Yamaha A. PSR 225 Cover Owner's Manual PSR225Nl
User Manual: Yamaha PSR-225 Owner's Manual
Open the PDF directly: View PDF .
Page Count: 118
Download | |
Open PDF In Browser | View PDF |
Nederlandstalige Handleiding VOORZORGSMAATREGELEN LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT * Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later. WAARSCHUWING Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot: • • • Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken door gekwalificeerd Yamaha personeel. Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen. Als het snoer van de adaptor beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel. • • • Gebruik alleen de gespecificeerde adaptor (PA-3B of aanverwante, door Yamaha aangeraden) adaptor. Het gebruik van een verkeerde adaptor kan schade veroorzaken aan het instrument, te wijten aan oververhitting. Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen hebt. Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezigheid die zich verzamelt op de stekker. PAS OP! Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot: • • • • • • • • • • • • • • Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen. Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen. Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten. Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet gebruikt, of tijdens onweer. De batterijen moeten in het instrument zitten volgens de +/- polariteit markeringen. Doet u dit verkeerd kan oververhitting, brand of lekkende batterijen het resultaat zijn. Vervang batterijen altijd tesamen. Meng geen oude en nieuwe batterijen. Meng ook geen verschillende soorten batterijen zoals alkaline en mangaan batterijen, batterijen van verschillende merken, of verschillende typen batterijen van dezelfde fabrikant, aangezien dit kan resulteren in oververhitting, brand of lekkende batterijen. Werp de batterijen niet in het vuur. Probeer de batterijen niet op te laden, als ze hier niet voor bedoeld zijn. Als het instrument voor een langere tijd niet gebruikt wordt, haal dan de batterijden uit het instrument om lekkage te voorkomen. Houd de batterijen weg van kinderen. Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten. Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of schade aan de interne elektronica. Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten zoals televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie kunnen veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kunnen beïnvloeden. Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan • • • • • • vallen. Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen. Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen verkleuren. Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen. Gebruik alleen de standaard van dit instrument. Bij het bevestigen van de standaard moet u alleen gebruik maken van de meegeleverde schroeven. Doet u dit niet kan er schade ontstaan aan de interne componenten of er voorzorgen dat het instrument valt. Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op met een K.N.O.-arts. Bewaar alle data op een extern apparaat zoals de Yamaha MIDI data filer MDF3 om het verlies van belangrijke data door een fout of een persoonlijke fout te voorkomen Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument, of data die kwijt is geraakt of vernietigd. Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Gooi batterijen niet zo maar weg, maar volg de lokale regels omtrent het weggooien van batterijen. De illustraties en LCD schermenzoals getoont in deze nederlandstalige handleiding zijn alleen voor instructie doeleinden bedoelt, het kan anders voorkomen dan op uw instrument. 3 Gefeliciteerd met uw de aanschaf van de Yamaha PSR-225 PortaTone! U bezit nu een draagbaar toetsenbord die een aantal geavanceerde functies bevat, een fantastisch geluid heeft en buitengewoon gemakkelijk is in het gebruik. Deze kenmerken maken dit instrument een uitzonderlijk expressief en veelzijdig instrument. Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te kunnen maken van de verschillende kenmerken bij het bespelen van uw nieuwe PortaTone. Hoofd Kenmerken De PSR-225 is een subtiel, gemakkelijk te gebruiken toetsenbord met de volgende opties of functies: Yamaha Leer Pakket (Education Suite) ............................................ Pagina’s 60-71 De PortaTone bevat de nieuwe Yamaha leer pakket — een aantal hulpmiddelen die gebruik maken van de laatste technologie om het leren en spelen van muziek plezieriger te maken dan ooit te voren! Het Yamaha Leer Pakket bevat: Chord Guide functies in de Stijl mode — Smart en Dictionary — Dat maakt het bijzonder gemakkelijk om akkoorden en akkoordverhoudingen te leren. Er is een krachtigeEZ Chord functie waarmee u gemakelijk akkoord progressies voort kunt brengen. • Met Smart kunt u gemakkelijk harmonisch“correcte” akkoordprogressies voortbrengen in iedere willekeurige toonhoogte. Het is geweldig om te leren — en te spelen! • Dictionary is een ingebouwde “akkoorden encyclopedie” die u leert specifieke akkoorden te spelen. U typt de akkoord naam in die u wilt hebben en de PortaTone laat u zien welke toetsen u aan moet slaan! • EZ Chord is een krachtige en simpele manier om akkoord progressies te programmeren en op te nemen. Neem alle akkoord wijzigingen op die u voor een song nodig heeft en speel vervolgens de akkoorden stuk voor stuk af door op één enkele toets te drukken! Portable Grand ......................... Pagina 24 De PortaTone bevat ook een Portable Grand functie voor een realistisch piano spel. Door het drukken op de PORTABLE GRAND knop roept u direct de bijzonder authentieke “Stereo Sampling Piano” voice op en configureert u het gehele toetsenbord voor het optimaal bespelen van een piano. Speciale Pianist stijlen — alleen piano begeleiding — zijn ook aanwezig. 4 Andere krachtige inbegrepen kenmerken: • Buitengewoon realistisch en dynamisch geluid in de 100 voices, gebruik makend van digitale opnamen van echte instrumenten. • Met de Dual voice en Split voice modes kunt u twee lagen geluid op elkaar stapelen of twee voices aan aparte gedeelten van het toetsenbord toekennen. • Vier hoge kwaliteit effecten— Reverb, Chorus, DSP en Harmony — ieder met een aantal verschillende types. • 100 automatische begeledingsstijlen, ieder met verschillende intro, Main A en B en uitro gedeelten. Alle stijlen (behalve van de Pianist stijl) bevatten ook hun eigen Fill-in patronen. Met de PortaTone kunt u ook gemakkelijk de begeleiding Stijlen bedienen — inclusief Tempo en onafhankelijke Begeleiding Volume. • Krachtige songopname functies voor het opnemen en afspelen van complete composities (er zijn drie User songs beschikbaar). Tot zes tracks kunnen gebrukt worden voor het opnemen van een song, inclusief een speciaal akkoord track voor de stijl begeleiding. • One Touch Setting (OTS), voor het automatisch oproepen van de toegewezen voice voor het spelen met de geselecteerde stijl. Plus, er zijn 16 User OTS geheugen plaatsen waarin u de aangepaste paneel onstellingen kunt bewaren om later direct op te roepen. • Touch response (met aan/uit knop op het front paneel) voor het maximale expressieve beheersing van de voices. Dit werkt ook samen met de Dynamic Filter, die dynamisch het timbre of de toon van de voice wijzigt volgens uw speelsterkte — net alsof u op een echt muziekinstrument speelt! • De gemakkelijke voetschakelaar bedient een aantal functies — inclusief sustain, start/stop en meer. • GM (General MIDI) compatibel en volledige GM voice instellingen. • De grootte van de LCD geeft u gemakkelijke, directe bevestigingen van belangrijke instellingen en ook akkoord- en toonhoogte indicatie. • Met de veelomvattende MIDI functies kunt u de PortaTone in een MIDI muziek systeem integreren, om sequence opnamen te maken en voor andere geavanceerde toepassingen. • Ingebouwd, hoge kwaliteit stereo versterker en luidsprekers. Inhoud PANEELKNOPPEN EN AANSLUITINGEN 6 • Frontpaneel .............................. 6 • Achterpaneel ............................ 7 OPSTELLEN 8 ÀÀÀÀ ,,,, @@@@ ,,,, @@@@ ÀÀÀÀ STROOMVOORZIENING ................. 8 HET INSTRUMENT AANZETTEN ...... 8 ACCESSORY JACKS ......................... 9 Quick Guide — Hoe gebruikt u uw nieuwe PSR-225 PortaTone 10 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Voices ............................. 10 Automatische Begeleiding .. 12 Akkoorden Gids ............. 14 Songs ............................. 16 Functie Parameters ........ 18 MIDI ............................... 20 PANEEL DISPLAY INDICATIES 22 • Muziek Standaard .................. 23 PORTABLE GRAND 24 HET SPELEN VAN DE ....................... 24 DE METRONOOM GEBRUIKEN ...... 24 • De maatsoort van de Metronoom instellen .................................. 25 • Het Metronoom Volume Wijzigen ................................. 26 VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE 27 HET BESPELEN VAN EEN VOICE — MAIN VOICE ................................... 27 • Over Paneel Voices en GM Voices .............................. 29 • Drum Kit Voice Tabel (voices 101 - 110) .................. 30 Functie Parameters — Main Voice ... 30 TRANSPONEREN EN STEMMEN ..... 32 Transponeren .............................. 32 Stemmen ..................................... 33 TWEE VOICES BESPELEN — DUAL VOICE ................................... 34 Functie Parameters — Dual Voice .. 35 TWEE VOICES BESPELEN — SPLIT VOICE .................................... 36 Functie Parameters — Split Voice .. 37 AANVULLENDE VOICE FUNCTIES — VOICE SET EN TOUCH SENSITIVITY .................................... 38 Functie Parameters — Voice Set en Touch Sensitivity ....... 39 EFFECTEN 40 REVERB ............................................ 40 CHORUS .......................................... 41 DSP ................................................. 42 HARMONY ...................................... 43 Functie Parameters — Effecten ..... 44 • Effect Types ............................ 45 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE 47 SELECTEER EEN STIJL EN SPEEL DE BEGELEIDING .................................. 47 BEGELEIDINGSKNOPPEN ............... 52 DE AUTOMATISCHE BEGELEIDINGSFUNCTIES GEBRUIKEN ....................... 52 HET TEMPO WIJZIGEN ................... 53 BEGELEIDINGSSECTIES (MAIN A, MAIN B) EN FILL-INS ...... 54 HET BEGELEIDINGSVOLUME WIJZIGEN ................................................. 55 AUTOMATISCHE BEGELEIDING GEBRUIKEN — MULTI FINGERING . 56 Single Finger Akkoorden ............ 56 Fingered Akkoorden ................... 56 HET BEGELEIDINGSSPLITPUNT INSTELLEN ...................................... 58 Functie Parameter — Begeleidingssplitpunt ................... 59 WAT IS EEN AKKOORD? ................. 60 AKKOORD NAMEN NOTEREN ........ 61 De intervallen van een toonladder . 61 Andere Akkoorden ...................... 61 CHORD GUIDE ................................ 62 Dictionary ................................... 62 Smart ........................................... 64 • Smart Akkoorden Lijst ............. 65 EZ Akkoord .................................. 66 EZ Akkoord — Akkoord ................. 66 • Bank Ketting ........................... 67 EZ Akkoord — Opname ................ 68 • Een ruimte Opnemen ............. 69 • De Begeleiding Spelen Tijdens EZ Akkoord opname .................... 69 • HINT — Ruimten Gebruiken ... 70 Een EZ Akkoord Bank Verwijderen .... 71 ONE TOUCH SETTING (OTS) 72 ONE TOUCH SETTING — USER ...... 72 Een User One Touch Setting opnemen ...................................... 72 Een User One Touch Setting opnieuw oproepen ....................................... 73 • Een User Bank selecteren ........ 73 ONE TOUCH SETTING — PRESET ... 74 Een Preset One Touch Setting Selecteren ..................................... 74 SELECTEREN EN SPELEN VAN SONGS — DE SONG MODE 75 SELECTEER EEN SONG EN SPEEL DEZE AF .................................................... 75 HET TEMPO WIJZIGEN ................... 76 OVER HET BEAT DISPLAY ............... 77 HET SONG VOLUME WIJZIGEN ...... 78 SONG OPNAME 79 EEN USER SONG OPNEMEN — REALTIME RECORDING .................. 80 • De Metronoom gebruiken ...... 81 • Extra Handelingen .................. 83 USER SONG OPNEMEN — STEP RECORDING ........................... 84 Noten Opnemen .......................... 85 • Extra handelingen .................. 87 Een noot of rust vervangen ........... 88 Velocity Curves Invoeren ............... 89 • Velocity Curve Chart ............... 89 EEN SONG WISSEN ........................ 90 VOETSCAKELAAR 91 • Voetscahakelaar Toewijzing Functies .................................. 92 MIDI FUNCTIES 93 WAT IS MIDI? ................................. 93 Channel Messages ........................ 94 System Berichten .......................... 94 • MIDI Aansluitingen ................. 94 AANSLUITEN OP EEN PERSONAL COMPUTER ..................................... 95 FUNCTIE PARAMETERS — MIDI ..... 96 GEBRUIK BULK DUMP SEND OM DATA OP TE SLAAN ........................ 99 Bulk Data opslaan ......................... 99 Bulk Data laden .......................... 101 INITIAL SETUP SEND GEBRUIKEN ,ET EEN SEQUENCER .......................... 102 Initial Setup Data Versturen ........ 102 TROUBLESHOOTING .................... 104 DATA BACKUP & INITIALIZEREN .. 105 INDEX ........................................... 106 SONG SCORES (EZ Chord banks 1, 2) ................... 107 VOICE LIJST ................................... 108 STYLE LIJST ................................... 111 DRUM KIT LIJST ............................ 112 MIDI IMPLEMENTATION CHART .. 114 SPECIFICATIES .............................. 117 5 REGELPANEEL EN AANSLUITINGEN Frontpaneel VOICE STYLE 1 ~ 10 11 ~ 17 18 ~ 20 21 ~ 27 28 ~ 30 31 ~ 36 37 ~ 40 41 ~ 46 47 ~ 50 91 92 93 94 95 51 ~ 55 8BEAT 56 ~ 60 16BEAT 61 ~ 66 6 / 8 BALLAD 67 ~ 70 DANCE 71 ~ 72 DISCO 73 ~ 80 ROCK 81 ~ 88 ROCK & ROLL 89 ~ 90 RHYTHM & BLUES CONTEMPORARY JAZZ PIANIST 96 ROCK-A-BALLAD 97 8BEAT 98 SWING 99 JAZZ BALLAD 100 2BEAT PORTABLE GRAND H TRADITIONAL JAZZ AMERICAS COUNTRY & WESTERN BALLROOM LATIN BALLROOM STANDARD MARCH & WALTZ LATIN CARIBBEAN 001GrandPno VOICE STYLE TEMPO TRANSPOSE G TUNING ACMP/SONG VOLUME METRONOME VOLUME BOOGIE RAGTIME ARPEGGIO WALTZ HAPPY MEASURE 001 116 TEMPO B OVERALL FUNCTION SONG STYLE VOICE 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 1~6 1~8 1~9 1~9 1 5 6 7 8 MAIN VOICE DUAL VOICE SPLIT VOICE EFFECT ONE TOUCH SETTING 1 1~3 1~3 1~7 STYLE SONG UTILITY MIDI A PSR-225 2 47 3 48 MASTER VOLUME 49 2 50 51 3 52 L 53 54 H 55 56 L 57 58 66 ~ 75 76 ~ 84 85 ~ 89 90 ~ 95 96 ~ 100 101 ~ 110 BRASS REED PIPE SYNTH LEAD SYNTH PAD DRUM KITS 175~182 183~190 191~198 199~206 207~214 215~222 223~230 231~238 REED PIPE SYNTH LEAD SYNTH PAD SYNTH EFFECTS ETHNIC PERCUSSIVE SOUND EFFECTS D F E N velocity BWD FWD NO HARMONY YES O P M 59 L ACMP SYNCON/OFF START (9) M M 60 H C 61 1 6 H 62 mM7 R 63 1 START/ STOP INTRO/ ENDING rit. m M7 64 m(9) R 65 MAIN A MAIN B AUTO FILL CHORD GUIDE RECORD m6 66 m7(9) S 67 68 m7 C 69 2 DICTIONARY SMART EZ OFF m7 5 7( 9) 7 70 R 71 2 H 72 R S REVERB ONE TOUCH SETTING USER 1 2 3 1 2 3 PRESET 4 A B 5 6/CHORD T Q MAX CHORD TYPE 46 C M J K L MIN 3 PANEL VOICE 1 ~ 12 PIANO 13 ~ 19 MALLET 20 ~ 32 ORGAN 33 ~ 41 GUITAR 42 ~ 49 BASS 50 ~ 60 ENSEMBLE 61 ~ 65 STRINGS GM VOICE 111~118 PIANO 119~126 CHROMATIC 127~134 ORGAN 135~142 GUITAR 143~150 BASS 151~158 STRINGS 159~166 ENSEMBLE 167~174 BRASS 0 DEMO START 0 1 2 3 4 METRONOME 1 FUNCTION I 4 DUAL TOUCH STAND BY ON SONG MEMORY 7(9) L 73 7( 9) 7( 13) 74 H 75 7(13) L 76 7( 11) dim7 H 77 L 78 dim H 79 7aug L 80 aug 7sus4 81 82 sus4 ROOT H 83 C L 84 C /D D 85 D /E 86 A MASTER VOLUME dial Dit bepaalt het algemene volume van de PortaTone. B OVERALL, DEMO START knoppen (▲, ▼, +, -) Hiermee selecteert u een aantal algemene functies en stelt hun waarden in. (Zie pagina 22, 24.) Ze worden ook gebruikt om de Demo songs te spelen. (Zie pagina 16.) Hiermee kunt u direct naar de Voice mode gaan en de Grand Piano voice oproepen. (Zie pagina 24.) C FUNCTION knop Dit selecteert de Functie mode. (Zie pagina 18.) I METRONOME knop Dit schakelt de metronoom aan en uit. (Zie pagina 24.) D SONG knop J ACMP ON/OFF knop Dit selecteert de Song mode. (Zie pagina’s 16, 75.) E STYLE knop Dit selecteert de Stijl mode. (Zie pagina’s 12, 47.) F VOICE knop Dit selecteert de Voice mode. (Zie pagina’s 10, 27.) G numerieke toetsenbord, +/- knoppen Deze zijn voor het selecteren van songs, voices en stijlen. (Zie pagina’s 28, 47 en 76.) Ze worden ook gebruikt voor het maken van verschillende instellingen, zoals: • Selecteren en wijzigen van Functie parameters (pagina 18) • Instellen van noot waarden en andere instellingen van de Step Opname functie (pagina 85) 6 • Instellen van de maatsoort van de Metronoom (pagina 25) • Instellen van de toonladder van de Smart Chord functie (pagina 64) H PORTABLE GRAND knop Dit zet, als de Stijl mode is geselecteerd, de automatische begeleiding uit en aan. (Zie pagina 52.) Deze knop heeft geen functie in de Song Play mode. K SYNC-START knop Dit schakelt de Sync-Start functie aan en uit. (Zie pagina 48.) L START/STOP knop Dit start en stopt, als de Stijl mode is geselecteerd, de automatische begeleiding, . (Zie pagina 48.) In de Song mode, start en stopt deze het afspelen van een song. (Zie pagina 76.) M INTRO/ENDING knop PANEL CONTROLS AND TERMINALS Als de Stijl mode is geselecteerd wordt hiermee de Intro en Ending functies bediend. (Zie pagina’s 49, 51.) geselecteerd. Als de Song mode is geselecteerd worden deze gebruikt om specifieke tracks te selecteren (pagina’s 81, 85). N MAIN A/B (AUTO FILL) knoppen R HARMONY knop Hiermee kunt u, als de Stijl mode is geselecteerd, de automatische begeleidingsgedeelten wijzigen en de Auto Fill functie bedienen. (Zie pagina 54.) Dit zet het Harmony effect aan en uit. (Zie pagina 43.) O CHORD GUIDE knop Hiermee kunt u, als de stijl mode is geselecteerd, de Chord Guide functies bedienen. (Zie pagina 62.) Dit zet het Reverb effect aan en uit. (Zie pagina 40.) P RECORD knop Dit zet de Dual mode aan en uit. (Zie pagina 34.) Deze wordt gebruikt om de opname functies te selecteren en de opname functies in te schakelen: Song (pagina’s 80, 84), EZ Akkoord (pagina 68) en One Touch Setting (pagina 72). TOUCH knop Dit zet de Touch functie aan en uit. (Zie pagina 38.) Q ONE TOUCH SETTING / SONG MEMORY knoppen Deze worden gebruikt om Touch Setting registraties (pagina 73) te selecteren als de Stijl mode is S REVERB knop T DUAL knop Aan/uit schakelaar (STAND BY/ON) Achterpaneel A DC IN 10-12V jack A B C DC IN 10-12V PHONES/ AUX OUT FOOT SWITCH Dit is de aansluiting van de PA-3B AC adaptor. (Zie pagina 8.) B PHONES/AUX OUT jack Dit is de aansluiting van de stereo hoofdtelefoon of een extern versterker/luidsprekersysteem. (Zie pagina 9.) C FOOT SWITCH jack D IN MIDI OUT Dit is de aansluiting van de los verkrijgbare FC4 of FC5 Voetschakelaar. De Voetschakelaar wordt in het algemeen gebruikt voor het bedienen van sustain, maar het kan ook gebruikt worden bij het bedienen van een aantal functies. (Zie pagina’s 9, 91.) D MIDI IN, OUT aansluitingen Dit zijn de aansluitingen van externe MIDI instrumenten en apparaten. (Zie pagina 94.) 7 OPSTELLEN In dit gedeelte staat informatie over het opstellen van de PortaTone moet opstellen. Lees dit gedeelte zorgvuldig door alvorens uw instrument te gebruiken. STROOMVOORZIENING De PSR-225 werkt zowel op batterijen als op de los verkrijgbare Yamaha PA-3B AC adaptor (of een andere door Yamaha aanbevolen adaptor). BATTERIES 1.5V x 6 PAS OP Onderbreek nooit de stroomvoorziening (b.v. door de batterijen te verwijderen of door de AC adaptor uit het stopcontact te halen) tijdens een opname! Dit kan resulteren in het verliezen van data. Het gebruik van de Adaptor Om uw PortaTone op een stopcontact aan te sluiten, heeft u de extra verkrijgbare Yamaha PA3B Adaptor nodig. Het gebruik van een andere adaptor kan leiden tot schade aan het instrument, dus let er op dat u de goede adaptor gebruikt. Steek de adaptor in een stopcontact en in de DC IN 10-12V jack aan de achterkant van de PortaTone. WAARSCHUWING • Gebruik ALLEEN de Yamaha PA-3B Adaptor (of een andere, speciaal door Yamaha aanbevolen adaptor) om uw instrument van stroom te voorzien. Het gebruik van andere adaptors kan resulteren in onherstelbare schade aan zowel de adaptor als de PSR 225. klinkt of functioneert de PortaTone niet meer naar behoren. Vervang alle zes de batterijen zodra dit gebeurt. PAS OP •Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen of verschillende typen batterijen (bv alkaline en mangaan) door elkaar. • Voorkom eventuele schade aan het instrument door batterijlekkage, door de batterijen te verwijderen als u het instrument voor langere tijd niet gebruikt. HET INSTRUMENT AANZETTEN Druk, als de adaptor is aangesloten of de batterijen zijn geïnstalleerd, op de STAND BY schakelaar zodat deze op de ON positie blijft staan. Als het instrument niet wordt gebruikt deze dan uit. (Druk de schakelaar opnieuw in zodat deze omhoog komt.) • Haal de adaptor uit het stopcontact als u de PSR 225 niet gebruikt en als het onweert. Het gebruiken van batterijen ■ Het Plaatsen van Batterijen Keer het instrument om en verwijder de deksel van het batterijencompartiment. Plaats zes 1,5 volt “D” (SUM-1, R-20 of vergelijkbare) batterijen, zoals getoond in de illustratie. Zorg er voor dat de positieve en negatieve aansluitingen juist zitten en doe het deksel er weer op. ■ Als de Batterijen Zwak Worden Als de batterijen zwak worden en het batterijvoltage beneden een bepaald niveau komt, 8 STAND BY ON PAS OP Zelfs als de schakelaar op “STAND BY” staat, stroomt er nog steeds een klein beetje elektriciteit naar het instrument. Als u de PSR-225 voor langere tijd niet gebruikt, haal dan de adaptor uit het stopcontact en/of verwijder de batterijen. OPSTELLEN ACCESSOIRES JACKS ■ Het gebruiken van een hoofdtelefoon Om privé te oefenen en te spelen zonder anderen te storen, kunt u een hoofdtelefoon aansluiten op het achterpaneel in de PHONES/AUX OUT jack. De ingebouwde luidsprekers worden onmiddellijk losgekoppeld zodra u de plug van de hoofdtelefoon in de jack steekt. ■ Het gebruik van de Voetpedaal Met dit onderdeel kunt u een los verkrijgbare voetschakelaar gebruiken (Yamaha FC4 or FC5) om de geluiden van de voices door te laten klinken, of om een aantal andere functies te bedienen. (Zie pagina 91.) Als deze gebruikt wordt voor sustain, werkt de voetschakelaar op dezelfde manier als een demppedaal op een akoestische piano — trap en houdt de voetschakelaar vast als u op het toetsenbord speelt om de geluiden door te laten klinken. PHONES/ AUX OUT FOOT SWITCH ■ Een toetsenbord versterker of een stereosysteem aansluiten Hoewel de PortaTone is uitgerust met ingebouwde luidsprekers, kunt u ook op een extern versterker/ geluidssysteem spelen. Kijk eerst of de PortaTone en de externe apparaten uitstaan. Sluit vervolgens het ene eind van de stereo audiokabel aan op de LINE IN of AUX IN jack(s) van het andere apparaat en het andere eind op de PHONES/AUX OUT jack op het achterpaneel van de PortaTone. N.B. • Zorg ervoor dat het voetpedaal op de juiste wijze is aangesloten op de FOOT SWITCH jack voor u het instrument aanzet. • Druk het voetpedaal niet in tijdens het aanzetten van het instrument. Daarmee wijzigt u de polariteit van het voetpedaal, hetgeen resulteert in een omgekeerde voetpedaalbediening. ■ Het Gebruik van MIDI Aansluitingen De PortaTone is ook MIDI instrument uitgerust met MIDI aansluitingen, waarmee u de PortaTone op andere MIDI instrumenten en media aan kunt sluiten (zie voor meer informatie pag. 20, 93.) IN PHONES/ AUX OUT MIDI OUT Stereo system PAS OP Zet het volume van de externe apparaten op minimum alvorens ze aan te sluiten, om schade aan de luidsprekers te voorkomen. Onachtzaamheid kan in dit geval leiden tot een elektrische schok of schade aan de apparatuur. 9 ÃÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂÂÂ ÁÁÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀÀ CCCCCC BBBBBB AAAAAA @@@@@@ ,,,,,, Quick Guide — Hoe Gebruikt U Uw Nieuwe PSR-225 PortaTone Stap 1 Voices Het spelen van de Piano Voice In dit korte, gemakkelijk te volgen, hoofdstuk wordt getoond hoe u gebruik maakt van de basisonderdelen en functies van uw nieuwe PSR-225 PortaTone. Als u nog nooit een elektronisch toetsenbord heeft aangeraakt en u elke stap in dit hoofdstuk leest en begrijpt, raakt u in korte tijd bekend met de PortaTone. Het geeft u ook het hulpmiddelen die u nodig heeft om de geavanceerde mogelijkheden van het instrument te ontdekken en deze effectief in uw muziek te gebruiken. Veel succes...... en plezier. Portable Grand z Druk op de PORTABLE GRAND knop. VOICE STYLE PORTABLE GRAND 001GrandPno METRONOME MEASURE 001 116 TEMPO De Grand Piano Voice wordt automatisch geselecteerd. x Speel op het toetsenbord. z q PORTABLE GRAND TEMPO VOICE STYLE TRANSPOSE 001GrandPno METRONOME TUNING ACMP/SONG VOLUME METRONOME VOLUME 1 2 MEASURE 001 116 OVERALL TEMPO FUNCTION SONG STYLE VOICE 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest Wilt u meer weten? Zie pagina 24. q 3 0 DEMO START velocity BWD FWD NO HARMONY YES MIN 2 3 1 2 3 PRESET 4 A B 4 5 6/CHORD MAX MASTER VOLUME ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF RECORD REVERB ONE TOUCH SETTING USER 1 SONG MEMORY DUAL TOUCH STAND BY ON zx Het selecteren van andere voices De PSR-225 bevat totaal 238 voices van hoge kwaliteit. Laten we er een paar uitproberen..... Paneel voices ......... 1 - 100 (100 voices) 101 - 110 (10 drum kit voices) GM voices .............. 111 - 238 (128 voices) z Ga in de Voice mode. FUNCTION SONG STYLE c Speel op het toetsenbord. VOICE x Selecteer een voice. VOICE STYLE 1 2 3 4 5 6 7 8 9 002BritePno rest 0 BWD NO 10 3 velocity FWD YES Wilt u meer weten? Zie bladzijde 27. AAAAAAA CCCCCCC ÁÁÁÁÁÁÁ ÃÃÃÃÃÃÃ ,,,,,, @@@@@@ BBBBBB ÀÀÀÀÀÀ ÂÂÂÂÂÂ Stap 1 Voices Het meespelen met de Metronoom Wijzigen van het Metronoom Volume q Druk op METRONOME knop. 1 PORTABLE GRAND Druk op één van de OVERALL ▲/▼ knopppen totdat “MtrVol” in de display verschijnt. METRONOME DEMO START Wilt u meer weten? Zie pagina 24. Het wijzigen van het maatsoort van de Metronoom VOICE STYLE q Houd u tegelijkertijd de METROME knop in en één METRONOME VOLUME van de toetsen (1-9) op het numerieke toetsenbord. PORTABLE GRAND + METRONOME 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 2 3 100MtrVol 4 116 TEMPO Druk op de OVERALL + of - knoppen om de waarde te verhogen of te verlagen. 0 BWD velocity FWD De Metronoom is normaal ingesteld op 4/4 NO YES (vierkwarts). Druk, om dit te wijzigen in 2/4, op numerieke knop “2”. Druk, om dit te wijzigen in 3/4, op numerieke knop “3”. DEMO START Wilt u meer weten? Zie pagina 25. Wilt u meer weten? Zie pagina 26. Paneel Voice Lijst Nr. 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 Voice Naam PIANO Grand Piano Bright Piano Honky-tonk Piano Funky Electric Piano DX Electric Piano MIDI Grand Piano CP 80 Hyper Electric Piano Bell Electric Piano Harpsichord Clavi Celesta MALLET Vibraphone Marimba Xylophone Tubular Bells Timpani Steel Drums Music Box ORGAN Jazz Organ 1 Jazz Organ 2 Jazz Organ 3 Nr. 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 Voice Naam Full Organ Rock Organ 1 Rock Organ 2 16'+2' Organ 16'+4' Organ Church Organ Reed Organ Musette Accordion Traditional Accordion Bandoneon GUITAR Classical Guitar Folk Guitar 12Strings Guitar Jazz Guitar Octave Guitar Clean Guitar Muted Guitar Overdriven Guitar Distortion Guitar BASS Acoustic Bass Finger Bass Pick Bass Fretless Bass Nr. 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065 066 067 Voice Naam Slap Bass Synth Bass Techno Bass Dance Bass ENSEMBLE Strings Chamber Strings Synth Strings Slow Strings Tremolo Strings Pizzicato Strings Choir Choir Aahs Choir Oohs Synth Choir Orchestra Hit STRINGS Violin Cello Contrabass Banjo Harp BRASS Trumpet Muted Trumpet Nr. 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 Voice Naam Trombone Trombone Section French Horn Tuba Brass Section Synth Brass Jump Brass Techno Brass REED Soprano Sax Alto Sax Tenor Sax Baritone Sax Oboe English Horn Bassoon Clarinet Harmonica PIPE Piccolo Flute Pan Flute Recorder Ocarina Nr. 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 Voice Naam SYNTH LEAD Square Lead Sawtooth Lead Voice Lead Crystal Brightness Analog Lead SYNTH PAD Fantasia Bell Pad Xenon Pad Angels Dark Moon DRUM KITS Standard Kit 1 Standard Kit 2 Room Kit Rock Kit Electronic Kit Analog Kit Dance Kit Jazz Kit Brush Kit Symphony Kit 11 ÃÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂÂÂ ÁÁÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀÀ CCCCCC BBBBBB AAAAAA @@@@@@ ,,,,,, Stap 2 Automatische begeleiding De automatische begeleiding gebruiken Begeleiding gedeelte De PSR-225 bevat een krachtige en makkelijk te gebruiken begeleidingsonderdeel. U hoeft alleen maar akkoorden aan te slaan met uw linkerhand de PortaTone begeleidt automatisch uw spel met bas, akkoorden en ritme. Speel melodieën met uw rechterhand en u klinkt als een hele band! Automatische begeleiding STYLE 0018BtPop1 VOICE MEASURE ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL b Speel een akkoord met uw linkerhand. 