
• Tempo*, Time Signature* (als er niet zulke data in
de Akkoorden track aanwezig is)
Data die kan worden opgenomen naar de Akkoorden track:
• Stijl nummer*
• Akkoord wijzigingen en timing
• Gedeelte wijzigingen (Intro, Main A/B, enz.)
• Begeleiding Volume*
• Tempo*, Time Signature*
* Deze instellingen kunnen eenmaal worden opgenomen
aan het begin van een song; andere instellingen kunnen
gewijzigd worden in het midden van een song.
** Alle noten worden met dezelfde velocity ingevoerd;
alhoewel dit op verschillende manieren gewijzigd kan
worden met de Velocity Curve functie (pagina 89).
004
001
MEASURE
Step
SONG
RECORD
116
TEMPO
RECORD indicatie
knippert even, daarna
blijft deze opgelicht
op te laten zien dat
de opname standby
staat.
85
SONG OPNAME
3een User song selecteren voor opname.
Deze handeling is hetzelfde als bij Realtime opnamen (pagina 81).
001
MEASURE
1
RECORD
ACMP ON
CHORD
101-
N.B.
• In tegenstelling tot
Realtime opname, kunt u
met Step opname alleen één
track per keer opnemen; de
akkoord track kan niet
tegelijkertijd met een andere
track worden opgenomen.
• Als de begeleiding al
uitstaat alvorens de
Opname mode in te gaan,
wordt de Akkoord track
automatsich geselecteerd.
SONG MEMORY
1 2 3 4 5 6/CHORD
INT
R
EN
D
START/
STOP
SYNC-
START
ACMP
ON/OFF
5Opname starten.
Als de RECORD indicatie stopt met knipperen en het tracknummer begint
te knipperen, dan kunt u het opnemen starten. Neem elke noot (of
akkoorden) individueel op zoals hieronder omschreven:
N.B.
Meer als één noot kan per
keer worden opgenomen;
alhoewel alleen de laatste
ingedrukte noot verschijnt
in de display.
Noten opnemen
1) Selecteer de gewenste positie in de song (maat/tel) met de
+/- knoppen. (Iedere druk op de knop brengt u één tel voor- of
achterwaarts.)
2) sla de gewenste toets of toetsen aan. (De noot naam wordt
getoond in de bovenkant van de display.)
Als u akkoorden in de Akkoorden track opneemt, moet u even
kijken of de begeleiding aanstaat, en waarop u het gewenste
akkoord aan kunt slaan in het begeleidingsgedeelte van het
toetsenbord.
4Selecteer een track nummer.
Druk op de SONG MEMORY knop die correspondeert met de gewenste
track. (Deze stap is optioneel; de PortaTone selecteert automatisch de
eerste beschikbare track. Als er geen song data is wordt automatisch track 1
geselecteerd.)
Opname naar de Akkoord Track
Een speciale Akkoord track is beschikbaar voor het opnemen van
begeleiding data. Dit wordt automatsich opgenomen op de Akkoord
track (track 6). Druk, om de Akkoord track te selecteren en de
begeleiding aan te zetten, op de ACMP ON/OFF knop.
86
De beat balken geven ook de huidige opnamepositie weer (als tel in
de maat).
De noot wordt automatisch ingevoerd en Step opname verplaatst
zich naar de volgende beschikbare positie. Bijvoorbeeld, als een hele
noot aan het begin van de maat 1 wordt ingevoerd dan is de
volgende positie het begin van maat 2.
U kunt, zoals hierboven al vermeld werd, met de +/- knoppen vooruit
en achteruit door de track wandelen. Hiermee kunt u door de noten
lopen, en deze beluisteren.
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
56
13
4
2
SONG OPNAME
q(96 Clicks) q(96 Clicks) q(96 Clicks) q(96 Clicks)
Maat (384 Clicks)
Tel Tel Tel Tel
Noot waarde
Noot naam
Maat nummer Clicks
004
001 201
MEASURE
C3
SONG
RECORD
1
-
Beat (tel)
balken
Tel nummer
3) Selecteer de noot (tijd) waarde met het numerieke
toetsenbord. (De nootwaarde wordt weergegeven als een ikoon
in de display.)
Sla bijvoorbeeld een centrale C aan en druk de “4” knop in (1/8
noot).
87
SONG OPNAME
=+
Triplets en Dotted Noten opnemen:
1) Druk, op de gewenste positie, op de corresponderende numerieke
toetsenbord knop (“7” voor dotted of “9” voor triplets).
2) Druk op de numerieke toetsenbord knop voor de gewenste noot
waarde.
Extra Handelingen
Akkoorden en Secties in een Akkoordtrack opnemen:
1) Sla een akkoord aan in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.
(“Chord“ en de akkoordnaam verschijnt in de display.)
N.B.
• Het intro gedeelte kan
alleen worden
opgenomen aan het
begin van een song.
• Als een endinggedeelte
is geselecteerd kunnen
er geen verdere noten
worden opgenomen.
Akkoorden kunnen handmatig ingevoerd worden (met de Dictionary
functie), of gespeeld worden met Multi Fingering. (Zie pagina 62, 56.)
2) Selecteer een gedeelte door op de corresponderende knop te drukken.
als u een intro of een ending gedeelte hebt geselecteerd is de lengte
bepaald en hoeft deze niet in stap 3 hieronder ingevoerd te worden.
3) Selecteer de noot (tijd) waarde met het numerieke toestenbord.
N.B.
Triolen zijn drie noten in
een enkele tel — met
andere woorden, één tel
is opgedeelt in drie
gelijke delen. Iedere
noot (of rust) van een
triool moet appart
worden ingevoerd.
N.B.
Dotted noten verlengen
de lengte van een halve
noot een half — met
andere woorden, de
lengte van een dotted
noot is een achtste noot
plus een zestiende noot.
74
+
4
+
9
3
YES
FWD
NO
BWD
0
velocity
8
rest
7 9
3
Dotted noot
Triool
Drie achtste-noot triool (in
een vierde-noot tel).
twee achtste noten (in een
virede-noot tel).
ACMP ON
RECORD
M
7
8
rest
4
+
Rustpunten opnemen:
1) Selecteer de gewenste positie in de song met de +/- knoppen.
2) Druk de “8” (rust) knop in op het numerieke toetsenbord.
3) Druk, als u een dot rust of een triool rust wilt opnemen, op de
toegewezen numerieke toetsenbordknop (“7” voor punt of “9” voor
triolen).
4) Druk op het numerieke toetsenbordknop (1 - 6) die correspondeert met
de gewenste rustwaarde. (De gespecificeerde rustwaarde verschijnt in de
display.)
HINT
Als u meer als twee of
meer achtereenvolgende
rusten invoert, kunt u
met de + knop door de
track wandelen (voor de
gewenste aantal tellen
rust). Dit bespaart u
het probleem van
herhaaldelijk invoeren
van rusten als er
meerdere tellen of
maten stilte tussen de
noten zitten.
5) Neem, na het opnemen van de gewenste rust waarde(n), de volgende
noot op.
001 201
MEASURE
1
-
Rustwaarde icoon (achtste-noot
rust)
88
SONG OPNAME
PAS OP
Deze handeling
verwijdert alle vorige
opgenomen noten die
gevolgd wordt door de
geplaatste noot. Let er
op dat u alle volgende
gewenste noten
verwijdert alvorens de
geselecteerde noten of
rustpunten echt te
vervangen.
Een Noot of Rust Vervangen
Als u een noot of rust wilt vervangen die u net heeft opgenomen, kunt u
deze gemakkelijk vervangen met een nieuwe. Om dit te doen:
1) Selecteer de gewenste positie in de song met de +/- knoppen.
2) Sla de nieuwe toon aan op het toetsenbord (of de toegewezen
rust waarde knop op het numerieke toetsenbord).
3) Voer een nieuwe noot waarde in op het numerieke toetsenbord.
(Voer, indien gewenst, een dotted of een triool noot eerst in.)
4) Druk, na de “Delete?” melding op de + knop. Druk, om te
annuleren, op de - knop.
6Luister naar uw nieuwe opname.
U kunt de gehele step opgenomen track op ieder moment afluisteren door
op de START/STOP knop te drukken. De track waar u op werkt speelt af
(totdat deze gestopt wordt) en keert terug in Step opname naar de
volgende positie.
Let er op, dat dit alleen de geselecteerde track afspeelt. Verlaat, om alle
tracks van de song te beluisteren, de Step opname (druk op de RECORD
knop) en druk op de START/STOP knop om het afspelen van de song te
starten.
7Het opnemen op een andere track.
Herhaal, om dit te doen, de stappen #4 - #6 hierboven. Let er op dat als u
de SONG MEMORY knop indrukt die correspondeert met de gewenste
track, het tracknummer in de display knippert.
8De Record mode verlaten.
Deze handeling is hetzelfde als stap #9 van opname (pagina 83).
89
SONG OPNAME
Velocity Curves invoeren
In Step opname, worden alle noten met dezelfde velocity of volume opgenomen. Gebruik, om een
Step opgenomen track natuurlijker te laten klinken of sommige dynamische wijzigingen te creëeren,
de Velocity Curve functie.
1) Selecteer de eerste noot die beïnvloed moet worden door de Velocity Curve (met de +/-
knoppen of het numerieke toetsenbord). Van alle opvolgende noten wordt de velocity aangepast.
2) Houdt tegelijkertijd de VELOCITY knop (“0” op het numerieke toetsenbord) ingedrukt en
druk op + of - om de gewenste Velocity Curve te selecteren.
YESNO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
FWD
3) Druk na de “Change?” meld-
ing op de + knop (“YES”) om
daadwerkelijk de geselecteerde
Velocity Curve in te voeren, of
druk op de - knop om de
handeling te annuleren.
Velocity Curve Chart
Mezzoforte
Dit stelt alle opvolgende noten in op een
velocity waarde van 80.
Forte
Dit stelt alle opvolgende noten in op een
velocity waarde van 100.
Fortissimo
Dit stelt alle opvolgende noten in op een
velocity waarde van 120.
Mezzopiano
Dit stelt alle opvolgende noten in op een
velocity waarde van 60.
Piano
Dit stelt alle opvolgende noten in op een
velocity waarde van 40.
Pianissimo
Dit stelt alle opvolgende noten in op een
velocity waarde van 20.
Crescendo 1
Dit creëert een twee maat crescendo, beginnende
met de huidige velocity op de geselecteerde noot
en eindigend met een velocity verhoging van 40.
Crescendo 2
Dit creëert een twee maat crescendo, beginnende
met de huidige velocity op de geselecteerde noot
en eindigend met een velocity verhoging van 20.
Crescendo 3
Dit creëert een twee maat crescendo, beginnende
met de huidige velocity op de geselecteerde noot
en eindigend met een velocity verhoging van 10.
Display Type/Omschrijving
Diminuendo 1
Dit creëert een twee maat diminuendo, beginnende
met de huidige velocity op de geselecteerde noot en
eindigend met een velocity verhoging van 40.
Diminuendo 2
Dit creëert een twee maat diminuendo, beginnende
met de huidige velocity op de geselecteerde noot en
eindigend met een velocity verhoging van 20.
Diminuendo 3
Dit creëert een twee maat diminuendo, beginnende
met de huidige velocity op de geselecteerde noot en
eindigend met een velocity verhoging van 10.
Accent 1
Dit verhoogt de velocity van eerste noten (1e
tel) van alle maten met 30. (Display ikoon
presenteert twee maten.)
