Casio CTK900_D CTK900 NL

User Manual: Casio CTK900 CTK-900 | Elektronische muziekinstrumenten | Handleidingen | CASIO

Open the PDF directly: View PDF PDF.
Page Count: 108

DownloadCasio CTK900_D CTK900 NL
Open PDF In BrowserView PDF
CTK900-DI-1

Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
• Voordat u de los verkrijgbare AD-5 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te
controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten,
ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een
netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
• Probeer nooit de batterijen op te laden.
• Gebruik geen oplaadbare batterijen.
• Gebruik nooit oude en nieuw batterijen door elkaar.
• Gebruik altijd de aanbevolen batterijen of een gelijkwaardig type.
• Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) kant van de batterijen in de juiste richting
wijzen zoals aangegeven bij het batterijvak.
• Vervang batterijen zo snel mogelijk als ze tekenen geven dat ze uitgeput zijn.
• Laat de batterij-aansluitingen nooit kortsluiting maken.
• Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
• Gebruik enkel de CASIO AD-5 netadapter.
• De netadapter is geen stuk speelgoed.
• Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.

Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.

CASIO Europe GmbH
Bornbarch 10, 22848 Norderstedt, Germany

707A-D-002A

CTK900_d.book

1 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Voorzorgsmaatregelen ten
behoeve van de veiligheid
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid

Gefeliciteerd met uw selectie van dit CASIO elektronische
muziekinstrument.
• Lees de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door voordat u dit instrument gebruikt.
• Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Symbolen
Er zijn verschillende symbolen gebruikt in deze
gebruiksaanwijzing en op het product zelf om er zeker
van te zijn dat het product veilig en op de juiste wijze
gebruikt wordt en om zowel letsel bij de gebruiker en
andere personen alswel schade aan eigendommen te
voorkomen. Deze symbolen met hun betekenis worden
hieronder getoond.

Alkaline batterijen
Voer de volgende stappen onmiddellijk uit als
vloeistof uit de alkaline batterij ooit in uw ogen
mocht komen.
1. WRIJF NIET IN UW OGEN ! Spoel ze met water.
2. Neem onmiddellijk contact op met een arts.
U kunt uw gezichtsvermogen verliezen mocht
de vloeistof van de alkaline batterij in uw ogen
blijven zitten.

Rook, vreemde geur, oververhitting
GEVAAR
Dit symbool duidt informatie aan die indien zij genegeerd
of onjuist toegepast wordt, het gevaar op ernstig letsel of
zelfs de dood met zich mee brengen.
WAARSCHUWING
Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op ernstig
letsel of zelfs de dood met zich mee brengen als het toestel
onjuist bediend wordt en deze aanduiding genegeerd.
VOORZICHTIG
Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op letsel of
de kans op schade met zich mee brengen als het toestel
onjuist bediend wordt en deze aanduiding genegeerd.

Voorbeelden van symbolen
Deze driehoek (
) wijst erop dat de
gebruiker voorzichtigheid dient te betrachten.
(Het voorbeeld links duidt op een
waarschuwing t.a.v. elektrische schokken.)
Deze cirkel met een lijn erdoor (
) wijst erop
dat de aangegeven handeling niet uitgevoerd
dient te worden. Deze handelingen zijn in het
bijzonder verboden binnen deze aanduiding
of in de buurt van het symbool. (Het voorbeeld
links geeft aan dat demonteren verboden is.)
De zwarte stip (
) geeft aan dat de
aangegeven handeling uitgevoerd dient te
worden. Aanduidingen binnen dit symbool
zijn handelingen die specifiek uitgevoerd
dienen te worden. (Het voorbeeld links geeft
aan dat de netstekker uit het stopcontact
getrokken dient te worden.)