001 116 TEMPO Zie voor hulp bij het spelen van akkoorden, de “akkoorden leidraad functie” op pagina 14. x Selecteer een Stijl. Zie pag. 13 voor een opsomming van de stijlen. STYLE Melodie v Zet de Sync-Start functie aan. STYLE SONG Rechterhand (bijvoorbeeld, bas + gitaar + drums) z Ga naar de Stijl mode. ON + Linkerhand 0028BtPop2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest n Selecteer een sectie. Probeer met het Intro, Main A/B en de laatste sectie mee te spelen 3 0 velocity BWD FWD c Zet de automatische begeleiding aan. NO Accompaniment section YES INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL m Stop de automatische ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP begeleiding MAIN A MAIN B AUTO FILL INTRO/ ENDING rit. YNCTART START/ STOP INTRO/ ENDING rit. Wilt u meer weten? Zie pagina’s 47-61. PORTABLE GRAND TEMPO VOICE STYLE TRANSPOSE 001GrandPno TUNING ACMP/SONG VOLUME METRONOME VOLUME MEASURE 001 116 OVERALL TEMPO FUNCTION SONG z x c METRONOME STYLE VOICE 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 DEMO START BWD velocity FWD NO HARMONY YES MIN ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP cv m 12 2 3 1 2 3 PRESET 4 A B 4 5 6/CHORD MAX MASTER VOLUME INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL n CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF RECORD z x REVERB ONE TOUCH SETTING USER 1 SONG MEMORY DUAL TOUCH STAND BY ON AAAAAAA CCCCCCC ÁÁÁÁÁÁÁ ÃÃÃÃÃÃÃ ,,,,,, @@@@@@ BBBBBB ÀÀÀÀÀÀ ÂÂÂÂÂÂ Automatische Begeleiding Stap 2 Selecteer een complete muziek stijl met een ideale voice en andere instellingen - one touch instelling De PortaTone bevat 100 verschillende stijlen in diverse muziek genres. Met de one touch instelling functie kunt u voice- en andere instellingen oproepen die het beste passen bij de geselecteerde stijl. Iedere stijl is geprogrammeerd met twee Preset One Touch instellingen. z Ga naar Style mode. c Druk op één van de one touch instel- STYLE ON SONG STYLE VOICE 0018BtPop1 ling knoppen: preset A of B. ONE TOUCH SETTING USER 1 MEASURE 001 116 3 PRESET 4 A B TEMPO x Selecteer een stijl. Voor een lijst van stijlen, kijk hieronder. STYLE 2 0028BtPop2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest v Speel op het toetsenbord 3 0 BWD NO velocity FWD YES Wilt u meer weten? Zie pagina 74. Stijl Lijst Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Stijl Naam 8BEAT 8Beat Pop 1 8Beat Pop 2 8Beat Uptempo 8Beat Standard Folkrock Pop Rock 8Beat Medium 8Beat Ballad Epic Ballad Piano Ballad 16BEAT 16Beat Shuffle 1 16Beat Shuffle 2 16Beat Pop Funk 1 16Beat Ballad 1 16Beat Ballad 2 Soul Ballad 6/8 BALLAD Slow Rock 1 Slow Rock 2 6/8 Ballad Nr. 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 Stijl Naam DANCE Dance Pop 1 Dance Pop 2 Techno Eurobeat Euro House Hip Hop Synth Boogie DISCO 70s Disco Disco Tropical Polka Pop ROCK 8Beat Rock Ballad 16Beat Rock Ballad Hard Rock Rock Shuffle 6/8 Heavy Rock US Rock ROCK & ROLL Rock & Roll 1 Rock & Roll 2 Boogie Twist Nr. Stijl Naam RHYTHM & BLUES 41 R&B 42 Funk 2 43 Soul 44 Gospel Shuffle 45 6/8 Gospel 46 4/4 Blues CONTEMPORARY JAZZ 47 Cool Jazz 48 Jazz Ballad 49 Jazz Waltz 50 Fusion TRADITIONAL JAZZ 51 Swing 52 Big Band Swing 53 Big Band Ballad 54 Jazz Quartet 55 Dixieland AMERICAS 56 Cajun 57 Banda 58 Mariachi 59 Tejano 60 Cumbia Nr. Stijl Naam COUNTRY & WESTERN 61 Bluegrass 62 Country 2/4 63 Country Rock 64 Country Ballad 65 Country Shuffle 66 Country Waltz BALLROOM LATIN 67 Cha Cha 68 Rhumba 69 Pasodoble 70 Tango Continental BALLROOM STANDARD 71 Foxtrot 72 Jive MARCH & WALTZ 73 March 1 74 March 2 75 6/8 March 76 Polka 77 Standard Waltz 78 German Waltz 79 Viennese Waltz 80 Musette Waltz Nr. Stijl Naam LATIN 81 Bossa Nova 1 82 Bossa Nova 2 83 Salsa 84 Samba 85 Mambo 86 Beguine 87 Merengue 88 Bolero Lento CARIBBEAN 89 Reggae 12 90 Pop Reggae PIANIST 91 Rock-A-Ballad 92 8Beat 93 Swing 94 Jazz Ballad 95 2Beat 96 Boogie 97 Ragtime 98 Arpeggio 99 Waltz 100 Happy 13 ÃÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂÂÂ ÁÁÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀÀ CCCCCC BBBBBB AAAAAA @@@@@@ ,,,,,, Stap 3 Akkoorden Gids De akkoorden gids functie gebruiken Gespecificeerde akkoorden leren te spelen Voorbeeld: Hier leert u hoe de Akkoorden Gids functie gebruikt die de individuele noten in de akkoorden te laten zien. z Ga naar Stijl mode en druk op de CHORD GUIDE knop totdat “Dict.” in de display verschijnt. CHORD GUIDE MEASURE CHORD TYPE M7 ACMP ON M7 MEASURE 001 116 001 116 TEMPO v Speel de noten van het akkoord zoals ACMP ON DICTIONARY SMART EZ OFF c Specificeer het soort akkoord. Dict. STYLE G M7 Root note Chord type getoond wordt in het toetsenbord diagram in de display. TEMPO x Specificeer de grondtoon van het akkoord. ROOT G Dict. STYLE ACMP ON De noten in het toetsenbord diagram knipperen als de juiste toetsen worden aangeslagen. Wilt u meer weten? Zie pagina 62. De gewenste akkoorden met één vinger spelen Met de PortaTone kunt u gemakkelijk de gewenste akkoorden creëren van een gegeven toonladder door de enkele noten van de toonladder te spelen. z Ga naar de Stijl mode en druk op de c Start de automatische begeleiding. CHORD GUIDE knop totdat er “Smart” in de display verschijnt. SYNCSTART ACMP ON v Speel een enkel noot akkoorden (grond- CHORD GUIDE MEASURE 001 116 TEMPO x Stel de toonhoogte in die bij de song past die u wilt spelen. Voer het aantal kruizen of mollen van de corresponderende toonhoogte in. STYLE 14 INTRO/ ENDING rit. Smart STYLE DICTIONARY SMART EZ OFF START/ STOP 15b=1 toon) op het toetsenbord Om deze akkoorden te spelen....... F Dm Gm Dm .....Druk op deze toetsen (grondnoten) Wilt u meer weten? Zie pagina 64. AAAAAAA CCCCCCC ÁÁÁÁÁÁÁ ÃÃÃÃÃÃÃ ,,,,,, @@@@@@ BBBBBB ÀÀÀÀÀÀ ÂÂÂÂÂÂ Akkoorden Gids Stap 3 Het met één vinger spelen van akkoord progressies (songs) Met de EZ Akkoord functie kunt u op een buitengewoon makkelijke wijze de akkoorden van een song spelen. Sla simpelweg achtereenvolgens één toets aan en de PortaTone speelt automatisch het juiste akkoord voor u! q Ga de Stijl mode in, druk dan op de Blijft dezelfde toets drukken elke keer als u een nieuwe akkoord wilt spelen CHORD GUIDE knop totdat er “EZ” op het display verschijnt. Accompaniment section 1EZ STYLE ACMP ON CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF 001 116 TEMPO w Selecteer een EZ Akkoord bank. 2EZ STYLE t Speel de melodie met uw rechterhand 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest wanneer de automatische begeleiding speelt. 3 0 velocity BWD FWD NO YES Wilt u meer weten? Zie pagina 68 e Start de automatische begeleiding. Uw eigen EZ Akkoord bank opnemen SYNCSTART START/ STOP U kunt ook uw eigen akkoord progressie creëren en meespelen met wie u ook maar wilt. INTRO/ ENDING rit. r Sla een enkele noot aan op het toetsenbord om een akkoord te spelen. Wilt u meer weten? Zie pagina 68. PORTABLE GRAND TEMPO VOICE STYLE TRANSPOSE 001GrandPno METRONOME TUNING ACMP/SONG VOLUME METRONOME VOLUME MEASURE 001 116 TEMPO OVERALL FUNCTION SONG STYLE VOICE 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 DEMO START BWD velocity FWD NO HARMONY YES MIN 2 3 1 2 3 PRESET 4 A B 4 5 6/CHORD MAX MASTER VOLUME ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. ce MAIN A MAIN B AUTO FILL CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF RECORD SONG MEMORY zzq xw Toetsen voor het begeleidend spelen (C1 — F#2) REVERB ONE TOUCH SETTING USER 1 DUAL TOUCH STAND BY ON Gebruik deze toetsen voor de akkoorden leidraad functie. Toetsen om het akkoord type in te Toetsen om de beginnoot in te voeren voeren (C5 — B5) (C3 — B4) 15 ÃÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂÂÂ ÁÁÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀÀ CCCCCC BBBBBB AAAAAA @@@@@@ ,,,,,, Stap 4 Songs Een song spelen Alle drie de songs afspelen Een enkele song afspelen De PSR-225 bevat 3 Demo’s om de authentieke voices en begeleiding van het instrument te demonstreren. Notuurlijk kunt u ook individueel een songs van de PortaTone selecteren en afspelen. z Ga de song mode in. z Druk tegelijkertijd de OVERALL ▲/▼ knoppen in. FUNCTION SONG STYLE ALLTakeOff! SONG DEMO START MEASURE 1 001 111 2 TEMPO 3 4 5 6 ALLTakeOff! SONG x Selecteer een song. MEASURE 1 2 001 111 TEMPO 3 4 5 6 SONG 002PF–Grand 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest x Stop de song. ACMP SYNCON/OFF START 3 0 BWD velocity NO FWD YES c Start (en stop) de song. START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL ACMP SYNCON/OFF START Wilt u meer weten? Zie pagina 75. Het veranderen van het tempo (snelheid) van de song. q Druk op één van de OVERALL ▲/▼ knoppen tot er START/ STOP Wilt u meer weten? Zie pagina 75. Het volume van de song veranderen q Druk op de OVERALL ▲/▼ knoppen tot er “SongVol” op display verschijnt. “Tempo” op het display verschijnt. TEMPO VOICE STYLE 116Tempo MAIN A MAIN B AUTO FILL INTRO/ ENDING rit. 100SongVol SONG DEMO START ACMP/SONG VOLUME DEMO START MEASURE MEASURE 001 116 TEMPO w Druk op de OVERALL + of - knoppen om het tempo te verhogen of te verlagen. 1 2 001 205 TEMPO 3 4 5 6 w Druk op de OVERALL + of - knop om het volume van de song te verhogen of te verlagen. DEMO START DEMO START wilt u meer weten? Zie pagina 76. 16 Wilt u meer weten? Zie pagina 78. AAAAAAA CCCCCCC ÁÁÁÁÁÁÁ ÃÃÃÃÃÃÃ ,,,,,, @@@@@@ BBBBBB ÀÀÀÀÀÀ ÂÂÂÂÂÂ Stap 4 Songs Uw eigen song opnemen Met de PSR-225 kunt u uw eigen songs opnemen op twee verschillende manieren - realtime en step . Probeer zelf beide opname methoden uit.... 1 Selecteer de gewenste opnamemode door op de RECORD knop te drukken. RECORD Realtime opname Step opname Deze manier lijkt het gebruiken van een conventionele tape recorder, waarmee u de verschillende delen van een song rechtstreeks speelt en opneemt. Deze manier is gelijk aan het gebruik van pen en papier om elke noot op te schrijven, en zo stap voor stap de verschillende delen in te voeren Wilt u meer weten? Zie pagina’s 79-90. PORTABLE GRAND 001GrandPno VOICE STYLE TEMPO TRANSPOSE zq w MEASURE 001 116 OVERALL TEMPO FUNCTION SONG A B METRONOME TUNING ACMP/SONG VOLUME METRONOME VOLUME STYLE 1 2 3 4 5 6 8 9 7 VOICE rest 3 0 DEMO START BWD velocity FWD NO HARMONY YES MIN 2 3 1 2 3 PRESET 4 A B 4 5 6/CHORD MAX MASTER VOLUME ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP MAIN A MAIN B AUTO FILL INTRO/ ENDING rit. CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF RECORD REVERB ONE TOUCH SETTING USER 1 DUAL TOUCH SONG MEMORY x c z x e wt 1 STAND BY ON r Creëer zelf uw eigen gemaakte One Touch instellingen U kunt ook zelf uw eigen One Touch Instellingen creëren - u kunt vrijwel alle instellingen volledig opnieuw configureren met één druk op een knop! 16 instellingen kunnen maximaal worden opgeslagen (4 x Gebruikersbanken x 4 Gebruikersknoppen). q Maak alle gewenste instellingen op de t Zet de Gebruikers One Touch instelling PortaTone. w Selecteer de Gebruikers één toets instelling mode. 1OTS User STYLE RECORD opnamemode uit. Het oproepen van een User One Touch Instelling A Selecteer Functie #41 en selecteer de gewenste bank (1 - 4). RECORD e Selecteer de gewenste 1 2UserBank 4 5 6 7 8 9 rest B 3 0 r Selecteer de gewenste velocity BWD NO FWD Druk op de toegewezen USER knop (1-4) om onmiddellijk uw zelfgemaakte paneel instellingen op te roepen ONE TOUCH SETTING YES USER 1 Gebruikers knop (USER 1-4). F41UserBank STYLE 3 FUNCTION Gebruikers bank (1-4) STYLE 2 2 3 PRESET 4 A B ONE TOUCH SETTING USER 1 2 3 PRESET 4 A B Wilt u meer weten? Kijk op pagina 72. 17 ÃÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂÂÂ ÁÁÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀÀ CCCCCC BBBBBB AAAAAA @@@@@@ ,,,,,, Stap 5 Functie Parameters De Functie parameters gebruiken De Functie parameters van de PSR-225 bevatten verschillende instellingen. Deze geven u een gedetailleerde controle over vele onderdelen van de PSR-225. c Wijzig, nadat “FUNCTION” in de display z Druk op de FUNCTION knop. FUNCTION SONG STYLE stopt met knipperen, de waarde of instelling. Na een paar seconden stopt de “FUNCTION” indicator met knipperen en blijft branden. Op dat moment wijzigt automatisch het Functie nummer (“F02” in het voorbeeld hierboven) in de huidige waarden van de Functie parameter. VOICE x Selecteer een Functie nummer. Zie pag. 19 voor een opsomming van de functies. STYLE F02M.Octave FUNCTION Het Functie nummer kan geselecteerd worden terwijl de “FUNCTION” indicator knippert. 1 2 4 5 6 7 8 9 rest Huidige waarden van de geselecteerde Functie parameter. v Gebruik het numerieke toetsenbord om de waarden of instellingen te wijzigen. Gebruik voor on/off instellingenn de +/knoppen. 3 FUNCTION SONG 0M.Octave STYLE FUNCTION ST 3 1 2 3 4 5 6 0 BWD NO velocity FWD Druk de FUNCTION knop; met elke druk loopt u door de nummers. Houd u de knop vast dan scrollt u door de nummers. YES Voer het Functie nummer in op het numerieke toetsenbord. 1M.Octave STYLE FUNCTION 7 8 9 rest 3 0 velocity BWD FWD NO YES Wilt u meer weten? Kijk op pagina 30. PORTABLE GRAND TEMPO VOICE STYLE TRANSPOSE 001GrandPno METRONOME TUNING ACMP/SONG VOLUME METRONOME VOLUME MEASURE 001 116 OVERALL TEMPO FUNCTION SONG STYLE VOICE 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 DEMO START BWD velocity FWD NO HARMONY YES MIN ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. z 18 2 3 1 2 3 PRESET 4 A B 4 5 6/CHORD MAX MASTER VOLUME MAIN A MAIN B AUTO FILL x CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF RECORD SONG MEMORY v REVERB ONE TOUCH SETTING USER 1 DUAL TOUCH STAND BY ON AAAAAAA CCCCCCC ÁÁÁÁÁÁÁ ÃÃÃÃÃÃÃ ,,,,,, @@@@@@ BBBBBB ÀÀÀÀÀÀ ÂÂÂÂÂÂ Stap 5 Functie Parameters Functie Parameters Lijst Functie Functie pag. pag. F01 M.Volume Main Voice Volume 31 F31 Reverb Reverb On/Off 44 F02 M.Octave Main Voice Octave 31 F32 RevType Reverb Type 44 F03 M.Pan 31 F33 Chorus Chorus On/Off 44 F04 M.RevLvl Main Voice Reverb Send Level 31 F34 ChoType Chorus Type 44 F05 M.ChoLvl Main Voice Chorus Send Level 31 F35 Dsp DSP On/Off 44 F06 M.DspLvl Main Voice DSP Effect Send Level 31 F36 DspType DSP Type 44 F11 D.Volume Dual Voice Volume 35 F37 Harmony Harmony On/Off 44 F12 D.Octave Dual Voice Octave 35 F38 HarmType Harmony Type 44 F13 D.Pan 35 F39 HarmVol 44 F14 D.RevLvl Dual Voice Reverb Send Level 35 F41 UserBank One Touch Setting User Bank 73 F15 D.ChoLvl Dual Voice Chorus Send Level 35 F51 AcmpSPnt Accompaniment Split Point 59 F16 D.DspLvl Dual Voice DSP Effect Send Level 35 F61 USng1Clr User Song 1 Clear 90 F17 D.Voice Dual Voice 35 F62 USng2Clr User Song 2 Clear 90 F18 Dual Dual On/Off 35 F63 USng3Clr User Song 3 Clear 90 F21 S.Volume Split Voice Volume 37 F71 FootSw 92 F22 S.Octave Split Voice Octave 37 F72 VoiceSet Voice Set 39 F23 S.Pan 37 F73 TouchSns Touch Sensitivity 39 F24 S.RevLvl Split Voice Reverb Send Level 37 F81 RemoteCh Remote Channel 97 F25 S.ChoLvl Split Voice Chorus Send Level 37 F82 KbdOut Keyboard Out 97 F26 S.DspLvl Split Voice DSP Effect Send Level 37 F83 AcmpOut Accompaniment Out 97 F27 S.Voice Split Voice 37 F84 Local Local On/Off 97 F28 Split Split On/Off 37 F85 ExtClock External Clock 98 37 F86 BulkSend Bulk Data Send 98,99 F87 InitSend Initial Data Send 98,102 Main Voice Pan Dual Voice Pan Split Voice Pan F29 SplitPnt Split Point Harmony Volume Footswitch 19 ÃÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂÂÂ ÁÁÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀÀ CCCCCC BBBBBB AAAAAA @@@@@@ ,,,,,, Stap 6 MIDI MIDI Gebruiken Op het achterpaneel van de PSR-225 zitten MIDI aansluitingen (MIDI IN en MIDI OUT) het instrument bevat een aantal veelomvattende MIDI functies, waardoor u het instrument kunt gebruiken in verschillende opname- en afspeeltoepassingen. ● Het sturen van originele song en One Touch Setting data naar een andere PSR-225. MIDI Transmit (versturen) MIDI OUT MIDI IN PSR-225 PSR-225 MIDI IN MIDI OUT MIDI Receive (ontvangst) ➔ Zie “Bulk Dump Send Gebruiken om Data Op Te Slaan” op pag. 99 - 102. ● De MDF3 MIDI Data Filer gebruiken om de originele data op te slaan en terug te roepen. Save/load data MIDI Transmit (versturen) MIDI OUT MIDI IN PSR-225 MIDI IN MIDI OUT MIDI Receive (ontvangen) MDF3 ➔ Zie “Bulk Dump Send Gebruiken om Data Op Te Slaan“ op pag. 99 - 102. ● Het afspelen van multi-track song data (tot 16 kanalen) op de PSR-225. Set Remote Channel (pagina 97) “uit” Beschikbare disks PSR-225 MIDI IN ➔ Zie pagina 97. 20 MIDI OUT MIDI Receive (ontvangen) MDF3, QY700, of computer met sequence software. Floppy disk met GM song data. AAAAAAA CCCCCCC ÁÁÁÁÁÁÁ ÃÃÃÃÃÃÃ ,,,,,, @@@@@@ BBBBBB ÀÀÀÀÀÀ ÂÂÂÂÂÂ Step 6 MIDI ● Het besturen van de PSR-225 met een MIDI toetsenbord (die geen toongenerator bevat) (Automatische begeleiding kan ook in deze opstelling gebruikt worden) MIDI Receive (ontvangen) PSR-225 MIDI IN MIDI OUT MIDI toetsenbord zonder toongenerator ➔ Zie pag. 97. ● In deze opstelling kunt u uw spel opnemen op de PSR-225, inclusief de automatische begeleiding, of op een aangesloten computer of sequencer (max. 16 kanalen kunnen worden gebruikt.) U kunt de opgenomen data bewerken op de computer of sequencer en afspelen met de geluiden van de PSR-225. De data arrangeren en bewerken op de computer/sequencer MIDI Transmit (versturen) MIDI OUT MIDI IN PSR-225 MIDI IN MIDI OUT MIDI Receive (afspelen) N.B. Computer met sequence software. ➔ Zie pagina 95. ➔ Zie “Initial Setup Send Gebruiken met een Sequencer” op pagina 102. Als u een personal computer gebruikt, is speciale software (sequencer software) noodzakelijk. GM System Level 1 “GM System Level 1” is een toevoeging op de MIDI standaard die er voor zorgt dat GMcompatibel muziekdata juist worden afgespeeld door een GM-compatible toongenerator, ongeacht de fabrikant. The GM teken is toegevoegd op alle software en hardware produkten die “GM System Level 1” ondersteund. De PSR-225 ondersteunt GM System Level 1. 21 PANEEL DISPLAY INDICATIES De PortaTone bevat een grote multifunctionele display waarin u alle belangrijke instellingen van het instrument kunt zien. Het gedeelte hieronder legt in het kort de diverse iconen en indicators in de display uit . A Mode indicators B algemene functie balk indicator J Begeleiding AAN indicator H Song/Voice/Stijl naam en nummer 001GrandPno VOICE STYLE TEMPO TRANSPOSE ACMP ON TUNING G akkoorden ACMP/SONG VOLUME METRONOME VOLUME MEASURE 1 OVERALL 2 I Icoon window 001 116 TEMPO 3 E Maat/Tempo en beat D Toetsenbord CHORD C Notatie K Song track indicators A Mode indicators Deze geven de huidig geselecteerde mode aan Voice, Style, Song of Functie - met de mode naam omcirkeld in een afgeronde rechthoek. Wanneer er “STYLE” of “SONG” verschijnt zonder de rechthoek is de corresponderende mode actief in de achtergrond. De PortaTone heeft vijf Algemene functies of parameters. De huidig geselecteerde functie wordt aangegeven door een donkere balk die naast de naam (afgedrukt op het paneel) verschijnt. In het eerste voorbeeld is er een Style mode geselecteerd. C Notatie D Toetsenbord STYLE 00 In het tweede voorbeeld is er een Voice mode geselecteerd maar de Style mode is nog steeds actief in de achtergrond (dit betekent dat de style bedieningen nog steeds actief zijn en gebruikt kunnen worden om de huidige geselecteerde style af te spelen.) VOICE STYLE 22 F Tel indicators 00 B Algemene functies Deze twee gedeelten in de display tonen de noten. Wanneer de gebruikers song (met akkoorden) wordt afgespeeld tonen ze de akkoordnoten in volgorde. Wanneer de Style mode en de automatische begeleiding actief zijn toont de display ook de specifieke noten van het huidige akkoord. N.B. Bij een aantal akkoorden verschijnen niet alle noten in het notatie gedeelte in de display. Dit komt door ruimtegebrek in de display. PANEEL DISPLAY INDICATIES E Maat en Tempo Deze tonen de huidige maat tijdens het afspelen van een song of style en de huidige ingestelde Tempo waarde van een song of style. F Beat indicators I Icoon window (lett. venster) Afhankelijk van de mode of functie die is geselecteerd geeft de display verschillende symbolen (iconen) en andere berichten weer zodat u in één oogopslag informatie vindt over de hoedanigheid van de PortaTone. Deze donkere balken (één kleine, drie grootte) knipperen in volgorde en in de maat met de song of stijl. De grote balk toont de eerste tel van de maat. (zie pagina 77.) G Akkoorden Wanneer een gebruikers song (met akkoorden) wordt afgespeeld toont deze de huidige akkoord grondtoon en het soort akkoord. H Song/Voice/Style naam en nummer Dit gedeelte van de display geeft de naam en het nummer van de huidige geselecteerde song, voice of stijl weer. Het laat ook de akkoorden in het ACMP gedeelte van het toetsenbord zien als de Stijl mode en automatische begeleiding aan staan. J Begeleiding Aan Indicator Dit verschijnt als de automatische begeleiding aan staat. (Zie pagina 52.) K Song Track Indicators Deze geven de status aan, tijdens song opname en weergave. (Zie pagina’s 75, 83.) Muziekstandaard Plaats de onderste rand van de bijgeleverde muziekstandaard in de uitsparing geplaatst op de bovenkant van het regelpaneel van de PortaTone. 23 PORTABLE GRAND Met deze functie kunt u automatisch iedere willekeurige mode of functie verlaten en direct de Grand Piano voice oproepen. “STEREO SAMPLING PIANO” HET SPELEN VAN DE PORTABLE GRAND Druk op de PORTABLE GRAND knop. PORTABLE GRAND METRONOME Als u dit doet dan annuleert u elke willekeurige mode of functie en reset het gehele instrument voor het spelen van de speciale “Stereo Sampling Piano” Grand Piano voice (voice 001). Het selecteert automatisch de Voice mode (met de Style mode actief) en roept de stijl #91 (Rock Ballad) op. Het reset ook de voetschakelaar op Sustain en zet de Touch functie aan (pag. 38). De Portable Grand instelling is ook ontworpen voor het spelen met de speciale Pianist stijlen (#91 - #100). Als de automatische begeleiding aan staat biedt deze alleen piano begeleiding in een aantal muziekstijlen. (Zie pagina 52.) DE METRONOOM GEBRUIKEN 1 Stel het gewenste tempo in met de Tempo functie in het Overall menu. Druk, herhaaldelijk indien nodig, op één van de OVERALL ▲/▼ knoppen totdat “Tempo” in de display verschijnt. Geeft aan als TEMPO geselecteerd is. DEMO START 24 TEMPO VOICE STYLE Huidige Tempo waarde 116Tempo PORTABLE GRAND 2 Het Wijzigen van de Waarden. Gebruik de OVERALL +/- knoppen om de Tempo waarden te verhogen of te verlagen. Houd tegelijkertijd één van de beide knoppen ingedrukt om de waarde te verhogen of te verlagen. Verhoogt de Tempo waarde. N.B. Het numerieke toestenbord kan niet gebruikt worden om de waarden van de Overall menu instellingen te wijzigen. DEMO START Verlaagt de Tempo waarde. 3 De metronoom aanzetten. Druk op de METRONOME knop. PORTABLE GRAND 3 116 TEMPO METRONOME Druk nog een keer op de METRONOME knop, om de Metronoom uit te zetten. 3 116 TEMPO De maatsoort instellen De maatsoort van de metronoom kan ingesteld worden in kwart-noot gebaseerde stappen. N.B. De maatsoort wijzigt automatisch bij het selecteren van een song of een stijl. Druk tegelijkertijd de METRONOME knop en de knop op het numerieke toetsenbord in die correspondeert met de gewenste maatsoort (zie het overzicht rechts). Numeriek maattoetsenbord soort 1 1/4 — Speelt alleen “1” beat (allemaal high clicks) 2 2/4 3 3/4 4 4/4 5 5/4 6 6/4 7 7/4 8 8/4 9 9/4 0 Speelt geen “1” beat (allemaal low clicks) 3 116 TEMPO Geeft het huidige beat nummer aan. 25 PORTABLE GRAND Het Metronoom Volume Wijzigen U kunt het volume van het metronoomgeluid onafhankelijk van de andere PortaTone geluiden wijzigen. Het volumebereik loopt van 000 - 127. 1 Selecteer de Metronome Volume functie in het Overall menu. Druk, indien herhaaldelijk, op één van de OVERALL ▲/▼ knoppen totdat er “MtrVol” in de display verschijnt. Huidige metronoomvolume waarde VOICE STYLE 100MtrVol DEMO START METRONOME VOLUME MEASURE 001 116 TEMPO Geeft aan dat metronoom vol;ume is geselcteerd 2 Wijzig de waarde Met de OVERALL +/- knoppen kunt u de waarde van het metronoomvolume verhogen of verlagen. Door één van de knoppen ingedrukt te houden verhoogt of verlaagt u de waarde. Verhoogt de waarde van het metronoom volume DEMO START Verlaagt de waarde van het metronoom volume 26 Het Oproepen van de Standaard Waarde van het Metronoom Volume Druk, om de standaardwaarde van het metronoom volume (100) op te roepen, tegelijk de OVERALL +/- knoppen in (als Metronoom Volume is geselecteerd in het Overall menu). VOICES BESPELEN— DE VOICE MODE De Voice mode bevat 228 authentieke voices (inclusief 128 General MIDI voices), plus 10 speciale drum kits — deze zijn allemaal gemaakt met Yamaha’s AWM (Advanced Wave Memory) toongeneratiesysteem. De Voice mode bevat vele krachtige en veelzijdige gereedschappen om deze voices te bespelen en te versterken. De voices zijn onderverdeeld in een aantal instumenten categoriën, die zijn voor het gemak staan afgebeeld op het paneel. Zie, voor een complete lijst van de beschikbare voices, pag. 109. De Voice mode is eigenlijk onderverdeeld in drie verschillende modes: Main, Dual and Split. In de Main Voice mode (zie hieronder), kunt u een enkele voice over het gehele bereik van het toetsenbord bespelen. Met de Dual Voice mode (pagina 34) kunt u “lagen” van twee verschillende voices maken voor een rijk, complex geluid. Met de Split Voice mode (pagina 36) kunt u twee verschillende voices over twee verschillende gedeeltes van het toetsenbord spelen. Bovendien bevat iedere mode speciale effecten gedeelten waarmee u de voice of voices kunt versterken. Deze bevatten Reverb, Chorus en Harmony maar ook een “DSP” gedeelte die veelzijdige effecten bevat zoals tremolo, echo, delay, distortion, equalization en wah. (Zie pagina 40.) Andere voice-gerelateerde functies bevatten Voice Set (pagina 38), hiermee kunt u automatisch de ideale instelling van iedere voice en Touch Sensitivity (lett. aanrakingsgevoeligheid) (pagina 38) oproepen, die de voices beïnvloedt aan de hand van uw speeltechniek. De PortaTone bevat speciale Drum Kit voices — #101 - #110 — waarmee u een variatie van drum en percussie geluiden op het toetsenbord kunt bespelen. (Zie voor meer informatie de Drum Kit Voice tabel op pagina 30.) Er zijn ook symbolen afgebeeld boven het toetsenbord, die gemakkelijk tonen met welke toetsen welke geluiden bespeeld worden. HET BESPELEN VAN EEN VOICE — MAIN VOICE 1 Selecteer de Voice mode. Druk op de Voice knop. FUNCTION SONG STYLE VOICE Geeft aan dat de voice mode is geselecteerd. VOICE STYLE 001GrandPno 27 VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE 2 Selecteer het gewenste voice nummer met het numerieke toetsenbord. De basiscategorieën van voices en hun nummers worden op de rechterkant van het paneel getoond. Een complete lijst van de beschikbare voices is te vinden op pag. 109 VOICE PANEL VOICE 1 ~ 12 PIANO 13 ~ 19 MALLET 20 ~ 32 ORGAN 33 ~ 41 GUITAR 42 ~ 49 BASS 50 ~ 60 ENSEMBLE 61 ~ 65 STRINGS GM VOICE 111~118 PIANO 119~126 CHROMATIC 127~134 ORGAN 135~142 GUITAR 143~150 BASS 151~158 STRINGS 159~166 ENSEMBLE 167~174 BRASS 66 ~ 75 76 ~ 84 85 ~ 89 90 ~ 95 96 ~ 100 101 ~ 110 BRASS REED PIPE SYNTH LEAD SYNTH PAD DRUM KITS 175~182 183~190 191~198 199~206 207~214 215~222 223~230 231~238 REED PIPE SYNTH LEAD SYNTH PAD SYNTH EFFECTS ETHNIC PERCUSSIVE SOUND EFFECTS Er zijn drie verschillende manieren om voices te selecteren: 1) direct het voice nummer invoeren met het numerieke toetsenbord, 2) gebruik makend van de +/- knoppen om omhoog en omlaag door de voices te lopen, of 3) door op de VOICE knop drukken om door de voice nummers te lopen. Het numerieke toetsenbord gebruiken Voer de cijfers van het voice nummer, die getoond worden op het paneel, in. Bijvoorbeeld, om de voice #42 te selecteren, druk “4” on the numerieke toetsenbord en vervolgens “2.” 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 BWD NO VOICE STYLE FWD YES 042Aco.Bass ACMP ON 28 velocity N.B. Alle twee cijferige voice nummers kunnen geselecteerd worden zonder een “0” aan het begin. Alhoewel, als er een voice nummer van 1 - 23 geselecteerd word, pauzeerd de PortaTone kort alvorens deze eigenlijk de voice oproept. (Door deze pauze kunt u een drie cijferige voive nummer invoeren, zoals “235.” Als u de nummers “2” en daarna “4” invoert dan roept u onmiddelijk voice #24 op, omdat er geen voices van #240 of hoger zijn.) Als u onmidelijk voices #1 #23 wilt oproepen, voer dan één of twee nullen voor het nummer in; bijvoorbeeld selecteer voice #9 door “0,” “0,” en daarna “9” in te drukken. Drukt u alleen een “0” dan wordt de voice niet gewijzigd. PLAYING VOICES — THE VOICE MODE De +/- knoppen gebruiken Druk op de + knop om het volgende voice nummer te selecteren, en druk op de - knop om de vorige voice te selecteren. Houd één van de knoppen tegelijkertijd ingedrukt om omhoog of omlaag door de nummers te scrollen. De +/- knoppen bevatten een “wrap around”. bijvoorbeeld, druk op de + key van de voice #238 om terug te keren naar #1. 7 8 rest 9 3 N.B. 0 velocity BWD FWD NO YES De VOICE knop gebruiken Druk op de VOICE knop om de volgende voice nummer te selecteren. (Deze functie is excact hetzelfde als de + knop.) FUNCTION 3 SONG STYLE Iedere voice wordt automatisch opgeroepen met de meest geschikte oktaafbereikinstelling. Dus als u de midden C speelt met één voice kan deze hoger of lager klinken als wanneer u een andere voice op dezelfde toets bespeelt. VOICE Het bespelen van de geselecteerde voice. Om de voice te wijzigen moet u stap 2 hierboven herhalen. Omdat één van de Style of Song mode op de achtergrond aktief is (zoals wordt aangetoond door de mode naam in de display, zonder het vierkantje), kunt u ook respectievelijk styles en songs in de voice mode afspelen door op de START/STOP knop te drukken. De laatst geselecteerde style of song wordt afgespeeld. Over Paneel Voices en GM Voices N.B. Als u een voice selecteert, roept de PortaTone ook automatisch een aantal instellingen op die overeenkomstig met de voice. [Dit is waar als de Voice Set (Function #72, page 39) aanstaat— de standaard instelling.] Houd er rekening mee dat de PortaTone twee apparte sets voices bevat: 100 Paneel voices en 128 GM (General MIDI) Voices. De GM Voices kunnen gebruikt worden voor een optimaal geluid van GM-compatible song data. Dit betekent dat iedere GM song data (gespeeld vanaf een sequencer of een ander MIDI apparaat) precies zo klinkt zoals de programmeur of componist het bedoelde. Als er een GM voice geselecteerd is, verschijnt er een General MIDI ikoonin de linker bovenkant van de display. 