Accent 2
Dit verhoogt de velocity van eerste noten en
haverwege punten van alle maten met 30.
(Display ikoon presenteert twee maten.)
Triangle wave
Dit verhoogt en verlaagt geleidelijk wisselend
de velocity met 30 in een patroon van een
driehoek golf. De golf herhaalt elke twee maten
door de track heen. (Display ikoon presenteert
twee maten.)
Square wave
Dit verhoogt en verlaagt geleidelijk wisselend
de velocity met 30 in een patroon van een
rechthoek golf. De golf herhaalt elke twee
maten door de track heen. (Display ikoon
presenteert twee maten.)
Display Type/Omschrijving
N.B.
u kunt een Velocity Curve specificeren in het midden
van een track ALVORENS het opnemen van de noten
waarvan de Curve invloed heeft. Selecteer, om dit te
doen, de laatste noot van de track (met de +/-
knoppen) en voer vervolgens de gewenste Velocity
Curve in. In dit geval wordt de Velocity Curve NIET
aan de laatste noot toegevoegd maar aan alle
daarop volgende ingevoerde noten.
001 201
MEASURE
1
-
Geselecteerde Velocity Curve
verschijnt als ikoon in display.
YESNO
7 8
rest
9
3
FWDBWD
0
velocity
90
EEN SONG WISSEN
De song wis functie (in de Functie parameters) wist compleet alle opgenomen
data van alle tracks of een geselecteerde User song. Gebruik deze functie alleen als
u er zeker van bent dat u een song wilt wissen en een nieuwe song wilt opnemen.
1Selecteer de Functie mode.
Druk op de FUNCTIE knop.
2Selecteer de Functie parameter (61 - 63) die
correspondeert met de song die u wilt wissen.
Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numeriek
toetsenbord het gewenste Functie parameter nummer:
• 61 — Wis song #1 (“F61 USng1Clr”)
• 62 — Wis song #2 (“F62 USng2Clr”)
• 63 — Wis song #3 (“F63 USng3Clr”)
N.B.
Deze parameter nummers
kunnen op dezelfde manier
geselecteerd worden als de
voices (zie pagina 28). U
kunt met het numerieke
toetsenbord direct het
nummer in voeren, met de
+/- knoppen omhoog en
omlaag door de parameters
lopen, of op de FUNCTION
knop drukken om door de
parameter nummers te
lopen.
BELANGRIJK
Aangezien de “FUNCTION”
indicator maar een paar
seconden knippert, moet u
er op letten dat u de
parameter snel na stap 1
hierboven invoert.
3Start de Song Wis handeling.
Druk, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen en de “Clr?”
melding verschijnt, op de + knop om de Song Clear handeling uit te voeren.
4Wis, na de “Sure?” melding, de geselecteerde song.
Druk op + om de corresponderende song daadwerkelijk te wissen, of druk
op de - knop om de handeling te annuleren en naar stap 3 terug te keren.
Druk, om de Song Clear functie te verlaten, op één van de andere mode
knoppen: SONG, STYLE, or VOICE.
FUNCTION SONG STYLE VOICE
F61
USng1Clr
STYLE
FUNCTION
Knippers om aan te geven dat de
Functie parameter geselecteerd kan
worden.
YES
#1 Clr?
STYLE
FUNCTION
YES
Sure?
STYLE
FUNCTION
YESNO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
FWD
SONG OPNAME
91
VOETPEDAAL
De PortaTone bevat een voetpedaal functie die een aantal functies en hande-
lingen bestuurt. Door deze functie met uw voet te bedienen heeft u uw handen
vrij om op uw spel te concentreren.
Normaal dient deze als demperpedaal, waarbij pedaal-gestuurde sustain wordt geproduceerd voor
piano geluiden en andere geluiden die een natuurlijke decay hebben. Het kan ook worden
toegewezen aan de volgende elf andere functies:
• EZ Akkoord verhoging
• START/STOP
• INTRO/ENDING
• MAIN A
• MAIN B
• Harmony Aan/Uit
1De functie mode oproepen.
Druk op de FUNCTION knop.
2Selecteer de Voetschakelaar Toewijzingsparameter.
Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke
toetsenbord de Voetschakelaar Toewijzing (#71).
Functie parameters nummers worden op dezelfde manier geselecteerd als
de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/- knoppen,
of de FUNCTION knop.
BELANGRIJK
Aangezien de “FUNCTION”
indicator maar een paar
seconden lang knippert,
moet u de parameter snel
genoeg na stap 1 hierboven
invoeren.
3Selecteer de gewenste Voetschakelaar functie.
Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, met het
numerieke toetsenbord de instelling. (Zie de “Voetschakelaar
Toewijzingsfunctie” lijst hieronder voor details.)
De Standaard Waarde
oproepen
Als u de parameter
instelling heeft gewijzigd,
kunt u direct de standaard
instelling (Sustain)
oproepen door beide +/-
knoppen tegelijk in te
drukken.
FUNCTION SONG STYLE VOICE
F71
FootSw
STYLE
FUNCTION
01
Sustain
STYLE
FUNCTION
• Dual Aan/Uit
• Split Aan/Uit
• Reverb Aan/Uit
• Chorus Aan/Uit
• DSP Aan/Uit
92
Footswitch Assign Functions
Function Naam Display Naam
Sustain Sustain
EZ Chord Increment EZChdInc
Start/Stop StartStp
Intro/Ending IntroEnd
Main A Main A
Main B Main B
Harmony On/Off Harmony
Dual On/Off Dual
Split On/Off Split
Reverb On/Off Reverb
Chorus On/Off Chorus
DSP On/Off Dsp
Omschrijving
Demppedaal of sustain functie. Als u de voetschakelaar intrapt wordt er een
natuurlijke sustain aan de op het toetsenbord gespeelde voice toegevoegd.
Als u EZ Akkoord (pagina 66) gebruikt, geeft dit dezelfde functie als het aanslaan
van een toets in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. Met iedere druk op
de voetschakelaar gaat u naar het volgende EZ Akkoord en wordt deze
afgespeeld. Als de begeleding afspeelt hoeft u de schakelaar alleen in te trappen
en los te laten, als begeleiding afspelen uitstaat moet u de voetschakelaar
intrappen, en ingedrukt houden om het akkoord te laten spelen.
N.B.
Dit schakelt niet het begeleidingsgedeelte uit; als dit is geselecteerd kan
alsnog ofwel de voetschakelaar of het toetsenbord gebruikt worden om de
EZ Chord increment functie uit te voeren.
Als de Song mode of Stijl mode actief is, bied dit dezelfde functie als
deSTART/STOP knop (zie pagina 48). Iedere trap op de voetschakelaar
start en stopt het afspelen van song of begeleiding.
Als de Stijl mode actief is, voert dit dezelfde functie uit als de INTRO/
ENDING knop (zie pagina 49). Trapt u, terwijl de begeleiding afspeelt,
de voetschakelaar twee maal in dan vertraagt het Ending gedeelte
stapsgewijs omlaag (pagina 51).
Als de Stijl mode actief is, voert dit dezelfde functie uit als de MAIN A
(AUTO FILL) knop (zie pagina 54).
Als de Stijl mode actief is, voert dit dezelfde functie uit als de MAIN B
(AUTO FILL) knop (zie pagina 54).
Dit voert, als de Stijl mode actief is, de zelfde functie uit als de HAR-
MONY knop (en de Harmony Aan/Uit parameter, #37). (Zie pagina
43.)
Dit voert dezelfde functie als de DUAL knop (en de Dual Aan/Uit
parameter, #18). (Zie pagina 34.)
Dit voert dezelfde functie uit als de Split Åan/Uit parameter, #28. (Zie
pagina 36.)
Dit biedt dezelfde functie uit als de REVERB knop (en de Reverb Aan/Uit
parameter, #31). (Zie pagina 40.)
Dit voert dezelfde functie uit als de Chorus Aan/Uit parameter, #33.
(Zie pagina 41.)
Dit voert dezelfde functie uit als de DSP Aan/Uit parameter, #35. (Zie
pagina 42.)
4De Functie mode verlaten.
Druk, als u eenmaal de gewenste instellingen heeft gemaakt, op één of
andere mode knoppen (SONG, STYLE, or VOICE).
VOETPEDAAL
Voetschakelaar Toewijsfuncties
93
MIDI FUNCTIES
De PortaTone is MIDI-compatible, is uitgerust met MIDI IN en MIDI OUT aanslui-
tingen en bevat een groot aantal MIDI functies. Met deze MIDI functies kunt u
uw muzikale mogelijkheden flink uitbreiden. Dit gedeelte verklaart wat MIDI is,
wat het voor u kan betekenen en hoe u MIDI kunt gebruiken.
WAT IS MIDI?
U heeft zonder twijfel wel eens de term “akoestisch instrument” en “digitaal instrument” gehoord. In
de wereld van vandaag zijn dit twee hoofdcategorieën instrumenten. Laten we verder stellen dat een
akoestische piano en een klassieke gitaar goede voorbeelden van akoestische instrumenten zijn. Ze zijn
gemakkelijk te begrijpen. Als u op een piano een toets aanslaat, slaat de hamer binnen in de piano
enkele snaren aan en hoort u een geluid. Met de gitaar slaat u een snaar aan en het geluid klinkt,
maar hoe brengt een digitaal instrument voort?
Zoals getoond in de bovenstaande illustratie, wordt een gesampeld geluid (van te voren opgenomen
geluid) in een elektronisch instrument, opgeslagen in het toongenerator gedeelte (elektronisch compo-
nent) afgespeeld, gebaseerd op informatie dat ontvangen wordt van het toetsenbord. Welke informatie
wordt er dan verstuurd door het toetsenbord die de basis is van de geluidsproductie?
Laten we bijvoorbeeld stellen dat u een “C” kwartnoot speelt die gebruik maakt van het grand piano
geluid in de PSR-225. In tegenstelling tot een akoestisch instrumentgeluid, stuurt het elektronisch instru-
ment informatie van het toetsenbord uit zoals “met welke voice,” “met welke toets,” “hoe sterk,” “wan-
neer het aangelagen werd” en “wanneer het losgelaten werd.” Deze stukjes informatie wordt vervolgens
omgezet in een nummerwaarde en verzonden naar de toongenerator. Gebruik makend van deze nummers
als basis, brengt de toongenerator vervolgens de opgeslagen gesampelde geluid voort.
Voicenummer (met welke voice) 01 (grand piano)
Nootnummer (met welke toets) 60 (C3)
Note on (waneer het werd aangeslagen) en Timing numeriek uitgedrukt (quarter note)
Note off (wanneer het werd losgelaten)
Velocity (hoe sterk) 120 (sterk)
Voorbeeld van Toetsenbord Informatie
Akoestische gitaar geluid Digitaal instrument geluid
Tokkel een snaar en de kast
resoneert het geluid. Gebaseerd op het spelen van informatie van het
toetsenbord, wordt een gesampelde toon die
opgeslagen is in de toongenerator gespeeld door
de luidsprekers.
LR
Toongenerator
(Elektronisch
component)
Sample
Noot
Toetsenbord spelen
Sample
Noot
BELANGRIJK
De MIDI functies kunnen niet gebruikt worden tijdens de Song mode.
94
De afkorting MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface, waarmee u elektronische muziek
instrumenten met elkaar kunt laten communiceren, door het versturen en ontvangen van compatibele
Note, Control Change, Program Change en een aantal andere soorten van MIDI data, ofwel messages.