707A-D-003A

Als u het product blijft gebruiken terwijl het rook,
een vreemde geur of hitte afgeeft, kan dit het risico
op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
Volg onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2. Haal deze uit het stopcontact als u de
netadapter gebruikt voor
stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke
verkooppunt of een erkende CASIO
onderhoudsleverancier.
Netadapter
● Onjuist gebruik van de netadapter kan het
risico op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
• Let erop dat u alleen de netadapter
gebruikt die voor dit product
gespecificeerd is.
• Gebruik enkel een voedingsbron waarvan
de spanning (het voltage) overeenkomt met
de op de netadapter aangegeven waarde.
• Belast stopcontacten en verlengsnoeren niet
te veel.
● Onjuist gebruik van het netsnoer van de
netadapter kan het beschadigen of breken
met het risico op brand en elektrische schok.
Zorg ervoor dat u altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
• Plaats nooit zware voorwerpen op het snoer
en stel het niet bloot aan hitte.
• Knutsel nooit aan het snoer en stel het niet
bloot aan overmatig buigen.
• Draai het snoer niet en trek er nooit aan.
• Mocht het netsnoer of de netstekker
beschadigd raken, neem dan contact op met
het oorspronkelijke verkooppunt of een
erkende CASIO onderhoudsleverancier.

D-1

CTK900_d.book

2 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid

● Raak de netadapter nooit aan terwijl uw
handen nat zijn.
Hierdoor kunt u een elektrische schok
oplopen.
● Gebruik de netadapter waar deze niet nat kan
worden. Water breng het risico op brand en
elektrische schok met zich mee.
● Plaats geen vaas of andere bak met vloeistof
bovenop de netadapter. Water breng het risico
op brand en elektrische schok met zich mee.
Batterijen
Onjuist gebruik kan er toe leiden dat de
batterijen gaan lekken hetgeen schade kan
toebrengen aan voorwerpen in de buurt of een
explosie veroorzaken, hetgeen het risico op
brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt.
Zorg ervoor dat u altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
• Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen en
laat ze nooit kortsluiting maken.
• Stel batterijen nooit bloot aan hitte en doe ze
nooit van de hand door ze te verbranden.
• Gebruik oude en nieuwe batterijen nooit
door elkaar.
• Gebruik verschillende types batterijen nooit
door elkaar.
• Laad de batterijen nooit op.
• Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve
(–) kant van de batterijen in de juiste richting
wijzen.
Verbrand het product nooit.
Gooi het product nooit in vuur.
Hierdoor kunnen ze ontploffen, hetgeen het
risico op brand en persoonlijk letsel met zich
meebrengt.
Water en vreemde voorwerpen
Mocht water, andere vloeistoffen of vreemde
voorwerpen (zoals metalen voorwerpen) het
toestel binnendringen dan brengt dat het risico
op brand en elektrische schok met zich mee. Volg
onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2. Haal deze uit het stopcontact als u de
netadapter gebruikt voor
stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke
verkooppunt of een erkende CASIO
onderhoudsleverancier.

D-2

Demonteren en knutselen
Haal dit product nooit uit elkaar en knutsel er
niet aan. Dit brengt het risico op elektrische
schok, brandwonden en ander lichamelijk letsel
met zich mee. Laat alle interne controles,
bijstellingen en onderhoud over aan de
oorspronkelijke winkelier of aan een erkende
CASIO onderhoudsleverancier.
Laten vallen en stoten
Gebruikt u het product nadat het beschadigd
werd doordat u het heeft laten vallen of doordat
er tegen werd gestoten dan brengt dat het risico
op brand en elektrische schok met zich mee. Volg
onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2. Haal deze uit het stopcontact als u de
netadapter gebruikt voor
stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke
verkooppunt of een erkende CASIO
onderhoudsleverancier.
Plastic zakken
Plaats de plastic zak waarin het product geleverd
wordt nooit over uw hoofd of in uw mond. Dit
brengt het risico op verstikking met zich mee.
Deze voorzorgsmaatregel verdient natuurlijk
speciale aandacht bij de aanwezigheid van
kinderen.
Klim niet bovenop het product zelf of op de standaard.*
Door op het product of de standaard te klimmen
kan het omvallen of beschadigd raken. Deze
voorzorgsmaatregel verdient natuurlijk speciale
aandacht bij de aanwezigheid van kinderen.
Plaatsing
Vermijd plaatsing van het product op een
instabiele standaard, op een oneffen
ondergrond of op een andere instabiele plaats.
Een instabiele plaats kan er toe leiden dat het
product omvalt, hetgeen het risico op
persoonlijk letsel met zich meebrengt.