29 VOICES SPELEN — DE VOICE MODE Drum Kit Voice Tabel (voices 101 - 110) Als één van de 10 paneel Drum Kit voices geselecteerd zijn kunt u verschillende drums en percussie instrumenten op het toetsenbord bespelen. De drums- en percussieinstrumenten die door de verschillende toetsen voortgebracht worden staan gemarkeerd boven de toetsen. 101Std.Kit1 VOICE STYLE ACMP ON Nr. 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 Naam Standard Kit 1 Standard Kit 2 Room Kit Rock Kit Electronic Kit Analog Kit Dance Kit Jazz Kit Brush Kit Symphony Kit LCD Std.Kit1 Std.Kit2 Room Kit Rock Kit Elct.Kit AnlogKit DanceKit Jazz Kit BrushKit SymphKit Functie Parameters — Main Voice De Functie parameters bevatten belangrijke instellingen van de Main voice. Deze instellingen zijn bijzonder bruikbaar als u een tweede voice gebruikt in de Dual of Split mode, omdat u met deze functie het geluid van de Main voice kunt wijzigen of versterken, apart van de Dual of Split voice. Deze instellingen bevatten: • Reverb Send Level • Chorus Send Level • DSP Effect Send Level • Volume • Octave • Pan 1 Selecteer de Functie mode. Druk op de FUNCTION knop. Knippert om aan te geven dat de Functie parameter geselecteerd kan worden FUNCTION SONG STYLE VOICE STYLE F01M.Volume FUNCTION MEASURE 001 116 TEMPO 2 Selecteer het gewenste Functie parameter nummer. Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicatie knippert, met het numerieke toetsenbord het gewenste Main Voice Functie parameter nummer (1 - 6). (Zie de “Parameters” lijst hieronder voor details.) Functie parameternummers kunnen geselecteerd worden op dezelfde manier als de voices (zie pagina 28). U kunt met het numerieke toetsenbord direct het nummer invoeren, gebruik de +/- knoppen om omhoog en omlaag door de parameters te lopen, of druk op de FUNCTION knop om door de parameter nummers te lopen. 30 BELANGRIJK • Let erop, omdat de “FUNCTION” indicator maar een paar seconden knippert, dat u de parameter snel selecteerd na stap 1 hierboven. VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE 3 Het wijzigen van de parameter instelling of waarde. Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicatie stopt met knipperen, met het numerieke toetsenbord of de +/- knoppen de waarden of de instelling. (De waarde/instelling wordt getoond aan de linkerkant van de parameternaam.) Parameter waarde of instelling STYLE Parameter naam 100M.Volume FUNCTION 4 Andere parameters instellen, indien nodig. Herhaal, om een andere parameters te selecteren en in te stellen, stap 1 - 3 hierboven. 5 De Functie mode verlaten. Druk, als u eenmaal alle gewenste instellingen heeft gemaakt, op één of een andere mode knoppen (SONG, STYLE, of VOICE). Opnieuw oproepen van de standaard waarde Als u de parameter instellingen hebt gewijzigd, kunt u direct de standaard waarden opnieuw oproepen door de +/- knoppen tegelijkertijd te drukken. Negatieve waarden Druk, om direct een negatieve waarde (voor sommige parameters die een negatieve waarde hebben) in te voeren tegelijkertijd de - knop en de gewenste nummer knop in. N.B. Deze instellingen worden niet bewaard als u de PortaTone uitzet. Als u de instellingen wilt bewaren, kunt u dit doen in een User bank met de One Touch Instelling functie (pagina 72). Functie Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instellingen Omschrijving F01 Main Voice Volume M.Volume 0 — 127 Dit bepaalt het volume van de Main voice, zodat u een optimale mix kunt creëeren met de Dual or Split voice. F02 Main Voice Octave M.Octave -2 — 2 (oktaven) Dit bepaalt het oktaaf bereik van de Main voice. Stel hiermee het meest passende bereik van de Main voice in als u de Split mode gebruikt, of creër in de Dual mode hiermee een oktaaf layer (“laag”). F03 Main Voice Pan M.Pan -7 (vol links) — 0 (midden) — 7 (vol rechts) Dit bepaalt de pan positie van de Main voice in het stereobeeld. F04 Main Voice Reverb Send Level M.RevLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid signaal van de Main voice die naar het reverb effect verstuurd wordt. (Zie pagina 40.) Hogere waarden resulteren in een groter Reverb effect. F05 Main Voice Chorus Send Level M.ChoLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid signaal van de Main voice die naar het Chorus effect verstuurd wordt. (Zie pagina 41.) Hogere waarden resulteren in een groter Chorus effect. F06 Main Voice DSP Effect Send Level M.DspLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid signaal van de Main voice die naar het DSP effect verstuurd wordt. (Zie pagina 42.) Hogere waarden resulteren in een groter DSP effect. 31 VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE TRANSPONEREN EN STEMMEN U kunt de stemming en de transpositie (toonhoogte) van de PortaTone wijzigen met respectievelijk de Tuning (stemming) en Transpose (transpositie) functies. Transponeren (Transpose) N.B. De Transpositie- en stemmingsinstellingen hebben geen effect op de Drum Kit voices (#101 #110). Het transponeren bepaalt de toonhoogte van zowel de hoofdvoice als de bass/akkoordbegeleiding van de geselecteerde stijl. Het bepaalt ook de toonhoogte van de songs en de Multi Pads. Hierdoor kunt u gemakkelijk de toonhoogte van de PortaTone afstemmen op andere instrumenten of zanger(essen)s, of in een andere toonsoort spelen zonder uw ‘fingering’ te wijzigen. De Transpose instellingen kunnen aangepast worden binnen een bereik van ± 12 halve tonen (±1 octaaf). 1 Selecteer de Transpose functie in het Overall menu. Druk op de OVERALL ▲/▼ knoppen, indien nodig herhaaldelijk, totdat “Transpos” in de display verschijnt. Geeft aan dat Transpose Huidige Transpose waarde is geselecteerd VOICE STYLE DEMO START TRANSPOSE 2 00Transpos Wijzig de waarde. Verhoog of verlaag de Transpose waarde met de OVERALL +/- knoppen. Houdt de knop constant ingedrukt om de waarde snel te verhogen of verlagen. Verhoogt de Transpose waarde DEMO START Verlaagt de Transpose waarde 32 Het Oproepen van de Standaard Transpose Waarde Als u de Transpose instelling heeft gewijzigd, kunt u onmiddellijk de standaard instelling “00” oproepen door tegelijk op beide OVERALL +/- knoppen te drukken (indien Transpose is geselecteerd in het Overall menu). VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE Stemmen Het stemmen bepaalt de fijne toonhoogte instelling van zowel de hoofdvoice als de bass/akkoordbegeleiding van de geselecteerde stijl. Het bepaalt ook de toonhoogte van de songs en de Multi Pads. Hiermee kunt u nauwkeurig de stemming afstemmen op andere instrumenten. De Tuning instellingen kunnen aangepast worden binnen een bereik van ± 100 (ongeveer 1halve toon). 1 Selecteer de Tuning functie in het Overall menu. Druk op de OVERALL ▲/▼ knoppen, indien nodig herhaaldelijk, totdat “Tuning” in de display verschijnt. Geeft aan dat Stemming geselecteerd Huidige stemming waarde DEMO START VOICE STYLE 000Tuning TUNING 2 Wijzig de waarde. Verhoog of verlaag de Tuning waarde met de OVERALL +/- knoppen. Houdt de knop constant ingedrukt om de waarde snel te verhogen of verlagen. Verhoogt de Tuning waarde DEMO START Verlaagt de Tuning waarde Het Oproepen van de Standaard Transpose Waarde Als u de Transpose instelling heeft gewijzigd, kunt u onmiddellijk de standaard instelling “00” oproepen door tegelijk op beide OVERALL +/knoppen te drukken (indien Transpose is geselecteerd in het Overall menu. 33 VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE TWEE VOICES BESPELEN — DUAL VOICE In de Dual Voice mode kunt u rijke in elkaar verweven geluiden creëeren door twee verschillende voices op elkaar te stapelen — één voice wordt de Main voice, op de normale manier geselecteerd (pagina 27), en de andere Dual voice wordt geselecteerd op de manier zoals hieronder wordt omschreven. 1 N.B. Zet de Dual Voice mode aan. De Dual Voice mode kan ook uit- en aangezet worden met een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) Druk op de DUAL knop. HARMONY REVERB MEASURE 001 116 TEMPO DUAL TOUCH Als u op het toetsenbord speelt hoort u de huidige geselecteerde Main and Dual voices. Druk de DUAL knop nog een keer in, om de Dual mode af te zetten. 2 Selecteer de gewenste Dual voice en wijzig andere instelingen, indien gewenst, van de voice in de Function mode. Druk, om dit te doen, op de FUNCTION knop om naar de Functie mode te gaan. FUNCTION SONG STYLE VOICE BELANGRIJK 3 Selecteer het gewenste Functie parameter nummer. Gebruik het numerieke toestenbord, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, om de gewenste Dual Voice Functie parameter number (11 - 18) te selecteren. De daadwerkelijk selectie van de Dual voice gebeurt met parameter #17. (Zie de “Parameters” lijst hieronder voor details.) STYLE F17D.Voice FUNCTION Functie parameter nummers kunnen geselecteerd worden op dezelfde manier als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/knoppen, of met de FUNCTION knop. 34 • Let erop, omdat de “FUNCTION” indicator maar een paar seconden knippert, dat u de parameter snel selecteert na stap 2 hierboven. • Let erop, om de Dual voice goed te horen dat u: * Een verschillende voice selecteert (#17, Dual Voice). * Het volume op een aanemelijk niveau instelt (#11, Dual Volume). PLAYING VOICES — THE VOICE MODE 4 Wijzig de parameter instelling of waarde. Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, met het numerieke toetsenbord de waarden of instellingen. Gebruik, voor on/off instellingen de +/- knoppen. STYLE 050Strings FUNCTION 5 De Standaard Waarde opnieuw oproepen Al u de parameter instelling heeft gewijzigd, kunt u de Standaard instelling direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd de +/- knoppen in te drukken. Negatieve waarden Druk tegelijkertijd, om direct negatieve waarden in te voeren (voor parameters die negatieve waarden hebben), de - knop en de gewenste nummerknop in. N.B. Deze instellingen worden niet bewaard als u de PortaTone uitzet. Als u de instellingen wenst te bewaren, kunt u dit doen in een User bank met de One Touch Setting functie (pagina 72). Een andere parameters instellen, indien nodig. Herhaal, om een andere parameters te selecteren, stappen 2 - 4 hierboven. 6 De functie mode verlaten. Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, or VOICE), als u eenmaal de gewenste instellingen heeft gemaakt. Functie Parameters — Dual Voice De Functie parameters bevatten alle instellingen van de Dual voice. Net als overeenkomstige instellingen in de Main Voice mode, kunt u met deze instellingen het geluid van de Dual voice apart van de Main voice wijzigen of versterken. Deze instellingen bevatten: • Volume • Octave • Pan • Reverb Send Level • Chorus Send Level Functie Parameters • DSP Effect Send Level • Dual Voice • Dual On/Off Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling omschrijving F11 Dual Voice Volume D.Volume 0 — 127 Dit bepaalt het volume in de Dual voice, hiermee kunt u een optmale mix met de Main voice creëeren. F12 Dual Voice Octave D.Octave -2 — 2 (oktaven) Dit bepaalt het oktaaf bereik voor de Dual voice. Creër hiermee een oktaaf layer met de Main voice. F13 Dual Voice Pan D.Pan -7 (vol links) — 0 (midden) — 7 (vol rechts) Dit bepaalt de pan positie van de Dual voice in het stereo beeld. Zet deze waarde op of ongeveer bij -7 en de Main Voice Pan (pagina 31) op een tegenover-gestelde positieve waarde voor een ruimtelijk geluidseffect. F14 Dual Voice Reverb Send Level D.RevLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Dual voice die naar het reverb effect verstuurd wordt. (Zie pagina 40.) Hogere waarden resulteren een groter Reverb effect. F15 Dual Voice Chorus Send Level D.ChoLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Dual voice die naar het chorus effect verstuurd wordt. (Zie pagina 41.) Hogere waarden resulteren een groter Reverb effect. F16 Dual Voice DSP Effect Send Level D.DspLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Dual voice die naar het DSP effect verstuurd wordt. (Zie pagina 42.) Hogere waarden resulteren een groter DSP effect. F17 Dual Voice D.Voice 1 — 238 Dit bepaalt de Dual voice. (Zie de lijst op pagina 109.) F18 Dual On/Off Dual on, off Dit zet de Dual Voice mode on/off. (Dit is dezelfde functie als de DUAL knop. Het kan ook bediend worden met de voetschakelaar; zie pagina 91.) 35 VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE TWEE VOICES BESPELEN — SPLIT VOICE In de Split Voice mode kunt u twee verschillende Voices aan tegenovergestelde gedeelten van het toetsenbord toewijzen en met uw linkerhand één voice bespelen terwijl u met uw rechterhand een andere voice bespeeld. Zo kunt u bijvoorbeeld de bass met uw linkerhand bespelen en de piano met de rechter. De rechterhand (of ‘upper’) Voice wordt geselecteerd in de Main Voice mode (pagina 27) en de linkerhand (of ‘lower’) Voice wordt geselecteerd in de Split Voice mode, zoals hieronder wordt Split punt omschreven. BELANGRIJK 1 Split voice Main voice De Funtie mode oproepen. Druk op de FUNCTION knop. 2 Selecteer het Split Aan/Uit parameter nummer. Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke toetsenbord parameter #28 (Split On/Off). STYLE F28Split FUNCTION Functie parameters kunnen op dezelde manier geselecteerd worden als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke nummerbord, met de +/knoppen, of met de FUNCTION knop. 3 Zet de Split “aan.” Druk, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, op de + knop om de Split Voice mode aan te zetten. (Drukt u op de - knop zet u de Split Voice mode uit.) STYLE onSplit FUNCTION 4 Andere instellingen maken voor de Split voice (indien gewenst). Op de normale manier: 1) Druk op de FUNCTION knop. 2) Selecteer de gewenste parameter (met het num. toetsenbord). 3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden/ instelling (met het numerieke toetsenbord) Gebruik de +/- knoppen Voor aan/uit instellingen. 36 De Standaard Waarde opnieuw oproepen Al u de parameter instelling heeft gewijzigd kunt u de Standaard installing direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd de +/- knoppen in te drukken. Negatieve waarden Druk tegelijkertijd, om direct negatieve waarden in te voeren (voor parameters die negatieve waarden hebben), de - knop en de gewenste nummer knop in. • Let erop, omdat de “FUNCTION” indicator maar een paar seconden knippert, dat u de parameter snel selecteert na stap 1 hierboven. BELANGRIJK • Let erop, om de Dual voice goed te horen dat u: * Het volume op een aannemelijk niveau instelt (#21, Split Volume). * Het oktaaf aannemelijk instelt (#22 Split Octave). Een bass voice klinkt bijvoorbeeld het beste met een “-1” instelling,terwijl een strings voice het beste klinkt op “1.” * Het gewenste Splitpunt (#29) instelt. In de meeste gevallen is het standaard Splitpunt van “059” geschikt (Main voice begint op midden C). (Zie de “Parameters” lijst hieronder voor details.) N.B. Deze instellingen worden niet bewaard als u de PortaTone uitzet. Als u de instellingen wenst te bewaren, bewaar ze dan in een User bank met de One Touch Setting functie (pagina 72). PLAYING VOICES — THE VOICE MODE 5 De Functie mode verlaten. Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE) als u eenmaal alle gewenste instellingen hebt gewijzigd. Functie Parameters — Split Voice De Functie parameters bevatten alle instellingen van de Dual voice. Net als de overeenkomstige instellingen in de Main Voice mode, kunt u met deze instellingen het geluid van de Dual voice apart van de Main voice wijzigen of versterken. Deze instellingen bevatten: • Volume • Octave • Chorus Send Level • Pan • DSP Effect Send Level • Reverb Send Level • Split Voice • Split On/Off • Split Point Functie Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling Omschrijving F21 Split Voice Volume S.Volume 0 — 127 Dit bepaalt het volume in de Split voice, hiermee kunt u een optmale mix met de Main voice creëeren. F22 Split Voice Octave S.Octave -2 — 2 (oktaven) Dit bepaalt het oktaaf bereik voor de Split voice. Gebruik dit om het meest passende bereik voor de Split (lager) voice in te stellen. F23 Split Voice Pan S.Pan -7 (vol links) — 0 (midden) — 7 (vol rechts) Dit bepaalt de pan positie van de Split voice in het stereo beeld. Zet deze waarde op of ongeveer op -7 en de Main Voice Pan (pagina 31) op een tegenovergestelde positieve waarde voor een ruimtelijk geluidseffect. F24 Split Voice Reverb Send Level S.RevLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Split voice die naar het reverb effect verstuurd wordt. (Zie pagina 40.) hogere waarden resulteren een groter Reverb effect. F25 Split Voice Chorus Send Level S.ChoLvl 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Splitvoice die naar het chorus effect verstuurd wordt. (Zie pagina 41.) hogere waarden resulteren een groter Reverb effect. F26 Split Voice DSP Effect S.DspLvl Send Level 0 — 127 Dit bepaalt de hoeveelheid van het signaal van de Split voice die naar het DSP effect verstuurd wordt. (Zie pagina 42.) hogere waarden resulteren een groter DSP effect. F27 Split Voice S.Voice 1 — 238 Dit bepaalt de Split voice. (Zie de lijst op pagina 109.) F28 Split On/Off Split aan, uit Dit zet de Split Voice mode aan/uit. Dit kan ook worden bediend door een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) F29 Split Punt SplitPnt 000 — 127 Dit bepaalt de hoogste toonhoogte voor de Split voice en stelt het Split “punt” in — met andere woorden, de toets die de Split (lagere) en de Main (hogere) voices scheidt. (De Split voice klinkt rechts van het splitpunt, inclusief de Splitpunt toets.) Het standaard Splitpunt is 059 (B2). De waarde kan ook direct worden ingesteld door de gewenste toets in te drukken terwijl deze parameter is geselecteerd. Terwijl dit wordt ingesteld, produceert het toetsenbord geen geluid. Let erop, nadat u dit heeft ingesteld, dat u een andere parameter selectereert of de Function mode verlaat alvorens iets aanslaat op het toetsenbord. N.B. De Splitpunt instelling is gerelateerd aan, en wordt beïnvloed door de Accompaniment Split Point instelling. (Zie pagina 58.) 37 VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE AANVULLENDE VOICE FUNCTIE’S — VOICE SET EN AANRAKINGSGEVOELIGHEID (TOUCH SENSITIVITY) Voice Set en Touch Sensitivity zijn twee belangrijke voice gerelateerde parameters en bevinden zicht in het Utility gedeelte van de Functie parameters. Als Voice Set (hieronder beschreven in meer detail) wordt aangezet, kunt u automatisch een aantal voice gerelateerde instellingen oproepen die het beste passen bij de geselecteerde voice. Met Touch Sensitivity (ook hieronder omschreven) kunt u instellen hoe het volume van de PortaTone reageert op uw speelsterkte, hierdoor bereikt u een dynamische, expressieve beheersing over de voices. Als de Touch Sensitivity parameter eenmaal is ingesteld, kan Touch response van het toetsenbord worden aan- en uitgezet met de TOUCH knop. HARMONY REVERB Geeft aan dat Touch Sensitivity aanstaat. Geeft aan dat Touch Sensitivity uitstaat. DUAL TOUCH 1 De Functie mode oproepen. Druk op de FUNCTION knop. 2 Selecteer het gewenste Functie parameter nummer. Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke toetsenbord de Voice Set parameter (#72), of Touch Sensitivity (#73). (Voor details over deze parameters, zie hieronder.) STYLE F72VoiceSet FUNCTION STYLE F73TouchSns FUNCTION Functie parameters kunnen op dezelde manier geselecteerd worden als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke nummerbord, met de +/knoppen, of met de FUNCTION knop. 3 Wijzig de parameter instelling of waarde. Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, met het numerieke toetsenbord om de waarden of instellingen. STYLE FUNCTION 38 onVoiceSet STYLE FUNCTION 3TouchSns BELANGRIJK • Let erop, omdat de “FUNCTION” indicator maar een paar seconden knippert, dat u de parameter snel selecteert na stap 1 hierboven. PLAYING VOICES — THE VOICE MODE Functie Parameters — Voice Set en Touch Sensitivity (aanslaggevoelgiheid) Functie Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling Omschrijving F72 Voice Set VoiceSet Aan/Uit Als dit aan staat en u selecteert een voice, wordt ook automatisch de speciale voice gerelateerde parameters en waarden die het beste bij de voice passen opgeroepen. De parameters in de Voice Set zijn: • Main Voice — Volume, Oktaaf, Pan • Dual Voice — Number, Volume, Oktaaf, Pan, Reverb Send Level, Chorus Send Level, DSP Send Level • Harmony — Type, On/Off, Volume Met de paneel HARMONY en DUAL knoppen kunt u de respectivelijke functie’s aan- en uitzetten. F73 Touch Sensitivity TouchSns 1—3 Een instelling van “1” resulteert in een beperkte aanslag reactie; deze instelling biedt een relatief smal dynamisch bereik, het maakt niet uit hoe hard u de toetesen aanslaat. “2” speelt op een normaal dynamisch bereik (zacht en luid), terwijl “3” is ontworpen voor het spelen van erg zachte passages, dit geeft u een meer contole over het volumebereik. Als Touch uitstaat (page 38), wordt er een contstante velocity waarde van 80 geproduceerd (totale velocity bereik = 0 - 127). 39 EFFECTEN De PortaTone bevat een breede variatie van effecten die gebruikt kunnen worden om het geluid van de voices te versterken. Er zijn vier algemenen categorien van effecten aanwezig — Reverb, Chorus, DSP en Harmony — en elke categorie bevat vele effecten om uit te kiezen. Toepassing van de effetcten is buitengewoon flexible. Alle vier de effecten kunnen tegelijkertijd gebruikt worden en de gradering van de Reverb, Chorus en DSP effecten kunnen individueel voor elke voice: Main, Dual en Split worden gewijzigd. REVERB Het Reverb effect produceert een natuurlijke sfeer van “wash” geluid dat overeenkomt als een instrument gespeeld wordt in een kamer of een concertzaal. Een totaal van 8 verschillende Reverb types simulating various different performance environments are available. 1 Zet het Reverb effect aan. Druk op de REVERB knop. HARMONY N.B. REVERB MEASURE 001 116 TEMPO DUAL TOUCH Geeft aan dat de Reverb aan staat 2 Stel het gewenste Type in de Function mode in. Op de normale manier: 1) Druk op de FUNCTION knop. 2) Selecteer de gewenste parameter nummer (#31, #32) met het numerieke toetsenbord. (Voor een lijst van Reverb types, zie pagina 45.) STYLE FUNCTION F31Reverb STYLE F32RevType FUNCTION 3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden (met het numerieke toetsenbord) Gebruik de +/- knoppen Voor aan/uit instellingen. De Standaard Waarde opnieuw oproepen Al u de parameter instelling heeft veranderd, kunt u de Standaard installing direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd op de +/- knoppen te drukken. 3 HINT Reverb Kan ook aan en uit worden gezet met een aangesloten voetschakelaar (pagina 91), of met een Function parameter #31 (pagina 44). • De paneel REVERB aan/uit knop beïnvloed alleen de voices die op het toetsenbord bespeeld worden. Stel het Reverb Type (#9, pagina 45), als u het Reverb effect voor het algemene PortaTone geluid (inclusief begeleiding en songs) uit wilt zetten, in op “uit.” • Deze instellingen worden niet bewaard als u de PortaTone uitzet. Als u de instellingen wenst te bewaren, bewaar ze dan in een User bank in de One Touch Setting onderdeel (pagina 72). • Er zijn drie Reverb Types aanwezig als de PortaTone vanaf een MIDI apparaat bestuurt wordt. (Voor details, zie pagina 116.) N.B. Stel het Reverb Send Level voor de gewenste voice(s) in. De Main, Dual en Split voices kunnen ieder appart op een hoeveelheid reverb worden ingesteld. Gebruikt, om dit te doen, de correspondernde Reverb Send Level parameters in de Functie mode (Main: #04, Dual: #14, 40 Split: #24). (Zie pagina’s 31, 35, 37.) Als het Reverb Send Level op of bijna op “000” wordt ingesteld dan hoort u het Reverb effect niet. EFFECTS 4 De Functie mode verlaten. Druk op één of andere mode knoppen (SONG, STYLE, of VOICE) als u eenmaal alle gewenste instellingen heeft gewijzigd. CHORUS Met het Chorus effect kunt u het geluid van een voice verrijken met pitch modulatie. Twee basis types zijn aanwezig: Chorus en Flanger. Chorus genereert een dikker, warmer en een meer levendig geluid, terwijl Flanger een bewegend, metalig effect genereert. Er zijn totaal vier Chorus type’s beschikbaar. 1 Zet het Chorus effect aan en stel de Chorus Type in de Function mode in. Op de normale manier: 1) Druk op de FUNCTION knop. 2) Selecteer het gewenste Functie parameter nummer (#33, #34) met het numerieke toetsenbord. (Zie, voor een lijst met Chorus Types, pag. 45.) STYLE F33Chorus FUNCTION STYLE F34ChoType FUNCTION 3) Wijzig, nadat de “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden/ instellingen (met het numerieke toetsenbord). Gebruik, voor uit/aan instellingen, de +/- knoppen. De Standaard Waarde opnieuw oproepen Al u de parameter instelling heeft veranderd, kunt u de Standaard installing direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd op de +/- knoppen te drukken. 2 Stel het Chorus Send Level van de gewenste voice(s) in. De Main, Dual en Split voices kunnen ieder apart van een bepaalde hoeveelheid Chorus worden voorzien. Doe dit met de corresponderende Chorus Send Level parameters in de Functie mode (Main: #05, Dual: #15, Split: #25.) (Zie pagina’s 31, 35, 37.) 3 HINT Het Chorus effect kan ook worden aan- en uitgezet met een aangesloten footswitch. (Zie pag. 91.) N.B. • Het Chorus effect voorziet alleen de voices die op het toetsenbord worden bespeeld van effect. • Deze instellingen worden niet bewaard als u de PortaTone uitzet. Als u de instellingen wenst te bewaren, bewaar ze dan in een User bank met de One Touch Setting functie (pagina 72). • Als de PortaTone door een ander MIDI apparaat bestuurt wordt zijn er drie toegevoegde Chorus Types beschikbaar. (Zie voor details, pag. 116.) N.B. Als het Chorus Send Level op of bijna op “000” wordt gezet dan hoort u het Chorus effect niet. De Functie mode verlaten. Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE), als u eenmaal alle gewenste instellingen heeft gewijzigd. 41 EFFECTEN DSP Het DSP effect gedeelte bevat vele reverb en chorus effecten, en een overvloed aan andere bruikbare dynamische effecten voor het wijzigen en verrijken van de voices. Deze effecten bevatten o.a. reverse gate reverb, phaser, rotary speaker, tremolo, echo, delay, distortion, equalization en wah. Totaal 33 DSP type’s zijn beschikbaar. HINT Het DSP effect kan ook aan en uit worden gezet met een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) N.B. 1 Zet het DSP effect aan en stel de DSP Type in de Functie mode in. Op de normale manier: 1) Druk op de FUNCTION knop. 2) Selecteer het gewenste Function parameter number (#35, #36) met het numerieke toetsenbord. (Zie voor een opsomming van DSP Type’s pagina 45.) STYLE F35Dsp FUNCTION STYLE F36DspType FUNCTION 3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarden/ instellingen (met het numerieke toetsenbord). Wijzig de on/off instellingen met de +/- knoppen. De Standaard Waarde opnieuw oproepen Al u de parameter instelling heeft gewijzigd, kunt u de Standaard installing direct opnieuw oproepen door de +/- knoppen tegelijkertijd in te drukken. 2 De Functie mode verlaten. Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE), als u eenmaal alle gewenste instellingen heeft gewijzigd. 42 • Als de PortaTone door een MIDI apparaat wordt aangestuurd zijn er achtien toegevoegde DSP Types beschikbaar. (Zie voor details, pagina 116.) Stel het DSP Send Level voor de gewenste voice(s) in. De Main, Dual en Split voices kunnen ieder op verschillende hoeveelheden DSP worden gezet. Doe dit met de corresponderende DSP Send Level parameters in de Functie mode (Main: #06, Dual: #16, Split: #26.) (Zie pagina’s 31, 35, 37.) 3 • Het DSP effect heeft alleen invloed op de voices die op het toetsenbord bespeeld worden. • Deze instellingen worden niet bewaard als u de PortaTone uitzet. Als u de instellingen wenst te bewaren, bewaar ze dan in een User bank met de One Touch Setting functie (pagina 72). N.B. Als het DSP Send Level op een waarde van of bijna“000” wordt gezet hoort u het DSP effect niet. EFFETCTEN HARMONY Het Harmony gedeelte bevat een aantal speeleffecten die de door u gespeelde melodieën verrijken bij het gebruikt van de begeleidingsstijlen van de PortaTone. Totaal 26 Harmony type’s zijn beschikbaar. Tremolo, Trill en Echo effecten kunnen gebruikt worden zelfs als de begeleiding uitstaat. Er zijn 5 verschillende Harmony Type’s die automatisch harmoniegedeelten creëren (bij tonen die op het bovenste gedeelte van het toetsenbord gespeeld worden) die overeenkomen met de begeleidingsakkoorden. 