De PSR-225 kan een MIDI apparaat besturen door het versturen van noot data en andere typen
controller data. De PSR-225 kan bestuurd worden door ontvangen MIDI messages die automatisch de
toongenerator mode bepalen, MIDI kanalen, voices en effecten selecteren, parameter waarden wijzigen
en natuurlijk de voices bespelen van de verschillende parts.
MIDI messages bestaan uit twee groepen: Channel messages en Systeem messages. Hieronder staat een
opsomming van de verschillende soorten MIDI berichten die de PSR-225 kan ontvangen/versturen.
Channel messages
De PSR-225 is een elektronisch instrument die 16 kanalen tegelijk aankan. Meestal zeggen we dan “hij
kan 16 instrumenten tegelijkertijd voortbrengen.” Channel messages versturen data zoals Note On/
Off, Program Change, voor alle 16 kanalen.
Systeem Berichten
Deze data wordt in het algemeen door het gehele MIDI systeem gebruikt. Systeem messages bevatten
data zoals Exclusive Messages die unieke is voor een merk instrument en Realtime Messages die het
MIDI instrument bestuurt.
De berichten verzonden/verstuurt door de PSR-225 worden getoond in de MIDI Implementation
Chart op pagina 114.
MIDI Aansluitingen
Om MIDI data tussen diverse apparaten uit te wisselen
moet ieder apparaat aangesloten worden met een kabel.
U vindt de MIDI aansluitingen van de PSR-225 op de
achterkant van het paneel.
MIDI IN ...........Ontvangt MIDI data van een ander MIDI apparaat.
MIDI OUT .......Verstuurt de informatie van het toetsenbord van de
PSR-225 als MIDI data naar een ander MIDI apparaat.
N.B.
• Gebruik alleen speciale MIDI
kabels bij het aansluiten van MIDI
apparaten. U kunt ze kopen in
muziekwinkels.
• Gebruik nooit een MIDI kabel die
langer is als 15 meter. Langere
Kabels kunnen storingen en data
errors veroorzaken.
Bericht Naam PSR-225 Handeling/Paneel Instelling
Exclusive Message Reverb/chorus/DSP instellingen, enz.
Realtime Messages Clock instellingen
Start/stop handeling
IN OUT
MIDI
MIDI FUNCTIES
Bericht Naam PSR-225 Handeling/Paneel Instelling
Note ON/OFF Berichten die gegenereerd worden als er op het toetsenbord
gespeeld wordt. Iedere message bevat een specifiek nootnummer
dat correspondeert met de toets die wordt aangeslagen, plus een
velocity waarde gebaseerd op hoe hard u de toets aanslaat.
Program Change Voice nummer (selecteert samen met de corresponderende bank
MSB/LSB instellingen, indien nodig).
Control Change Berichten die sommige aspecten van het geluid wijzigen
(modulatie, volume, pan, enz.).
95
MIDI FUNCTIES
AANSLUITEN OP EEN PERSONAL COMPUTER
Door de MIDI aansluitingen van de PSR-225 aan te sluiten op een personal
computer krijgt u toegang tot een groot aantal soorten muzieksoftware.
Als u gebruik maakt van een MIDI interface, geïnstalleerd op uw personal
computer, moet u de MIDI aansluitingen van de personal computer aan-
sluiten op de PSR-225.
Gebruik alleen speciale MIDI kabels bij het aansluiten van MIDI instrumenten.
Sluit de MIDI poorten van de PSR-225 aan op de MIDI poorten
van de personal computer.
Computer
(sequencer software)
Computer
(sequencer software)
Als u een MIDI interface en een Macintosh computer gebruikt,
moet u de RS-422 terminal van de computer (modem of printer
terminal) aansluiten op de MIDI interface, zoals getoond wordt
in de onderstaande illustratie.
PSR-225
MIDI IN
RS-422
MIDI OUT
MIDI
interface
N.B.
• Stel, als u een Macintosh
computer gebruikt, de MIDI
interface clock instelling in
de software zo in dat deze
overeenkomt met de
instelling van de gebruikte
MIDI interface. Lees voor
details zorgvuldig de
gebruikershandleiding van
de gebruikte software door.
PSR-225
MIDI INMIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
96
In de Functie parameters vindt u extra, meer gedetailleerde MIDI instellin-
gen voor de PortaTone. Deze instellingen bevatten:
• Remote Channel
• Keyboard Out
• Accompaniment Out
• Local Control
FUNCTIE PARAMETERS — MIDI
2Selecteer de gewenste Functie parameter.
Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke
toetsenbord het gewenste Functie parameter nummer (81 - 87). (Zie de
“Parameters” lijst hieronder voor details.)
De Functie parameter nummers worden op dezelfde manier geselecteerd
als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/- knop-
pen, of met de FUNCTION knop.
BELANGRIJK
• Aangezien de
“FUNCTION” indicator
maar eventjes knippert,
moet u de parameter snel
na stap 1 hierboven
invoeren.
3De parameter instelling of waarde wijzigen.
Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator knopt met knipperen, met het
numerieke toetsenbord de waarde of de instelling.
Oproepen van de Standaard Waarde
Als u de parameter instelling heeft gewijzigd, kunt u deze direct de standaard
waarde oproepen door tegelijkertijd de +/- knoppen in te drukken.
N.B.
De MIDI instellingen
hieronder worden opgesla-
gen zelfs wanneer de
stroom uit staat. Echter,
MIDI instellingen worden
NIET inbegrepen in de data
die bewaard worden in de
User banken met de One
Touch Setting (pagina 72).
• External Clock
• Bulk Dump Send
• Initial Setup Send
1De Functie mode oproepen.
Druk op de FUNCTION knop.
4Andere parameters instellen.
Herhaal, om andere parameters te selecteren en in te stellen stap 1 - 3 hierboven.
5De Functie mode verlaten.
Druk, als u eenmaal alle gewenste instellingen heeft gemaakt, op één van
de mode knoppen (SONG, STYLE of VOICE).
FUNCTION SONG STYLE VOICE
F81
RemoteCh
STYLE
FUNCTION
MIDI FUNCTIES
97
MIDI FUNCTIES
Functie Parameters
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/Instelling
Dit bepaalt hoe de PortaTone bestuurd wordt door een “remote” (extern) MIDI toetsenbord.
Zet deze parameter op één van de 16 kanalen (01 - 16) om de PortaTone functies over de geselec-
teerde kanalen op afstand door een extern toetsenbord te laten bedienen. (De overblijvende 15
kanalen kunnen gebruikt worden voor multi-timbrale functies.)
Als deze op “off” staat, kan de PortaTone gebruikt worden als een volledige 16 kanaals multi-timbrale
geluidsbron. De standaard (default) instelling is “off.”
82 Keyboard Out KbdOut on, off
Dit bepaalt of de data van het spel op het toetsenbord van de PortaTone verstuurd wordt of
niet.
Als deze op “off” staat beïnvloeden de noten die gespeeld worden op de PortaTone niet (worden niet
verstuurd naar) het aangesloten MIDI apparaat. Als deze op “on” staat worden de volgende toetsen-
bord data verstuurd: Main voice part op kanaal 1, Split voice part op kanaal 2 en Dual voice part op
kanaal 11. De standaard (default) instelling is “on.”
N.B.
Als zowel Keyboard Out en Local Control (#84 hieronder) op “off” staan, klinken noch het aangesloten MIDI
apparaat noch de PortaTone voices als er op het toetsenbord gespeeld wordt.
83 Accompaniment Out AcmpOut on/off
Dit bepaalt of de data van Auto Accompaniment verstuurd wordt via MIDI OUT of niet.
Als deze op “on” staat wordt de Auto Accompaniment data verstuurt over kanalen 3 - 10 (zoals
hieronder opgesomd). De standaard instelling is “off.”
Accompaniment Verstuur Kanalen:
Channel 3 Bass
Channel 4 Chord part 1
Channel 5 Chord part 2
Channel 6 Pad
Channel 7 Phrase part 1
Channel 8 Phrase part 2
Channel 9 Rhythm part 2
Channel 10 Rhythm part 1
U kunt de Accompaniment Out op verschillende manieren
gebruiken. Één bruikbare toepassing is het afspelen van alle
geselecteerde delen via een aangesloten MIDI toon-
generator te spelen. Op deze manier kunt u de geluiden
van de PortaTone versterken door de geluiden te stapelen
(of verdelen) met de geluiden van de toongenerator. Een
andere toepassing is het opnemen van individuele delen
van ieder kanaal in een sequencer opnemen om met de
uitgebreide bewerkingsmogelijkheden van de sequencer de
begeleidingsgedeelten opnieuw te arrangeren.
84 Local Control Local on/off
Dit bepaalt of het toetsenbord is “aangesloten” op de interne Voices van de PortaTone.
Als deze op “on” staat reageren de Voices op de noten die worden gespeeld op het toetsenbord. Als dit op
“off” staat reageren de Voices alleen op ontvangen MIDI data (via MIDI IN). De standaard (default) instelling
is “on.” Als u de MIDI OUT van de PortaTone op een sequencer aansluit en terug aansluit via de MIDI IN,
moet u deze op “off” zetten om MIDI “feedback” te voorkomen.
81 Remote Channel RemoteCh off, 01 - 16
98
Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/Instelling
85 External Clock ExtClock on/off
MIDI FUNCTIES
Dit bepaalt of de stijl en de song afspeel functies door de Interne clock (off) van de PortaTone
worden bestuurd of door MIDI data van een externe sequencer of computer (on.)
Deze hoort op “on” te staan als wilt dat het afspelen van stijlen of songs het externe apparaat (zoals
een ritme machine of een sequencer) volgt. De standaard (default) instelling is “off.”
N.B.
• Als dit op “on” ingesteld is kan het afspelen van de stijl NIET bestuurd worden door de knoppen op het
PortaTone paneel.
• Als de song mode wordt geselecteerd dan wordt de External Clock automatisch op “off” gezet.
86 Bulk Dump Send BulkSend
Hiermee kunt u belangrijke PortaTone data en instellingen op een ander apparaat (zoals een
sequencer, computer of MIDI data filer) opslaan.
De opgeslagen instellingen zijn: User One Touch Instelling banken 1 - 4, User Songs 1 - 3 en EZ Chord
banken 1 - 8), die u opnieuw kunt inladen op het moment dat u ze nodig heeft. U kunt bijvoorbeeld
de data opslaan op een floppy disk van een computer, of op een MIDI data filer (zoals de Yamaha
MDF3), om zo de beschikking te hebben over een ongelimiteerde opslagcapaciteit van uw waardevolle
PortaTone data. (Zie voor gedetailleerde instructies het gedeelte “BULK DUMP SEND GEBRUIKEN OM
DATA OP TE SLAAN” op pagina 99.)
87 Initial Setup Send InitSend
Met deze functie kunt u de Begin setup instellingen van de PortaTone naar een sequencer
versturen en opnemen als een gedeelte van een song.
Dit zorgt er voor u dat u tijdens het afspelen van een song de PortaTone direct en automatisch
opnieuw terugzet in de juiste instellingen van de song. (Zie voor gedetailleerde instructies het gedeelte
“INITIAL SETUP SEND GEBRUIKEN MET EEN SEQUENCER” op pagina 102.)
99
MIDI FUNCTIES
Bulk Data opslaan
1Stel eerst het aangesloten MIDI apparaat in
voor het opnemen van data.
De werkelijke procedure kan verschillen afhankelijk van uw persoon-
lijke apparatuur en software. Bijvoorbeeld, als u de Yamaha MDF3
MIDI Data Filer gebruikt:
1) Maak de overeenkomstige MIDI aansluitingen.