707A-D-004A

CTK900_d.book

3 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid

Netadapter

Aansluitingen

● Onjuist gebruik van de netadapter kan het
risico op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
• Leg het netsnoer nooit in de buurt van een
kachel of andere hittebron.
• Trek nooit aan het snoer om het product
los te koppelen van het stopcontact. Pak
altijd de netadapter zelf beet om deze uit
het stopcontact te trekken.
● Onjuist gebruik van de netadapter kan het
risico op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
neemt.
• Steek de netadapter zover mogelijk in het
stopcontact.
• Trek de netadapter uit het stopcontact
tijdens onweersbuien of voordat u op
vakantie gaat of bij langdurige afwezigheid.
• Trek de netadapter minstens eens per jaar
uit het stopcontact en veeg eventueel stof
weg dat zich rond de stekers van het
apparaat heeft opgehoopt.

Sluit enkel de gespecificeerde toestellen en
apparatuur aan op de aansluitingen van dit
product. Het aansluiten van een nietgespecificeerd toestel brengt het risico op brand
en elektrische schok met zich mee.

Verhuizen van het product
Voordat u het product verhuist of ergens anders
neerzet, dient u altijd eerst de netadapter uit het
stopcontact te halen en alle andere kabels en
aansluitsnoeren los te maken. Als snoeren toch
aangesloten gehouden worden, dan brengt dit
het risico op schade aan de snoeren, brand en
elektrische schok met zich mee.
Reinigen
Voordat u het product reinigt, dient u altijd eerst
de netadapter uit het stopcontact te halen. Als de
netadapter aangesloten blijft, dan brengt dit het
risico op schade aan de snoeren, brand en
elektrische schok met zich mee.

Plaatsing
Vermijd de volgende plekken om dit product te
plaatsen. Dergelijke plaatsen brengen het risico
op brand en elektrische schok met zich mee.
• Plaatsen die blootstaan aan overmatige
vochtigheid en grote hoeveelheden stof
• Op plaatsen waar voedsel wordt bereid of op
andere plekken die blootstaan aan vettige rook
• In de buurt van een airconditioner, op een
verwarmd tapijt, op plaatsen in het directe
zonlicht, in een voertuig dat in de zon
geparkeerd staat of op een andere plaats die
het product aan hoge temperaturen blootstelt
Displayscherm
• Druk of stoot nooit sterk tegen het LCD paneel
van het scherm. Hierdoor kan het glas van het
LCD paneel breken, hetgeen de kans op
persoonlijk letsel met zich meebrengt.
• Mocht het LCD paneel toch onverhoeds
breken of barsten, raak dan in geen geval de
vloeistof binnenin het paneel aan. Deze LCD
paneel vloeistof kan namelijk huidirritatie
veroorzaken.
• Mocht vloeistof van het LCD paneel
onverhoeds in uw mond komen, spoel dan
onmiddellijk met water en neem contact op
met een arts.
• Mocht vloeistof van het LCD paneel
onverhoeds in ogen of op uw huid komen,
spoel dan onmiddellijk voor minstens 15
minuten met water af en neem contact op
met een arts.
Geluidsniveau

Batterijen
Onjuist gebruik kan er toe leiden dat de
batterijen gaan lekken hetgeen schade kan
toebrengen aan voorwerpen in de buurt of een
explosie veroorzaken, hetgeen het risico op
brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt.
Zorg ervoor dat u altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
• Gebruik enkel batterijen die gespecificeerd
zijn voor gebruik met dit product.
• Verwijder de batterijen als u het product
voor langere tijd niet gaat gebruiken.

707A-D-005A

Luister niet voor langere tijd bij een hoog
volume. Deze voorzorgsmaatregel dient
bijzondere aandacht bij het gebruik van een
hoofdtelefoon. Een hoog geluidsniveau kan uw
gehoor beschadigen.
Zware voorwerpen
Plaats nooit zware voorwerpen bovenop dit
product.
Hierdoor kan het product topzwaar worden
waardoor het overhelt of omvalt, hetgeen het
risico op persoonlijk letsel met zich meebrengt.

D-3

CTK900_d.book

4 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid

Juist monteren van de standaard*
Als de standaard niet juist gemonteerd is, kan hij
overhellen en omvallen, hetgeen het risico op
persoonlijk letsel met zich meebrengt.
Zorg ervoor dat u de standaard op de juiste wijze
monteert door de meegeleverde aanwijzingen
zorgvuldig op te volgen. Let er ook op dat het
product goed op de standaard gezet is.
* De standaard is los verkrijgbaar als optie.