1 Zet het Harmony effect aan. Druk op de HARMONY knop. HARMONY REVERB ACMP ON MEASURE 001 116 TEMPO Geeft aan dat de Harmony aan staat 2 Stel het Harmony Type en het gewenste Harmony Volume in de Function mode in. Op de normale manier: 1) Druk op de FUNCTION knop. 2) Selecteer het gewenste Functie parameter nummer (#37, #38, #39) met het numerieke toetsenbord. (Voor een lijst van de Harmony Type’s, zie pagina 46.) STYLE F37Harmony Het Harmony effect kan ook aan- en uitgezet worden met een aangesloten voetschakelaar (pagina 91), of met de Functie parameter #37 (pagina 44). BELANGRIJK DUAL TOUCH FUNCTION HINT STYLE F38HarmType • Voor de eerste vijf harmony type’s (Duet, Trio, Block, Country, en Octave), moeten de akkoorden aangeslagen worden in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. • De snelheid van de Trill, Tremolo en Echo effecten is afhankelijk van de Tempo instelling (pagina 76). N.B. Als het Harmony Volume bijna of op “000” wordt ingesteld dat hoort u het Harmony effect niet. FUNCTION N.B. STYLE F39HarmVol FUNCTION 3) Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, de waarde (met het numerieke toetsenbord). Wijzig on/off instellingen met de +/knoppen. De Standaard Waarde opnieuw oproepen Al u de parameter instelling heeft veranderd, kunt u de Standaard installing direct opnieuw oproepen door tegelijkertijd op de +/knoppen te drukken. Deze instellingen worden niet bewaard als u de PortaTone uitzet. Als u de instellingen wenst te bewaren, bewaar ze dan in een User bank in de One Touch Setting onderdeel (pagina 72). 43 EFFECTEN 3 De Function mode verlaten. Druk op één of andere mode knop (SONG, STYLE, of VOICE), als u alle gewenste instellingen heeft gewijzigd. Function Parameters — Effecten De Effect Functie parameters bevatten effect gerelateerde instellingen (met de uitzondering van de Send parameters in de Main, Dual en Split secties). Deze instellingen bevatten: • DSP Type • Harmony On/Off • Harmony Type • Harmony Volume • Reverb On/Off • Reverb Type • Chorus On/Off • Chorus Type • DSP On/Off Functie Parameters 44 Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/instelling Omschrijving F31 Reverb On/Off Reverb aan, uit Dit schakelt het Reverb effect aan/uit. (Dit is dezelfde functie als de REVERB knop. Het kan ook bediend worden door een aangesloten voetschakelaar; zie pagina 91.) F32 Reverb Type RevType (Zie “Reverb Type” lijst hieronder.) (Zie “Reverb Type” lijst hieronder.) F33 Chorus On/Off Chorus aan, uit Dit schakelt het Chorus effect aan/uit. Het kan ook bediend worden door een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) F34 Chorus Type ChoType (Zie “Chorus Type” lijst hieronder.) (Zie “Chorus Type” lijst hieronder.) F35 DSP On/Off Dsp aan, uit Dit schakelt het DSP effect aan/uit. Het kan ook bediend worden door een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) F36 DSP Type DspType (Zie “DSP Type” lijst hieronder.) (Zie “DSP Type” lijst hieronder.) F37 Harmony On/Off Harmony aan. uit Dit schakelt het hormony effect aan/uit. (Dit is dezelfde functie als de HARMONY knop. Het kan ook bediend worden door een aangesloten voetschakelaar; zie paginas 91.) F38 Harmony Type HarmType (Zie “Harmony Type” lijst hieronder.) (Zie “Harmony Type” lijst hieronder.) F39 Harmony Volume HarmVol 000 — 127 Dit bepaalt het niveau van het Harmony effect, hierdoor kunt u een optimale mix met de originele melodie tonen creëeren. EFFECTS ■ Effect Type’s Reverb Types Nr. Reverb Type 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hall 1 Hall 2 Room 1 Room 2 Stage 1 Stage 2 Plate 1 Plate 2 Off Chorus Type’s Display Naam Omschrijving Hall1 Hall2 Room1 Room2 Stage1 Stage2 Plate1 Plate2 Off Concertzaal reverb. Nr. Chorus Type Kleine kamer reverb. Display Naam Omschrijving 1 2 3 4 Chorus 1 Chorus 2 Flanger 1 Flanger 2 Chorus1 Chorus2 Flanger1 Flanger2 Conventioneel chorus programma met een rijke, warme chorusing. Uitgesproken drie-fase modulatie met een licht metalen geluid. 5 Off Off Geen effect. Reverb voor solo instrumenten. gesimuleerd stalen plaat reverb. Geen effect. DSP Type’s Nr. DSP Type Display Naam Omschrijving 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Hall 1 Hall 2 Room 1 Room 2 Stage 1 Stage 2 Plate 1 Plate 2 Early Reflection 1 Early Reflection 2 Gate Reverb Reverse Gate Chorus 1 Chorus 2 Flanger 1 Flanger 2 Symphonic Phaser Rotary Speaker 1 Rotary Speaker 2 Tremolo 1 Tremolo 2 Guitar Tremolo Auto Pan Hall1 Hall2 Room1 Room2 Stage1 Stage2 Plate1 Plate2 ER1 ER2 Gate1 Gate2 Chorus1 Chorus2 Flanger1 Flanger2 Symphony Phaser Rotary1 Rotary2 Tremolo1 Tremolo2 Tremolo3 AutoPan Concertzaal reverb. 25 26 AutoWah DelayLCR 27 28 29 Auto Wah Delay Left Center - Right Delay Left - Right Echo Cross Delay 30 31 32 Distortion Hard Distortion Soft EQ Disco D Hard D Soft EQ Disco 33 EQ Telephone EQ Tel 34 Off Off DelayLR Echo CrossDly Kleine kamer reverb. Reverb voor solo instrumenten. Gesimuleerd stalen plaat reverb. Alleen vroege reflecties. Gated reverb effect, waarin in de galm wordt afgesneden als speciaal effect. Zelfde als Gate Reverb, maar met een omgekeerde toename in reverb. Conventioneel chorus programma met een rijke, warme chorus. Uitgesproken drie-fase modulatie met een licht metalen geluid. Byzonder rijke & diepe chorus. Uitgesproken, metalige modulatie met periodieke fasewijziging. Leslie simulatie. Rijk Tremolo effect met zowel volume- als toonhoogte modulatie. Gesimuleerde electrische gitaar tremolo. Verschillende pan effetcen die het geluid automatisch van positie verschuift (links , rechts, voor, achter). Herhaaldelijk filter sweep “wah” effect. Drie onafhankelijke delays, voor links, rechts en midden stereo posities. Begin delay voor elk stereo kanaal en twee apparte feedback delays. Stereo delay, met een onafhankelijk feedback level instelling voor elk kanaal. Complex effect dat de vertraagde herhaalingen tussen het linker- en rechterkanaal heen en weer doet “stuiteren”. Harde distortion. Zachte, warme distortion. Equalizer effect dat beide hoge en lage frequenties opblaast, dit isd typisch voor de meeste disco muziek. Equalizer effect dat beide hoge en lage frequenties afsnijdt, dit simuleerd het geluid dat u hoort door een telefoon hoorn. Geen effect 45 EFFECTS Harmony Type’s Nr. Harmony Type 46 Display Naam 1 2 3 4 5 Duet Trio Block Country Octave Duet Trio Block Country Octave 6 Triller 1/4 noot Tril1/4 7 Triller 1/6 noot Tril1/6 8 Triller1/8 noot Tril1/8 9 Triller 1/12 noot Tril1/12 10 Triller 1/16 noot Tril1/16 11 Triller 1/24 noot Tril1/24 12 Triller 1/32 noot Tril1/32 13 Tremolo 1/4 noot Trem1/4 14 Tremolo 1/6 noot Trem1/6 15 Tremolo 1/8 noot Trem1/8 16 Tremolo 1/12 noot Trem1/12 17 Tremolo 1/16 noot Trem1/16 18 Tremolo 1/24 noot Trem1/24 19 Tremolo 1/32 noot Trem1/32 20 Echo 1/4 noot Echo1/4 21 Echo 1/6 noot Echo1/6 22 Echo 1/8 noot Echo1/8 23 Echo 1/12 noot Echo1/12 24 Echo 1/16 noot Echo1/16 25 Echo 1/24 noot Echo1/24 26 Echo 1/32 noot Echo1/32 Omschrijving Harmony types 1 - 5 zijn toonhoogte gebaseerd effecten en voegen één, twee, of drie tonen harmonieën aan een enkel toon melodie toe, gespeeld met de linker hand. Deze typen klinken alleen als er akkoorden gespeeld worden in het automatisch begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. 3 3 3 3 Type’s 6 - 26 zijn ritme gebaseerde effecten en voegen verfraaiingen of vertraagde herhalingen toe in de maat met de automatische begeleiding. Deze typen klinken altijd of de automatische begeleiding nu aanstaat of niet; alhoewel de eigenlijke snelheid van het effect afhangt van de Tempo instelling (pagina 76). Met de individuele waarden van elk type kunt u het effect precies synchroniseren met het ritme. Triool instellingen zijn ook beschikbaar: 1/6 = kwart noot triool, 1/12 = achste noot triool, 1/24 = zestiende noot triool. • De triller effect Type’s (6 - 12) creëren twee-noot triller (afwisselende noten) als er twee noten worden aangeslagen. • De Tremolo effect Types (13 - 19) herhalen alle vastgehouden noten (maximaal vier). 3 • De Echo effect Type’s (20 - 26) creëren vertraagde herhaalingen van elke gespeelde noot. 3 3 3 3 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE In de Stijl mode vindt u de dynamische ritme/begeleidingspatronen - en voice instellingen die passen bij de verschillende patronen - in verschillende muziekstijlen. Er zijn in totaal 100 verschillende stijlen beschikbaar, in verschillende categorieën ondergebracht. Iedere stijl is opgebouwd uit aparte “gedeelten” - Intro, Main A en B (met 4 Fill-ins), en Ending waarmee u, tijdens het spelen, verschillende begeleidingspatronen kunt oproepen. De begeleidingsfuncties, die zijn ingebouwd in de ritmes, voegen instrumentale ondersteuning toe aan uw spel, waarbij de begeleiding gestuurd wordt door de akkoorden die u aanslaat. Auto accompaniment (automatische begeleiding) verdeelt het toetsenbord in twee gedeelten: Het bovenste gedeelte (upper) is voor de melodielijn en het onderste gedeelte (wordt als standaard ingesteld als B2 en lager) is voor de begeleidingsfunctie. De stijl mode bevat ook een krachtige Chord Guide optie, die drie geavanceerde hulpmiddelen bij het leren en spelen bevatten: Dictionary, Smart en EZ Chord. De Dictionary en Smart functie’s (pagina’s 62, 64) bieden krachtige, gemakkelijk te gebruiken hulpmiddelen bij het leren van akkoorden en akkoordverhoudingen. Met de EZ Chord (pagina 66) kunt u akkoordprogressies van een gehele song opnemen en dan door de akkoorden lopen door op een enkele toets in het begeleidingsgedeelte aan te slaan. SELECTEER EEN STIJL EN SPEEL DE BEGELEIDING 1 Selecteer de stijl mode. Druk op de STYLE knop. Geeft aan dat de stijl mode is geselecteerd STYLE FUNCTION SONG STYLE VOICE MEASURE 2 Stijlnaam en nummer 0018BtPop1 001 116 TEMPO Selecteer het gewenste style nummer met het numerieke toetsenbord. De basis categorieën van de stijlen en hun nummers worden getoond aan de linkerkant van het paneel. Een complete lijst van de beschikbare stijlen kunt u vinden op pagina 111. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 BWD NO velocity FWD YES 47 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE Stijlnummers kunnen op dezelfde manier geselecteerd worden als de voices (zie pagina 28). Gebruik het numerieke toetsenbord om direct het stijlnummer in te voeren, Gebruik de +/- knoppen om omhoog of omlaag door de stijlen te lopen, of druk op de STYLE knop om door de stijlnummers te lopen. 3 Start de begeleiding. U kunt dit doen op de volgende manieren: Druk op de START/STOP knop HINT Het ritme gedeelte begint onmiddellijk met spelen zonder bas- en akkoordenbegeleiding. Het huidig geselecteerde Main A of B gedeelte speelt af. ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL U kunt het Main A of B gedeelte selecteren door op de daarbij horende knop — MAIN A of MAIN B — te drukken alvorens op de START/STOP knop te drukken. (Het icoon gedeelte in de display toont kort de letter van het geselecteerde gedeelte “A” of “B”.) ACMP SYNCON/OFF START MEASURE START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL Geeft geselecteerde gedeelte (Main A or B) aan. 001 116 TEMPO Sync-Start gebruiken De PortaTone bevat ook een Sync-Start functie waarmee u het ritme/ begeleiding kunt starten door op een knop op het toetsenbord te drukken. Druk eerst op de SYNC-START knop, voor het activeren van SyncStart (de tel balk onder de naam knippert om te laten zien dat de SyncStart stand-by staat), sla vervolgens een toets aan op het toetsenbord. (Sla, als de begeleiding aanstaat vervolgens een toets of akkoord in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord aan.) Start met een intro sectie ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. automatische begeleidingssectie 48 MAIN A MAIN B AUTO FILL Start/stop kan ook worden bestuurd met een aangesloten voetschakelaar. (Zie pag. -91.) AUTO ACCOMPANIMENT — DE STYLE MODE Iedere stijl bevat een intro sectie van twee of vier maten. Veel van de Intro secties bevatten ook, als automatische begeleiding gebruikt wordt, speciale akkoordwijzigingen en begeleidingen om uw spel te verfraaien. Om met de Intro sectie te starten: 1) Druk de MAIN A of MAIN B knop — om de sectie te selecteren die op het intro volgt. 2) Druk op de INTRO knop. ACMP SYNCON/OFF START MEASURE START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL Geeft aan welke sectie is geselecteerd (Main A of B). 001 116 TEMPO HINT Druk, om de intro sectie en begeleiding te starten, op de ACMP SYNCON/OFF START MEASURE START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL Intro kan ook bediend worden door het gebruik van een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) Indicates Intro standby. 001 116 TEMPO START/STOP knop. Als de Intro sectie eenmaal uitgespeeld is, laat het icoon gedeelte in de display kort de letter “A” of “B” zien om aan te geven dat de geselecteerde Main sectie speelt. Sync-Start met een Intro sectie gebruiken u kunt ook de Sync-Start functie met de speciale Intro sectie van de geselecteerde stijl gebruiken. Sync-Start met een Intro sectie gebruiken: 1) Druk op de MAIN A of MAIN B knop — om te selecteren welke sectie (A of B) het Intro volgt. ACMP SYNCON/OFF START MEASURE START/ STOP 001 116 TEMPO INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL geeft het geselecteerde gedeelte aan (Main A or B). 49 AUTOMATISCHE BEGELEIDING— DE STIJL MODE 2) Druk op de INTRO knop. ACMP SYNCON/OFF START MEASURE START/ STOP MAIN A MAIN B AUTO FILL INTRO/ ENDING rit. Geeft aan dat de Intro standby staat. 001 116 TEMPO 3) Druk op de SYNC-START knop om Sync-Start aan te zetten en start het Intro gedeelte en de begeleiding door een toets op het toetsenbord aan te slaan. (Sla, als de begeleiding aanstaat, een toets of akkoord aan in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.) ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL Automatische begeleidingssectie Als eenmaal het Intro gedeelte klaar is, laat het icoon gedeelte in de display kort de letter “A” of “B” zien om aan te geven dat het geselecteerde Main gedeelte speelt. Over automatische begeleiding Automatische begeleiding kan gebruikt worden met iedere eerder vermelde methode. Druk op de ACMP ON/ OFF knop om de automatische begeleiding aan te zetten. (Dit kan op ieder punt van de handeling.) ACMP SYNCON/OFF START Geeft aan dat de automatische begeleiding aanstaat. START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL ACMP ON Als u de Sync-Start met de automatische begeleiding gebruikt kunnen alleen de toetsen in het numerieke begeleidingsgedeelte gebruikt worden voor het starten van de begeleiding. (Zie voor meer informatie over automatische begeleiding pagina 52.) 50 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE Over de Tel Display De donkere balken onder de stijlnaam in de display knipperen op maat met het huidige tempo tijdens het afspelen van de begeleiding (of Sync-Start standby). De knipperende balken geven een visuele indicatie van de notenbalk van de begeleiding. (Voor meer informatie, zie pagina 77.) 4 Stop de begeleiding. U kunt dit op drie manieren doen: Druk op de START/STOP knop Het ritme/begeleiding stopt onmiddellijk met spelen. Gebruik een intro gedeelte Druk op de INTRO/ENDING knop. De begeleiding stopt nadat het Ending gedeelte klaar is. Druk op de SYNC-START knop Dit stopt onmiddellijk de begeleiding en automatisch wordt de SyncStart ingeschakeld, u kunt de begeleiding opnieuw starten door een akkoord of een toets in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord aan te slaan. HINT • Start/stop en Ending kan ook bediend worden met een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) • Druk, als u het Ending gedeelte geleidelijk wilt stoppen tijdens het spelen, snel twee maal achter elkaar op de INTRO/ ENDING knop. 51 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE BEGELEIDINGSKNOPPEN Als de Stijl mode actief is, functioneren de paneel knoppen onder de display als knoppen voor het bedienen van de begeleiding. Het drukken op deze knop start en stopt beurtelings het afspelen van de begeleiding. Het drukken op deze knop zet de bas en akkoord begeleiding beurtelings aan en uit. (Zie hieronder.) ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. Het drukken op deze knop zet de Sync-Start functie beurtelings aan en uit (zie pag. 48.) Het drukken op deze knop selecteert de Main A sectie of voegt een Fill-in A sectie toe (zie pag. 54). MAIN A MAIN B AUTO FILL Deze bestuurt de Intro en Ending secties (zie pag. 49, 51.) Deze bestuurt de Chord Guide functie (zie pag. 62.) CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF Het drukken op deze knop selecteert de Main B sectie of voegt een Fill-in B sectie toe (zie pag. 54.) DE AUTOMATISCHE BEGELEIDINGSFUNCTIES GEBRUIKEN 1 Zet de automatische begeleiding aan. Druk op de ACMP ON/OFF knop om de automatische begeleiding aan te zetten. ACMP SYNCON/OFF START Geeft aan dat de automatische begeleiding aanstaat. 2 START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL ACMP ON Selecteer een stijl en speel de begeleiding. Selecteer één van de stijlen en start het afspelen zoals wordt omschreven in stap 1-3 op pagina 47. 52 AUTO ACCOMPANIMENT — DE STYLE MODE 3 Wijzig de akkoorden met de begeleidingsfunctie. Als u probeert een paar opvolgende enkele tonen met uw rechterhand te spelen, zult u merken dat de bas- en akkoordbegeleiding wijzigen bij iedere toets die u aanslaat. U kunt ook volledige akkoorden spelen om de begeleiding te bedienen. (Zie pagina 56 voor meer informatie over het gebruik van de automatische begeleiding.) HINT • Met de ACMP ON/OFF knop kunt u de bas/akkoord begeleiding ook aan en uit zetten tijdens het spelen — om dynamische, ritmische breaks te creëren in uw spel. • U kunt de Sync-Start functie gebruiken om een soortgelijke ingrijpende onderbreking te creëren. Druk op de SYNC-START knop, terwijl de begeleiding speelt, om onmiddellijk de begeleiding te stoppen en de Sync-Start in te schakelen. Hierdoor kunt u spelen zonder begeleiding totdat u een toets aanslaat in het begeleidingsgedeelte om de begeleiding weer in te schakelen. Dit is bijzonder effectief als u de SYNC-START knop indrukt aan het einde van een muzikale frase. N.B. Akkoorden die in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord worden aangeslagen zijn ook waarneembaar en afspeelbaar als de begeleiding is gestopt. In feite ontstaat hier een “gesplitst toetsenbord”, met de bas en akkoorden onder de linkerhand en de normaal geselecteerde voice onder de rechterhand. HET TEMPO WIJZIGEN Het Tempo van het afspelen van een song (en begeleiding) kan worden gewijzigd in een bereik van 32 - 280 bpm (beats per minute). Zie pagina 76 voor instructies over het wijzigen van het tempo. N.B. Iedere stijl bezit een standaard tempo. (Zie pagina 77 voor instructies om de standaard tempo opnieuw op te roepen.) Als het af spelen van de begeleiding is gestopt en er een andere stijl wordt geselecteerd, wijzigt het tempo in de standaard instelling van de nieuwe stijl. Als er gedurende het afspelen van stijl wordt gewisseld, blijft het laatst ingestelde tempo gehandhaafd. (Hierdoor kunt u hetzelfde tempo aanhouden, zelfs met wijzigingen van stijlen.) ACCOMPANIMENT SECTIONS (MAIN A, MAIN B 53 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE STIJLSECTIES (MAIN A, MAIN B) EN FILL-INS Terwijl de begeleiding afspeelt, kunt u een variatie aan het ritme/begeleiding toevoegen door op één van de MAIN/AUTO FILL A of B knoppen te drukken. Deze knoppen spelen automatisch één van de vier Fill-in secties af die soepel overgaan in de volgende sectie - zelfs wanneer dat dezelfde sectie is. ACMP SYNCON/OFF START MEASURE START/ STOP 001 116 TEMPO INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL Dit verschijnt tijdens het spelen van het Fill-in gedeelte. Iedere stijl bevat vier verschillende Fill-in secties die in de volgende condities spelen: • Main A → Main A • Main A → Main B • Main B → Main A • Main B → Main B 54 (Fill-in “AA”) (Fill-in “AB”) (Fill-in “BA”) (Fill-in “BB”) N.B. • Deze functie kan ook worden bediend met een aangesloten voetschakelaar (Zie pagina 91.) • Als u de MAIN A of B knop indrukt, speelt de Fill-in onmiddellijk af. De nieuw geselecteerde sectie (A of B) begint te spelen vanaf het begin van de volgende maat, tenzij de MAIN A of B knop wordt ingedrukt tijdens de laatste tel van de maat - in welk geval de Fillin begint vanaf de eerste tel van de volgende maat. • Ritme geluiden en Fill-in secties zijn niet beschikbaar als één van de piano stijlen (#91 - #100) worden geselecteerd. AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE HET BEGELEIDINGSVOLUME WIJZIGEN Het afspeelvolume van de begeleiding kan gewijzigd worden. Het wijzigen van het volume beïnvloedt alleen het begeleidingsvolume. Het volume bereik loopt van 000-127. 1 Selecteer het begeleidingsvolume functie in het Overall menu. Druk op één van de OVERALL ▲/▼ knoppen, herhaaldelijk indien nodig, totdat er “AcmpVol” in de display verschijnt. Huidige begeleidingsvolume waarde STYLE 100AcmpVol DEMO START ACMP/SONG VOLUME Geeft aan dat het begeleidingsvolume is geselecteerd. 2 Wijzig de waarde. Met de OVERALL +/- knoppen kunt u de waarde van het volume van de begeleiding verhogen of verlagen. Houdt één van de beide knoppen ingedrukt om de waarde te verhogen of te verlagen. DEMO START Verlaagt de Begeleidingsvolume waarde. Verhoogt de Begeleidingsvolume waarde. De standaard waarde opnieuw oproepen Druk tegelijkertijd, om de standaard waarde van het begeleidingsvolume (100) opnieuw op te roepen, op beide OVERALL +/knoppen (als begeleidingsvolume geselecteerd is in het Overall menu). N.B. Begeleidingsvolume kan niet gewijzigd worden als de Stijl mode niet actief. 55 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE AUTOMATISCHE BEGELEIDING GEBRUIKEN — MULTI FINGERING Als dit aanstaat (pagina 5), genereert de automatische begeleiding, tijdens het spelen bent, automatisch bass en akkoorden door het gebruik van Multi Fingering. U kunt de akkoorden van de toetsen van de begeleidingssectie wijzigen door op de toetsen op het toetsenbord te spelen op de “Single Finger” of op de “Fingered” methode. Met de Single Finger kunt u één, twee of drie vinger akkoorden indicatie spelen (zie Single Finger Akkoorden hieronder). De Fingered techniek is het spelen van conventionele tonen op het toetsenbord. Om het even welke methode u gebruikt, de PortaTone “begrijpt” welke akkoord u aangeeft en genereert automatisch de begeleiding. C Single Finger Akkoorden Om een majeur akkoord te spelen: Sla de grondtoon van het akkoord aan. De akkoorden in de Single Finger mode, zijn majeur, mineur, septime en mineur septime akkoorden. De illustratie hiernaast toont hoe deze akkoorden er uitzien. (De toets C wordt hier als voorbeeld gebruikt; voor andere toetsen gelden dezelfde regels, Bijvoorbeeld Bb7 wordt gespeeld als Bb en A.) Cm Om een mineur akkoord te spelen: Sla de grondtoon tegelijk met een willekeurig zwarte toets links ervan aan. C7 Om een septime akkoord te spelen: Sla de grondtoon samen met de witte toets links ervan. Cm 7 Om een mineur septime akkoord te spelen: Sla de grondtoon tegelijk met in totaal drie willekeurige witte en zwarte toetsen links ervan aan. Fingered akkoorden Met de C toets als voorbeeld, toont het overzicht hieronder de typen akkoorden die herkend worden in de Fingered mode. Herkende akkoorden (grondnoot: C) CmM 7 CmM 7 (9) ( ) ( ( C (b5) CM7 b5 Cm 7 (9) Cm 7 (11) ) CM 7 aug CM7 (#11) ( Caug ) Csus 4 CM 7 (9) CM 7 ) C6 ) C (9) ( C 6 (9) C Cm (9) Cm 6 Cm 7 Cm 7 b5 CmM 7 b5 Cdim Cdim 7 C7 C 7 (13) C 7 (#9) C 7 b5 C 7 aug C 7 sus4 ) ) ) ) ( ( ( ( C 1+2+5 * Noten tussen haakjes kunnen weggelaten worden; de akkoorden worden ook zonder deze noten herkend. 56 ) ( ) ( ) C 7 (b13) ( ( ) ( C 7 (#11) C 7 (b9) ) ) ( ) ( C 7 (9) ( ( ) ) ( ) Cm AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE Akkoordnaam (afkorting) Normale vingerzetting Akkoord Display Majeur 1-3-5 C C none 1-2-3-5 C(9) C(9) sext 1 - (3) - 5 - 6 C6 C6 sext met toegevoegde none 1 - 2 - 3 - (5) - 6 C6(9) C6(9) majeur septime 1 - 3 - (5) - 7 of CM7 CM7 N.B. 1 - (3) - 5 - 7 majeur none 1 - 2 - 3 - (5) - 7 CM7(9) CM7(9) majeur overmatig undecime 1 - 2 - 3 - #4 - (5) - 7 of CM7#11 CM7#11 C(b5) C(b5) 1 - (2) - 3 - #4 - 5 - 7 verminderde kwint 1 - 3 - b5 majeur septime verminderde kwint 1 - 3 - b5 - 7 CM7b5 CM7b5 toegevoegde kwart 1-4-5 Csus4 Csus4 vermeerderd 1 - #3 - 5 Caug Caug vermeerderd majeur septime 1 - (3) - #5 - 7 CM7aug CM7aug mineur 1 - b3 - 5 Cm Cm mineur met toegevoegde none 1 - 2 - b3 - 5 Cm(9) Cm(9) mineur sext 1 - b3 - 5 - 6 Cm6 Cm6 mineur septime 1 - b3 - (5) - b7 Cm7 Cm7 mineur septime met toegevoegde none 1 - 2 - b3 - (5) - b7 Cm7(9) Cm7(9) mineur undecime 1 - (2) - b3 - 4 - 5 - (b7) Cm7_11 Cm7 11 mineur majeur septime 1 - b3 - (5) - 7 CmM7 CmM7 mineur majeur septime met toegev. none 1 - 2 - b3 - (5) - 7 CmM7(9) CmM7(9) mineur septime verminderde kwint 1 - b3 - b5 - b7 Cm7b5 Cm7b5 majeur mineur verminderde kwint 1 - b3 - b5 - 7 CmM7b5 CmM7b5 verminderd 1 - b3 - b5 Cdim Cdim verminderd septime 1 - b3 - b5 - 6 Cdim7 Cdim7 septime 1 - 3 - (5) - b7 of C7 C7 verminderd none 1 - b2 - 3 - (5) - b7 C7(b9) C7(b9) verminderd tredecime 1 - 3 - 5 - b6 - b7 C7b13 C7b13 septime met toegevoegde none 1 - 2 - 3 - (5) - b7 C7(9) C7(9) overmatig undecime 1 - 2 - 3 - #4 - (5) - b7 of C7#11 C7#11 tredecime 1 - 3 - (5) - 6b - 7 C7(13) C7(13) kleine none 1 - #2 - 3 - (5) - b7 C7(#9) C7(#9) septime verminderde kwint 1 - 3 - b5 - b7 C7b5 C7b5 vermeerderd septime 1 - 3 - #5 - b7 C7aug C7aug septime met toegevoegde kwart 1 - 4 - (5) - b7 C7sus4 C7sus4 1+2+5 1-2-5 C1+2+5 C1+2+5 1 - (3) - 5 - b7 • Noten tussen haakjes kunnen worden weggelaten. • Het spelen van twee dezelfde grondtonen in de aangrenzende octaven geeft alleen in de grondtoon begeleiding. • Een perfecte vijfde (1 + 5) genereert alleen begeleiding gebaseerd in de grondtoon en vijfde, die kan gebruikt worden met beide majeur en mineur akkoorden. • De akkoord fingering zoals getoond zijn allen in de “grondtoon” positie, maar andere ommedraaiingen kunnen gebruikt worden — met de volgende uitzonderingen: m7, m7b5, 6, m6, sus4, aug, dim7, 7b5, 6(9), m7(11), 1+2+5. • Ommedraaiing van de 7sus4 akkoord worden niet herkend als de 5e akkoord wordt weggelaten. • De AUTOMATISCHE BEGELEIDING wijzigt soms niet als gerelateerde akkoorden in volgorde gespeeld worden (bijvoorbeeld sommige mineur akkoorden gevolg door 7e mineur). 1 - (2) - 3 - #4 - 5 - b7 • Twee toon fingering produceert een akkoord gebaseerd op het vorige gespeelde akkoord. 57 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE HET BEGELEIDINGSSPLITPUNT INSTELLEN Het begeleidingssplitpunt bepaalt de hoogste toets van het begeleidingsgedeelte vast. De begeleiding wordt gespeeld met de toetsen tot en met de Splitpunt toets. Deze parameter kan lager (maar niet hoger) worden ingesteld dan de Split Punt in de Split mode. De twee instellingen beïnvloeden elkaar, als andere waarden worden ingesteld, op de volgende manier: • Als het Split mode Split Punt hoger wordt ingesteld dan het begeleiding Splitpunt: Main Split Begeleiding • Als het Split mode punt op dezelfde toets wordt ingesteld als de Begeleiding Split punt: Main Split voice + Begeleidingsgedeelte 1 De Functie mode oproepen. Druk op de FUNCTION knop. FUNCTION 2 SONG STYLE VOICE Selecteer de Begeleiding Split punt parameter. Selecteer met het numerieke toetsenbord, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, de Begeleiding split Punt parameter (#51). (Voor details over de parameter, zie hieronder.) Het Functie parameter nummer kan worden geselecteerd op de zelfde manier als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/knoppen, of de FUNCTION knop. STYLE FUNCTION 58 F51AcmpSPnt BELANGRIJK • Aangezien de “FUNCTION” indicator maar een paar seconden knippert, let er op dat u de parameter snel selecteert na stap 1 hierboven. AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE 3 De parameter instelling of waarde wijzigen. Wijzig met het numerieke toetsenbord de waarde of instelling, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen. 054AcmpSPnt STYLE FUNCTION De waarde kan ook direct worden ingesteld door de gewenste toets in te drukken, als de parameter is geselecteerd. Let er op, na het instellen, dat u een andere parameter selecteert of de Functie mode verlaat alvorens iets aan te slaan op het toetsenbord. Functie Parameter — Begeleidingssplit punt Functie Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam F51 Begeleiding split Punt AcmpSPnt Bereik/Instelling Omschrijving 000 — 127 Dit bepaalt de hoogste toets van het begeleidingsgedeelte en stelt de begeleidingssplitpunt in — met andere woorden, de toets die het begeleidingsgedeelte en de Main voice scheidt. (Als begeleiding aanstaat loopt het begeleidingsgedeelte tot en met de Begeleidingssplitpunttoets.) Deze kan niet hoger worden ingesteld dan het Splitpunt in de Split mode (pagina 37). Tijdens het instellen produceert het toetsenbord geen geluid. Let er op, nadat u dit geselecteerd heeft, dat u een andere parameter selecteert of de Functie mode verlaat alvorens iets aan te slaan op het toetsenbord. 