2) Stel de MDF3 in op MIDI data opnemen. (Zie voor meer
informatie in MDF3 gebruikershandleiding.)
2Selecteer op de PortaTone de Bulk Dump Send
functie.
Doe dit op de normale manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Selecteer de parameter #86 (met het numerieke toetsenbord).
3Zet, na de “BulkSnd?” melding, de handeling
op standby.
Druk op de + knop om te beginnen met de Dump Send handeling.
GEBRUIK BULK DUMP SEND OM DATA OP TE SLAAN
F86
BulkSend
STYLE
FUNCTION
YES
BulkSnd?
STYLE
FUNCTION
N.B.
Deze functie kan niet
worden gebruikt in de Song
mode of als de begeleiding
speelt.
PSR-225
MDF3
MIDI INMIDI OUT
100
Als de data verzonden wordt, geeft de display het aantal stappen van
het versturen van de data weer totdat de handeling klaar is:
Als de handeling klaar is, verschijnt het volgende in de display:
5De Bulk Dump Send handeling verlaten.
Druk, om de Bulk Dump Send functie te verlaten, op één van de
andere mode knoppen: SONG, STYLE, of VOICE.
4Start, na de “Sure?” melding, het versturen van
de data.
Druk op de + knop om daadwerkelijk te beginnen met het versturen van
de data, of druk op de - knop om de handeling te annuleren en terug te keren
naar stap 3.
YES
Sure?
STYLE
FUNCTION
End
STYLE
FUNCTION
YES
BulkSnd?
STYLE
FUNCTION
YESNO
BWD
0
velocity
7 8
rest
9
3
FWD
MIDI FUNCTIES
N.B.
Bulk Dump Send kan
midden in de handeling
gestopt worden door op de -
knop te drukken.
Send:OTS
STYLE
FUNCTION
Geeft aan dat One
Touch Setting
User data
verzonden wordt.
Send:Sng
STYLE
FUNCTION
Geeft aan dat User
Song data
verzonden wordt.
Send:Chd
STYLE
FUNCTION
Geeft aan dat One
Touch Setting
User data
verzonden wordt.
101
MIDI FUNCTIES
Bulk Data laden
Als u eenmaal de data van de PortaTone heeft opgeslagen zoals hierbo-
ven omschreven, kunt u de data terug laden naar de PortaTone.
1Het aangesloten MIDI apparaat instellen op het
verzenden van de toegewezen data.
De werkelijke procedure kan verschillen afhankelijk van uw persoon-
lijke apparatuur en software. Bijvoorbeeld, als u de Yamaha MDF3
MIDI Data Filer gebruikt:
1) Maak de overeenkomstige MIDI aansluitingen.
2) Stop de gewenste floppy disk (die de gewenste data bevat)
in de MIDI Data Filer.
2Let er op dat de PortaTone op Style mode staat
ingesteld.
Let er op dat de PortaTone NIET in de Song mode staat en dat deze
niet midden in een handeling is, zoals het opnamen of afspelen van
een song, het afspelen van begeleiding, EZ Chord opname, Bulk
Dump Send, enz.
3Beginnen met versturen van de data van het
aangesloten MIDI apparaat.
Verstuur de data van het aangesloten apparaat. (Zie voor meer details
de gebruikershandleiding van het apparaat.)
De PortaTone ontvangt automatisch de data. Als de data ontvangen
wordt, geeft de display de aantal stappen van data ontvangst weer
totdat de handeling klaar is:
PSR-225
MIDI OUTMIDI IN
MDF3
N.B.
Als de PortaTone bulk data
ontvangt, kan geen van de
paneel knoppen gebruikt
worden.
Rcv:Sng
STYLE
FUNCTION
Geeft aan dat
User Song data
wordt ontvan-
gen.
Rcv:Chd
STYLE
FUNCTION
Geeft aan dat EZ
Chord data
wordt ontvan-
gen.
Rcv:OTS
STYLE
FUNCTION
Geeft aan dat
One Touch
Setting User data
wordt ontvan-
gen.
102
Als de handeling klaar is, verschijnt het volgende kort in de display:
(alvorens naar de originele handeling terug te keren).
Het meeste algemene gebruik van de Initial Setup Send functie is het
opnemen van een song op een sequencer die later af moet spelen op de
PortaTone. Feitelijk maakt deze handelding een “momentopname” van de
PortaTone instellingen en stuurt deze data naar de sequencer. Door het
opnemen van deze “momentopname” aan het begin van de song (voor de
speeldata), worden direct de benodigde instellingen op de Portatone
opgeroepen. Mits er een pauze is in de song kunt u dit in het midden van
de song doen — om bijvoorbeeld alle instellingen van de PortaTone te
wijzigen voor het volgende gedeelte van de song.
INITIAL SETUP SEND GEBRUIKEN MET EEN SEQUENCER
Initial Setup Data Versturen
1Stel eerst de sequencer in voor opname.
De werkelijke procedure kan verschillen, afhankelijk van uw persoon-
lijke apparatuur en software.
Het beste kunt u twee of meer maten stilte vrijlaten (geen speeldata)
alvorens de song begint. De Initial Setup data wordt in deze ruimte
opgenomen.
End
STYLE
FUNCTION
2Selecteer op de PortaTone de Initial Setup Send
functie.
Doe dit op de normale manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Selecteer parameter #87 (met het numerieke toetsenbord).
F87
InitSend
STYLE
FUNCTION
MIDI FUNCTIES
103
MIDI FUNCTIES
3Zet de handelding na de “InitSnd?” melding op
standby.
Druk op de + knop.
4Start de opname op de sequencer en verstuur
vervolgens de Initial Setup data.
Start de opname op de sequencer op de normale manier, en druk
vervolgens — zo snel mogelijk — op de + knop om daadwerkelijk te
beginnen met het versturen van de data.
Een “End” bericht verschijnt kort in de display als de handeling klaar
is, gevolgd door de “InitSnd?” melding.
5Stop de opname op de sequencer.
Stop de opname op de sequencer op de normale manier. Let er op
dat er tussen de Initial Setup en de opvolgende speeldata minstens
één maat rust aanwezig is.
6De Initial Setup Send handeling verlaten.
Druk, om de Initial Setup Send te verlaten, op één van de andere
mode knoppen: SONG, STYLE of VOICE.
YES
Sure?
STYLE
FUNCTION
104
TROUBLESHOOTING (IN DE PROBLEMEN ?)
Probleem Mogelijke Oorzaak en Oplossing
Een plopgeluid is kort hoorbaar als de PortaTone
wordt aan- of uitgezet.
Dit is normaal en geeft aan dat de PortaTone stroom ontvangt.
Er is geen geluid, zelfs niet als het toetsenbord
wordt bespeeld of een Song wordt afgespeeld.
Controleer dat er niets is aangesloten op de PHONES/AUX jack op
het achterpaneel. Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, klinkt er
geen geluid.
Let er op dat de volgende instellingen juist zijn ingesteld: Main
Voice Volume (#01, pagina 31), Dual Voice Volume (#11, pagina
35) en Split Voice Volume (#21, pagina 37).
De geselecteerde voice klinkt niet goed, of het
volume is te laag.
Er is geen geluid als er op het toetsenbord
gespeeld word.
Als het Splitpunt wordt ingesteld dan wordt het toetsenbord alleen
gebruikt om waarden te wijzigen en produceert geen geluid.
Het spelen van de toetsen in het rechterhand
gedeelte produceert geen geluid.
Als u het Dictionary type (Chord Guide, pagina 62) gebruikt, dan
worden de toetsen in het rechterhandgedeelte alleen gebruikt voor
het invoeren van grondakkoord en type.
Het geluid van de voices of ritmes klinkt onge-
woon of vreemd.
De batterij is zwak. Vervang de batterijen (zie pag. 8).
De begeleiding speelt niet af zelf als er op de
START/STOP knop gedrukt wordt.
Als de Externe Klok (pagina 98) op “on” wordt ingesteld dan kan
het afspelen van de stijl NIET bedient worden door de PortaTone
paneelknoppen.
Er is geen geluid, niet op de PortaTone en ook
niet op het aangesloten MIDI apparaat.
• Als Local Control (Functie #84, pagina 97) op “off” staat dan
klinken de voices van de PortaTone niet, zelfs niet als er op het
toetsenbord gespeeld wordt.
• Als Toetsenbord Out (Functie #82, pagina 97) op “off” staat dan
klinkt het aangesloten MIDI apparaat niet, zelfs niet als er op het
toetsenbord gespeeld wordt.
• Let er op dat de Begeleidingsvolume (pagina 55) op een aanne-
melijk niveau is ingesteld.
• Let er op dat het Begeleidingssplitpunt (#51, page 59) op een
aannemelijke waarde staat.
De begeleiding klinkt niet naar behoren.
• Let er op dat de Send Level parameter van het effect (en de
bedoelde voice: Main, Dual, of Split) op een aannemelijke waarde
staat. (Zie pagina’s 31, 35, 37)
• Let er op dat het corresponderende effect aanstaat. (Zie pagina’s
40, 41, 42, 43).
• Let er op dat bij het Harmony effect het Harmony Volume (#39,
pagina 44) op een aannemelijke waarde staat.
De Reverb/Chorus/DSP/Harmony is niet hoor-
baar.
Als er één van de Pianist stijlen (#91 - #100)
wordt afgespeeld dan is het ritme niet
hoorbaar.
• Dit is normaal. De Pianist stijlen bevatten geen drums of bass —
alleen pianobegeleiding. De begeleiding van de stijl is alleen
hoorbaar als de begeleiding op ON staat en toetsen worden
aangeslagen in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.
De PortaTone is maximaal 32 stemmig polyfoon. Als in u de Dual
voice of Split voice mode bent en op hetzelfde moment een stijl of
song wordt afgespeeld, worden sommige noten/geluiden van de
pad weggelaten (“gestolen”) uit de begeleiding of song (Zie de
opmerking op pagina 108.)
Niet alle voices klinken, of het geluid wordt
afgesneden.
105
Een raar “flanging” of “dubbel” geluid kan
optreden als u de PortaTone met een
sequencer gebruikt. (Dit kan ook klinken als
een “dual” gestapeld geluid van twee voices,
zelfs als Dual uitstaat.)
• Als u de MIDI OUT van de PortaTone op een sequencer aansluit
en weer aansluit op de MIDI IN, moet u de Local Control (pagina
97) op “off” zetten om MIDI “feedback” tegen te gaan.
• Als u begeleiding gebruikt met een sequencer, stel MIDI Echo
(of de relevante bediening) in op “off.” (Zie voor meer details de
gebruikershandleiding van u bepaalde apparaat en/of software.
De voetschalaar produceert het tegenovergestelde
effect. Als u de voetschakelaar voor sustain gebruikt,
wordt het geluid afgesneden als u de voetschakelaar
intrapt, klinkt het geluid weer door als u hem los-
laat.
De polariteit van de voetschakelaar is omgedraaid. Let er op dat
de voetschakelaar juist is aangesloten op de FOOT SWITCH jack
alvorens de PortaTone aan te zetten.
De AWM toongenerator maakt gebruik van multi (‘meerdere’)
opnamen (samples) van een instrument over het gehele bereik
van het toetsenbord; dus het werkelijke geluid van de voice kan
een beetje afwijken van toon tot toon.
Het geluid van de voices veranderen van toon
tot toon.
Probleem Mogelijke Reden en Oplossing
TROUBLESHOOTING (IN DE PROBLEMEN ?)