Vervang de batterijen of gebruik de AC adapter wanneer de
volgende symptomen optreden.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•

Zwak brandende stroomindicator
Het instrument kan niet worden ingeschakeld
Wanneer de display knippert, donker of moeilijk af te lezen is
Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume
Vervorming van het geluid
Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij een
hoog volume
Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij een
hoog volume
Knipperen of donker worden van de display tijdens weergave
bij een hoog volume
Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen
Een toon die totaal verschilt van de toon die u instelde
Abnormale weergave van het ritmepatroon en
demonstratiemelodieën
Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag volume bij
spelen via een aangesloten computer of MIDI toestel

•

D-4

707A-D-006A

CTK900_d.book

5 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Inleiding
Inleiding

Gefeliciteerd met uw keuze van dit CASIO muziekinstrument. Dit keyboard geeft u de volgende kenmerken en functies.

J 550 tonen bevatten rijke, geavanceerde tonen
Er is een totaal van 332 geadvanceerde tonen die geprogrammeerd zijn met DSP tonen om ze rijker en krachtiger te maken.
Geadvanceerde tonen zoals Stereo Piano en Tremolo Electric Piano versterken de Piano en Electric Piano tonen om een totaal nieuw
geluid te creëren.

J 50 Drawbar Organ tonen
Naast de 550 standaard tonen, bevat het keyboard tevens 50 realistische drawbar organ tonen. Drawbar organ tonen kunnen m.b.v.
negen digitale trekstaven worden gestuurd. U kunt ook percussie of toetsklikken selecteren en daarbij zelfs de parameters van
voorkeuzetonen bewerken en maximaal 100 originele tonen opslaan in het gebruikerstoongeheugen.

J Flash-geheugen
Het ingebouwde flash-geheugen laat u om uw selectie van tonen en ritmes uit breiden door data te downloaden vanaf de CASIO
MUSIC SITE of via de CD-ROM die meegeleverd wordt met het keyboard. U kunt ook maximaal 200 muziekbestanden in het SMF
formaat opslaan voor weergave.

J PIANO SETTING toets
Door indrukken van deze toets worden de instellingen van het keyboard geoptimaliseerd voor spelen op de piano.

J 160 voorkeuzeritmes + 16 gebruikersritmes
De selectie van 160 ritmes bevat begeleidingen voor alles van rock tot pops en jazz.
U kunt begeleidingsdata ook oversturen vanaf uw computer en daarvan maximaal 16 opslaan als gebruikersritmes in het
keyboardgeheugen.

J Automatische begeleiding
Speel eenvoudigweg een akkoord en de corresponderende ritme-, bas- en akkoorddelen worden automatisch gespeeld. Een-toets
voorkeuze roept onmiddellijk de meest geschikte toon en tempo instellingen op die passen bij het ritme dat u gebruikt.

J Grote display vol met informatie
Een grote ingebouwde display toont akkoordnamen, tempo-instellingen, toetsenbordinformatie, noten die gespeeld zijn volgens de
staafnotatie en nog meer om alle aspecten van spelen op het keyboard volledig te ondersteunen. Een ingebouwd achtergrondlicht
houd de display goed leesbaar zelfs in het totale duister.

J Melodiegeheugen
Neem maximaal 6 delen op in het geheugen samen met toon, volume, linker/rechter weergave en andere parameters bij weergave
worden verkregen. Realistische weergave van een ensemble kan worden gecreëerd m.b.v. de automatische begeleidingsfunctie.

J Synthesizerfunctie
Bewerk ingebouwde klanken om uw eigen originele creaties te produceren. Maximaal 120 van uw eigen klanken kunnen
opgeslagen worden in het geheugen om te worden opgeroepen, op precies dezelfde wijze als bij ingebouwde tonen.

J Standaard MIDI compatibiliteit
De standaard MIDI functie staat aansluiting op een persoonlijke computer toe om “desktop muziek” mogelijkheden volledig uit te
buiten. Dit keyboard kan gebruikt worden als een desktop muziekinvoertoestel of klankbron en het is bijzonder geschikt voor
weergave van in de handel verkrijgbare voorbespeelde standaard MIDI muziek software.

J Krachtige effecten
Een collectie krachtige effecten, zoals DSP, nagalm, zweving en andere effecten geven u controle over het type geluid sound dat u
wenst. U kunt zelfs de parameters van een effect veranderen om uw eigen originele effecten te creëren. Er is tevens een 4-banden
equalizer ingebouwd.