59 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE WAT IS EEN AKKOORD? Het antwoord is eenvoudig: Drie of meer tonen die tezamen worden gespeeld vormen een akkoord. (Twee tonen die tezamen worden gespeeld vormen een “interval” - een interval is de afstand tussen twee verschillende tonen. Dit wordt ook wel aangeduid met “harmonie”.) Afhankelijk van de intervallen tussen de drie of meer tonen klinkt een akkoord mooi, duf of dissonant klinken. De schikking van de tonen in het voorbeeld links - een drieklank brengt een prettig, harmonieus geluid voort. Drieklanken bestaan uit drie noten en zijn de meest fundamentele en algemene akkoorden in de meeste muziek. In deze drieklanken is de laagste toon de grondtoon. De grondtoon is de belangrijkste noot in het akkoord, aangezien deze het geluid harmonisch verankert door de “(grond)toon” te bepalen en als zodanig de basis te vormen voor de manier waarop we de andere tonen in het akkoord horen. De tweede noot in dit akkoord is vier halve tonen hoger dan de eerste en de derde is drie halve tonen hoger dan de tweede. Als we onze grondtoon constant houden en deze tonen een halve toon omhoog of omlaag (kruis of mol) wijzigen, ontstaan er vier verschillende akkoorden. Majeur akkoord (ex. C) Mineur terts Mineur akkoord (ex. Cm) Majeur Mineur terts terts Majeur terts overmatig akkoord (ex. Caug) Majeur terts Majeur terts Verminderd akkoord (ex. Cdim) Mineur terts Mineur terts Vergeet niet dat we ook de “manier waarop we een akkoord aanslaan” kunnen wijzigen - door de volgorde van de tonen te wijzigen (“omdraaiïngen”) of door dezelfde noten te spelen, maar in verschillende octaven - zonder de basis van het akkoord zelf te wijzigen. Ommedraai voorbeelden voor de C toets G E C C G E E C G Mooi klinkende harmonieën kunnen op deze manier gemaakt worden. Het gebruik van intervallen en akkoorden is één van de belangrijkste elementen van muziek. Afhankelijk van de gebruikte akkoorden en de volgorde waarin zij gerangschikt worden, creëert u de gewenste “feeling” in de muziek. 60 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE AKKOORDEN NOTEREN Het kunnen lezen en schrijven van akkoorden is een makkelijke maar waardevolle vaardigheid. Akkoorden worden dikwijls genoteerd als een soort afkorting die hen onmiddellijk herkenbaar maakt (en u de vrijheid geeft om ze met die vingerzetting of ommedraaiing te spelen die u prefereert). Als u eenmaal het basisprincipe van harmonie en akkoorden begrijpt, is het erg eenvoudig om deze afkortingen te gebruiken bij het noteren van de akkoorden in een song. Schrijf eerst de grondtoon van een akkoord in een hoofdletter op. Als u het moet specificeren als verminderd of vermeerderd, dan schrijft u dat rechts van de grondtoon. Het akkoord type moet ook aan de rechterkant geschreven worden. Voorbeelden voor de C zijn als volgt: Majeur akkoord C Mineur akkoord Cm Overmatig akkoord Verminderd akkoord Caug Cdim Voor eenvoudige majeur akkoorden wordt het type weggelaten. Een belangrijk punt: Akkoorden zijn samengesteld uit tonen die op elkaar zijn “gestapeld”. De gestapelde (gelayerde) tonen worden aangegeven als nummers in de naam van het akkoord van het akkoordsoort - het nummer geeft de afstand aan van de toon vanaf de grondtoon. (Zie het toetsenbord diagram hieronder.) Het mineur sext akkoord bijvoorbeeld bevat de 6e toon van de toonladder, de majeur septime akkoord bevat de 7e toon van de toonladder, enz. Dominant 7e (flatted 7th) De intervallen van de Toonladder Bestudeer volgend diagram van de C majeur ladder goed om een beter begrip te krijgen van de intervallen en de nummers die gebruikt worden om ze te weer te geven in een akkoordnaam. C D E F G A B C D E F Grond 4e Octaaf 3e 2e Andere Akkoorden Csus4 Kwint (5) C7 Kwart (4) Cm7b5 Dominante septime Cm7 Majeur akkoord Cm6 Dominante septime C(9) 7e 5e 11e 9e 6e CM7 Mineur akkoord Septime Majeur akkoord Cdim7 * Bbb = A Dominante septime Verminderd akkoord Mineur akkoord Sext (6) 9de Verminderde septime (dubbel flatted septime) Verminderd akkoord 61 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE CHORD GUIDE (LETT. AKKOORDENGIDS) De chord guide functies van de Portatone bevatten krachtige, gemakkelijk te gebruiken hulpmiddelen bij het leren van akkoorden en akkoordverhoudingen. De Chord Guide functie kent drie opties: Dictionary, Smart en EZ Chord. BELANGRIJK • Als u op de CHORD GUIDE knop drukt wordt automatisch de automatische begeleiding geaktiveerd. • Als u de Stijl mode normaal wilt gebruiken zonder de Chord Guide functie moetu er voor zorgen dat OFF is geselecteerd, druk om dit te doen: 1) op de STYLE knop om het Stijl knop om de Stijl mode te selecteren. 2) op de CHORD GUIDE knop zodat de stijlnaam in de display verschijnt (in plaats van “Dict.,” “Smart,” of “EZ”). Dictionary (woordenboek) De dictionary type is een belangrijk ingebouwd “akkoordencatalogus” die de individuele noten en akkoorden toont. Het is ideaal als u de naam van een bepaald akkoord weet en snel wilt weten hoe u deze moet spelen. 1 Selecteer de Dictionary Chord Guide, als de Stijl mode actief is. Druk op de CHORD GUIDE knop zodat de “Dict.” in de display verschijnt. Dict. STYLE CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF 2 Specificeer de grondnoot van het akkoord. Sla de toets aan op het toetsenbord die correspondeert met de gewenste grondtoon (zoals afgebeeld op het paneel). ROOT G Druk deze toets om de grontnoot G te selecteren ACMP ON 62 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE 3 Specificeer het type akkoord (majeur, mineur, septime, enz.). Sla de toets aan op het toetsenbord die correspondeert met het gewenste akkoordtype (zoals afgebeeld op het paneel). M7 CHORD TYPE Druk op deze toets om het majeur septime akkoord type (M7) te selecteren. De display toont de naam van het akkoord, de individuele akkoorden en de individuele noten — zowel in notatie als in toetsenbord diagram. N.B. Dict. STYLE Akkoord naam, grondtoon en type) ACMP ON M7 MEASURE 001 116 TEMPO Individual notes of chord (keyboard) 4 Bij een aantal akkoorden worden niet alle noten notaties getoond in het notatiegedeelte van de display. Dit komt omdat er niet genoeg ruimte is in de display. Notation of chord Speel de akkoord. Sla het akkoord aan (zoals getoond in de display) in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De akkoordnaam knippert als de correcte noten worden aangeslagen en vastgehouden. (Ommedraaiingen van veel van de akkoorden worden ook herkend.) Dict. STYLE ACMP ON M7 MEASURE 001 116 TEMPO Geeft aan dat noten aangeslagen worden. Knippert als de correcte noten worden vastgehouden. 63 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE Smart Met het Smart type kunt u de basis toonhoogte van de akkoordbegeleiding selecteren. Sla, als dit eenmaal is ingesteld, zullen enkele aangeslagen toetsen in de toonladder automatisch de harmonisch correcte akkoorden voortbrengen. Als u bijvoorbeeld een D aanslaat, met de toonhoogte ingesteld in C, is het resultaat een D mineur akkoord resulteren (in plaats van een harmonisch incorrecte D majeur). Het Smart type is niet alleen een handige optie bij het gemakkelijk voortbrengen van allerlei akkoordprogressies in een bepaalde toonhoogte, het is ook een hulpmiddel bij het leren hoe akkoorden harmonisch in verhouding staan met elkaar in een bepaalde toonhoogte. 1 Selecteer een stijl. Selecteer één van de stijlen, zoals omschreven in de stappen 1-2 op pagina 47. 2 Selecteer de Smart Chord Guide. Druk op de CHORD GUIDE knop zodat eventjes “Smart” in de display verschijnt. Smart STYLE CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF 3 ACMP ON Stel de gewenste toonhoogte in. Met de +/- knoppen op het numerieke toetsenbord kunt u door de beschikbare toonhoogten lopen, en met het numerieke toetsenbord kunt u direct het corresponderende nummer van de gewenste toonhoogte invoeren (zie tabel hieronder). 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest Geeft de geselecteerde toonladder (laat het nummer van valse of gedetoneerde toetsen). 0 BWD NO Nummer 01 02 03 04 05 06 07 08 64 velocity 01#/b=0 STYLE 3 FWD ACMP ON YES Toets (display indicatie, huidige toets) #/b=0 (C, or Am) #=1 (G, or Em) #=2 (D, or Bm) #=3 (A, or F#m) #=4 (E, or C#m) #=5 (B, or G#m) #=6 (F#, or D#m) #=7 (C#, or A#m) Nummer 09 10 11 12 13 14 15 Toets (display indicatie, huidige toets) b=7 (Cb, or Abm) b=6 (Gb, or Ebm) b=5 (Db, or Bbm) b=4 (Ab, or Fm) b=3 (Eb, or Cm) b=2 (Bb, or Gm) b=1 (F, or Dm) AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE Selecteer om bijvoorbeeld de volgende muziekpartituur te spelen nummer 5 waarmee de toonhoogte b=1 (F, or Dm) wordt geselecteerd. Toonhoogte F STYLE 15b=1 4 Speel de begeleiding af en sla enkele noot akkoorden (grondnoten) aan in het automatische begeleiding gedeelte. Start het afspelen van de begeleiding op de gewenste manier. (Zie voor specifieke instructies over het starten van de begeleiding pagina 48.) Als de toonhoogte bijvoorbeeld in F majeur staat, worden de volgende akkoorden geproduceerd bij het aanslaan van de volgende grondtonen: Om deze akkoorden voort te brengen ... F Dm Gm Dm ...moet u deze grondtonen aanslaan Houd u er rekening mee dat alle mineur akkoorden die passen in F majeur automatisch geconverteerd worden. Smart akkoorden lijst Nr. 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 Display inducatie #/b=0 #=1 #=2 #=3 #=4 #=5 #=6 #=7 b=7 b=6 b=5 b=4 b=3 b=2 b=1 Grondnoot C C# (Db) C C#dim C C#dim C C#m C C#m C C#m Cdim C#m Cdim C# Cm C# Cdim C#m Cdim C# Cm C# Cm C# Cm C# Cm C# C C# D Dm D D D D D D Ddim D D Ddim Ddim Dm Dm Dm Eb (D#) Eb Eb Ebdim Ebdim Ebm Ebm Ebm Ebm Ebm Ebm Ebm Eb Eb Eb Eb E Em Em Em E E E E E E E E E Edim Edim Em F F F F F Fdim Fdim Fm Fm Fdim Fm Fm Fm Fm F F F# (Gb) F#dim F#m F#m F#m F#m F# F# F# F# F# F# F# F# F# F#dim G G G G G G G Gdim Gdim G Gdim Gdim Gm Gm Gm Gm Ab (G#) Ab Abdim Abdim Abm Abm Abm Abm Ab Abm Abm Ab Ab Ab Ab Ab A Am Am A A A A A A A A A Adim Adim Am Am Bb (A#) Bb Bb Bb Bbdim Bbdim Bbm Bbm Bbm Bbm Bbm Bbm Bbm Bb Bb Bb B Bm Bm Bm Bm B B B B B B B B B Bdim Bdim 65 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE EZ Akkoord De EZ Akkoord functie is een buitengewone flexibele en een gemakkelijke manier van programmeren van halfautomatische begeleiding voor uw spel. U kunt alle benodigde akkoord wijzigingen van de gehele song opnemen en vervolgens de akkoorden afspelen in de volgorde die door u is geprogrammeerd door het aanslaan van één enkele toets in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. Bovendien is de EZ Akkoord een handig hulpmiddel bij het spelen, ideaal bij het oefenen van rechterhandmelodieën en solotechnieken, en maakt EZ akkoord het gemakkelijk om akkoordbegeleiding te produceren met uw linkerhand - zodat u zich kunt concentreren op uw rechterhand. EZ Akkoord bevat acht verschillende banken (iedere bank bevat 128 akkoord plekken) waarin u akkoorden kunt opnemen. Met de speciale bank kettingfunctie kunt u alle banken aan elkaar koppelen en kunt u automatisch van bank verwisselen schuiven zonder uw akkoord progressie te onderbreken. EZ Akkoord — Afspelen Als u uw eigen EZ akkoord bank heeft opgenomen (pagina 68) kunt u deze afspelen op de manier zoals omschreven staat in de stappen hieronder. U kunt de EZ akkoord echter nu op uw eigen houtje proberen zonder uw eigen EZ akkoorden bank op te nemen. Verschillende akkoord progressies zijn al opgenomen en de EZ akkoor banken 1 en 2, hierdoor kunt u deze handige functie uitproberenen ideeën opdoen hoe de EZ Akkoord het betse te gebuiken voor uw spel. (Voor uw gemak, de partituren van de fabrieks voorgeprogrammeerde banken 1 en 2 zijn gegeven op pagina 107.) 1 De stijlmode oproepen en een stijl selecteren. Selecteer ook een OTS instelling, indien gewenst. Druk op de STIJL knop en selecteer de gewenste stijl met het numerieke toetsenbord. (Voor meer informatie over OTS, zie pagina 72.) 2 Selecteer de EZ Akkoord functie. Druk, herhaaldelijk als nodig, op de CHORD GUIDE knop totdat “EZ” verschijnt. Automatische begeleiding wordt automatisch aangezet als de EZ Akkoord functie wordt geselecteerd. STYLE CHORD GUIDE DICTIONARY SMART EZ OFF 66 1EZ AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE 3 Selecteer de gewenste EZ Akkoorden bank met het numerieke toetsenbord. Knoppen 1 - 8 selecteren respectievelijk de EZ Akkoord banken #1 - #8. Knop 9 selecteert de bank ketting “A-1” bank (zie blok hieronder). 4 Start de begeleiding. Start de begeleiding met één van de methodes omschreven op pagina 48. De EZ Akkoord akkoorden kunnen ook afgespeeld worden zonder de volle (bas en ritme) begeleiding. Sla sta stap #4 over om dit te doen. 5 HINT De akkoorden spelen. Sla, om een akkoord te spelen, één van de toetsen aan in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord aan. autromatische begeleiding gedeelte ACMP ON Akkoord naam 006 116 TEMPO Geeft de akkoord positie aan (128 zijn er beschikbaar in een bank). Ieder donker blok geeft een opgenomen akkoord aan. Het huidige geselecteerde blok knippert. Idere keer als u een enkele toets in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord aanslaat speelt de EZ Akkoord functie het opgenomen akkoord af en selecteert automatisch de volgende. (Niet opgenomen “lege” blokken worden overgeslagen.) Op deze manier kunt u de timing van de akkoorden met alleen maar één vinger van uw linkerhand bedienen en nog steeds de krachtige automatische begeleidingsopties gebruiken om een volledige begeleiding te creëeren — terwijl u een melodie of solo met uw rechterhand speelt. • Selecteer, om de positie van het eerste akkoord in de bank te resetten, dezelfde bank nog een keer door op de corresponderende nummer knop van het toetsenbord te drukken. • Het begeleidingssplitpunt kan vrij worden ingesteld, hierdoor kunt u vaststellen uit welke toetsen het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord bestaat. (Zie pagina 59.) • U kunt met de voetswitch opeenvolgende akkoorden selecteren. Hierdoor kunt u het gehele toetsenbord bespelen en toch nog de EZ Akkoord functie gebruiken. (Zie pagina 91.) Bank Ketting Met de speciale bank ketting functie kunt u alle banken aan elkaar koppelen, hierdoor gaat u van de ene bank automatisch naar de volgende bank letting, zonder uw akkoord progressie te onderbreken. Hiermee kunt u bijvoorbeeld, zonder u spel te onderbreken van bank te verwisslen, het akkoord programma wijzigen voor de gehele set of song. Ga, om dit te doen, naar stap #3 hierboven (in STYLE “EZ Chord afspelen”) en druk de “9” knop in van het nummerieke toetsenbord. A-1EZ Geeft aan dat de bank ketting is geselecteerd. 67 AUTOIMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE EZ Akkoord — Opname 1 Druk, herhaaldelijk indien nodig, de RECORD knop in totdat EZ Chord opname is geselecteerd. (“EZ” verschijnt in de display en de “RECORD”indicatie knippert een paar seconden.) RECORD indicatie knippert kort. 3EZ STYLE RECORD RECORD ACMP ON 2 Selecteer de gewenste EZ Akkoord bank met het numerieke toetsenbord. Knoppen 1 - 8 selecteren respectievelijk de EZ Chord banken #1 - #8. 3 — De bank schoonmaken Alvorens het opnemen, kunt u alle opgenomen akkoorden in de geselecteerde Akkoord bank wissen. Voor instructies om dit te doen, zie, om dit te doen, “een EZ bank schoonmaken“ op pagina 71. BELANGRIJK Opname aanzetten. Start de opname. N.B. Zelfs als u over een fabireksingestelde EZ Akkoord bank opneemt (wissen) kunt u de originele bank herstellen. (Zie pagina 105.) Als de “RECORD” indicatie stopt met knipperen (en continu brandt), kunt u de opname starten. Opname van akkoorden in de EZ Akkoord functie bestaat feitelijk uit drie stappen: 1) Selecteer het gewenste blok met de +/- knoppen. RECORD ACMP ON 1 — 16 Block 17 — 32 Block 33 — 48 Block 49 — 64 Block 65 — 80 Block 81 — 96 Block 97 — 112 Block 113 — 128 Block 3-025 Geeft de akkoord positie aan. Huidige geselecteerde block knipperd. 2) Neem, in het geselecteerde blok, het gewenste akkoord op. U kunt dit doen op één van de volgende manieren: • Speel Multi Fingering akkoorden in het automatische begeleidingsgedeelte. (Zie pagina 56.) • Voer handmatig het grondakkoord en naam van de ROOT en CHORD TYPE gedeelte van het toetsenbord. 3) Druk op de + knop op het numerieke toetsenbord. RECORD ACMP ON M7 3-025 Bank nummer 68 Geeft het opgenomen akkoord aan. Bloknummer (128 in één bank) AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE Dit neemt werkelijk de akkoord op in het geselecteerde blok en schuift automatisch naar het volgende blok. Deze stap is noodzakelijk; het akkoord wordt niet eerder opgenomen totdat u de + knop indrukt. (Als u de - knop indrukt wordt het vorige blok geselecteerd zonder het akkoord op te nemen.) Herhaal, om een reeks akkoorden op te nemen, stappen 2) en 3) hierboven (Speel een akkoord, selecteer de volgende stap, speel een ander akkoord selecteer de volgende stap, enz.). 4 Stop het opnemen en verlaat de record mode. Druk, als u klaar bent met opnemen van de akkoorden op de RECORD knop. Hierdoor verlaat u de record mode en kunt u de nieuw opgenomen akkoorden afspelen. (Zie pagina 66.) Een Ruimte Opnemen Selecteer, om blok leeg te laten (om een lege ruimte tussen blokken creëeren), het volgende blok zonder een akkoord in te voeren. Gebruik, om de rest van een rij leeg te houden en een nieuwe rij te beginnen, de + knop om naar de eerste blok in de volgende rij te gaan en het opnemen te starten vanaf die positie. (Voor meer informatie, zie de hint “Ruimte gebruiken” op pagina 70.) De Begeleiding spelen tijdens EZ Akkoord opname Het kan handig zijn voor u om de stijl en automatische begeleiding te horen tijdens jet opnemen van akkoorden in de EZ Akkoord functie, om dit te doen: 1) Druk op de STYLE knop. Dit roept eventjes de Stijl mode op, terwijl de EZ Akkoord opname actief blijft. N.B. Als u handmatig de grondakkoord en het type (zoals omschreven op pagina 68) invoert dan klinken de akkoord en bas begeleiding niet. 2) Selecteer de gewenste stijl. Selecteer, alvorens het display terug gaat naar EZ Akkoord (een paar seconden nadat de STYLE knop wordt ingedrukt), met het numerieke toetsenbord een stijl. 3) Start Het afspelen van de begeleiding. Druk op de START/STOP knop. 4) Het akkoord opnemen. Speel het gewenste akkoord in de automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. Let er op dat het akkoord niet wordt opgenomen totdat u op de + knop drukt om naar het volgende blok te gaan. 69 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE HINT — Ruimten gebruiken Als uw akkoordprogressies niet lang zijn en het maximale geheugenruimte van de akkoorden niet belangrijk voor u is , kunt u voordelig gebruik maken van ruimten tussen de opgenomen blokken. (Let er op dat ruimten geen effect hebben bij het afspelen; de EZ Akkoord slaat automatisch de ruimte of ruimtes over en speelt het volgende akkoord.) Een ruimte opnemen: Druk op de + knop zonder een akkoord op te nemen. Sommige voordelen om ruimten te gebruiken: • Plaats één of twee ruimte tussen de opgenomen akkoord blokken — Bijvoorbeeld, tussen de verschillende secties (verse, chorus, bridge, enz.) van uw song. Hierdoor heeft u een zuiver beeld van waar u bent in uw song en het maakt het makkelijker om akkoord wijzigingen door te voeren. • De akkoord progressie van een enkele song kan veel minder als beschikbare 128 okkoord blokken van een bank bevatten. Let er op dat u niet de gehele bank hoeft te gebruiken voo een enkele song. Sla de resterende blokken in de laatste rij van de song (met gebruik van de + knop) over en start de opname van de volgende song in de volgende rij. 16 Blokken 3-040 12 Blokken 8 Blokken • Ongeacht het muziek genre — rock, pop, country, jazz, en zelfs moderne muziek — is de structuur van de meeste songs en muziek, in maten gesproken, gebaseerd op het getal 4 en het meervoud van 4. Voorbeelden zijn melodiefrases van vier of acht maten, de polulaire “twaalf maten” blues en coupletten en refreinen van zestien maten in veel pop songs en jazz klassiekers. Wat heeft dit te maken met “ruimtes”? Als uw akkoordprogressie strikt deze soort van structuur volgt dan kunt u de akkoordwijzigingen van ieder gedeelte sectie groeperen in vierde, achtste, twaalfde of zestiende blok onderdelen. Zoals bijvoorbeeld de eerste song in de illustratie hierboven een zestiende blok groep toont, gevolgd door een twaalfde blok groep en één van acht. 70 AUTOMATISCHE BEGELEIDING — DE STIJL MODE Een EZ Akkoord Bank Verwijderen Met deze handeling kunt u alle opgenomen akkoorden wissen (verwijderen) in de geselecteerde EZ Akkoorden bank. 1 De EZ Akkoorden Opname mode inschakelen. Druk op de RECORD knop, herhaaldelijk indien nodig, totdat de EZ Akkoord opname is geselecteerd. (“EZ” verschijnt in de display en de “RECORD” indicator knippert enkele seconden.) 2 Selecteer het gewenste punt waar de akkoorden verwijderd moeten worden met de +/- knoppen. Alle akkoorden vanaf het geselecteerde punt worden gewist. 3 De EZ Akkoord Wis functie oproepen. Wacht voor enkele seconden totdat de “RECORD” indicator stopt met knipperen en “EZ” verschijnt in de display. Houdt vervolgens de “0” knop in totdat de “Clear?” prompt verschijnt. STYLE YESClear? RECORD ACMP ON 4 De Wis functie uitvoeren. Druk, op de “Clear?” prompt, de + knop (“YES”) om de bank echt te wissen, of druk of de - knop om te annuleren. 5 Verder gaan met opnemen, of de Opname mode verlaten. Operation brengt u terug naar EZ Akkoord Opname, hierdoor kunt u een nieuwe bank of akkoord opnemen. Druk, om de mode te verlaten, op de RECORD knop. Een Enkel Akkoord wissen Om een enkele opgenomen akkoord te wissen (verwijderen) in de EZ Akkoord bank: 1) Schakel de EZ Akkoord Opname mode in. Druk op de RECORD knop, herhaaldelijk indien nodig, totdat de EZ Akkoord opname is geselecteerd. 2) Selecteer het gewenste punt waar het akkoord gewist moet worden. Gebruik de +/- knoppen. 3) Voer de Clear functie uit. Sla de c6 Press the C6 toets aan (Hoogste toets van het toetsenbord) om de akkoord data daadwerkelijk te wissen. 71 ONE TOUCH SETTING (OTS) One Touch Setting is een krachtige en handige Stijl mode functie waarmee u direct vrijwel alle instellingen van de PortaTone opnieuw kunt configuren — met één druk op de knop. Twee typen One Touch Settings zijn beschikbaar: User (gebruiker) en preset. ONE TOUCH SETTING — USER Vier User Banken, met vier verschillende instellingen — dus totaal zestien — zijn er beschikbaar voor uw eigengemaakte instellingen. Alle zestien User One Touch Settings kunnen verschillende instellingen van de volgende parameters bevatten: • Main voice number • Alle Main voice instellingen (Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, en DSP Level) • Dual voice number • Alle Dual voice instellingen (On/Off, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, en DSP Level) • Split voice nummer • Alle Split voice instellingen (On/Off, Split Point, Volume, Octave, Pan, Reverb Level, Chorus Level, en DSP Level) • Reverb Type en On/Off • Chorus Type en On/Off • DSP Type en On/Off • Harmony Type, On/Off, en Volume • Stijl nummer, en stijl-relateerde instellingen: Begeleiding On/Off, Section (Main A or B), en Begeleidingssplitpunt • Overall menu instellingen: Tempo, Transponeren, Stemmen, en Begeleidingsvolume • Voetschakelaar toewijzing • Aanrakingsgevoeligheid instelling Een Gebruikers One Touch Setting Opnemen 1 Maak alle gewenste instellingen voor de PortaTone. Bijna alle instellingen van de PortaTone kunnen worden bewaard in een User knop. Zie voor meer details de lijst hierboven. 2 Selecteer de OTS Opname mode. Druk op de RECORD knop, herhaaldelijk indien nodig, tot “OTS User” in de bovenkant van de display verschijnt. RECORD knippert eventjes. 1OTS User STYLE RECORD RECORD ACMP ON 3 De gewenste bank selecteren. Selecteer met de +/- knoppen of met het numerieke toetsenbord het gewenste User bank nummer(1 - 4). STYLE 72 1OTS User RECORD ONE TOUCH SETTING (OTS) 4 Selecteer het gewenste Gebruikers nmmer. Druk de corresponderende USER ONE TOUCH SETTING knop (1 - 4). Als u dit doet dan neemt deze de instellingen over naar de geselecteerde knop. ONE TOUCH SETTING USER 1 2 MEASURE 5 3 PRESET 4 A B Verschijnt kort om aan te geven dat de instellingen zijn bewaard naar de OTS Genruyikers knop 1. 001 116 TEMPO De opname mode verlaten. Druk op de RECORD knop. Een Gerbuikers One Touch Setting opnieuw oproepen Als u eenmaal de instellingen heeft opgenomen naar een Gebruikers knop, kunt u dez instellingen op elk moment opnieuw oproepen. 1 De Stijl mode opnieuw oproepen. Druk op de STYLE knop. 2 Druk op de overeenkomstige ONE TOUCH SETTING GEBRUIKER knop. Druk op de USER knop (1 - 4) corresponderend met de gewenste instelling. ONE TOUCH SETTING USER 1 2 MEASURE 3 PRESET 4 001 116 TEMPO A B Verschijnt kort om aan te geven dart OTS Gebruikers 1 actief is. Een Gebruikersbank selecteren Alvorens een Gebruikers One Touch Setting te selecteren (in stap #2) kunt u een andere bank willen selecteren. Om dit te doen: 1) Selecteer Functie #41. (Druk op de FUNCTION knop, Gebruik dan de +/- knoppen of het numerieke toetsenbord om #41 te selecteren.) 2) Selecteer, nadat de “FUNCTION“ indicator topt met knipperen, de gewenste bank nummer met dew +/- knoppen of het numerieke toetsenbord. 73 ONE TOUCH SETTING (OTS) ONE TOUCH SETTING — PRESET Preset One Touch Settings worden op een beetje andere manier gebruikt dan de User instellingen. Selecteer eerst een stijl, vervolgens selecteer een Preset OTS. De Preset A en B instellingen zijn speciaal geprogrammerd in de fabriek te passen bij de geselecteerde stijl. Dit betekent dat u een stijl kunt selecteren die u wilt, vervolgens een preset kunt selecteren die de beste voice, effecten en andere instellingen voor die stijl bevat. • Main voice nummer • Alle Main voice instellingen (Volume, Octaaf, Pan, Reverb Level, Chorus Level en DSP Level) • Dual voice nummer • Alle Dual voice instellingen (On/Off, Volume, Octaaf, Pan, Reverb Level, Chorus Level en DSP Level) • Split voice number • Alle Split voice instellingen (Volume, Octaaf, Pan, Reverb Level, Chorus Level en DSP Level) • Reverb Type en On/Off • Chorus Type en On/Off • DSP Type en On/Off • Harmony Type, On/Off enVolume • Stijle-relateerde instellingen: Begeleiding On/Off, Sectie (Main A or B) en begeleidingssplitpunt • Overall menu settings: Tempo, Transponeren, Stemmen, en Begeleidingsvolume • Voetschakelaar toewijzing • Aanrakingsgevoeligheid (Touch Sensitivity) instelling Een Preset One Touch Setting Selecteren 1 Selecteer een stijl. Selecteer één van de stijlen, zoals omschreven in stappen 1 - 2 op pagina 47. 2 Druk op de overeenkomstige ONE TOUCH SETTING PRESET knop. Druk de PRESET knop (A, B) corresponderend met de gewenste instelling. ONE TOUCH SETTING USER 1 2 MEASURE 3 3 PRESET 4 001 116 TEMPO A B Verschijnt eventjes om aan te gevan dat OTS Preset A aktief is. Speel de begeleiding. Aangezien zowel Sync-Start en de begeleiding automatisch worden geaktiveerd als de One Touch Setting aanstaat, start het aanslaan van een toets of een akkoord in het automatische begeleidingsgedeelte de begeleiding. 74 SELECTEREN EN SPELEN VAN SONGS DE SONG MODE De Song mode bevat zes songs — drie demo’s die zijn gecreëerd met de rijke en dynamische geluiden van de PortaTone en drie User Songs (lett. gebruikerssongs) waarin zelf iets op kunt nemen. De demo’s zijn hoofdzakelijk voor uw plezier; alhoewel u tijdens het afspelen van de demo’s ook mee kunt spelen op het toetsenbord. De User Songs zijn “leeg” en kunnen niet worden afgespeeld voordat er iets in wordt opgenomen. (Zie voor instructies over het opnemen van uw eigen songs pagina 79.) Song afspeel display Huidige maat 003Rockin' SONG MEASURE 1 2 008 205 TEMPO 3 4 5 6 Tijdens het afspelen van User songs met gebruik van begeleiding, tonen deze de noten en de namen van het huidige akkoord. “Level meters” tonen performance data die is opgenomen in de verschillende tracks. Geeft de tracks aan die momenteel worden afgespeeld. (Deze kunnen beurtelings worden ge-mute en worden aangezet tijdens het afspelen door op de corresponding SONG MEMORY knoppen te drukken.) SELECTEER EEN SONG EN SPEEL DEZE AF 1 Selecteer de Song mode. Druk op de SONG knop. FUNCTION SONG STYLE Geeft aan dat de song mode is geselecteerd SONG VOICE Song naam en nummer 003Rockin' 75 SONGS SELECTEREN EN SPELEN — DE SONG MODE 2 Selecteer het gewenste song nummer met het numerieke toetsenbord. Song nummers kunnen op dezelfde manier geselecteerd worden als de voices (zie pagina 28). Selecteer het songnummer direct met het numerieke toetsenbord, loop met de +/- knoppen omhoog en omlaag door de songs, of druk op de SONG knop om door de song nummers te lopen. 3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 BWD velocity NO FWD YES N.B. Start de geselecteerde song. Druk op de START/STOP knop. Als de song wordt afgespeeld worden de maat en de akkoorden getoond in de display. ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTRO/ ENDING rit. MAIN A MAIN B AUTO FILL 4 Herhaal, als u een andere song wilt selecteren, stap 2 hierboven. 5 Stop de song. Druk op de START/STOP knop. Als het afspelen gestart was door het indrukken van de START/STOP knop, dan stopt de geselecteerde stop onmiddellijk. HET TEMPO WIJZIGEN Het tempo van het afspelen van de song (en stijl) kan gewijzigd worden over een bereik van 32-280 bpm (beats per minute). 