DATA BACKUP & INITIALIZEREN
Behalve voor de lijst hieronder worden alle PSR-225 paneelinstellingen in hun begin instellin-
gen teruggezet als de PortaTone wordt aangezet. De data hieronder getoond worden
gebackup’d — d.w.z. blijft in het geheugen — zolang een AC adaptor aangesloten is of de
batterijen zijn geïnstalleerd.
• User Song Data • Metronoom Volume
• User One Touch Setting Data • Touch On/Off
• One Touch Setting Bank Number • Touch Sensitivity
• EZ Chord Data • Split Punt
• EZ Chord Bank Nummer Data • Begeleiding Split Punt
• Smart Chord Nummer • Voetschakelaar ToewijzingsFunctie
CLr
Backup
VOICE
STYLE
STAND BY
ON
PAS OP
• Alle one touch instellingen
(gebruiker) en song
geheugendata, plus de
nadere instellingen
hierboven weergegeven,
worden gewist en/of
gewijzigd als de data
initializeren procedure
wordt uitgevoerd.
• Als u de data initializeren
procedure uitvoert wordt de
normale toestand opgeroe-
pen, na het vastslaan van
de PSR-225 vastslaat of als
deze onregelmatigheden
vertoont zonder goede
reden.
Data Initializeren
Alle data kunnen geïnitailiseerd en teruggezet worden in de staat waarin ze verkeerde toen
het instrument de fabriek verliet, door op de powerknop te drukken terwijl u de hoogste
(meest rechtse) witte toets indrukt.“CLr Backup” verschijnt eventjes in de display.
106
INDEX
Div.
+/- toetsen ............................................ 29
A
AC adaptor.............................................. 8
accessoires jacks ...................................... 9
Accompaniment Volume ....................... 55
akkoord namen, over ............................ 61
akkoord track ............................ 82, 85, 87
akkoord type ................................... 60, 63
akkoord, over ........................................ 60
akkoord, Fingered ................................. 56
akkoord, Single Finger ........................... 56
automatische begeleiding ..................... 47
B
bank ketting .......................................... 67
batterijen ................................................ 8
beat display ........................................... 77
beat indicators ...................................... 77
begeleidingsknoppen ............................ 52
begeleidingsgedeelten .......................... 54
Begeleidingssplitpunt ...................... 58, 59
begeleiding, spelen ............................... 47
Bulk Dump Send ................................... 99
bulk data laden ................................... 101
C
Chord Guide ......................................... 62
Chorus .................................................. 41
Chorus types ......................................... 45
clock ..................................................... 98
D
Demo songs .......................................... 16
DEMO START knoppen.......................... 16
Dictionary ............................................. 62
display indicaties ................................... 22
dotted noten ......................................... 87
Drum Kit Voice Chart ............................ 30
Drum Kit voices ..................................... 30
DSP ....................................................... 42
DSP types .............................................. 45
DUAL knop............................................ 34
Dual voice ............................................. 34
E
effecten ................................................. 40
Ending .................................................. 51
EZ Chord .............................................. 66
F
Fill-in ..................................................... 54
Fingered akkoorden .............................. 56
FUNCTION knop ................................... 18
Functie parameters .......................... 18, 19
G
gedeelten (begeleiding) ........................ 54
GM (General MIDI) voices ..................... 29
grond .............................................. 60, 62
H
Harmony ............................................... 43
HARMONY knop ................................... 43
Harmony types ...................................... 46
hoofdtelefoon ......................................... 9
I
Initial Setup Send .......................... 98, 102
Initializatie ........................................... 105
interval .................................................. 61
Intro ...................................................... 49
L
Local control ......................................... 97
M
Maatsoort ............................................. 25
Main A/B ............................................... 54
Main voice ............................................ 27
Metronoom........................................... 24
MIDI ..................................................... 93
MIDI kanalen......................................... 97
MIDI Implementation Chart ................ 114
MIDI aansluitingen ................................ 94
MIDI, over ............................................. 93
mode indicator...................................... 22
Multi Fingering ..................................... 56
muziek standaard .................................. 23
N
numerieke toetsenbord ..................... 6, 28
O
ommedraaiing....................................... 60
One Touch Setting ................................ 72
One Touch Setting, Preset ..................... 74
One Touch Setting, User ....................... 72
opname, EZ Chord ................................ 68
opname, OTS ........................................ 72
opname, Realtime ................................. 80
opname, song ....................................... 79
opname, Step ....................................... 84
opslaan van bulk data ........................... 99
opslaan van data ................................... 99
OTS (One Touch Setting) ...................... 72
OVERALL knoppen .................................. 6
Overall indicator.................................... 22
P
PHONES / AUX OUT jack......................... 9
Portable Grand ...................................... 24
Preset One Touch Setting ...................... 74
Q
Quick Guide .......................................... 10
R
RECORD knop ....................................... 79
rustpunten ............................................ 87
Reverb ................................................... 40
REVERB knop ......................................... 40
Reverb types ......................................... 45
ruimte (EZ Chord) ................................. 69
S
Single Finger akkoorden ........................ 56
Smart .................................................... 64
Song Wissen.......................................... 90
SONG MEMORY knoppen ..................... 81
song opname ........................................ 79
Song Volume ......................................... 78
songs, opname ..................................... 79
songs, selecteren en afspelen ................ 75
Specificaties ........................................ 117
Split Point ....................................... 37, 58
Split voice ............................................. 36
Stemmen .............................................. 33
stijlen, selecteren ................................... 47
sustain............................................... 9, 91
Sync-Start ............................................. 48
T
Tempo (song) ....................................... 76
Tempo (stijl) .......................................... 53
TOUCH knop ........................................ 38
Touch Sensitivity ................................... 39
Toetsenbord uit ..................................... 97
track.......................................... 75, 81, 85
tracks, mute’n ....................................... 83
tracks, opnieuw opnemen ..................... 83
Transponeren ........................................ 32
triolen ................................................... 87
Troubleshooting .................................. 104
U
User One Touch Setting ........................ 72
User songs............................................. 79
Utility .............................................. 38, 91
V
velocity curves ....................................... 89
verwijderen, EZ Chord bank .................. 71
versterker/stereo systeem, gebruik een extern ..
9
voetschakelaar ....................................... 91
Voice Lijst ............................................ 108
Voice Instelling ...................................... 38
voices, Drum Kit ............................ 30, 112
voices, GM .......................................... 110
voices, paneel ............................... 11, 109
voices, selecteren en spelen ................... 27
voicing .................................................. 60
w
Wissen, song ......................................... 90
107
SONG SCORES
(EZ Akkoord Banken 1, 2)
The Entertainer
EZ Akkoord
Akkoord
Bank 2
Menuet
EZ Akkoord ord
Bank 1
108
VOICE LIJST
Maximum Polyfony
De PSR-225 is 32-stemmig polyfoon. Dit betekent dat hij maximaal 32 noten
tegelijkertijd voort brengen, ongeacht welke functie gebruikt wordt. De
begeleiding gebruikt een aantal van de beschikbare stemmen, dus als u
begeleiding gebruikt wordt het aantal beschikbare stemmen voor5 het