707A-D-007A

D-5

CTK900_d.book

6 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Inleiding
J Mixer
U kunt toon, volume, panpositie en andere parameters instellen voor elk ingebouwd automatisch begeleidingsgedeelte. U kunt ook
dezelfde parameters sturen voor elk kanaal tijdens het invoeren van MIDI signalen.

J Registratiegeheugen
Keyboard instellingen kunnen in het geheugen worden opgeslagen voor latere oproep en onmiddellijke instelling op het moment
dat u ze nodig heeft. Maximaal 32 instellingen (4 instellingen x 8 banken) kunnen in het registratiegeheugen worden opgeslagen.

J Software om data te downloaden van uw computer
U kunt uw computer gebruiken voor het dowloaden van data van de CASIO MUSIC SITE.

D-6

707A-D-008A

CTK900_d.book

7 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Inhoudsopgave
Voorzorgsmaatregelen
ten behoeve van de
veiligheid......................... D-1
Inleiding .......................... D-5
Algemene gids................ D-9

Toepassen van effecten
op tonen ........................D-23
Effectblokken...................................... D-23
Instellen van een DSP type ................ D-23
DSP Toets .......................................... D-25
REVERB selecteren ........................... D-25
Selecteren van CHORUS................... D-26

Bevestigen van de
partlituurstandaard ............................. D-10

De equalizer gebruiken ...................... D-27

Spelen van een
demonstratiemelodie.......................... D-11

Gebruik van automatisch
begeleiding ...................D-28

Stroomvoorziening ...... D-12

Aangaande de MODE toets ............... D-28

Werking op batterijen ......................... D-12
Gebruik van de netadapter................. D-13
Automatische stroomonderbreking .... D-13
Uitschakelen van het keyboard .......... D-14
Geheugeninhoud................................ D-14

Instellen van een ritme ....................... D-29
Spelen van een ritme ......................... D-29
Het tempo instellen............................. D-29
Automatische begeleiding
gebruiken............................................ D-30
Gebruik van een intro patroon............ D-32

Aansluitingen ............... D-15

Gebruik van een fill-in patroon ........... D-32

Basisbediening............. D-16

Begeleiding en ritmespel tegelijk
starten ................................................ D-33

Spelen op het keyboard ..................... D-16

Afsluiten met een slotpatroon............. D-33

Instellen van een toon ........................ D-16

Gebruik van één-toets voorkeuzes..... D-33

PIANO SETTING toets....................... D-18

Gebruik van automatische
harmonisatie....................................... D-34

Het gebruik van de
trekstaaforgelfunctie
(Drawbar Organ)........... D-19

Instellen van het
begeleidingsvolume............................ D-35

Een trefstaaforgeltoon selecteren ...... D-20
Een trekstaaforgeltoon bewerken ...... D-20
Parameter details ............................... D-21
Het opslaan van een bewerkte
trekstaaforgeltoon .............................. D-22

Gebruik van een ritmevariatie ............ D-33

Mixerfunctie ..................D-36
Wat kunt u met de Mixer doen? ......... D-36
In- en uitschakelen van kanalen......... D-36
Gebruik van de
parameterbewerkingsfunctie .............. D-37
Hoe parameters werken ..................... D-38

Synthesizerfunctie .......D-40
Synthesizerfuncties ............................ D-40
707A-D-009A

D-7

CTK900_d.book

8 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Inhoudsopgave
Creëren van een gebruikerstoon........ D-43
In het geheugen opslaan van een
gebruikerstoon ................................... D-45

Gebruik van de
SMF speler ....................D-71
Weergave van een SMF..................... D-73

Registratiegeheugen.... D-46
Karakteristieken van het
registratiegeheugen ........................... D-46
Vastleggen van een opstelling in
het registratiegeheugen ..................... D-47
Oproepen van een opstelling van
het registratiegeheugen ..................... D-48

Melodiegeheugenfunctie... D-49
Sporen................................................ D-49
Basis melodiegeheugenbediening ..... D-50
Gebruik van real-time opname........... D-50
Instellingen bij de mixerfunctie ........... D-51
Weergeven van het
melodiegeheugen............................... D-52
Opnemen van de melodie en
akkoorden met stapopname............... D-52
Opnemen van meerdere sporen ........ D-55
Corrigeren van fouten tijdens
stapopname ....................................... D-57
Bewerken van de geheugeninhoud.... D-58