1 De Tempo functie selecteren in het Overall menu. Druk één van de OVERALL ▲/▼ knoppen, herhaaldelijk indien nodig, totdat “Tempo” in de display verschijnt. Geeft aan dat Tempo is geselecteerd Huidige Tempo waarde DEMO START TEMPO SONG 76 225Tempo • U kunt met de huidige geselecteerde voice, of zelfs met een andere geselecteerde voice meespelen met de song. Roep de Voice mode op tijdens het afspelen van de song en selecteer de gewenste voice. • Deze functie kan ook bediend worden met een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) SONGS SELECTEREN EN SPELEN — DE SONG MODE 2 Wijzig de waarde. Verhoog of verlaag met de OVERALL +/- knoppen de Tempo waarde. Houdt u constant één van de knoppen in dan verhoogt of verlaagt de waarde in hoog tempo. Verhoogt de Tempo waarde DEMO START Verlaagt de Tempo waarde De Standaard Tempo Waarde opnieuw oproepen Iedere song en stijl heeft een standaard tempo. Als u het tempo gewijzigd heeft, kunt u de originele instelling opnieuw oproepen door tegelijkertijd de beide OVERALL +/- knoppen in te drukken (terwijl het Tempo is geselecteerd in het Overall menu). Selecteert u een andere song of stijl, dan wordt ook het tempo van een song of stijl naar de standaard waarde teruggezet. (Het ingestelde tempo blijft, echter, als tussen stijlen wisselt tijdens het afspelen.) Als u de PortaTone aanzet Wordt het tempo automatisch ingesteld op 116 bpm. OVER DE BEAT DISPLAY Dit gedeelte van de display toont op overzichtelijke wijze het ritme van de song en de stijl van afspelen. De donkere balken onder het naamgedeelte in de display knippert op de maat. De eerste balk geeft de eerste tel van de maat aan, en de andere balken knipperen beurtelings om de volgende maten aan te geven. SONG 003Rockin' Vierde tel Derde tel Tweede tel Eerste tel van de maat 77 SONGS SELECTEREN EN SPELEN — DE SONG MODE HET SONG VOLUME WIJZIGEN Het volume van het afspelen kan worden gewijzigd. Deze volume parameter heeft alleen invloed op de song volume. Het volume bereik loopt van 000 - 127. 1 Het Song volume selecteren in het Overall menu. Druk één van de OVERALL ▲/▼ knoppen, herhaaldelijk indien nodig, in totdat er “SongVol” in de display verschijnt. Geeft aan dat de Song Volume is geselecteerd Huidige Song Volume waarde 100SongVol DEMO START SONG ACMP/SONG VOLUME MEASURE 1 2 2 001 205 3 4 5 TEMPO 6 N.B. De waarde wijzigen. Met de OVERALL +/- knoppen kunt u Song Volume waarde verhogen of verlagen. Houdt u constant één van de knoppen in dan verhoogt of verlaagt u de waarde in hoog tempo. Verhoogt de Song Volume waarde DEMO START Verlaagd de Song Volume waarde De Standaard waarde opnieuw oproepen Druk, om de standaard Song Volume waarde (100) opnieuw op te roepen, beide OVERALL +/- knoppen tegelijkertijd in (als Song Volume is geselecteerd in het Overall menu). 78 Het Song Volume kan niet gewijzigd worden als de Song mode niet actief is. (Deze functie wordt begeleiding Volume als de Stijl mode actief is.) SONG OPNAME De PortaTone bevat een krachtige en gemakkelijk te gebruiken opname functie waarmee u alles wat u speelt op het toetsenbord kunt opnemen — gebruikmakend van zes verschillende tracks — om zo uw eigen complete composities te creëeren. Tot drie user songs kunnen worden opgenomen en bewaard. Er zijn twee opname modes: Realtime en Step. SONG 004RealTime RECORD MEASURE 001 116 TEMPO 1EZ SONG SONG 001 116 004Step RECORD RECORD TEMPO RECORD MEASURE 001 116 Iedere druk op de RECORD knop voert u door de vier opname modes — Realtime, Step, OTS en EZ Chord. (De OTS en EZ Akkoord modes hebben niets te maken met Song opname; ze worden omschreven op resp. pagina’s 72 en 68.) TEMPO 1OTS User SONG RECORD 001 116 TEMPO Realtime opname is gelijk aan het gebruik van een tape recorder; wat u op het toestenbord speelt wordt rechtstreeks opgenomen als u het speelt. Als u opvolgende delen in andere tracks opneemt kunt u het eerder opgenomen deel horen tijdens het opnemen van een nieuwe track. Met Step opname kunt u de noten individueel invoeren. Het is alszodanig gelijk aan het schrijven van noten op muziekpapier; elke noot wordt noot voor noot ingevoerd. Iedere methode heeft zijn eigen voordelen en toepassingen. Stap opname is bijzonder precies en handig bij het invoeren van noten wiens plaats, ritmische waarde en velocity vastgelegd of consequent zijn — zoals individuele drumgedeelten in een ritme patroon, of enkele noten in een syncopisch basgedeelte. Het is bovendien een exacte methode bij het opnemen van snelle of complexe passages die moeilijk of onmogelijk zijn om realtime op te nemen. Realtime opnamen aan de andere kant, “vangt” het beste het natuurlijke gevoel van uw spel, aangezien u speelt en tegelijkertijd hoort wat u opneemt. Welke methode u gebruikt hangt gedeeltelijk af van het soort van muziek u wilt creëeren en gedeeltelijk van uw eigen voorkeuren. U kan zelfs beide methoden gebruiken in een compositie. U kunt bijvoorbeeld realtime een basis song bruggetje op track 1 opnemen en vervolgens de “preciese” gedeelten op andere plekken in de compositie Step opnemen (en zelfs misschien track 1 opnieuw opnemen, als alle andere gedeelten klaar zijn). Zo kunt u ook basisriffs en patronen step opnemen en vervolgens melodieën en verfraaingen in realtime aanbrengen. N.B. Let er op dat alle opneemhandelingen data “vervangt”. Met andere woorden, als u een track opneemt in een track die al opgenomen data bevat, dan wordt alle vorige opgenomen data in de track gewist en vervangen door de nieuwere opgenomen data. 79 SONG OPNAME EEN USER SONG OPNEMEN — REALTIME OPNAME In het kort, de basis handeling voor opname is: 1) Maak alle gewenste PortaTone instellingen. 2) Selecteer de Realtime Record mode. 3) Selecteer een Gebruikers song voor opname. 4) Selecteer een track nummer. 5) Start de opname. 6) Stop de opname. 7) Luister naar de nieuwe opname. 8) Naar andere tracks opnemen indien gewenst. 9) De Record mode verlaten. De data die kan worden opgenomen naar normale (melodie) tracks: • Noot uit/aan • Velocity • Main voice instelling (Voice Nummer*, Volume*, Octaaf, Pan*, Reverb Send Level, Chorus Send Level, DSP Send Level) • Dual voice instelling (Voice Nummer*, Volume*, Octaaf, Pan*, Reverb Send Level, Chorus Send Level, DSP Send Level) • Reverb aan/uit, Reverb Type* • Chorus aan/uit, Chorus Type* • DSP aan/uit, DSP Type* • Harmony aan/uit, Harmony Type • Sustain aan/uit • Tempo*, Time Signature* (als er niet zulke data in de Akkoorden track aanwezig is) 1 Data die kan worden opgenomen naar de Akkoorden track: • Stijlnummer* • Akkoord wijzigingen en timing • Gedeelten wijzigingen (Intro, Main A/B, enz.) • Begeleiding volume* • Tempo, Time Signature* * Deze instellingen kunnen slechts eenmaal opgenomen worden aan het begin van een song; andere instellingen kunnen gewijzigd worden in het midden van een song. Maak alle gewenste PortaTone instellingen. Alvorens u echt begint op te nemen, dient u een aantal instellingen voor de song te maken — zoals een stijl, het insetllen van het tempo en het selecteren van een voice. (Zie pagina’s 47, 76 en 27.) Door een stijl te selecteren kunt u de geavanceerde begeleidingsonderdelen als delen van uw song gebruiken. Op deze manier hoeft u alleen maar akkoorden spelen waarop de PortaTone automatisch de overeenkomstige bas- en akkoordbegeleiding creërt . (Zie voor meer informatie over automatische begeleiding pagina 52.) Stel, indien gewenst, ook andere instellingen in. Zie de lijst hierboven voor instellingen die in een song kunnen worden opgenomen. 80 SONG OPNAME De Metronoom gebruiken U kunt, indien gewenst, de Metronoom gebruiken in plaats van een stijl. Hierdoor kunt u tijdens het spelen in de maat blijven, zelfs tijdens het opnemen zonder ritmische begeleiding. Druk, om dit te doen, op de METRONOME knop alvorens op te nemen in stap #5 hieronder. Speel, nadat de song compleet is opgenomen, de song af met uitgeschakelde Metronoom. 2 N.B. Selecteer de Realtime Opname mode. Druk, indien nodig, op de RECORD knop tot “RealTime” in de display verschijnt. RECORD indicatie knippert even, daarna blijft deze opgelicht op te laten zien dat de opname standby staat. Realtime en Step opnamen kunnen samen worden gebruikt in dezelfde song, maar niet in dezelfde track. 004RealTime SONG RECORD RECORD MEASURE 001 116 TEMPO 3 Selecteer een User song voor opname. 1 2 3 Selecteer met het numerieke toetsenbord, de gewenste song: User 1 (004), User 2 (005) of User 3 (006). User songnummers kunnen op dezelfde manier geselecteerd worden als de voices (zie pagina 28). U kunt met het numerieke toetsenbord direct het songnummer invoeren, met de +/- knoppen kunt u omhoog en omlaag door de songs lopen, en u kunt drukken op de SONG knop om door de songnummers te lopen. 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 BWD NO 4 velocity FWD YES Selecteer een track nummer. Druk op de SONG MEMORY knop die correspondeert met de gewenste track. (Deze stap is optioneel; de PortaTone selecteert automatisch de eerste beschikbare track. Als er geen songdata beschikbaar is wordt automatisch track 1 geselecteerd.) 1 2 3 4 5 6/CHORD SONG MEMORY 81 SONG OPNAME Opnemen in de Akkoord Track Een speciale Akkoord track is beschikbaar voor het opnemen van begeleidingsdata. Dit wordt automatisch opgenomen in de Akkoord track (track 6). Druk, om de Akkoord track te selecteren en de begeleiding aan te zetten, op de ACMP ON/OFF knop. RECORD N.B. Als de begeleiding al uistaat alvorens u naar de Opname mode gaat, dan wordt de akkoordentrack automatisch geselecteerd. ACMP ON ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP MEASURE INTR END 1 001 116 TEMPO CHORD U kunt ook tegelijkertijd één van de melodie tracks (1 - 5) en de Akkoord track (6) opnemen. 5 Start opnemen. N.B. Als de “RECORD“ indicatie stopt met knipperen en de beatbalken en de tracknummers beginnen te knipperen, kunt u het opnemen starten door op het toetsenbord te spelen (of door op de START/STOP knop te drukken). SONG 00 RECORD ACMP ON MEASURE 001 116 1 TEMPO CHORD Geeft Record standby aan. Knipperende beat balken geven aan dat Sync-Start on (aan) staat. Druk, als u uw gedeelte wilt oefenen alvorens op te nemen, op de SYNCSTART knop om Sync-Start uit te zetten. Druk, na het oefenen, nog een keer op de SYNC-START om deze weer aan te zetten. Wanneer de Akkoord track opnemen Sla, terwijl Sync-Start aanstaat, de eerste akkoorden van de song aan in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De begeleiding begint automatisch en u kunt gaan opnemen, door akkoorden in de maat met de begeleiding aan te slaan. Druk, als u de opname op dit punt wilt annuleren, nog een keer op de RECORD knop. 6 Stop de opname. Druk, nadat u klaar bent met het spelen van het gedeelte, op de START/ STOP knop. 82 Deze functie kan ook worden bediend met een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 91.) SONG OPNAME 7 Naar uw nieuwe opname luisteren. Druk, om de song vanaf het begin te spelen, nog een keer op de START/ STOP knop. Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song, en wanneer de START/STOP knop nog een keer wordt ingedrukt. 8 Opnemen op een andere gewenste track. Herhaal, om dit te doen, de stappen #4 - #7 hierboven. U zult we merken dat, als u op de SONG MEMORY knop drukt die correspondeert met de gewenste track, het tracknummer in de display knippert. 9 De Opname mode verlaten. Druk op de RECORD knop. ■ Extra Handelingen Tracks Mute’n Tijdens het Afspelen Als de opname op enable staat, kunt u naar wens verschillende tracks mute’n (tijdelijk uitschakelen). Dit is handig als u, tijdens het opnemen, een bepaalde track, en geen anderen, duidelijk wilt horen. U kunt ook mute’n tijdens het afspelen. Druk, om te mute’n, op de corresponderende SONG MEMORY knop, herhaaldelijk indien nodig, totdat het gewenste tracknummer in de display uitstaat. Met iedere druk op een SONG MEMORY knop (als het afspelen is gestopt) loopt u door de volgende instellingen: MEASURE 001 116 1 TEMPO CHORD Tracknummer knippert — de Track neemt op.* * Kan niet geselecteerd worden tijdens afspelen. Track nummer uit — Track is gedempt. Track nummer aan — Track speelt af. Opnieuw opnemen van een Track als u een fout heeft gemaakt en u wenst een track opnieuw op te nemen: Druk, herhaaldelijk indien nodig, op de corresponderende SONG MEMORY knop totdat het gewenste track nummer in de display knippert (Geeft aan dat de opname van die track op standby staat). Aangezien dit de Sync-Start uitzet, moet u op de SYNC-START knop drukken om Sync-Start opnieuw aan te zetten, vervolgens de opname starten (zoals is uitgelegd i n stap #5 hierboven). Nu kunt u op START/STOP knop drukken om de opname te starten. Een Enkele Track Wissen Als u één enkele track wilt wissen zonder de gehele song te wissen (in de Song Clear handeling, pagina 90): 1) Druk op de RECORD knop. 2) Selecteer de gewenste track (Met de corresponderende SONG MEMORY knop). 3) Druk éénmaal op de START/STOP knop om de opname te starten en nog een keer om te stoppen (zonder op de toetsen te drukken). Dit wist alle ovorige data en creëert een lege track. 83 SONG OPNAME EEN USER SONG OPNEMEN — STEP OPNAME De basis stappen van Step opname zijn gelijk aan die van Realtime opname. In het kort zijn deze basis handelingen: 1) Maak alle gewenste PortaTone instellingen. 2) Selecteer de Step Record mode. 3) Selecteer een Gebruikers song voor opname. 4) Selecteer een track nummer. 5) Start het opnemen. Voer individueel noten en rustpunten, speel de song soms af om de resultaten te horen. 6) Luister naar uw nieuwe opname. 7) Neem andere tracks op indien gewenst. 8) De Record mode verlaten. De data die kan worden opgenomen naar normale (melodie) tracks: • Noot aan/uit • Velocity** • Main voice instellingen (Voice Number*, Volume*, Octave, Pan*, Reverb Send Level*, Chorus Send Level*, DSP Send Level*) • Dual voice instellingen (Voice Number*, Volume*, Octave, Pan*, Reverb Send Level*, Chorus Send Level*, DSP Send Level*) • Reverb aan/uit, Reverb Type* • Chorus aan/uit, Chorus Type* • DSP aan/uit, DSP Type* • Tempo*, Time Signature* (als er niet zulke data in de Akkoorden track aanwezig is) 1 Data die kan worden opgenomen naar de Akkoorden track: • Stijl nummer* • Akkoord wijzigingen en timing • Gedeelte wijzigingen (Intro, Main A/B, enz.) • Begeleiding Volume* • Tempo*, Time Signature* * Deze instellingen kunnen eenmaal worden opgenomen aan het begin van een song; andere instellingen kunnen gewijzigd worden in het midden van een song. ** Alle noten worden met dezelfde velocity ingevoerd; alhoewel dit op verschillende manieren gewijzigd kan worden met de Velocity Curve functie (pagina 89). Maak alle gewenste PortaTone instellingen. Deze handeling is hetzelfde als die bij Realtime opnemen (pagina 80). 2 N.B. Selecteer de Stap Opname mode. Druk, herhaaldelijk indien nodig, op de RECORD knop, tot “Step” in de bovenkant van de display verschijnt. SONG 004Step RECORD MEASURE 84 001 116 TEMPO RECORD indicatie knippert even, daarna blijft deze opgelicht op te laten zien dat de opname standby staat. Realtime en Stap opname methodes samen gebruikt worden in dezelfde song, maar niet in dezelfde track. SONG OPNAME 3 een User song selecteren voor opname. Deze handeling is hetzelfde als bij Realtime opnamen (pagina 81). 4 Selecteer een track nummer. Druk op de SONG MEMORY knop die correspondeert met de gewenste track. (Deze stap is optioneel; de PortaTone selecteert automatisch de eerste beschikbare track. Als er geen song data is wordt automatisch track 1 geselecteerd.) 1 2 3 4 5 6/CHORD SONG MEMORY Opname naar de Akkoord Track Een speciale Akkoord track is beschikbaar voor het opnemen van begeleiding data. Dit wordt automatsich opgenomen op de Akkoord track (track 6). Druk, om de Akkoord track te selecteren en de begeleiding aan te zetten, op de ACMP ON/OFF knop. RECORD ACMP ON ACMP SYNCON/OFF START START/ STOP INTR END MEASURE 1 5 001-101 CHORD N.B. • In tegenstelling tot Realtime opname, kunt u met Step opname alleen één track per keer opnemen; de akkoord track kan niet tegelijkertijd met een andere track worden opgenomen. • Als de begeleiding al uitstaat alvorens de Opname mode in te gaan, wordt de Akkoord track automatsich geselecteerd. Opname starten. Als de RECORD indicatie stopt met knipperen en het tracknummer begint te knipperen, dan kunt u het opnemen starten. Neem elke noot (of akkoorden) individueel op zoals hieronder omschreven: Noten opnemen 1) Selecteer de gewenste positie in de song (maat/tel) met de +/- knoppen. (Iedere druk op de knop brengt u één tel voor- of achterwaarts.) 2) sla de gewenste toets of toetsen aan. (De noot naam wordt getoond in de bovenkant van de display.) Als u akkoorden in de Akkoorden track opneemt, moet u even kijken of de begeleiding aanstaat, en waarop u het gewenste akkoord aan kunt slaan in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. N.B. Meer als één noot kan per keer worden opgenomen; alhoewel alleen de laatste ingedrukte noot verschijnt in de display. 85 SONG OPNAME 3) Selecteer de noot (tijd) waarde met het numerieke toetsenbord. (De nootwaarde wordt weergegeven als een ikoon in de display.) Sla bijvoorbeeld een centrale C aan en druk de “4” knop in (1/8 noot). 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 velocity BWD NO FWD YES Noot naam SONG 004C3 Beat (tel) balken RECORD MEASURE 001-201 1 Maat nummer Clicks Tel nummer Noot waarde q(96 Clicks) q(96 Clicks) q(96 Clicks) q(96 Clicks) Tel Tel Tel Tel Maat (384 Clicks) De beat balken geven ook de huidige opnamepositie weer (als tel in de maat). De noot wordt automatisch ingevoerd en Step opname verplaatst zich naar de volgende beschikbare positie. Bijvoorbeeld, als een hele noot aan het begin van de maat 1 wordt ingevoerd dan is de volgende positie het begin van maat 2. U kunt, zoals hierboven al vermeld werd, met de +/- knoppen vooruit en achteruit door de track wandelen. Hiermee kunt u door de noten lopen, en deze beluisteren. 86 SONG OPNAME ■ Extra Handelingen Akkoorden en Secties in een Akkoordtrack opnemen: 1) Sla een akkoord aan in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. (“Chord“ en de akkoordnaam verschijnt in de display.) RECORD N.B. • Het intro gedeelte kan alleen worden opgenomen aan het begin van een song. ACMP ON M7 Akkoorden kunnen handmatig ingevoerd worden (met de Dictionary functie), of gespeeld worden met Multi Fingering. (Zie pagina 62, 56.) 2) Selecteer een gedeelte door op de corresponderende knop te drukken. als u een intro of een ending gedeelte hebt geselecteerd is de lengte bepaald en hoeft deze niet in stap 3 hieronder ingevoerd te worden. 3) Selecteer de noot (tijd) waarde met het numerieke toestenbord. Triplets en Dotted Noten opnemen: 1) Druk, op de gewenste positie, op de corresponderende numerieke toetsenbord knop (“7” voor dotted of “9” voor triplets). 2) Druk op de numerieke toetsenbord knop voor de gewenste noot waarde. 7 + 4 Dotted noot + 4 Triool • Als een endinggedeelte is geselecteerd kunnen er geen verdere noten worden opgenomen. N.B. Triolen zijn drie noten in een enkele tel — met andere woorden, één tel is opgedeelt in drie gelijke delen. Iedere noot (of rust) van een triool moet appart worden ingevoerd. twee achtste noten (in een virede-noot tel). Drie achtste-noot triool (in een vierde-noot tel). N.B. 9 3 7 8 rest 9 3 0 BWD velocity NO FWD YES Dotted noten verlengen de lengte van een halve noot een half — met andere woorden, de lengte van een dotted noot is een achtste noot plus een zestiende noot. = + Rustpunten opnemen: 1) Selecteer de gewenste positie in de song met de +/- knoppen. 2) Druk de “8” (rust) knop in op het numerieke toetsenbord. 3) Druk, als u een dot rust of een triool rust wilt opnemen, op de toegewezen numerieke toetsenbordknop (“7” voor punt of “9” voor triolen). 4) Druk op het numerieke toetsenbordknop (1 - 6) die correspondeert met de gewenste rustwaarde. (De gespecificeerde rustwaarde verschijnt in de display.) 8 rest + 4 MEASURE 001-201 1 Rustwaarde icoon (achtste-noot rust) 5) Neem, na het opnemen van de gewenste rust waarde(n), de volgende noot op. HINT Als u meer als twee of meer achtereenvolgende rusten invoert, kunt u met de + knop door de track wandelen (voor de gewenste aantal tellen rust). Dit bespaart u het probleem van herhaaldelijk invoeren van rusten als er meerdere tellen of maten stilte tussen de noten zitten. 87 SONG OPNAME 6 Luister naar uw nieuwe opname. U kunt de gehele step opgenomen track op ieder moment afluisteren door op de START/STOP knop te drukken. De track waar u op werkt speelt af (totdat deze gestopt wordt) en keert terug in Step opname naar de volgende positie. Let er op, dat dit alleen de geselecteerde track afspeelt. Verlaat, om alle tracks van de song te beluisteren, de Step opname (druk op de RECORD knop) en druk op de START/STOP knop om het afspelen van de song te starten. 7 Het opnemen op een andere track. Herhaal, om dit te doen, de stappen #4 - #6 hierboven. Let er op dat als u de SONG MEMORY knop indrukt die correspondeert met de gewenste track, het tracknummer in de display knippert. 8 De Record mode verlaten. Deze handeling is hetzelfde als stap #9 van opname (pagina 83). Een Noot of Rust Vervangen Als u een noot of rust wilt vervangen die u net heeft opgenomen, kunt u deze gemakkelijk vervangen met een nieuwe. Om dit te doen: 1) Selecteer de gewenste positie in de song met de +/- knoppen. 2) Sla de nieuwe toon aan op het toetsenbord (of de toegewezen rust waarde knop op het numerieke toetsenbord). 3) Voer een nieuwe noot waarde in op het numerieke toetsenbord. (Voer, indien gewenst, een dotted of een triool noot eerst in.) 4) Druk, na de “Delete?” melding op de + knop. Druk, om te annuleren, op de - knop. 88 PAS OP Deze handeling verwijdert alle vorige opgenomen noten die gevolgd wordt door de geplaatste noot. Let er op dat u alle volgende gewenste noten verwijdert alvorens de geselecteerde noten of rustpunten echt te vervangen. SONG OPNAME Velocity Curves invoeren In Step opname, worden alle noten met dezelfde velocity of volume opgenomen. Gebruik, om een Step opgenomen track natuurlijker te laten klinken of sommige dynamische wijzigingen te creëeren, de Velocity Curve functie. 1) Selecteer de eerste noot die beïnvloed moet worden door de Velocity Curve (met de +/knoppen of het numerieke toetsenbord). Van alle opvolgende noten wordt de velocity aangepast. 2) Houdt tegelijkertijd de VELOCITY knop (“0” op het numerieke toetsenbord) ingedrukt en druk op + of - om de gewenste Velocity Curve te selecteren. 7 8 rest 9 3 MEASURE 0 BWD velocity NO 001-201 1 FWD YES Geselecteerde Velocity Curve verschijnt als ikoon in display. 3) Druk na de “Change?” melding op de + knop (“YES”) om daadwerkelijk de geselecteerde Velocity Curve in te voeren, of druk op de - knop om de handeling te annuleren. N.B. 7 8 9 rest 3 0 BWD velocity NO FWD YES u kunt een Velocity Curve specificeren in het midden van een track ALVORENS het opnemen van de noten waarvan de Curve invloed heeft. Selecteer, om dit te doen, de laatste noot van de track (met de +/knoppen) en voer vervolgens de gewenste Velocity Curve in. In dit geval wordt de Velocity Curve NIET aan de laatste noot toegevoegd maar aan alle daarop volgende ingevoerde noten. Velocity Curve Chart Display Type/Omschrijving Mezzoforte Dit stelt alle opvolgende noten in op een velocity waarde van 80. Forte Dit stelt alle opvolgende noten in op een velocity waarde van 100. Fortissimo Dit stelt alle opvolgende noten in op een velocity waarde van 120. Mezzopiano Dit stelt alle opvolgende noten in op een velocity waarde van 60. Piano Dit stelt alle opvolgende noten in op een velocity waarde van 40. Pianissimo Dit stelt alle opvolgende noten in op een velocity waarde van 20. Crescendo 1 Dit creëert een twee maat crescendo, beginnende met de huidige velocity op de geselecteerde noot en eindigend met een velocity verhoging van 40. Crescendo 2 Dit creëert een twee maat crescendo, beginnende met de huidige velocity op de geselecteerde noot en eindigend met een velocity verhoging van 20. Crescendo 3 Dit creëert een twee maat crescendo, beginnende met de huidige velocity op de geselecteerde noot en eindigend met een velocity verhoging van 10. Display Type/Omschrijving Diminuendo 1 Dit creëert een twee maat diminuendo, beginnende met de huidige velocity op de geselecteerde noot en eindigend met een velocity verhoging van 40. Diminuendo 2 Dit creëert een twee maat diminuendo, beginnende met de huidige velocity op de geselecteerde noot en eindigend met een velocity verhoging van 20. Diminuendo 3 Dit creëert een twee maat diminuendo, beginnende met de huidige velocity op de geselecteerde noot en eindigend met een velocity verhoging van 10. Accent 1 Dit verhoogt de velocity van eerste noten (1e tel) van alle maten met 30. (Display ikoon presenteert twee maten.) Accent 2 Dit verhoogt de velocity van eerste noten en haverwege punten van alle maten met 30. (Display ikoon presenteert twee maten.) Triangle wave Dit verhoogt en verlaagt geleidelijk wisselend de velocity met 30 in een patroon van een driehoek golf. De golf herhaalt elke twee maten door de track heen. (Display ikoon presenteert twee maten.) Square wave Dit verhoogt en verlaagt geleidelijk wisselend de velocity met 30 in een patroon van een rechthoek golf. De golf herhaalt elke twee maten door de track heen. (Display ikoon presenteert twee maten.) 89 SONG OPNAME EEN SONG WISSEN De song wis functie (in de Functie parameters) wist compleet alle opgenomen data van alle tracks of een geselecteerde User song. Gebruik deze functie alleen als u er zeker van bent dat u een song wilt wissen en een nieuwe song wilt opnemen. 1 Selecteer de Functie mode. Druk op de FUNCTIE knop. FUNCTION SONG STYLE VOICE STYLE F61USng1Clr FUNCTION N.B. Knippers om aan te geven dat de Functie parameter geselecteerd kan worden. 2 Selecteer de Functie parameter (61 - 63) die correspondeert met de song die u wilt wissen. Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numeriek toetsenbord het gewenste Functie parameter nummer: • 61 — Wis song #1 (“F61 USng1Clr”) • 62 — Wis song #2 (“F62 USng2Clr”) • 63 — Wis song #3 (“F63 USng3Clr”) 3 Start de Song Wis handeling. Druk, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen en de “Clr?” melding verschijnt, op de + knop om de Song Clear handeling uit te voeren. STYLE YES#1 Clr? FUNCTION 4 Wis, na de “Sure?” melding, de geselecteerde song. Druk op + om de corresponderende song daadwerkelijk te wissen, of druk op de - knop om de handeling te annuleren en naar stap 3 terug te keren. STYLE FUNCTION YESSure? 7 8 rest 9 3 0 BWD NO velocity FWD YES Druk, om de Song Clear functie te verlaten, op één van de andere mode knoppen: SONG, STYLE, or VOICE. 90 Deze parameter nummers kunnen op dezelfde manier geselecteerd worden als de voices (zie pagina 28). U kunt met het numerieke toetsenbord direct het nummer in voeren, met de +/- knoppen omhoog en omlaag door de parameters lopen, of op de FUNCTION knop drukken om door de parameter nummers te lopen. BELANGRIJK Aangezien de “FUNCTION” indicator maar een paar seconden knippert, moet u er op letten dat u de parameter snel na stap 1 hierboven invoert. VOETPEDAAL De PortaTone bevat een voetpedaal functie die een aantal functies en handelingen bestuurt. Door deze functie met uw voet te bedienen heeft u uw handen vrij om op uw spel te concentreren. Normaal dient deze als demperpedaal, waarbij pedaal-gestuurde sustain wordt geproduceerd voor piano geluiden en andere geluiden die een natuurlijke decay hebben. Het kan ook worden toegewezen aan de volgende elf andere functies: • EZ Akkoord verhoging • START/STOP • INTRO/ENDING • MAIN A • MAIN B • Harmony Aan/Uit 1 • Dual Aan/Uit • Split Aan/Uit • Reverb Aan/Uit • Chorus Aan/Uit • DSP Aan/Uit De functie mode oproepen. Druk op de FUNCTION knop. FUNCTION 2 SONG STYLE VOICE Selecteer de Voetschakelaar Toewijzingsparameter. Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke toetsenbord de Voetschakelaar Toewijzing (#71). Functie parameters nummers worden op dezelfde manier geselecteerd als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/- knoppen, of de FUNCTION knop. STYLE BELANGRIJK Aangezien de “FUNCTION” indicator maar een paar seconden lang knippert, moet u de parameter snel genoeg na stap 1 hierboven invoeren. F71FootSw FUNCTION 3 Selecteer de gewenste Voetschakelaar functie. Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator stopt met knipperen, met het numerieke toetsenbord de instelling. (Zie de “Voetschakelaar Toewijzingsfunctie” lijst hieronder voor details.) STYLE FUNCTION 01Sustain De Standaard Waarde oproepen Als u de parameter instelling heeft gewijzigd, kunt u direct de standaard instelling (Sustain) oproepen door beide +/knoppen tegelijk in te drukken. 91 VOETPEDAAL Voetschakelaar Toewijsfuncties Footswitch Assign Functions Function Naam Display Naam Omschrijving Sustain Sustain Demppedaal of sustain functie. Als u de voetschakelaar intrapt wordt er een natuurlijke sustain aan de op het toetsenbord gespeelde voice toegevoegd. EZ Chord Increment EZChdInc Als u EZ Akkoord (pagina 66) gebruikt, geeft dit dezelfde functie als het aanslaan van een toets in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. Met iedere druk op de voetschakelaar gaat u naar het volgende EZ Akkoord en wordt deze afgespeeld. Als de begeleding afspeelt hoeft u de schakelaar alleen in te trappen en los te laten, als begeleiding afspelen uitstaat moet u de voetschakelaar intrappen, en ingedrukt houden om het akkoord te laten spelen. N.B. Dit schakelt niet het begeleidingsgedeelte uit; als dit is geselecteerd kan alsnog ofwel de voetschakelaar of het toetsenbord gebruikt worden om de EZ Chord increment functie uit te voeren. 