toetsenbord corresponderend verminderd. Hetzelfde geldt voor de Dual Voice,
Split Voice en Song functies.
N.B.
• De Voice Lijst bevat MIDI program change nummers voor elke voice. Gebruik deze program change
numbers als u de PSR-225 bespeeld via MIDI, via een extern apparaat.
• Sommige voices klinken soms continue door, of hebben een lange decay nadat de tonen losgelaten zijn
zolang het sustainpedaal (voetpedaal) ingetrapt is.
109
VOICE LIJST
Paneel Voice Lijst
Voice Bank Select MIDI Voice Naam
Nummer MSB LSB Program
Change#
Voice Bank Select MIDI Voice Naam
Nummer MSB LSB Program
Change#
PIANO
001 0 112 0 Grand Piano
002 0 112 1 Bright Piano
003 0 112 3 Honky-tonk Piano
004 0 112 4 Funky Electric Piano
005 0 112 5 DX Electric Piano
006 0 112 2 MIDI Grand Piano
007 0 113 2 CP 80
008 0 113 5 Hyper Electric Piano
009 0 114 5 Bell Electric Piano
010 0 112 6 Harpsichord
011 0 112 7 Clavi
012 0 112 8 Celesta
MALLET
013 0 112 11 Vibraphone
014 0 112 12 Marimba
015 0 112 13 Xylophone
016 0 112 14 Tubular Bells
017 0 112 47 Timpani
018 0 112 114 Steel Drums
019 0 112 10 Music Box
ORGAN
020 0 112 16 Jazz Organ 1
021 0 113 16 Jazz Organ 2
022 0 112 17 Jazz Organ 3
023 0 116 16 Full Organ
024 0 114 18 Rock Organ 1
025 0 112 18 Rock Organ 2
026 0 118 16 16'+2' Organ
027 0 119 16 16'+4' Organ
028 0 112 19 Church Organ
029 0 112 20 Reed Organ
030 0 112 21 Musette Accordion
031 0 113 21 Traditional Accordion
032 0 113 23 Bandoneon
GUITAR
033 0 112 24 Classical Guitar
034 0 112 25 Folk Guitar
035 0 113 25 12Strings Guitar
036 0 112 26 Jazz Guitar
037 0 113 26 Octave Guitar
038 0 112 27 Clean Guitar
039 0 112 28 Muted Guitar
040 0 112 29 Overdriven Guitar
041 0 112 30 Distortion Guitar
BASS
042 0 112 32 Acoustic Bass
043 0 112 33 Finger Bass
044 0 112 34 Pick Bass
045 0 112 35 Fretless Bass
046 0 112 36 Slap Bass
047 0 112 38 Synth Bass
048 0 113 38 Techno Bass
049 0 113 39 Dance Bass
ENSEMBLE
050 0 112 48 Strings
051 0 112 49 Chamber Strings
052 0 112 50 Synth Strings
053 0 113 49 Slow Strings
054 0 112 44 Tremolo Strings
055 0 112 45 Pizzicato Strings
056 0 112 52 Choir
057 0 113 52 Choir Aahs
058 0 112 53 Choir Oohs
059 0 112 54 Synth Choir
060 0 112 55 Orchestra Hit
STRINGS
061 0 112 40 Violin
062 0 112 42 Cello
063 0 112 43 Contrabass
064 0 112 105 Banjo
065 0 112 46 Harp
BRASS
066 0 112 56 Trumpet
067 0 112 59 Muted Trumpet
068 0 112 57 Trombone
069 0 113 57 Trombone Section
070 0 112 60 French Horn
071 0 112 58 Tuba
072 0 112 61 Brass Section
073 0 112 62 Synth Brass
074 0 113 62 Jump Brass
075 0 114 62 Techno Brass
REED
076 0 112 64 Soprano Sax
077 0 112 65 Alto Sax
078 0 112 66 Tenor Sax
079 0 112 67 Baritone Sax
080 0 112 68 Oboe
081 0 112 69 English Horn
082 0 112 70 Bassoon
083 0 112 71 Clarinet
084 0 112 22 Harmonica
PIPE
085 0 112 72 Piccolo
086 0 112 73 Flute
087 0 112 75 Pan Flute
088 0 112 74 Recorder
089 0 112 79 Ocarina
SYNTH LEAD
090 0 112 80 Square Lead
091 0 112 81 Sawtooth Lead
092 0 112 85 Voice Lead
093 0 112 98 Crystal
094 0 112 100 Brightness
095 0 115 81 Analog Lead
SYNTH PAD
096 0 112 88 Fantasia
097 0 113 100 Bell Pad
098 0 112 91 Xenon Pad
099 0 112 94 Angels
100 0 113 89 Dark Moon
DRUM KITS
101 127 0 0 Standard Kit 1
102 127 0 1 Standard Kit 2
103 127 0 8 Room Kit
104 127 0 16 Rock Kit
105 127 0 24 Electronic Kit
106 127 0 25 Analog Kit
107 127 0 27 Dance Kit
108 127 0 32 Jazz Kit
109 127 0 40 Brush Kit
110 127 0 48 Symphony Kit
110
VOICE LIJST
GM Voice Lijst
Voice Bank Select MIDI Voice Naam
Nummer MSB LSB Program
Change#
166 0 0 55 Orchestra Hit
BRASS
167 0 0 56 Trumpet
168 0 0 57 Trombone
169 0 0 58 Tuba
170 0 0 59 Muted Trumpet
171 0 0 60 French Horn
172 0 0 61 Brass Section
173 0 0 62 Synth Brass 1
174 0 0 63 Synth Brass 2
REED
175 0 0 64 Soprano Sax
176 0 0 65 Alto Sax
177 0 0 66 Tenor Sax
178 0 0 67 Baritone Sax
179 0 0 68 Oboe
180 0 0 69 English Horn
181 0 0 70 Bassoon
182 0 0 71 Clarinet
PIPE
183 0 0 72 Piccolo
184 0 0 73 Flute
185 0 0 74 Recorder
186 0 0 75 Pan Flute
187 0 0 76 Blown Bottle
188 0 0 77 Shakuhachi
189 0 0 78 Whistle
190 0 0 79 Ocarina
SYNTH LEAD
191 0 0 80 Lead 1 (square)
192 0 0 81 Lead 2 (sawtooth)
193 0 0 82 Lead 3 (calliope)
194 0 0 83 Lead 4 (chiff)
195 0 0 84 Lead 5 (charang)
196 0 0 85 Lead 6 (voice)
197 0 0 86 Lead 7 (fifth)
198 0 0 87 Lead 8 (bass+Lead )
SYNTH PAD
199 0 0 88 Pad 1 (new age)
200 0 0 89 Pad 2 (warm)
201 0 0 90 Pad 3 (polysynth)
202 0 0 91 Pad 4 (choir)
203 0 0 92 Pad 5 (bowed)
204 0 0 93 Pad 6 (metallic)
205 0 0 94 Pad 7 (halo)
206 0 0 95 Pad 8 (sweep)
SYNTH EFFECTS
207 0 0 96 FX 1 (rain)
208 0 0 97 FX 2 (soundtrack)
209 0 0 98 FX 3 (crystal)
210 0 0 99 FX 4 (atmosphere)
211 0 0 100 FX 5 (brightness)
212 0 0 101 FX 6 (goblins)
213 0 0 102 FX 7 (echoes)
214 0 0 103 FX 8 (sci-fi)
ETHNIC
215 0 0 104 Sitar
216 0 0 105 Banjo
217 0 0 106 Shamisen
218 0 0 107 Koto
219 0 0 108 Kalimba
220 0 0 109 Bagpipe
PIANO
111 0 0 0 Acoustic Grand Piano
112 0 0 1 Bright Acoustic Piano
113 0 0 2 Electric Grand Piano
114 0 0 3 Honky-tonk Piano
115 0 0 4 Electric Piano 1
116 0 0 5 Electric Piano 2
117 0 0 6 Harpsichord
118 0 0 7 Clavi
CHROMATIC
119 0 0 8 Celesta
120 0 0 9 Glockenspiel
121 0 0 10 Music Box
122 0 0 11 Vibraphone
123 0 0 12 Marimba
124 0 0 13 Xylophone
125 0 0 14 Tubular Bells
126 0 0 15 Dulcimer
ORGAN
127 0 0 16 Drawbar Organ
128 0 0 17 Percussive Organ
129 0 0 18 Rock Organ
130 0 0 19 Church Organ
131 0 0 20 Reed Organ
132 0 0 21 Accordion
133 0 0 22 Harmonica
134 0 0 23 Bandoneon
GUITAR
135 0 0 24 Acoustic Guitar (nylon)
136 0 0 25 Acoustic Guitar (steel)
137 0 0 26 Electric Guitar (jazz)
138 0 0 27 Electric Guitar (clean)
139 0 0 28 Electric Guitar (muted)
140 0 0 29 Overdriven Guitar
141 0 0 30 Distortion Guitar
142 0 0 31 Guitar Harmonics
BASS
143 0 0 32 Acoustic Bass
144 0 0 33 Electric Bass (finger)
145 0 0 34 Electric Bass (pick)
146 0 0 35 Fretless Bass
147 0 0 36 Slap Bass 1
148 0 0 37 Slap Bass 2
149 0 0 38 Synth Bass 1
150 0 0 39 Synth Bass 2
STRINGS
151 0 0 40 Violin
152 0 0 41 Viola
153 0 0 42 Cello
154 0 0 43 Contrabass
155 0 0 44 Tremolo Strings
156 0 0 45 Pizzicato Strings
157 0 0 46 Orchestral Harp
158 0 0 47 Timpani
ENSEMBLE
159 0 0 48 Strings Ensemble 1
160 0 0 49 Strings Ensemble 2
161 0 0 50 Synth Strings 1
162 0 0 51 Synth Strings 2
163 0 0 52 Choir Aahs
164 0 0 53 Voice Oohs
165 0 0 54 Synth Voice
Voice Bank Select MIDI Voice Naam
Nummer MSB LSB Program
Change#
111
VOICE LIJST
221 0 0 110 Fiddle
222 0 0 111 Shanai
PERCUSSIVE
223 0 0 112 Tinkle Bell
224 0 0 113 Agogo
225 0 0 114 Steel Drums
226 0 0 115 Woodblock
227 0 0 116 Taiko Drum
228 0 0 117 Melodic Tom
229 0 0 118 Synth Drum
230 0 0 119 Reverse Cymbal
STIJL LIJST
8BEAT
001 8Beat Pop 1
002 8Beat Pop 2
003 8Beat Uptempo
004 8Beat Standard
005 Folkrock
006 Pop Rock
007 8Beat Medium
008 8Beat Ballad
009 Epic Ballad
010 Piano Ballad
16BEAT
011 16Beat Shuffle 1
012 16Beat Shuffle 2
013 16Beat Pop
014 Funk 1
015 16Beat Ballad 1
016 16Beat Ballad 2
017 Soul Ballad
6/8 BALLAD
018 Slow Rock 1
019 Slow Rock 2
020 6/8 Ballad
DANCE
021 Dance Pop 1
022 Dance Pop 2
023 Techno
024 Eurobeat
025 Euro House
026 Hip Hop
027 Synth Boogie
Stijl Stijl Naam
Nummer Stijl Stijle Naam
Nummer
TRADITIONAL JAZZ
051 Swing
052 Big Band Swing
053 Big Band Ballad
054 Jazz Quartet
055 Dixieland
AMERICAS
056 Cajun
057 Banda
058 Mariachi
059 Tejano
060 Cumbia
COUNTRY & WESTERN
061 Bluegrass
062 Country 2/4
063 Country Rock
064 Country Ballad
065 Country Shuffle
066 Country Waltz
BALLROOM LATIN
067 Cha Cha
068 Rhumba
069 Pasodoble
070 Tango Continental
BALLROOM STANDARD
071 Foxtrot
072 Jive
SOUND EFFECTS
231 0 0 120 Guitar Fret Noise
232 0 0 121 Breath Noise
233 0 0 122 Seashore
234 0 0 123 Bird Tweet
235 0 0 124 Telephone Ring
236 0 0 125 Helicopter
237 0 0 126 Applause
238 0 0 127 Gunshot
DISCO
028 70s Disco
029 Disco Tropical
030 Polka Pop
ROCK
031 8Beat Rock Ballad
032 16Beat Rock Ballad
033 Hard Rock
034 Rock Shuffle
035 6/8 Heavy Rock
036 US Rock
ROCK & ROLL
037 Rock & Roll 1
038 Rock & Roll 2
039 Boogie
040 Twist
RHYTHM & BLUES
041 R&B
042 Funk 2
043 Soul
044 Gospel Shuffle
045 6/8 Gospel
046 4/4 Blues
CONTEMPORARY JAZZ
047 Cool Jazz
048 Jazz Ballad
049 Jazz Waltz
050 Fusion
MARCH & WALTZ
073 March 1
074 March 2
075 6/8 March
076 Polka
077 Standard Waltz
078 German Waltz
079 Viennese Waltz
080 Musette Waltz
LATIN
081 Bossa Nova 1
082 Bossa Nova 2
083 Salsa
084 Samba
085 Mambo
086 Beguine
087 Merengue
088 Bolero Lento
CARIBBEAN
089 Reggae 12
090 Pop Reggae
PIANIST
091 Rock-a-Ballad
092 8Beat
093 Swing
094 Jazz Ballad
095 2Beat
096 Boogie
097 Ragtime
098 Arpeggio
099 Waltz
100 Happy
Voice Bank Select MIDI Voice Naam
Nummer MSB LSB Program
Change#
Voice Bank Select MIDI Voice Naam
Nummer MSB LSB Program
Change#
Stijl Stijl Naam
Nummer Stijl Stijle Naam
Nummer
112
DRUM KIT LIJST
“<——” Geeft aan dat de drum geluid hetzelfde is als de “Standard Kit 1”.
Iedere percussie voice gebruikt één toon.
De MIDI Toon# en de Toon zijn in werkelijkheid één oktaaf lager dat aangeven. Bijvoorbeeld, in “101: Standard
Kit 1”, de “Seq Click H” (Note# 36/Note C1) correspondeerd met de (Note# 24/Note C0).
Key Off: Toetsen gemarkeerd met “O” stoppen met direct met klinken zodra deze losgelaten worden.
Voices met dezelfde Alternate Note Number (*1 … 4) kunnen niet tegelijkerijd bespeeld worden. (Ze zijn
ontworpen om achtereenvolgens met elkaar te spelen.)