Configureren van andere
instellingen ......................................... D-73

MIDI................................D-75
Wat is MIDI?....................................... D-75
Algemene MIDI................................... D-75
MIDI instellingen................................. D-75
Gebruiken van het Music Data
Management Software
(op de meegeleverde CD-ROM) ........ D-76

Oplossen van
moeilijkheden ...............D-78
Technische
gegevens.......................D-80
Onderhoud van uw
instrument.....................D-82
DSP algoritmelijst.........D-83

Bewerken van een melodie................ D-59

Appendix .........................A-1
Instellingen van het
keyboard ....................... D-61

Toonlijst ................................................ A-1

Gebruik van lagen .............................. D-61

Ritmelijst............................................. A-10

Gebruik van splitsen........................... D-62

Fingered akkoordkaarten ................... A-11

Gebruik van lagen en splitsen
tegelijkertijd ........................................ D-63

Effectenlijst ......................................... A-13

Transpositie van het keyboard ........... D-64

Drumklankenlijst ................................... A-8

MIDI Implementation Chart

Gebruik van toetsrespons .................. D-64
Stemmen van het keyboard ............... D-65
Veranderen van andere
instellingen ......................................... D-66

D-8

707A-D-010A

CTK900_d.book

9 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Algemene gids
Algemene gids

*1

707A-D-011A

*2

D-9

CTK900_d.book

10 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Algemene gids

1 POWER toets

cl SPLIT toets

2 Spanningsindicator

cm LAYER toets

3 SONG MEMORY toets

cn [

4 SYNTH toets

co DEMO toets (*3)

5 TRANSPOSE/FUNCTION toets

cp Luidspreker

6 MIXER toets

cq Ritmelijst

7 EFFECT toets

cr Toonlijst

8 SMF PLAYER toets

cs Display

9 MAIN VOLUME regelaar

ct CHORD akkoordnamen

bk MODE toets

dk Perceussie-instrumentenlijst

bl ONE TOUCH PRESET toets

dl Akkoordtypenaam

bm ACCOMP VOLUME toets

dm INTRO/ENDING 1/2 toetsen

bn DATA ACCESS indicator

dn VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen

bo RHYTHM toets

do SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets

bp TONE toets

dp START/STOP toets

bq DRAWBAR ORGAN toets

dq TEMPO toetsen

br DSP toets

dr REGISTRATION toetsen

]/[

]/[

bs PIANO SETTING toets

a) BANK toets

bt EXIT toets

b) STORE toets

ck AUTO HARMONIZE toets

]/[

]CURSOR toetsen

ds SONG MEMORY TRACK toetsen

J Bevestigen van de partlituurstandaard (*1)
Steek de partlituurstandaard in de gleuf aan de bovenkant van het keyboard zoals aangegeven in de illustratie.

D-10

707A-D-012A

CTK900_d.book

11 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Algemene gids

*2
dt Cijfertoetsen
• Voor het invoeren van nummers om aangegeven instellingen te
veranderen.

ek [+]/[–] toetsen (JA/NEE) (YES/NO)
• Negatieve waarden kunnen enkel veranderd worden m.b.v. [+] en
[–] om de aangegeven waarde te vergroten of te verkleinen.

J Spelen van een demonstratiemelodie (*3)
Door het indrukken van de DEMO toets wordt de weergave van de demonstratiemelodieën gestart. Er zijn 3
demonstratiemelodieën die onafgebroken in volgorde worden weergegeven. Druk op de DEMO toets of op de START/STOP toets
om de weergave van de demonstratiemelodieën te stoppen.

• Door op de [+]/[–] toetsen te drukken wordt doorgegeaan naar de volgende demonstratiemelodie.
• De functies voor lagen en splitsen en de PIANO SETTING toets werken niet tijdens de weergave van een demonstratiemelodie.