4 Start/Stop StartStp Als de Song mode of Stijl mode actief is, bied dit dezelfde functie als deSTART/STOP knop (zie pagina 48). Iedere trap op de voetschakelaar start en stopt het afspelen van song of begeleiding. Intro/Ending IntroEnd Als de Stijl mode actief is, voert dit dezelfde functie uit als de INTRO/ ENDING knop (zie pagina 49). Trapt u, terwijl de begeleiding afspeelt, de voetschakelaar twee maal in dan vertraagt het Ending gedeelte stapsgewijs omlaag (pagina 51). Main A Main A Als de Stijl mode actief is, voert dit dezelfde functie uit als de MAIN A (AUTO FILL) knop (zie pagina 54). Main B Main B Als de Stijl mode actief is, voert dit dezelfde functie uit als de MAIN B (AUTO FILL) knop (zie pagina 54). Harmony On/Off Harmony Dit voert, als de Stijl mode actief is, de zelfde functie uit als de HARMONY knop (en de Harmony Aan/Uit parameter, #37). (Zie pagina 43.) Dual On/Off Dual Dit voert dezelfde functie als de DUAL knop (en de Dual Aan/Uit parameter, #18). (Zie pagina 34.) Split On/Off Split Dit voert dezelfde functie uit als de Split Åan/Uit parameter, #28. (Zie pagina 36.) Reverb On/Off Reverb Dit biedt dezelfde functie uit als de REVERB knop (en de Reverb Aan/Uit parameter, #31). (Zie pagina 40.) Chorus On/Off Chorus Dit voert dezelfde functie uit als de Chorus Aan/Uit parameter, #33. (Zie pagina 41.) DSP On/Off Dsp Dit voert dezelfde functie uit als de DSP Aan/Uit parameter, #35. (Zie pagina 42.) De Functie mode verlaten. Druk, als u eenmaal de gewenste instellingen heeft gemaakt, op één of andere mode knoppen (SONG, STYLE, or VOICE). 92 MIDI FUNCTIES De PortaTone is MIDI-compatible, is uitgerust met MIDI IN en MIDI OUT aansluitingen en bevat een groot aantal MIDI functies. Met deze MIDI functies kunt u uw muzikale mogelijkheden flink uitbreiden. Dit gedeelte verklaart wat MIDI is, wat het voor u kan betekenen en hoe u MIDI kunt gebruiken. BELANGRIJK De MIDI functies kunnen niet gebruikt worden tijdens de Song mode. WAT IS MIDI? U heeft zonder twijfel wel eens de term “akoestisch instrument” en “digitaal instrument” gehoord. In de wereld van vandaag zijn dit twee hoofdcategorieën instrumenten. Laten we verder stellen dat een akoestische piano en een klassieke gitaar goede voorbeelden van akoestische instrumenten zijn. Ze zijn gemakkelijk te begrijpen. Als u op een piano een toets aanslaat, slaat de hamer binnen in de piano enkele snaren aan en hoort u een geluid. Met de gitaar slaat u een snaar aan en het geluid klinkt, maar hoe brengt een digitaal instrument voort? Akoestische gitaar geluid Digitaal instrument geluid L Sample Noot Toongenerator (Elektronisch component) Sample Noot R Toetsenbord spelen Tokkel een snaar en de kast resoneert het geluid. Gebaseerd op het spelen van informatie van het toetsenbord, wordt een gesampelde toon die opgeslagen is in de toongenerator gespeeld door de luidsprekers. Zoals getoond in de bovenstaande illustratie, wordt een gesampeld geluid (van te voren opgenomen geluid) in een elektronisch instrument, opgeslagen in het toongenerator gedeelte (elektronisch component) afgespeeld, gebaseerd op informatie dat ontvangen wordt van het toetsenbord. Welke informatie wordt er dan verstuurd door het toetsenbord die de basis is van de geluidsproductie? Laten we bijvoorbeeld stellen dat u een “C” kwartnoot speelt die gebruik maakt van het grand piano geluid in de PSR-225. In tegenstelling tot een akoestisch instrumentgeluid, stuurt het elektronisch instrument informatie van het toetsenbord uit zoals “met welke voice,” “met welke toets,” “hoe sterk,” “wanneer het aangelagen werd” en “wanneer het losgelaten werd.” Deze stukjes informatie wordt vervolgens omgezet in een nummerwaarde en verzonden naar de toongenerator. Gebruik makend van deze nummers als basis, brengt de toongenerator vervolgens de opgeslagen gesampelde geluid voort. Voorbeeld van Toetsenbord Informatie Voicenummer (met welke voice) 01 (grand piano) Nootnummer (met welke toets) 60 (C3) Note on (waneer het werd aangeslagen) en Timing numeriek uitgedrukt (quarter note) Note off (wanneer het werd losgelaten) Velocity (hoe sterk) 120 (sterk) 93 MIDI FUNCTIES De afkorting MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface, waarmee u elektronische muziek instrumenten met elkaar kunt laten communiceren, door het versturen en ontvangen van compatibele Note, Control Change, Program Change en een aantal andere soorten van MIDI data, ofwel messages. De PSR-225 kan een MIDI apparaat besturen door het versturen van noot data en andere typen controller data. De PSR-225 kan bestuurd worden door ontvangen MIDI messages die automatisch de toongenerator mode bepalen, MIDI kanalen, voices en effecten selecteren, parameter waarden wijzigen en natuurlijk de voices bespelen van de verschillende parts. MIDI messages bestaan uit twee groepen: Channel messages en Systeem messages. Hieronder staat een opsomming van de verschillende soorten MIDI berichten die de PSR-225 kan ontvangen/versturen. ● Channel messages De PSR-225 is een elektronisch instrument die 16 kanalen tegelijk aankan. Meestal zeggen we dan “hij kan 16 instrumenten tegelijkertijd voortbrengen.” Channel messages versturen data zoals Note On/ Off, Program Change, voor alle 16 kanalen. Bericht Naam PSR-225 Handeling/Paneel Instelling Note ON/OFF Berichten die gegenereerd worden als er op het toetsenbord gespeeld wordt. Iedere message bevat een specifiek nootnummer dat correspondeert met de toets die wordt aangeslagen, plus een velocity waarde gebaseerd op hoe hard u de toets aanslaat. Program Change Voice nummer (selecteert samen met de corresponderende bank MSB/LSB instellingen, indien nodig). Control Change Berichten die sommige aspecten van het geluid wijzigen (modulatie, volume, pan, enz.). ● Systeem Berichten Deze data wordt in het algemeen door het gehele MIDI systeem gebruikt. Systeem messages bevatten data zoals Exclusive Messages die unieke is voor een merk instrument en Realtime Messages die het MIDI instrument bestuurt. Bericht Naam PSR-225 Handeling/Paneel Instelling Exclusive Message Reverb/chorus/DSP instellingen, enz. Realtime Messages Clock instellingen Start/stop handeling De berichten verzonden/verstuurt door de PSR-225 worden getoond in de MIDI Implementation Chart op pagina 114. MIDI Aansluitingen Om MIDI data tussen diverse apparaten uit te wisselen moet ieder apparaat aangesloten worden met een kabel. U vindt de MIDI aansluitingen van de PSR-225 op de achterkant van het paneel. N.B. IN MIDI MIDI IN ........... Ontvangt MIDI data van een ander MIDI apparaat. MIDI OUT ....... Verstuurt de informatie van het toetsenbord van de PSR-225 als MIDI data naar een ander MIDI apparaat. 94 OUT • Gebruik alleen speciale MIDI kabels bij het aansluiten van MIDI apparaten. U kunt ze kopen in muziekwinkels. • Gebruik nooit een MIDI kabel die langer is als 15 meter. Langere Kabels kunnen storingen en data errors veroorzaken. MIDI FUNCTIES AANSLUITEN OP EEN PERSONAL COMPUTER Door de MIDI aansluitingen van de PSR-225 aan te sluiten op een personal computer krijgt u toegang tot een groot aantal soorten muzieksoftware. Als u gebruik maakt van een MIDI interface, geïnstalleerd op uw personal computer, moet u de MIDI aansluitingen van de personal computer aansluiten op de PSR-225. Gebruik alleen speciale MIDI kabels bij het aansluiten van MIDI instrumenten. ● Sluit de MIDI poorten van de PSR-225 aan op de MIDI poorten van de personal computer. MIDI OUT MIDI IN MIDI IN PSR-225 MIDI OUT Computer (sequencer software) ● Als u een MIDI interface en een Macintosh computer gebruikt, moet u de RS-422 terminal van de computer (modem of printer terminal) aansluiten op de MIDI interface, zoals getoond wordt in de onderstaande illustratie. MIDI interface RS-422 MIDI IN MIDI OUT PSR-225 N.B. • Stel, als u een Macintosh computer gebruikt, de MIDI interface clock instelling in de software zo in dat deze overeenkomt met de instelling van de gebruikte MIDI interface. Lees voor details zorgvuldig de gebruikershandleiding van de gebruikte software door. Computer (sequencer software) 95 MIDI FUNCTIES FUNCTIE PARAMETERS — MIDI In de Functie parameters vindt u extra, meer gedetailleerde MIDI instellingen voor de PortaTone. Deze instellingen bevatten: • External Clock • Bulk Dump Send • Initial Setup Send • Remote Channel • Keyboard Out • Accompaniment Out • Local Control 1 De Functie mode oproepen. Druk op de FUNCTION knop. FUNCTION 2 SONG STYLE VOICE Selecteer de gewenste Functie parameter. Selecteer, terwijl de “FUNCTION” indicator knippert, met het numerieke toetsenbord het gewenste Functie parameter nummer (81 - 87). (Zie de “Parameters” lijst hieronder voor details.) De Functie parameter nummers worden op dezelfde manier geselecteerd als de voices (zie pagina 28) — met het numerieke toetsenbord, +/- knoppen, of met de FUNCTION knop. STYLE BELANGRIJK • Aangezien de “FUNCTION” indicator maar eventjes knippert, moet u de parameter snel na stap 1 hierboven invoeren. F81RemoteCh FUNCTION 3 De parameter instelling of waarde wijzigen. Wijzig, nadat de “FUNCTION” indicator knopt met knipperen, met het numerieke toetsenbord de waarde of de instelling. Oproepen van de Standaard Waarde Als u de parameter instelling heeft gewijzigd, kunt u deze direct de standaard waarde oproepen door tegelijkertijd de +/- knoppen in te drukken. 4 Andere parameters instellen. Herhaal, om andere parameters te selecteren en in te stellen stap 1 - 3 hierboven. 5 De Functie mode verlaten. Druk, als u eenmaal alle gewenste instellingen heeft gemaakt, op één van de mode knoppen (SONG, STYLE of VOICE). 96 N.B. De MIDI instellingen hieronder worden opgeslagen zelfs wanneer de stroom uit staat. Echter, MIDI instellingen worden NIET inbegrepen in de data die bewaard worden in de User banken met de One Touch Setting (pagina 72). MIDI FUNCTIES Functie Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/Instelling 81 Remote Channel RemoteCh off, 01 - 16 Dit bepaalt hoe de PortaTone bestuurd wordt door een “remote” (extern) MIDI toetsenbord. Zet deze parameter op één van de 16 kanalen (01 - 16) om de PortaTone functies over de geselecteerde kanalen op afstand door een extern toetsenbord te laten bedienen. (De overblijvende 15 kanalen kunnen gebruikt worden voor multi-timbrale functies.) Als deze op “off” staat, kan de PortaTone gebruikt worden als een volledige 16 kanaals multi-timbrale geluidsbron. De standaard (default) instelling is “off.” 82 Keyboard Out KbdOut on, off Dit bepaalt of de data van het spel op het toetsenbord van de PortaTone verstuurd wordt of niet. Als deze op “off” staat beïnvloeden de noten die gespeeld worden op de PortaTone niet (worden niet verstuurd naar) het aangesloten MIDI apparaat. Als deze op “on” staat worden de volgende toetsenbord data verstuurd: Main voice part op kanaal 1, Split voice part op kanaal 2 en Dual voice part op kanaal 11. De standaard (default) instelling is “on.” N.B. Als zowel Keyboard Out en Local Control (#84 hieronder) op “off” staan, klinken noch het aangesloten MIDI apparaat noch de PortaTone voices als er op het toetsenbord gespeeld wordt. 83 Accompaniment Out AcmpOut on/off Dit bepaalt of de data van Auto Accompaniment verstuurd wordt via MIDI OUT of niet. Als deze op “on” staat wordt de Auto Accompaniment data verstuurt over kanalen 3 - 10 (zoals hieronder opgesomd). De standaard instelling is “off.” Accompaniment Verstuur Kanalen: Channel 3 — Bass Channel 4 — Chord part 1 Channel 5 — Chord part 2 Channel 6 — Pad Channel 7 — Phrase part 1 Channel 8 — Phrase part 2 Channel 9 — Rhythm part 2 Channel 10 — Rhythm part 1 84 Local Control Local U kunt de Accompaniment Out op verschillende manieren gebruiken. Één bruikbare toepassing is het afspelen van alle geselecteerde delen via een aangesloten MIDI toongenerator te spelen. Op deze manier kunt u de geluiden van de PortaTone versterken door de geluiden te stapelen (of verdelen) met de geluiden van de toongenerator. Een andere toepassing is het opnemen van individuele delen van ieder kanaal in een sequencer opnemen om met de uitgebreide bewerkingsmogelijkheden van de sequencer de begeleidingsgedeelten opnieuw te arrangeren. on/off Dit bepaalt of het toetsenbord is “aangesloten” op de interne Voices van de PortaTone. Als deze op “on” staat reageren de Voices op de noten die worden gespeeld op het toetsenbord. Als dit op “off” staat reageren de Voices alleen op ontvangen MIDI data (via MIDI IN). De standaard (default) instelling is “on.” Als u de MIDI OUT van de PortaTone op een sequencer aansluit en terug aansluit via de MIDI IN, moet u deze op “off” zetten om MIDI “feedback” te voorkomen. 97 MIDI FUNCTIES Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/Instelling 85 External Clock ExtClock on/off Dit bepaalt of de stijl en de song afspeel functies door de Interne clock (off) van de PortaTone worden bestuurd of door MIDI data van een externe sequencer of computer (on.) Deze hoort op “on” te staan als wilt dat het afspelen van stijlen of songs het externe apparaat (zoals een ritme machine of een sequencer) volgt. De standaard (default) instelling is “off.” N.B. • Als dit op “on” ingesteld is kan het afspelen van de stijl NIET bestuurd worden door de knoppen op het PortaTone paneel. • Als de song mode wordt geselecteerd dan wordt de External Clock automatisch op “off” gezet. 86 Bulk Dump Send BulkSend Hiermee kunt u belangrijke PortaTone data en instellingen op een ander apparaat (zoals een sequencer, computer of MIDI data filer) opslaan. De opgeslagen instellingen zijn: User One Touch Instelling banken 1 - 4, User Songs 1 - 3 en EZ Chord banken 1 - 8), die u opnieuw kunt inladen op het moment dat u ze nodig heeft. U kunt bijvoorbeeld de data opslaan op een floppy disk van een computer, of op een MIDI data filer (zoals de Yamaha MDF3), om zo de beschikking te hebben over een ongelimiteerde opslagcapaciteit van uw waardevolle PortaTone data. (Zie voor gedetailleerde instructies het gedeelte “BULK DUMP SEND GEBRUIKEN OM DATA OP TE SLAAN” op pagina 99.) 87 Initial Setup Send InitSend Met deze functie kunt u de Begin setup instellingen van de PortaTone naar een sequencer versturen en opnemen als een gedeelte van een song. Dit zorgt er voor u dat u tijdens het afspelen van een song de PortaTone direct en automatisch opnieuw terugzet in de juiste instellingen van de song. (Zie voor gedetailleerde instructies het gedeelte “INITIAL SETUP SEND GEBRUIKEN MET EEN SEQUENCER” op pagina 102.) 98 MIDI FUNCTIES GEBRUIK BULK DUMP SEND OM DATA OP TE SLAAN Bulk Data opslaan 1 Stel eerst het aangesloten MIDI apparaat in voor het opnemen van data. De werkelijke procedure kan verschillen afhankelijk van uw persoonlijke apparatuur en software. Bijvoorbeeld, als u de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer gebruikt: 1) Maak de overeenkomstige MIDI aansluitingen. PSR-225 MIDI OUT MIDI IN MDF3 2) Stel de MDF3 in op MIDI data opnemen. (Zie voor meer informatie in MDF3 gebruikershandleiding.) 2 Selecteer op de PortaTone de Bulk Dump Send functie. Doe dit op de normale manier: 1) Druk op de FUNCTION knop. 2) Selecteer de parameter #86 (met het numerieke toetsenbord). STYLE N.B. Deze functie kan niet worden gebruikt in de Song mode of als de begeleiding speelt. F86BulkSend FUNCTION STYLE YESBulkSnd? FUNCTION 3 Zet, na de “BulkSnd?” melding, de handeling op standby. Druk op de + knop om te beginnen met de Dump Send handeling. 99 MIDI FUNCTIES 4 Start, na de “Sure?” melding, het versturen van de data. Druk op de + knop om daadwerkelijk te beginnen met het versturen van de data, of druk op de - knop om de handeling te annuleren en terug te keren naar stap 3. YESSure? STYLE FUNCTION 7 8 rest 9 3 0 BWD velocity NO FWD YES N.B. Als de data verzonden wordt, geeft de display het aantal stappen van het versturen van de data weer totdat de handeling klaar is: STYLE Send:OTS Geeft aan dat One Touch Setting User data verzonden wordt. Send:Sng Geeft aan dat User Song data verzonden wordt. Send:Chd Geeft aan dat One Touch Setting User data verzonden wordt. FUNCTION STYLE FUNCTION STYLE FUNCTION Als de handeling klaar is, verschijnt het volgende in de display: STYLE End FUNCTION STYLE YESBulkSnd? FUNCTION 5 De Bulk Dump Send handeling verlaten. Druk, om de Bulk Dump Send functie te verlaten, op één van de andere mode knoppen: SONG, STYLE, of VOICE. 100 Bulk Dump Send kan midden in de handeling gestopt worden door op de knop te drukken. MIDI FUNCTIES Bulk Data laden Als u eenmaal de data van de PortaTone heeft opgeslagen zoals hierboven omschreven, kunt u de data terug laden naar de PortaTone. 1 Het aangesloten MIDI apparaat instellen op het verzenden van de toegewezen data. De werkelijke procedure kan verschillen afhankelijk van uw persoonlijke apparatuur en software. Bijvoorbeeld, als u de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer gebruikt: 1) Maak de overeenkomstige MIDI aansluitingen. PSR-225 MIDI IN MIDI OUT MDF3 2) Stop de gewenste floppy disk (die de gewenste data bevat) in de MIDI Data Filer. 2 Let er op dat de PortaTone op Style mode staat ingesteld. Let er op dat de PortaTone NIET in de Song mode staat en dat deze niet midden in een handeling is, zoals het opnamen of afspelen van een song, het afspelen van begeleiding, EZ Chord opname, Bulk Dump Send, enz. 3 Beginnen met versturen van de data van het aangesloten MIDI apparaat. Verstuur de data van het aangesloten apparaat. (Zie voor meer details de gebruikershandleiding van het apparaat.) N.B. Als de PortaTone bulk data ontvangt, kan geen van de paneel knoppen gebruikt worden. De PortaTone ontvangt automatisch de data. Als de data ontvangen wordt, geeft de display de aantal stappen van data ontvangst weer totdat de handeling klaar is: STYLE Rcv:OTS FUNCTION STYLE Rcv:Sng FUNCTION STYLE FUNCTION Rcv:Chd Geeft aan dat One Touch Setting User data wordt ontvangen. Geeft aan dat User Song data wordt ontvangen. Geeft aan dat EZ Chord data wordt ontvangen. 101 MIDI FUNCTIES Als de handeling klaar is, verschijnt het volgende kort in de display: (alvorens naar de originele handeling terug te keren). STYLE End FUNCTION INITIAL SETUP SEND GEBRUIKEN MET EEN SEQUENCER Het meeste algemene gebruik van de Initial Setup Send functie is het opnemen van een song op een sequencer die later af moet spelen op de PortaTone. Feitelijk maakt deze handelding een “momentopname” van de PortaTone instellingen en stuurt deze data naar de sequencer. Door het opnemen van deze “momentopname” aan het begin van de song (voor de speeldata), worden direct de benodigde instellingen op de Portatone opgeroepen. Mits er een pauze is in de song kunt u dit in het midden van de song doen — om bijvoorbeeld alle instellingen van de PortaTone te wijzigen voor het volgende gedeelte van de song. Initial Setup Data Versturen 1 Stel eerst de sequencer in voor opname. De werkelijke procedure kan verschillen, afhankelijk van uw persoonlijke apparatuur en software. Het beste kunt u twee of meer maten stilte vrijlaten (geen speeldata) alvorens de song begint. De Initial Setup data wordt in deze ruimte opgenomen. 2 Selecteer op de PortaTone de Initial Setup Send functie. Doe dit op de normale manier: 1) Druk op de FUNCTION knop. 2) Selecteer parameter #87 (met het numerieke toetsenbord). STYLE FUNCTION 102 F87InitSend MIDI FUNCTIES 3 Zet de handelding na de “InitSnd?” melding op standby. Druk op de + knop. STYLE YESSure? FUNCTION 4 Start de opname op de sequencer en verstuur vervolgens de Initial Setup data. Start de opname op de sequencer op de normale manier, en druk vervolgens — zo snel mogelijk — op de + knop om daadwerkelijk te beginnen met het versturen van de data. Een “End” bericht verschijnt kort in de display als de handeling klaar is, gevolgd door de “InitSnd?” melding. 5 Stop de opname op de sequencer. Stop de opname op de sequencer op de normale manier. Let er op dat er tussen de Initial Setup en de opvolgende speeldata minstens één maat rust aanwezig is. 6 De Initial Setup Send handeling verlaten. Druk, om de Initial Setup Send te verlaten, op één van de andere mode knoppen: SONG, STYLE of VOICE. 103 TROUBLESHOOTING (IN DE PROBLEMEN ?) Probleem Mogelijke Oorzaak en Oplossing Een plopgeluid is kort hoorbaar als de PortaTone wordt aan- of uitgezet. Dit is normaal en geeft aan dat de PortaTone stroom ontvangt. Er is geen geluid, zelfs niet als het toetsenbord wordt bespeeld of een Song wordt afgespeeld. Controleer dat er niets is aangesloten op de PHONES/AUX jack op het achterpaneel. Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, klinkt er geen geluid. De geselecteerde voice klinkt niet goed, of het volume is te laag. Let er op dat de volgende instellingen juist zijn ingesteld: Main Voice Volume (#01, pagina 31), Dual Voice Volume (#11, pagina 35) en Split Voice Volume (#21, pagina 37). Er is geen geluid als er op het toetsenbord gespeeld word. Als het Splitpunt wordt ingesteld dan wordt het toetsenbord alleen gebruikt om waarden te wijzigen en produceert geen geluid. Het spelen van de toetsen in het rechterhand gedeelte produceert geen geluid. Als u het Dictionary type (Chord Guide, pagina 62) gebruikt, dan worden de toetsen in het rechterhandgedeelte alleen gebruikt voor het invoeren van grondakkoord en type. Het geluid van de voices of ritmes klinkt ongewoon of vreemd. De batterij is zwak. Vervang de batterijen (zie pag. 8). De begeleiding speelt niet af zelf als er op de START/STOP knop gedrukt wordt. Als de Externe Klok (pagina 98) op “on” wordt ingesteld dan kan het afspelen van de stijl NIET bedient worden door de PortaTone paneelknoppen. Er is geen geluid, niet op de PortaTone en ook niet op het aangesloten MIDI apparaat. • Als Local Control (Functie #84, pagina 97) op “off” staat dan klinken de voices van de PortaTone niet, zelfs niet als er op het toetsenbord gespeeld wordt. • Als Toetsenbord Out (Functie #82, pagina 97) op “off” staat dan klinkt het aangesloten MIDI apparaat niet, zelfs niet als er op het toetsenbord gespeeld wordt. De begeleiding klinkt niet naar behoren. • Let er op dat de Begeleidingsvolume (pagina 55) op een aannemelijk niveau is ingesteld. • Let er op dat het Begeleidingssplitpunt (#51, page 59) op een aannemelijke waarde staat. De Reverb/Chorus/DSP/Harmony is niet hoorbaar. • Let er op dat de Send Level parameter van het effect (en de bedoelde voice: Main, Dual, of Split) op een aannemelijke waarde staat. (Zie pagina’s 31, 35, 37) • Let er op dat het corresponderende effect aanstaat. (Zie pagina’s 40, 41, 42, 43). • Let er op dat bij het Harmony effect het Harmony Volume (#39, pagina 44) op een aannemelijke waarde staat. 104 Als er één van de Pianist stijlen (#91 - #100) wordt afgespeeld dan is het ritme niet hoorbaar. • Dit is normaal. De Pianist stijlen bevatten geen drums of bass — alleen pianobegeleiding. De begeleiding van de stijl is alleen hoorbaar als de begeleiding op ON staat en toetsen worden aangeslagen in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. Niet alle voices klinken, of het geluid wordt afgesneden. • De PortaTone is maximaal 32 stemmig polyfoon. Als in u de Dual voice of Split voice mode bent en op hetzelfde moment een stijl of song wordt afgespeeld, worden sommige noten/geluiden van de pad weggelaten (“gestolen”) uit de begeleiding of song (Zie de opmerking op pagina 108.) TROUBLESHOOTING (IN DE PROBLEMEN ?) Probleem Mogelijke Reden en Oplossing Een raar “flanging” of “dubbel” geluid kan optreden als u de PortaTone met een sequencer gebruikt. (Dit kan ook klinken als een “dual” gestapeld geluid van twee voices, zelfs als Dual uitstaat.) • Als u de MIDI OUT van de PortaTone op een sequencer aansluit en weer aansluit op de MIDI IN, moet u de Local Control (pagina 97) op “off” zetten om MIDI “feedback” tegen te gaan. De voetschalaar produceert het tegenovergestelde effect. Als u de voetschakelaar voor sustain gebruikt, wordt het geluid afgesneden als u de voetschakelaar intrapt, klinkt het geluid weer door als u hem loslaat. De polariteit van de voetschakelaar is omgedraaid. Let er op dat de voetschakelaar juist is aangesloten op de FOOT SWITCH jack alvorens de PortaTone aan te zetten. Het geluid van de voices veranderen van toon tot toon. • Als u begeleiding gebruikt met een sequencer, stel MIDI Echo (of de relevante bediening) in op “off.” (Zie voor meer details de gebruikershandleiding van u bepaalde apparaat en/of software. De AWM toongenerator maakt gebruik van multi (‘meerdere’) opnamen (samples) van een instrument over het gehele bereik van het toetsenbord; dus het werkelijke geluid van de voice kan een beetje afwijken van toon tot toon. DATA BACKUP & INITIALIZEREN Behalve voor de lijst hieronder worden alle PSR-225 paneelinstellingen in hun begin instellingen teruggezet als de PortaTone wordt aangezet. De data hieronder getoond worden gebackup’d — d.w.z. blijft in het geheugen — zolang een AC adaptor aangesloten is of de batterijen zijn geïnstalleerd. • User Song Data • User One Touch Setting Data • One Touch Setting Bank Number • EZ Chord Data • EZ Chord Bank Nummer Data • Smart Chord Nummer • Metronoom Volume • Touch On/Off • Touch Sensitivity • Split Punt • Begeleiding Split Punt • Voetschakelaar ToewijzingsFunctie Data Initializeren Alle data kunnen geïnitailiseerd en teruggezet worden in de staat waarin ze verkeerde toen het instrument de fabriek verliet, door op de powerknop te drukken terwijl u de hoogste (meest rechtse) witte toets indrukt.“CLr Backup” verschijnt eventjes in de display. VOICE STYLE STAND BY ON CLrBackup PAS OP • Alle one touch instellingen (gebruiker) en song geheugendata, plus de nadere instellingen hierboven weergegeven, worden gewist en/of gewijzigd als de data initializeren procedure wordt uitgevoerd. • Als u de data initializeren procedure uitvoert wordt de normale toestand opgeroepen, na het vastslaan van de PSR-225 vastslaat of als deze onregelmatigheden vertoont zonder goede reden. 105 INDEX Div. GM (General MIDI) voices ..................... 29 R +/- toetsen ............................................ 29 grond .............................................. 60, 62 RECORD knop ....................................... 79 A H AC adaptor .............................................. 8 Harmony ............................................... 43 accessoires jacks ...................................... 9 HARMONY knop ................................... 43 Accompaniment Volume ....................... 55 Harmony types ...................................... 46 akkoord namen, over ............................ 61 hoofdtelefoon ......................................... 9 akkoord track ............................ 82, 85, 87 akkoord type ................................... 60, 63 akkoord, over ........................................ 60 akkoord, Fingered ................................. 56 akkoord, Single Finger ........................... 56 automatische begeleiding ..................... 47 Initial Setup Send .......................... 98, 102 Initializatie ........................................... 105 interval .................................................. 61 Intro ...................................................... 49 Reverb ................................................... 40 REVERB knop ......................................... 40 Reverb types ......................................... 45 ruimte (EZ Chord) ................................. 69 S Single Finger akkoorden ........................ 56 Smart .................................................... 64 Song Wissen .......................................... 90 SONG MEMORY knoppen ..................... 81 song opname ........................................ 79 L Song Volume ......................................... 78 Local control ......................................... 97 songs, opname ..................................... 79 batterijen ................................................ 8 M songs, selecteren en afspelen ................ 75 beat display ........................................... 77 Maatsoort ............................................. 25 beat indicators ...................................... 77 Main A/B ............................................... 54 begeleidingsknoppen ............................ 52 Main voice ............................................ 27 begeleidingsgedeelten .......................... 54 Metronoom ........................................... 24 Begeleidingssplitpunt ...................... 58, 59 MIDI ..................................................... 93 begeleiding, spelen ............................... 47 MIDI kanalen ......................................... 97 Bulk Dump Send ................................... 99 MIDI Implementation Chart ................ 114 bulk data laden ................................... 101 MIDI aansluitingen ................................ 94 T MIDI, over ............................................. 93 Tempo (song) ....................................... 76 mode indicator ...................................... 22 Tempo (stijl) .......................................... 53 Multi Fingering ..................................... 56 TOUCH knop ........................................ 38 muziek standaard .................................. 23 Touch Sensitivity ................................... 39 N Toetsenbord uit ..................................... 97 B bank ketting .......................................... 67 C Chord Guide ......................................... 62 Chorus .................................................. 41 Chorus types ......................................... 45 clock ..................................................... 98 D numerieke toetsenbord ..................... 