101 102 103 104 105
127 127 127 127 127
00000
0181624
MIDI Key
Alternate
Standard Kit 1 Standard Kit 2 Room Kit Rock Kit Electronic Kit
Note# Note off
Assign
13 C#-1 *3 Surdo Mute <—— <—— <—— <——
14 D -1 *3 Surdo Open <—— <—— <—— <——
15 D#-1 Hi-Q <—— <—— <—— <——
16 E -1 Whip <—— <—— <—— <——
17 F -1 *4 Scratch H <—— <—— <—— <——
18 F#-1 *4 Scratch L <—— <—— <—— <——
19 G -1 Finger Snap <—— <—— <—— <——
20 G#-1 Click <—— <—— <—— <——
21 A -1 Metronome Click <—— <—— <—— <——
22 A#-1 Metronome Bell <—— <—— <—— <——
23 B -1 Seq Click L <—— <—— <—— <——
24 C 0 Seq Click H <—— <—— <—— <——
25 C#0 Brush Tap <—— <—— <—— <——
26 D 0 OBrush Swirl <—— <—— <—— <——
27 D#0 Brush Slap <—— <—— <—— <——
28 E 0 OBrush Swirl W/Attack <—— <—— <—— Reverse Cymbal
29 F 0 OSnare Roll <—— <—— <—— <——
30 F#0 Castanet <—— <—— <—— Hi Q
31 G 0 Snare H Soft Snare H Soft2 <—— SD Elec M Snare L
32 G#0 Sticks <—— <—— <—— <——
33 A 0 Bass Drum L Bass Drum L2 <—— <—— Bass Drum H
34 A#0 Open Rim Shot Open Rim Shot2 <—— <—— <——
35 B 0 Bass Drum M <—— <—— Bass Drum H3 BD Rock
36 C 1 Bass Drum H Bass Drum H 2 <—— BD Rock BD Rock 2
37 C#1 Side Stick <—— <—— <—— <——
38 D 1 Snare L Snare L2 SD Room L SD Rock SD Elec M
39 D#1 Hand Clap <—— <—— <—— <——
40 E 1 Snare H Hard Snare H Hard2 SD Room H SD Rock Rim SD Elec H
41 F 1 Floor Tom L <—— Room Tom 1 Rock Tom 1 E Tom 1
42 F#1 *1 Hi-Hat Closed <—— <—— <—— <——
43 G 1 Floor Tom H <—— Room Tom 2 Rock Tom 2 E Tom 2
44 G#1 *1 Hi-Hat Pedal <—— <—— <—— <——
45 A 1 Low Tom <—— Room Tom 3 Rock Tom 3 E Tom 3
46 A#1 *1 Hi-Hat Open <—— <—— <—— <——
47 B 1 Mid Tom L <—— Room Tom 4 Rock Tom 4 E Tom 4
48 C 2 Mid Tom H <—— Room Tom 5 Rock Tom 5 E Tom 5
49 C#2 Crash Cymbal 1 <—— <—— <—— <——
50 D 2 High Tom <—— Room Tom 6 Rock Tom 6 E Tom 6
51 D#2 Ride Cymbal 1 <—— <—— <—— <——
52 E 2 Chinese Cymbal <—— <—— <—— <——
53 F 2 Ride Cymbal Cup <—— <—— <—— <——
54 F#2 Tambourine <—— <—— <—— <——
55 G 2 Splash Cymbal <—— <—— <—— <——
56 G#2 Cowbell <—— <—— <—— <——
57 A 2 Crash Cymbal 2 <—— <—— <—— <——
58 A#2 Vibraslap <—— <—— <—— <——
59 B 2 Ride Cymbal 2 <—— <—— <—— <——
60 C 3 Bongo H <—— <—— <—— <——
61 C#3 Bongo L <—— <—— <—— <——
62 D 3 Conga H Mute <—— <—— <—— <——
63 D#3 Conga H Open <—— <—— <—— <——
64 E 3 Conga L <—— <—— <—— <——
65 F 3 Timbale H <—— <—— <—— <——
66 F#3 Timbale L <—— <—— <—— <——
67 G 3 Agogo H <—— <—— <—— <——
68 G#3 Agogo L <—— <—— <—— <——
69 A 3 Cabasa <—— <—— <—— <——
70 A#3 Maracas <—— <—— <—— <——
71 B 3 OSamba Whistle H <—— <—— <—— <——
72 C 4 OSamba Whistle L <—— <—— <—— <——
73 C#4 Guiro Short <—— <—— <—— <——
74 D 4 OGuiro Long <—— <—— <—— <——
75 D#4 Claves <—— <—— <—— <——
76 E 4 Wood Block H <—— <—— <—— <——
77 F 4 Wood Block L <—— <—— <—— <——
78 F#4 Cuica Mute <—— <—— <—— Scratch Push
79 G 4 Cuica Open <—— <—— <—— Scratch Pull
80 G#4 *2 Triangle Mute <—— <—— <—— <——
81 A 4 *2 Triangle Open <—— <—— <—— <——
82 A#4 Shaker <—— <—— <—— <——
83 B 4 Jingle Bell <—— <—— <—— <——
84 C 5 Bell Tree <—— <—— <—— <——
25 C#0
26 D 0
27 D#0
28 E 0
29 F 0
30 F#0
31 G 0
32 G#0
33 A 0
34 A#0
35 B 0
36 C 1
37 C#1
38 D 1
39 D#1
40 E 1
41 F 1
42 F#1
43 G 1
44 G#1
45 A 1
46 A#1
47 B 1
48 C 2
49 C#2
50 D 2
51 D#2
52 E 2
53 F 2
54 F#2
55 G 2
56 G#2
57 A 2
58 A#2
59 B 2
60 C 3
61 C#3
62 D 3
63 D#3
64 E 3
65 F 3
66 F#3
67 G 3
68 G#3
69 A 3
70 A#3
71 B 3
72 C 4
73 C#4
74 D 4
75 D#4
76 E 4
77 F 4
78 F#4
79 G 4
80 G#4
81 A 4
82 A#4
83 B 4
84 C 5
85 C#5
86 D 5
87 D#5
88 E 5
89 F 5
90 F#5
91 G 5
92 G#5
93 A 5
94 A#5
95 B 5
96 C 6
Keyboard
Note# Note
Voice#
Bank MSB#
Bank LSB#
Program Change
113
106 107 108 109 110
127 127 127 127 127
00000
25 27 32 40 48
MIDI Key
Alternate
Analog Kit Dance Kit Jazz Kit Brush Kit Symphony Kit1
Note# Note off
Assign
13 C#-1 *3 <—— <—— <—— <—— <——
14 D -1 *3 <—— <—— <—— <—— <——
15 D#-1 <—— <—— <—— <—— <——
16 E -1 <—— <—— <—— <—— <——
17 F -1 *4 <—— <—— <—— <—— <——
18 F#-1 *4 <—— <—— <—— <—— <——
19 G -1 <—— <—— <—— <—— <——
20 G#-1 <—— <—— <—— <—— <——
21 A -1 <—— <—— <—— <—— <——
22 A#-1 <—— <—— <—— <—— <——
23 B -1 <—— <—— <—— <—— <——
24 C 0 <—— <—— <—— <—— <——
25 C#0 <—— <—— <—— <—— <——
26 D 0 O<—— <—— <—— <—— <——
27 D#0 <—— <—— <—— <—— <——
28 E 0 OReverse Cymbal Reverse Cymbal <—— <—— <——
29 F 0 O<—— <—— <—— <—— <——
30 F#0 Hi Q Hi Q <—— <—— <——
31 G 0 SD Elec H2 SD Analog 2 <—— Brush Slap L <——
32 G#0 <—— <—— <—— <—— <——
33 A 0 Bass Drum H BD Analog 2 <—— <—— Bass Drum L3
34 A#0 <—— SD Analog Open Rim <—— <—— <——
35 B 0 BD Analog 1L BD Analog 3 <—— <—— Gran Casa
36 C 1 BD Analog 1H BD Analog 4 BD Jazz BD Jazz Gran Casa Mute
37 C#1 Analog Side Stick Analog Side Stick <—— <—— <——
38 D 1 SD Analog 1H SD Analog 3 SD Jazz L Brush Slap H Marching SD M
39 D#1 <—— <—— <—— <—— <——
40 E 1 SD Analog 1L SD Analog 4 SD Jazz H Brush Tap Marching SD H
41 F 1 Analog Tom 1 Analog Tom 1 Jazz Tom 1 Brush Tom 1 Jazz Tom 1
42 F#1 *1 Analog HH Closed1 Dance HH Closed1 <—— <—— <——
43 G 1 Analog Tom 2 Analog Tom 2 Jazz Tom 2 Brush Tom 2 Jazz Tom 2
44 G#1 *1 Analog HH Closed2 Dance HH Closed2 <—— <—— <——
45 A 1 Analog Tom 3 Analog Tom 3 Jazz Tom 3 Brush Tom 3 Jazz Tom 3
46 A#1 *1 Analog HH 1 Open HH Open2 <—— <—— <——
47 B 1 Analog Tom 4 Analog Tom 4 Jazz Tom 4 Brush Tom 4 Jazz Tom 4
48 C 2 Analog Tom 5 Analog Tom 5 Jazz Tom 5 Brush Tom 5 Jazz Tom 5
49 C#2 Analog Cymbal Analog Cymbal <—— <—— Hand Cym.L Open
50 D 2 Analog Tom 6 Analog Tom 6 Jazz Tom 6 Brush Tom 6 Jazz Tom 6
51 D#2 <—— <—— <—— <—— Hand Cym. L Closed
52 E 2 <—— <—— <—— <—— <——
53 F 2 <—— <—— <—— <—— <——
54 F#2 <—— <—— <—— <—— <——
55 G 2 <—— <—— <—— <—— <——
56 G#2 Analog Cowbell Analog Cowbell <—— <—— <——
57 A 2 <—— <—— <—— <—— Hand Cym. H Open
58 A#2 <—— <—— <—— <—— <——
59 B 2 <—— <—— <—— <—— Hand Cym. H Closed
60 C 3 <—— <—— <—— <—— <——
61 C#3 <—— <—— <—— <—— <——
62 D 3 Analog Conga H Analog Conga H <—— <—— <——
63 D#3 Analog Conga M Analog Conga M <—— <—— <——
64 E 3 Analog Conga L Analog Conga L <—— <—— <——
65 F 3 <—— <—— <—— <—— <——
66 F#3 <—— <—— <—— <—— <——
67 G 3 <—— <—— <—— <—— <——
68 G#3 <—— <—— <—— <—— <——
69 A 3 <—— <—— <—— <—— <——
70 A#3 Analog Maracas Analog Maracas <—— <—— <——
71 B 3 O<—— <—— <—— <—— <——
72 C 4 O<—— <—— <—— <—— <——
73 C#4 <—— <—— <—— <—— <——
74 D 4 O<—— <—— <—— <—— <——
75 D#4 Analog Claves Analog Claves <—— <—— <——
76 E 4 <—— <—— <—— <—— <——
77 F 4 <—— <—— <—— <—— <——
78 F#4 Scratch Push Scratch Push <—— <—— <——
79 G 4 Scratch Pull Scratch Pull <—— <—— <——
80 G#4 *2 <—— <—— <—— <—— <——
81 A 4 *2 <—— <—— <—— <—— <——
82 A#4 <—— <—— <—— <—— <——
83 B 4 <—— <—— <—— <—— <——
84 C 5 <—— <—— <—— <—— <——
25 C#0
26 D 0
27 D#0
28 E 0
29 F 0
30 F#0
31 G 0
32 G#0
33 A 0
34 A#0
35 B 0
36 C 1
37 C#1
38 D 1
39 D#1
40 E 1
41 F 1
42 F#1
43 G 1
44 G#1
45 A 1
46 A#1
47 B 1
48 C 2
49 C#2
50 D 2
51 D#2
52 E 2
53 F 2
54 F#2
55 G 2
56 G#2
57 A 2
58 A#2
59 B 2
60 C 3
61 C#3
62 D 3
63 D#3
64 E 3
65 F 3
66 F#3
67 G 3
68 G#3
69 A 3
70 A#3
71 B 3
72 C 4
73 C#4
74 D 4
75 D#4
76 E 4
77 F 4
78 F#4
79 G 4
80 G#4
81 A 4
82 A#4
83 B 4
84 C 5
85 C#5
86 D 5
87 D#5
88 E 5
89 F 5
90 F#5
91 G 5
92 G#5
93 A 5
94 A#5
95 B 5
96 C 6
Toetsenbord
Toon# Toon
Voice#
Bank MSB#
Bank LSB#
Program Change#
DRUM KIT LIST
114
MIDI IMPLEMENTATION CHART
[Portable Keyboard] Date: 18-MAR-1998
Model: PSR-225 MIDI Implementation Chart Version: 1.0
Functie Verstuurt Herkent Opmerking
Basic Default 1 - 16 1 - 16 *1
Channel Changed 1 - 16 1 - 16 *1
Default 3 3
Mode Messages X X
Altered ************** X
Note 0 - 127 0 - 127
Number : True voice ************** 0 - 127
Velocity Note ON O 9nH, v=1 - 127 O 9nH, v=1 - 127
Note OFF O 9nH, v=0 O 9nH, v=0 or 8nH
After key’s X X
Touch Ch’s X X
Pitch Bender X O
Control Change 0, 32 O O Bank Select
1 X *2 O Modulation
7, 10 O O
11 X *2 O Expression
6, 38 X *2 O Data Entry
64 O O Sustain
84 X *2 O Portamento Control
91, 93, 94 O O Effect Depth
96, 97 X O Data Inc, Dec
100, 101 X *2 O RPN LSB, MSB
120 X O All Sound Off
121 X O Reset All Controllers
Program O 0 - 127 O 0 - 127
Change : True # **************
System Exclusive O *3 O *3
System : Song Position X X
: Song Select X X
Common : Tune X X
System : Clock O O *4
Real Time : Commands O *5 O *5
Aux : Local ON/OFF X X
: All Notes OFF X O (123 - 127)
Messages : Active Sense O O
: Reset X X
Mode 1: OMNI ON, POLY Mode 2 : OMNI ON, MONO O : Yes
Mode 3: OMNI OFF, POLY Mode 4 : OMNI OFF, MONO X : No
115
OPMERKING:
*1 Default (fabrieksinstelllingen) functioneert de PSR-225 als een 16-kanaals
multi-timbrale toongenerator en heeft ontvangen data geen invloed op de
paneelvoices of paneelinstellingen. De MIDI messages hieronder hebben
echter wel invloed op de paneelvoices, automatische begeleiding en songs.
MIDI Master Tuning
System exclusive messages voor het wijzigen van het Reverb Type, Chorus
Type en DSP Type.
De Remote Channel functie kan worden toegewezen met Functie parameter
#81. De messages die ontvangen worden op het ingestelde kanaal worden
op dezelfde manier behandeld als key (toetsen) data ontvangen van de PSR-
225 zelf. De volgende messages worden ontvangen op het ingestelde
kanaal, geselecteerd in deze Functie parameter, alle andere messages
worden genegeerd.
Note ON
Note OFF
Control change : Bank select MSB, LSB (Main Voice Only), Modulation,
Volume, Expression, Sustain, All sound off, All note off
Program Change (Main Voice Only)
Pitch Bend
*2 Messages voor deze control change numbers kunnen niet verstuurd worden
door de PSR-225 zelf. Ze worden echter verstuurd als er begeleiding wordt
afgespeeld en tijdens het gebruik van het Harmony effect.
*3 Exclusive
<GM System ON> F0H, 7EH, 7FH, 09H, 01H, F7H
Deze message roept automatisch alle standaard instellingen op van het
instrument, met uitzondering van MIDI Master Tuning.
<MIDI Master Volume> F0H, 7FH, 7FH, 04H, 01H, llH, mmH, F7H
Deze message zorgt ervoor dat het volume van alle kanalen tegelijkertijd
gewijzigd worden (Universal System Exclusive).
De waarden “mm” worden gebruikt voor MIDI Master Tuning. (Waarden
voor “ll” worden genegeert.)
<MIDI Master Tuning>
F0H, 43H, 1nH, 27H, 30H, 00H, 00H, mmH, llH, ccH, F7H
Dit message zorgt ervoor dat alle stemmingen voor alle kanalen
tegelijkertijd gewijzigd worden.
De waarden “mm” en “ll” worden gebruikt voor MIDI Master Tuning.
De standaard waarden “mm” en “ll” zijn respectievelijk 08H en 00H.
Iedere waarde kan gebruikt worden als “n” en “cc.”
<Bulk Dump>
Dit wordt gebuikt voor het bewaren (opnemen) van User data (User
songs, User One Touch Setting en EZ Chord).
<Internal Clock, External Clock> (Alleen ontvangen)
F0H, 43H, 73H, 01H, 02H, F7H (Interne Klok)
F0H, 43H, 73H, 01H, 03H, F7H (Externe Klok)
Deze messages bedienen de klankinstellingen van de begeleiding.
<Reverb Type> F0H, 43H, 1nH, 4CH, 02H, 01H, 00H, mmH, llH, F7H
mm : Reverb Type MSB
ll : Reverb Type LSB
Zie Effect Map (pagina 116) voor details.
<Chorus Type> F0H, 43H, 1nH, 4CH, 02H, 01H, 20H, mmH, llH, F7H
mm : Chorus Type MSB
ll : Chorus Type LSB
Zie Effect Map (pagina116) voor details.
<DSP Type> F0H, 43H, 1nH, 4CH, 02H, 01H, 40H, mmH, llH, F7H
mm : DSP Type MSB
ll : DSP Type LSB
Zie Effect Map (page 116) voor details.
<DRY Level> F0H, 43H, 1nH, 4CH, 08H, 0mH, 11H, llH, F7H
ll : Dry Level
0m : Channel Number (kanaalnummer)
*4 Het is mogelijk om tussen de externe en interne clock te wisselen.
*5 Als de begeleiding gestart wordt, wordt er een FAH message verstuurd. Als de
begeleiding wordt gestopt wordt er een FCH message verstuurt. Als de klok
op Extern wordt ingesteld, worden beide FAH (het starten van de
begeleiding) en FCH (het stoppen van begeleiding) messages herkend.
Geen MIDI messages worden ontvangen of verstuurd tijdens de Song mode.
MIDI IMPLEMENTATION CHART
116
* Als de ontvangen waarden geen effect type bevat in de TYPE LSB, de LSB wordt
naarTYPE 0 toegewezen.
* Paneel Effecten zijn gebaseert op de “(Number) Effect Name”.
* Door het gebruik van een externe sequencer, die bekwaam is voor het bewerken en
versturen van system exclusive messages en parameter wijzigingen, kunt u de
Reverb, Chorus en DSP effect types selecteren die niet toegankelijk zijn voor de
PSR-225 paneel zelf. Als één van de effecten is geselecteerd door de extere
sequencer, “ - ” zal in de display verschijnen.
Effect map
REVERB
CHORUS
DSP
TYPE TYPE LSB
MSB 00 01 02 08 16 17 18 19 20
000 GEEN EFFECT
001 (1)HALL1 (2)HALL2
002 ROOM (3)ROOM1 (4)ROOM2
003 STAGE (5)STAGE1 (6)STAGE2
004 PLATE (7)PLATE1 (8)PLATE2
005...127 GEEN EFFECT
TYPE TYPE LSB
MSB 00 01 02 08 16 17 18 19 20
000...064 GEEN EFFECT
065 CHORUS (2)CHORUS2
066 CELESTE (1)CHORUS1
067 FLANGER (3)FLANGER1 (4)FLANGER2
068...127 GEEN EFFECT
TYPE TYPE LSB
MSB 00 01 02 08 16 17 18 19 20
000 GEEN EFFECT
001 (1)HALL1 (2)HALL2
002 ROOM (3)ROOM1 (4)ROOM2
003 STAGE (5)STAGE1 (6)STAGE2
004 PLATE (7)PLATE1 (8)PLATE2
005 DELAY L,C,R (26)DELAY L,C,R
006 (27)DELAY L,R
007 (28)ECHO
008 (29)CROSS DELAY
009
(9)EARLY REFLECTION1 (10)EARLY REFLECTION2
010 (11)GATE REVERB
011 (12)REVERSE GATE
012...019 GEEN EFFECT
020 KARAOKE
021...063 GEEN EFFECT
064 THRU
065 CHORUS
(14)CHORUS2
066 CELESTE (13)CHORUS1
067 FLANGER
(15)FLANGER1
(16)FLANGER2
068 SYMPHONIC (17)SYMPHONIC
069 ROTARY SPEAKER
(19)ROTARY SPEAKER1
070 TREMOLO (21)TREMOLO1
071 AUTO PAN (24)AUTO PAN
(20)ROTARY SPEAKER2
(22)TREMOLO2
(23)GUITAR TREMOLO
072 (18)PHASER
073 DISTORTION
074 OVERDRIVE
075 AMP SIMULATION
(30)DISTORTION HARD (31)DISTORTION SOFT
076 3BAND EQ (32)EQ DISCO (33)EQ TEL
077 2BAND EQ
078 AUTO WAH (25)AUTO WAH
079...127 THRU
MIDI IMPLEMENTATION CHART
117
Toetsenbord
61 standard-afmetingen toetsen (C1 - C6), met Touch
Response en Dynamic Filter.
Display Grote multi-functionele LCD display
Setup STAND BY/ON
MASTER VOLUME : MIN - MAX
Paneel Bedieningen
OVERALL (▲▼, +, -), FUNCTION, SONG, VOICE,
STYLE, PORTABLE GRAND, METRONOME, [0]-[9],
[+](YES/FWD), [-](NO/BWD), TOUCH
Demo Song
3 songs
Voice 100 paneel voices + 10 Drum Kits + 128 GM Voices
Polyphony : 32 Voice Set
Dual Voice Mode Split Voice Mode
Automatische Begeleiding
100 stijlen
Accompaniment Knoppen: ACMP ON/OFF, SYNC-START,
START/STOP, INTRO/ENDING, MAIN A/B(AUTO FILL)
Beat Indicator
Fingering : Multi fingering
Accompaniment Volume
Yamaha Educational Suite (YES)
Chord Guide: Dictionary, Smart Chord, EZ Chord
One Touch Setting
Preset A en B (voor alle stijlen)
User (4 Setups x 4 Banken)
Algemene parameters
Tempo • Transponeren
Stemmen • Begeleidingsvolume
Song Volume Metronoom Volume
Effecten
Reverb : 8 types Chorus : 4 types
DSP : 33 types Harmony : 26 types
Song 3 preset Songs (Demo) + 3 User Songs
Song Wissen
Opname
Song User Song : 3 Songs
Real Time Opname/Step Opname
Recording Tracks : 1, 2, 3, 4, 5, 6/CHORD
EZ Chord
8 Banken + Bank Ketting
OTS (One Touch Setting)
User : 4 Setups x 4 Banken
MIDI Instellingen Versturen (transmit settings)
• Instellingen Ontvangen (receive settings)
Local Control
• Clock
Bulk versturen/ontvangen
• Initial Send
Uitgang Jacks
PHONES/AUX OUT, DC IN 10-12V, MIDI IN/OUT,
VOETSCHAKELAAR
Versterker
3.0W + 3.0W
Luidsprekers
12cm x 2
Opgenomen Vermogen
13 W (als u een PA-3B adaptor gebruikt)
Voedingsspanning
Adaptor : Yamaha PA-3B AC adaptor
Batterijen: Zes “D” size, SUM-1, R-20 of soortgelijke
batterijen
Afmetingen (W x D x H)
933 x 370 x 129 mm (36-3/4" x 14-5/8" x 5-1/6")
Gewicht
5.5 kg (12.1 lbs.)
Bijgeleverde Accessoires
Nederlandstalige Handleiding
Los Verkrijgbaar (niet meegeleverd)
Hoofdtelefoon : HPE-150
AC adaptor : PA-3B
Voetschakelaar : FC4, FC5
Toetsenbord standaard : L-2L, L-2C
* Specificaties en uiterlijk kunnen zich wijzigen zonder dat hier
vantevoren melding van wordt gemaakt.
SPECIFICATIES

Navigation menu