6, 28 Specificaties ........................................ 117 Split Point ....................................... 37, 58 Split voice ............................................. 36 Stemmen .............................................. 33 stijlen, selecteren ................................... 47 sustain ............................................... 9, 91 Sync-Start ............................................. 48 track .......................................... 75, 81, 85 tracks, mute’n ....................................... 83 Demo songs .......................................... 16 O tracks, opnieuw opnemen ..................... 83 DEMO START knoppen .......................... 16 ommedraaiing ....................................... 60 Transponeren ........................................ 32 Dictionary ............................................. 62 One Touch Setting ................................ 72 triolen ................................................... 87 display indicaties ................................... 22 One Touch Setting, Preset ..................... 74 Troubleshooting .................................. 104 dotted noten ......................................... 87 One Touch Setting, User ....................... 72 Drum Kit Voice Chart ............................ 30 opname, EZ Chord ................................ 68 Drum Kit voices ..................................... 30 opname, OTS ........................................ 72 DSP ....................................................... 42 opname, Realtime ................................. 80 DSP types .............................................. 45 opname, song ....................................... 79 DUAL knop ............................................ 34 opname, Step ....................................... 84 V Dual voice ............................................. 34 opslaan van bulk data ........................... 99 velocity curves ....................................... 89 opslaan van data ................................... 99 verwijderen, EZ Chord bank .................. 71 OTS (One Touch Setting) ...................... 72 versterker/stereo systeem, gebruik een extern .. 9 OVERALL knoppen .................................. 6 voetschakelaar ....................................... 91 Overall indicator .................................... 22 Voice Lijst ............................................ 108 P Voice Instelling ...................................... 38 E effecten ................................................. 40 Ending .................................................. 51 EZ Chord .............................................. 66 F Fill-in ..................................................... 54 Fingered akkoorden .............................. 56 FUNCTION knop ................................... 18 Functie parameters .......................... 18, 19 G gedeelten (begeleiding) ........................ 54 106 I rustpunten ............................................ 87 PHONES / AUX OUT jack ......................... 9 Portable Grand ...................................... 24 Preset One Touch Setting ...................... 74 Q U User One Touch Setting ........................ 72 User songs ............................................. 79 Utility .............................................. 38, 91 voices, Drum Kit ............................ 30, 112 voices, GM .......................................... 110 voices, paneel ............................... 11, 109 voices, selecteren en spelen ................... 27 voicing .................................................. 60 Quick Guide .......................................... 10 w Wissen, song ......................................... 90 SONG SCORES (EZ Akkoord Banken 1, 2) Bank 1 EZ Akkoord ord Menuet EZ Akkoord Bank 2 Akkoord The Entertainer 107 VOICE LIJST ■ Maximum Polyfony De PSR-225 is 32-stemmig polyfoon. Dit betekent dat hij maximaal 32 noten tegelijkertijd voort brengen, ongeacht welke functie gebruikt wordt. De begeleiding gebruikt een aantal van de beschikbare stemmen, dus als u begeleiding gebruikt wordt het aantal beschikbare stemmen voor5 het toetsenbord corresponderend verminderd. Hetzelfde geldt voor de Dual Voice, Split Voice en Song functies. N.B. • De Voice Lijst bevat MIDI program change nummers voor elke voice. Gebruik deze program change numbers als u de PSR-225 bespeeld via MIDI, via een extern apparaat. • Sommige voices klinken soms continue door, of hebben een lange decay nadat de tonen losgelaten zijn zolang het sustainpedaal (voetpedaal) ingetrapt is. 108 VOICE LIJST Paneel Voice Lijst Bank Select Voice Nummer MSB LSB 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 112 112 112 112 112 112 113 113 114 112 112 112 013 014 015 016 017 018 019 0 0 0 0 0 0 0 112 112 112 112 112 112 112 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 112 113 112 116 114 112 118 119 112 112 112 113 113 033 034 035 036 037 038 039 040 041 0 0 0 0 0 0 0 0 0 112 112 113 112 113 112 112 112 112 042 043 044 045 046 047 048 049 0 0 0 0 0 0 0 0 112 112 112 112 112 112 113 113 050 051 052 053 054 055 056 0 0 0 0 0 0 0 112 112 112 113 112 112 112 MIDI Program Voice Naam Change# PIANO 0 Grand Piano 1 Bright Piano 3 Honky-tonk Piano 4 Funky Electric Piano 5 DX Electric Piano 2 MIDI Grand Piano 2 CP 80 5 Hyper Electric Piano 5 Bell Electric Piano 6 Harpsichord 7 Clavi 8 Celesta MALLET 11 Vibraphone 12 Marimba 13 Xylophone 14 Tubular Bells 47 Timpani 114 Steel Drums 10 Music Box ORGAN 16 Jazz Organ 1 16 Jazz Organ 2 17 Jazz Organ 3 16 Full Organ 18 Rock Organ 1 18 Rock Organ 2 16 16'+2' Organ 16 16'+4' Organ 19 Church Organ 20 Reed Organ 21 Musette Accordion 21 Traditional Accordion 23 Bandoneon GUITAR 24 Classical Guitar 25 Folk Guitar 25 12Strings Guitar 26 Jazz Guitar 26 Octave Guitar 27 Clean Guitar 28 Muted Guitar 29 Overdriven Guitar 30 Distortion Guitar BASS 32 Acoustic Bass 33 Finger Bass 34 Pick Bass 35 Fretless Bass 36 Slap Bass 38 Synth Bass 38 Techno Bass 39 Dance Bass ENSEMBLE 48 Strings 49 Chamber Strings 50 Synth Strings 49 Slow Strings 44 Tremolo Strings 45 Pizzicato Strings 52 Choir Bank Select Voice Nummer MSB LSB 057 058 059 060 0 0 0 0 113 112 112 112 061 062 063 064 065 0 0 0 0 0 112 112 112 112 112 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 112 112 112 113 112 112 112 112 113 114 076 077 078 079 080 081 082 083 084 0 0 0 0 0 0 0 0 0 112 112 112 112 112 112 112 112 112 085 086 087 088 089 0 0 0 0 0 112 112 112 112 112 090 091 092 093 094 095 0 0 0 0 0 0 112 112 112 112 112 115 096 097 098 099 100 0 0 0 0 0 112 113 112 112 113 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 127 127 127 127 127 127 127 127 127 127 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 MIDI Program Voice Naam Change# 52 Choir Aahs 53 Choir Oohs 54 Synth Choir 55 Orchestra Hit STRINGS 40 Violin 42 Cello 43 Contrabass 105 Banjo 46 Harp BRASS 56 Trumpet 59 Muted Trumpet 57 Trombone 57 Trombone Section 60 French Horn 58 Tuba 61 Brass Section 62 Synth Brass 62 Jump Brass 62 Techno Brass REED 64 Soprano Sax 65 Alto Sax 66 Tenor Sax 67 Baritone Sax 68 Oboe 69 English Horn 70 Bassoon 71 Clarinet 22 Harmonica PIPE 72 Piccolo 73 Flute 75 Pan Flute 74 Recorder 79 Ocarina SYNTH LEAD 80 Square Lead 81 Sawtooth Lead 85 Voice Lead 98 Crystal 100 Brightness 81 Analog Lead SYNTH PAD 88 Fantasia 100 Bell Pad 91 Xenon Pad 94 Angels 89 Dark Moon DRUM KITS 0 Standard Kit 1 1 Standard Kit 2 8 Room Kit 16 Rock Kit 24 Electronic Kit 25 Analog Kit 27 Dance Kit 32 Jazz Kit 40 Brush Kit 48 Symphony Kit 109 VOICE LIJST GM Voice Lijst 110 Bank Select Voice Nummer MSB LSB 111 112 113 114 115 116 117 118 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 119 120 121 122 123 124 125 126 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 127 128 129 130 131 132 133 134 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 135 136 137 138 139 140 141 142 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 143 144 145 146 147 148 149 150 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 151 152 153 154 155 156 157 158 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 159 160 161 162 163 164 165 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 MIDI Program Change# Voice Naam PIANO 0 Acoustic Grand Piano 1 Bright Acoustic Piano 2 Electric Grand Piano 3 Honky-tonk Piano 4 Electric Piano 1 5 Electric Piano 2 6 Harpsichord 7 Clavi CHROMATIC 8 Celesta 9 Glockenspiel 10 Music Box 11 Vibraphone 12 Marimba 13 Xylophone 14 Tubular Bells 15 Dulcimer ORGAN 16 Drawbar Organ 17 Percussive Organ 18 Rock Organ 19 Church Organ 20 Reed Organ 21 Accordion 22 Harmonica 23 Bandoneon GUITAR 24 Acoustic Guitar (nylon) 25 Acoustic Guitar (steel) 26 Electric Guitar (jazz) 27 Electric Guitar (clean) 28 Electric Guitar (muted) 29 Overdriven Guitar 30 Distortion Guitar 31 Guitar Harmonics BASS 32 Acoustic Bass 33 Electric Bass (finger) 34 Electric Bass (pick) 35 Fretless Bass 36 Slap Bass 1 37 Slap Bass 2 38 Synth Bass 1 39 Synth Bass 2 STRINGS 40 Violin 41 Viola 42 Cello 43 Contrabass 44 Tremolo Strings 45 Pizzicato Strings 46 Orchestral Harp 47 Timpani ENSEMBLE 48 Strings Ensemble 1 49 Strings Ensemble 2 50 Synth Strings 1 51 Synth Strings 2 52 Choir Aahs 53 Voice Oohs 54 Synth Voice Bank Select Voice Nummer MSB LSB 166 0 0 167 168 169 170 171 172 173 174 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 175 176 177 178 179 180 181 182 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 183 184 185 186 187 188 189 190 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 191 192 193 194 195 196 197 198 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 199 200 201 202 203 204 205 206 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 207 208 209 210 211 212 213 214 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 215 216 217 218 219 220 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 MIDI Program Voice Naam Change# 55 Orchestra Hit BRASS 56 Trumpet 57 Trombone 58 Tuba 59 Muted Trumpet 60 French Horn 61 Brass Section 62 Synth Brass 1 63 Synth Brass 2 REED 64 Soprano Sax 65 Alto Sax 66 Tenor Sax 67 Baritone Sax 68 Oboe 69 English Horn 70 Bassoon 71 Clarinet PIPE 72 Piccolo 73 Flute 74 Recorder 75 Pan Flute 76 Blown Bottle 77 Shakuhachi 78 Whistle 79 Ocarina SYNTH LEAD 80 Lead 1 (square) 81 Lead 2 (sawtooth) 82 Lead 3 (calliope) 83 Lead 4 (chiff) 84 Lead 5 (charang) 85 Lead 6 (voice) 86 Lead 7 (fifth) 87 Lead 8 (bass+Lead ) SYNTH PAD 88 Pad 1 (new age) 89 Pad 2 (warm) 90 Pad 3 (polysynth) 91 Pad 4 (choir) 92 Pad 5 (bowed) 93 Pad 6 (metallic) 94 Pad 7 (halo) 95 Pad 8 (sweep) SYNTH EFFECTS 96 FX 1 (rain) 97 FX 2 (soundtrack) 98 FX 3 (crystal) 99 FX 4 (atmosphere) 100 FX 5 (brightness) 101 FX 6 (goblins) 102 FX 7 (echoes) 103 FX 8 (sci-fi) ETHNIC 104 Sitar 105 Banjo 106 Shamisen 107 Koto 108 Kalimba 109 Bagpipe VOICE LIJST MIDI Program Change# Bank Select Voice Nummer MSB LSB 221 222 0 0 0 0 223 224 225 226 227 228 229 230 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Voice Naam 110 Fiddle 111 Shanai PERCUSSIVE 112 Tinkle Bell 113 Agogo 114 Steel Drums 115 Woodblock 116 Taiko Drum 117 Melodic Tom 118 Synth Drum 119 Reverse Cymbal MIDI Program Voice Naam LSB Change# SOUND EFFECTS 0 120 Guitar Fret Noise 0 121 Breath Noise 0 122 Seashore 0 123 Bird Tweet 0 124 Telephone Ring 0 125 Helicopter 0 126 Applause 0 127 Gunshot Bank Select Voice Nummer MSB 231 232 233 234 235 236 237 238 0 0 0 0 0 0 0 0 STIJL LIJST Stijl Nummer 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 Stijl Naam 8BEAT 8Beat Pop 1 8Beat Pop 2 8Beat Uptempo 8Beat Standard Folkrock Pop Rock 8Beat Medium 8Beat Ballad Epic Ballad Piano Ballad 16BEAT 16Beat Shuffle 1 16Beat Shuffle 2 16Beat Pop Funk 1 16Beat Ballad 1 16Beat Ballad 2 Soul Ballad 6/8 BALLAD Slow Rock 1 Slow Rock 2 6/8 Ballad DANCE Dance Pop 1 Dance Pop 2 Techno Eurobeat Euro House Hip Hop Synth Boogie Stijl Nummer Stijle Naam DISCO 70s Disco Disco Tropical Polka Pop ROCK 031 8Beat Rock Ballad 032 16Beat Rock Ballad 033 Hard Rock 034 Rock Shuffle 035 6/8 Heavy Rock 036 US Rock ROCK & ROLL 037 Rock & Roll 1 038 Rock & Roll 2 039 Boogie 040 Twist RHYTHM & BLUES 041 R&B 042 Funk 2 043 Soul 044 Gospel Shuffle 045 6/8 Gospel 046 4/4 Blues CONTEMPORARY JAZZ 047 Cool Jazz 048 Jazz Ballad 049 Jazz Waltz 050 Fusion 028 029 030 Stijl Nummer Stijl Naam TRADITIONAL JAZZ Swing Big Band Swing Big Band Ballad Jazz Quartet Dixieland AMERICAS 056 Cajun 057 Banda 058 Mariachi 059 Tejano 060 Cumbia COUNTRY & WESTERN 061 Bluegrass 062 Country 2/4 063 Country Rock 064 Country Ballad 065 Country Shuffle 066 Country Waltz BALLROOM LATIN 067 Cha Cha 068 Rhumba 069 Pasodoble 070 Tango Continental BALLROOM STANDARD 071 Foxtrot 072 Jive 051 052 053 054 055 Stijl Nummer 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 Stijle Naam MARCH & WALTZ March 1 March 2 6/8 March Polka Standard Waltz German Waltz Viennese Waltz Musette Waltz LATIN Bossa Nova 1 Bossa Nova 2 Salsa Samba Mambo Beguine Merengue Bolero Lento CARIBBEAN Reggae 12 Pop Reggae PIANIST Rock-a-Ballad 8Beat Swing Jazz Ballad 2Beat Boogie Ragtime Arpeggio Waltz Happy 111 DRUM KIT LIJST • “<——” Geeft aan dat de drum geluid hetzelfde is als de “Standard Kit 1”. • Iedere percussie voice gebruikt één toon. • De MIDI Toon# en de Toon zijn in werkelijkheid één oktaaf lager dat aangeven. Bijvoorbeeld, in “101: Standard Kit 1”, de “Seq Click H” (Note# 36/Note C1) correspondeerd met de (Note# 24/Note C0). • Key Off: Toetsen gemarkeerd met “O” stoppen met direct met klinken zodra deze losgelaten worden. • Voices met dezelfde Alternate Note Number (*1 … 4) kunnen niet tegelijkerijd bespeeld worden. (Ze zijn ontworpen om achtereenvolgens met elkaar te spelen.) Voice# Bank MSB# Bank LSB# Program Change Keyboard MIDI Note# Note Note# Note 25 C# 0 13 C# -1 26 D 0 14 D -1 27 D# 0 15 D# -1 28 E 0 16 E -1 29 F 0 17 F -1 30 F# 0 18 F# -1 31 G 0 19 G -1 32 G# 0 20 G# -1 33 A 0 21 A -1 34 A# 0 22 A# -1 35 B 0 23 B -1 36 C 1 24 C 0 37 C# 1 25 C# 0 38 D 1 26 D 0 39 D# 1 27 D# 0 40 E 1 28 E 0 41 F 1 29 F 0 42 F# 1 30 F# 0 43 G 1 31 G 0 44 G# 1 32 G# 0 45 A 1 33 A 0 46 A# 1 34 A# 0 47 B 1 35 B 0 48 C 2 36 C 1 49 C# 2 37 C# 1 50 D 2 38 D 1 51 D# 2 39 D# 1 52 E 2 40 E 1 53 F 2 41 F 1 54 F# 2 42 F# 1 55 G 2 43 G 1 56 G# 2 44 G# 1 57 A 2 45 A 1 58 A# 2 46 A# 1 59 B 2 47 B 1 60 C 3 48 C 2 61 C# 3 49 C# 2 62 D 3 50 D 2 63 D# 3 51 D# 2 64 E 3 52 E 2 65 F 3 53 F 2 66 F# 3 54 F# 2 67 G 3 55 G 2 68 G# 3 56 G# 2 69 A 3 57 A 2 70 A# 3 58 A# 2 71 B 3 59 B 2 72 C 4 60 C 3 73 C# 4 61 C# 3 74 D 4 62 D 3 75 D# 4 63 D# 3 76 E 4 64 E 3 77 F 4 65 F 3 78 F# 4 66 F# 3 79 G 4 67 G 3 80 G# 4 68 G# 3 81 A 4 69 A 3 82 A# 4 70 A# 3 83 B 4 71 B 3 84 C 5 72 C 4 85 C# 5 73 C# 4 86 D 5 74 D 4 87 D# 5 75 D# 4 88 E 5 76 E 4 89 F 5 77 F 4 90 F# 5 78 F# 4 91 G 5 79 G 4 92 G# 5 80 G# 4 93 A 5 81 A 4 94 A# 5 82 A# 4 95 B 5 83 B 4 96 C 6 84 C 5 112 101 127 0 0 Key Alternate Standard Kit 1 off Assign *3 Surdo Mute *3 Surdo Open Hi-Q Whip *4 Scratch H *4 Scratch L Finger Snap Click Metronome Click Metronome Bell Seq Click L Seq Click H Brush Tap O Brush Swirl Brush Slap O Brush Swirl W/Attack O Snare Roll Castanet Snare H Soft Sticks Bass Drum L Open Rim Shot Bass Drum M Bass Drum H Side Stick Snare L Hand Clap Snare H Hard Floor Tom L *1 Hi-Hat Closed Floor Tom H *1 Hi-Hat Pedal Low Tom *1 Hi-Hat Open Mid Tom L Mid Tom H Crash Cymbal 1 High Tom Ride Cymbal 1 Chinese Cymbal Ride Cymbal Cup Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 2 Vibraslap Ride Cymbal 2 Bongo H Bongo L Conga H Mute Conga H Open Conga L Timbale H Timbale L Agogo H Agogo L Cabasa Maracas O Samba Whistle H O Samba Whistle L Guiro Short O Guiro Long Claves Wood Block H Wood Block L Cuica Mute Cuica Open *2 Triangle Mute *2 Triangle Open Shaker Jingle Bell Bell Tree 102 127 0 1 Standard Kit 2 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— Snare H Soft2 <—— Bass Drum L2 Open Rim Shot2 <—— Bass Drum H 2 <—— Snare L2 <—— Snare H Hard2 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— 103 127 0 8 Room Kit <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— SD Room L <—— SD Room H Room Tom 1 <—— Room Tom 2 <—— Room Tom 3 <—— Room Tom 4 Room Tom 5 <—— Room Tom 6 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— 104 127 0 16 Rock Kit <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— SD Elec M <—— <—— <—— Bass Drum H3 BD Rock <—— SD Rock <—— SD Rock Rim Rock Tom 1 <—— Rock Tom 2 <—— Rock Tom 3 <—— Rock Tom 4 Rock Tom 5 <—— Rock Tom 6 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— 105 127 0 24 Electronic Kit <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— Reverse Cymbal <—— Hi Q Snare L <—— Bass Drum H <—— BD Rock BD Rock 2 <—— SD Elec M <—— SD Elec H E Tom 1 <—— E Tom 2 <—— E Tom 3 <—— E Tom 4 E Tom 5 <—— E Tom 6 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— Scratch Push Scratch Pull <—— <—— <—— <—— <—— DRUM KIT LIST Voice# Bank MSB# Bank LSB# Program Change# Toetsenbord MIDI Toon# Toon Note# Note 25 C# 0 13 C# -1 26 D 0 14 D -1 27 D# 0 15 D# -1 28 E 0 16 E -1 29 F 0 17 F -1 30 F# 0 18 F# -1 31 G 0 19 G -1 32 G# 0 20 G# -1 33 A 0 21 A -1 34 A# 0 22 A# -1 35 B 0 23 B -1 36 C 1 24 C 0 37 C# 1 25 C# 0 38 D 1 26 D 0 39 D# 1 27 D# 0 40 E 1 28 E 0 41 F 1 29 F 0 42 F# 1 30 F# 0 43 G 1 31 G 0 44 G# 1 32 G# 0 45 A 1 33 A 0 46 A# 1 34 A# 0 47 B 1 35 B 0 48 C 2 36 C 1 49 C# 2 37 C# 1 50 D 2 38 D 1 51 D# 2 39 D# 1 52 E 2 40 E 1 53 F 2 41 F 1 54 F# 2 42 F# 1 55 G 2 43 G 1 56 G# 2 44 G# 1 57 A 2 45 A 1 58 A# 2 46 A# 1 59 B 2 47 B 1 60 C 3 48 C 2 61 C# 3 49 C# 2 62 D 3 50 D 2 63 D# 3 51 D# 2 64 E 3 52 E 2 65 F 3 53 F 2 66 F# 3 54 F# 2 67 G 3 55 G 2 68 G# 3 56 G# 2 69 A 3 57 A 2 70 A# 3 58 A# 2 71 B 3 59 B 2 72 C 4 60 C 3 73 C# 4 61 C# 3 74 D 4 62 D 3 75 D# 4 63 D# 3 76 E 4 64 E 3 77 F 4 65 F 3 78 F# 4 66 F# 3 79 G 4 67 G 3 80 G# 4 68 G# 3 81 A 4 69 A 3 82 A# 4 70 A# 3 83 B 4 71 B 3 84 C 5 72 C 4 85 C# 5 73 C# 4 86 D 5 74 D 4 87 D# 5 75 D# 4 88 E 5 76 E 4 89 F 5 77 F 4 90 F# 5 78 F# 4 91 G 5 79 G 4 92 G# 5 80 G# 4 93 A 5 81 A 4 94 A# 5 82 A# 4 95 B 5 83 B 4 96 C 6 84 C 5 106 127 0 25 Key Alternate Analog Kit off Assign *3 <—— *3 <—— <—— <—— *4 <—— *4 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— O <—— <—— O Reverse Cymbal O <—— Hi Q SD Elec H2 <—— Bass Drum H <—— BD Analog 1L BD Analog 1H Analog Side Stick SD Analog 1H <—— SD Analog 1L Analog Tom 1 *1 Analog HH Closed1 Analog Tom 2 *1 Analog HH Closed2 Analog Tom 3 *1 Analog HH 1 Open Analog Tom 4 Analog Tom 5 Analog Cymbal Analog Tom 6 <—— <—— <—— <—— <—— Analog Cowbell <—— <—— <—— <—— <—— Analog Conga H Analog Conga M Analog Conga L <—— <—— <—— <—— <—— Analog Maracas O <—— O <—— <—— O <—— Analog Claves <—— <—— Scratch Push Scratch Pull *2 <—— *2 <—— <—— <—— <—— 107 127 0 27 Dance Kit <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— Reverse Cymbal <—— Hi Q SD Analog 2 <—— BD Analog 2 SD Analog Open Rim BD Analog 3 BD Analog 4 Analog Side Stick SD Analog 3 <—— SD Analog 4 Analog Tom 1 Dance HH Closed1 Analog Tom 2 Dance HH Closed2 Analog Tom 3 HH Open2 Analog Tom 4 Analog Tom 5 Analog Cymbal Analog Tom 6 <—— <—— <—— <—— <—— Analog Cowbell <—— <—— <—— <—— <—— Analog Conga H Analog Conga M Analog Conga L <—— <—— <—— <—— <—— Analog Maracas <—— <—— <—— <—— Analog Claves <—— <—— Scratch Push Scratch Pull <—— <—— <—— <—— <—— 108 127 0 32 Jazz Kit <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— BD Jazz <—— SD Jazz L <—— SD Jazz H Jazz Tom 1 <—— Jazz Tom 2 <—— Jazz Tom 3 <—— Jazz Tom 4 Jazz Tom 5 <—— Jazz Tom 6 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— 109 127 0 40 Brush Kit <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— Brush Slap L <—— <—— <—— <—— BD Jazz <—— Brush Slap H <—— Brush Tap Brush Tom 1 <—— Brush Tom 2 <—— Brush Tom 3 <—— Brush Tom 4 Brush Tom 5 <—— Brush Tom 6 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— 110 127 0 48 Symphony Kit1 <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— Bass Drum L3 <—— Gran Casa Gran Casa Mute <—— Marching SD M <—— Marching SD H Jazz Tom 1 <—— Jazz Tom 2 <—— Jazz Tom 3 <—— Jazz Tom 4 Jazz Tom 5 Hand Cym.L Open Jazz Tom 6 Hand Cym. L Closed <—— <—— <—— <—— <—— Hand Cym. H Open <—— Hand Cym. H Closed <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— <—— 113 MIDI IMPLEMENTATION CHART [Portable Keyboard] Model: PSR-225 Functie Herkent Default Changed 1 - 16 1 - 16 1 - 16 1 - 16 Mode Default Messages Altered 3 X ************** 3 X X : True voice 0 - 127 ************** 0 - 127 0 - 127 Velocity Note ON Note OFF O 9nH, v=1 - 127 O 9nH, v=0 O 9nH, v=1 - 127 O 9nH, v=0 or 8nH After Touch key’s Ch’s X X X X X O Pitch Bender Control Change 0, 32 1 7, 10 11 6, 38 64 84 91, 93, 94 96, 97 100, 101 120 121 O X O X X O X O X X X X Program Change : True # O 0 - 127 ************** System Exclusive O System : Song Position : Song Select Common : Tune X X X System : Clock Real Time : Commands O O Aux X X O X : Local ON/OFF : All Notes OFF Messages : Active Sense : Reset Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY 114 Verstuurt Basic Channel Note Number Date: 18-MAR-1998 Version: 1.0 MIDI Implementation Chart *2 *2 *2 *2 *2 Opmerking *1 *1 O O O O O O O O O O O O Bank Select Modulation Expression Data Entry Sustain Portamento Control Effect Depth Data Inc, Dec RPN LSB, MSB All Sound Off Reset All Controllers O 0 - 127 *3 O *3 X X X *5 O O *4 *5 X O (123 - 127) O X Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO O : Yes X : No MIDI IMPLEMENTATION CHART OPMERKING: *1 Default (fabrieksinstelllingen) functioneert de PSR-225 als een 16-kanaals multi-timbrale toongenerator en heeft ontvangen data geen invloed op de paneelvoices of paneelinstellingen. De MIDI messages hieronder hebben echter wel invloed op de paneelvoices, automatische begeleiding en songs. • MIDI Master Tuning • System exclusive messages voor het wijzigen van het Reverb Type, Chorus Type en DSP Type. De Remote Channel functie kan worden toegewezen met Functie parameter #81. De messages die ontvangen worden op het ingestelde kanaal worden op dezelfde manier behandeld als key (toetsen) data ontvangen van de PSR225 zelf. De volgende messages worden ontvangen op het ingestelde kanaal, geselecteerd in deze Functie parameter, alle andere messages worden genegeerd. • Note ON • Note OFF • Control change : Bank select MSB, LSB (Main Voice Only), Modulation, Volume, Expression, Sustain, All sound off, All note off • Program Change (Main Voice Only) • Pitch Bend *2 Messages voor deze control change numbers kunnen niet verstuurd worden door de PSR-225 zelf. Ze worden echter verstuurd als er begeleiding wordt afgespeeld en tijdens het gebruik van het Harmony effect. *3 ExclusiveF0H, 7EH, 7FH, 09H, 01H, F7H • Deze message roept automatisch alle standaard instellingen op van het instrument, met uitzondering van MIDI Master Tuning. F0H, 7FH, 7FH, 04H, 01H, llH, mmH, F7H • Deze message zorgt ervoor dat het volume van alle kanalen tegelijkertijd gewijzigd worden (Universal System Exclusive). • De waarden “mm” worden gebruikt voor MIDI Master Tuning. (Waarden voor “ll” worden genegeert.) F0H, 43H, 1nH, 27H, 30H, 00H, 00H, mmH, llH, ccH, F7H • Dit message zorgt ervoor dat alle stemmingen voor alle kanalen tegelijkertijd gewijzigd worden. • De waarden “mm” en “ll” worden gebruikt voor MIDI Master Tuning. • De standaard waarden “mm” en “ll” zijn respectievelijk 08H en 00H. Iedere waarde kan gebruikt worden als “n” en “cc.” • Dit wordt gebuikt voor het bewaren (opnemen) van User data (User songs, User One Touch Setting en EZ Chord). (Alleen ontvangen) F0H, 43H, 73H, 01H, 02H, F7H (Interne Klok) F0H, 43H, 73H, 01H, 03H, F7H (Externe Klok) • Deze messages bedienen de klankinstellingen van de begeleiding. F0H, 43H, 1nH, 4CH, 02H, 01H, 00H, mmH, llH, F7H • mm : Reverb Type MSB • ll : Reverb Type LSB Zie Effect Map (pagina 116) voor details. F0H, 43H, 1nH, 4CH, 02H, 01H, 20H, mmH, llH, F7H • mm : Chorus Type MSB • ll : Chorus Type LSB Zie Effect Map (pagina116) voor details. F0H, 43H, 1nH, 4CH, 02H, 01H, 40H, mmH, llH, F7H • mm : DSP Type MSB • ll : DSP Type LSB Zie Effect Map (page 116) voor details. F0H, 43H, 1nH, 4CH, 08H, 0mH, 11H, llH, F7H • ll : Dry Level • 0m : Channel Number (kanaalnummer) *4 Het is mogelijk om tussen de externe en interne clock te wisselen. *5 Als de begeleiding gestart wordt, wordt er een FAH message verstuurd. Als de begeleiding wordt gestopt wordt er een FCH message verstuurt. Als de klok op Extern wordt ingesteld, worden beide FAH (het starten van de begeleiding) en FCH (het stoppen van begeleiding) messages herkend. Geen MIDI messages worden ontvangen of verstuurd tijdens de Song mode. 115 MIDI IMPLEMENTATION CHART ■ Effect map * Als de ontvangen waarden geen effect type bevat in de TYPE LSB, de LSB wordt naarTYPE 0 toegewezen. * Paneel Effecten zijn gebaseert op de “(Number) Effect Name”. * Door het gebruik van een externe sequencer, die bekwaam is voor het bewerken en versturen van system exclusive messages en parameter wijzigingen, kunt u de Reverb, Chorus en DSP effect types selecteren die niet toegankelijk zijn voor de PSR-225 paneel zelf. Als één van de effecten is geselecteerd door de extere sequencer, “ - ” zal in de display verschijnen. REVERB TYPE MSB 000 001 002 003 004 005...127 00 GEEN EFFECT (1)HALL1 ROOM STAGE PLATE GEEN EFFECT 01 02 08 TYPE LSB 16 (5)STAGE1 (7)PLATE1 17 18 (2)HALL2 (3)ROOM1 (6)STAGE2 (8)PLATE2 19 20 (4)ROOM2 CHORUS TYPE MSB 000...064 065 066 067 068...127 00 GEEN EFFECT CHORUS CELESTE FLANGER GEEN EFFECT 01 02 08 TYPE LSB 16 17 18 19 20 18 19 20 (2)CHORUS2 (3)FLANGER1 (1)CHORUS1 (4)FLANGER2 DSP TYPE MSB 000 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012...019 020 021...063 064 065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079...127 116 TYPE LSB 00 01 02 08 16 GEEN EFFECT (1)HALL1 ROOM STAGE (5)STAGE1 PLATE (7)PLATE1 DELAY L,C,R (26)DELAY L,C,R (27)DELAY L,R (28)ECHO (29)CROSS DELAY (9)EARLY REFLECTION1 (10)EARLY REFLECTION2 (11)GATE REVERB (12)REVERSE GATE GEEN EFFECT KARAOKE GEEN EFFECT THRU CHORUS (14)CHORUS2 CELESTE FLANGER (15)FLANGER1 SYMPHONIC (17)SYMPHONIC ROTARY SPEAKER (19)ROTARY SPEAKER1 TREMOLO (21)TREMOLO1 AUTO PAN (24)AUTO PAN (18)PHASER DISTORTION OVERDRIVE AMP SIMULATION (30)DISTORTION HARD 3BAND EQ (32)EQ DISCO 2BAND EQ AUTO WAH (25)AUTO WAH THRU 17 (2)HALL2 (3)ROOM1 (6)STAGE2 (8)PLATE2 (4)ROOM2 (13)CHORUS1 (16)FLANGER2 (20)ROTARY SPEAKER2 (22)TREMOLO2 (23)GUITAR TREMOLO (31)DISTORTION SOFT (33)EQ TEL SPECIFICATIES Toetsenbord • 61 standard-afmetingen toetsen (C1 - C6), met Touch Response en Dynamic Filter. Opname • Song User Song : 3 Songs Real Time Opname/Step Opname Recording Tracks : 1, 2, 3, 4, 5, 6/CHORD • EZ Chord 8 Banken + Bank Ketting • OTS (One Touch Setting) User : 4 Setups x 4 Banken Display • Grote multi-functionele LCD display Setup • STAND BY/ON • MASTER VOLUME : MIN - MAX Paneel Bedieningen • OVERALL (▲▼, +, -), FUNCTION, SONG, VOICE, STYLE, PORTABLE GRAND, METRONOME, [0]-[9], [+](YES/FWD), [-](NO/BWD), TOUCH Demo Song • 3 songs Voice • 100 paneel voices + 10 Drum Kits + 128 GM Voices • Polyphony : 32 • Voice Set • Dual Voice Mode • Split Voice Mode Automatische Begeleiding • 100 stijlen • Accompaniment Knoppen: ACMP ON/OFF, SYNC-START, START/STOP, INTRO/ENDING, MAIN A/B(AUTO FILL) • Beat Indicator • Fingering : Multi fingering • Accompaniment Volume Yamaha Educational Suite (YES) • Chord Guide: Dictionary, Smart Chord, EZ Chord One Touch Setting • Preset A en B (voor alle stijlen) • User (4 Setups x 4 Banken) Algemene parameters • Tempo • Stemmen • Song Volume • Transponeren • Begeleidingsvolume • Metronoom Volume Effecten • Reverb : 8 types • DSP : 33 types • Chorus : 4 types • Harmony : 26 types MIDI • Instellingen Versturen (transmit settings) • Instellingen Ontvangen (receive settings) • Local Control • Clock • Bulk versturen/ontvangen • Initial Send Uitgang Jacks • PHONES/AUX OUT, DC IN 10-12V, MIDI IN/OUT, VOETSCHAKELAAR Versterker • 3.0W + 3.0W Luidsprekers • 12cm x 2 Opgenomen Vermogen • 13 W (als u een PA-3B adaptor gebruikt) Voedingsspanning • Adaptor : Yamaha PA-3B AC adaptor • Batterijen: Zes “D” size, SUM-1, R-20 of soortgelijke batterijen Afmetingen (W x D x H) • 933 x 370 x 129 mm (36-3/4" x 14-5/8" x 5-1/6") Gewicht • 5.5 kg (12.1 lbs.) Bijgeleverde Accessoires • Nederlandstalige Handleiding Song • 3 preset Songs (Demo) + 3 User Songs • Song Wissen Los Verkrijgbaar (niet meegeleverd) • Hoofdtelefoon : HPE-150 • AC adaptor : PA-3B • Voetschakelaar : FC4, FC5 • Toetsenbord standaard : L-2L, L-2C * Specificaties en uiterlijk kunnen zich wijzigen zonder dat hier vantevoren melding van wordt gemaakt. 117
Source Exif Data:
File Type : PDF File Type Extension : pdf MIME Type : application/pdf PDF Version : 1.5 Linearized : Yes Encryption : Standard V1.2 (40-bit) User Access : Print, Copy, Fill forms, Extract, Assemble, Print high-res Page Count : 118 Page Layout : SinglePage XMP Toolkit : XMP toolkit 2.9.1-13, framework 1.6 About : uuid:5d199a0c-7817-4d8c-a843-6b1fa90c465b Producer : Acrobat Distiller 3.0 for Power Macintosh Keywords : Create Date : 1998:08:05 15:20:53Z Modify Date : 2003:07:29 20:42:32+09:00 Metadata Date : 2003:07:29 20:42:32+09:00 Creator Tool : Adobe PageMaker 6.52 Document ID : uuid:5481b20c-b3c1-430d-bf07-8a918c5df88c Format : application/pdf Description : a. PSR-225 Cover Title : a. PSR-225 Cover Creator : Annelies Gijsse Author : Annelies Gijsse Subject : a. PSR-225 CoverEXIF Metadata provided by EXIF.tools