Achterpaneel
el MIDI OUT aansluiting
em MIDI IN aansluiting
en SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
eo PHONES/OUTPUT aansluiting
ep 9V gelijkspanningsaansluiting

• Displayvoorbeelden aangegeven in deze gebruiksaanwijzing dienen enkel ter illustratie. De werkelijke tekst en waarden die in de
display verschijnen kunnen verschillen van de voorbeelden die hier in de gebruiksaanwijzing worden gegeven.
• Door de karakteristieken van het LCD element, verandert het displaycontrast afhankelijk van de hoek van waar uit u er naar kijkt. De
oorspronkelijke contrastinstelling maakt het voor een musicus die recht voor de display zit, mogelijk om alles makkelijk te zien. U kunt
het contrast ook bijregelen tot het niveau dat uw persoonlijke omstandigheden beter schikt. Voor meer informatie zie pagina D-69.

707A-D-013A

D-11

CTK900_d.book

12 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Stroomvoorziening
Stroomvoorziening

Dit keyboard kan werken op het standaard lichtnet (m.b.v. de
voorgeschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd op
het keyboard uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt.

Werking op batterijen
Let er altijd op het keyboard uit te schakelen voordat u
batterijen inlegt of ze vervangt.

Inleggen van de batterijen

1. Verwijder het deksel van het batterijvak.

2. Leg zes batterijen maat D in het batterijvak.
• Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) polen
in de juiste richting wijzen.

3. Steek de nokjes aan het deksel van het batterijvak
in de daarvoor bedoelde gaatjes en sluit het
deksel.

Belangrijke informatie aangaande de batterijen
„ Hieronder volgt de geschatte levensduur van de batterijen.
• Mangaanbatterijen: Ongeveer 4 uur
De bovenstaande waarde is de standaard levensduur van
de batterijen bij normale temperatuur met de volumestand
van het keyboard ingesteld op een middelmatige stand. Bij
heel hoge of lage temperaturen of weergave bij een hoog
volume kan deze levensduur korter worden.

Misbruik van batterijen kan er de oorzaak van zijn dat ze gaan
lekken, hetgeen leidt tot schade aan zich in de buurt
bevindende voorwerpen, of ze kunnen exploderen, hetgeen het
risico op brand of persoonlijk letsel met zich mee brengt. Let er
altijd op dat u de volgende voorzorgsmaatregelen naleeft.
• Haal batterijen nooit uit elkaar en laat ze nooit
kortsluiting maken.
• Stel batterijen nooit bloot aan hitte en gooi ze niet weg
door ze te verbranden.
• Gebruik oude batterijen niet samen met nieuwe.
• Gebruik nooit batterijen van verschillende door elkaar.
• Laad de batterijen nooit op.
• Let er op dat de positieve (+) en negatieve (–) uiteinden van
de batterijen in de juiste richting wijzen.

Verkeerd gebruik van batterijen kunnen er de oorzaak van zijn
dat ze gaan lekken hetgeen leidt tot schade aan zich in de buurt
bevindende voorwerpen, of ze kunnen gaan exploderen,
hetgeen het risico op brand en persoonlijk letsel met zich
meebrengt. Let er altijd op de volgende voorzorgsmaatregelen
na te leven.
• Gebruik enkel batterijen dat voor gebruik met dit
product gespecificeerd zijn
• Verwijder batterijen uit het product als u van plan bent
deze voor langere tijd niet te gebruiken.
.

1

Nokjes

• Dit keyboard kan mogelijk niet goed functioneren als u
batterijen inlegt of vervangt met de spanning ingeschakeld.
Mocht dit gebeuren dan zal het keyboard weer normaal
functioneren door de spanning uit en daarna weer in te
schakelen.

D-12

707A-D-014A

CTK900_d.book

13 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Stroomvoorziening

Gebruik van de netadapter

Automatische stroomonderbreking

Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven
netadapter te gebruiken.

De spanning van het keyboard wordt bij werking op
batterijen automatisch na ca. 6 minuten na het laatst
indrukken van een toets uitgeschakeld. Druk op de POWER
toets om de spanning opnieuw in te schakelen wanneer dit
gebeurt.

Voorgeschreven netadapter: AD-5
Achterpaneel

• De automatische stroomonderbreking werkt niet wanneer
het keyboard op stroom van het lichtnet werkt.

1
2

Uitzetten van de automatische
stroomonderbreking
3

1
2
3

9V gelijkstroomaansluiting
Netadapter AD-5
Stopcontact

Merk de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen op om
schade aan het netsnoer te voorkomen.
● Tijdens het gebruik
• Trek nooit hard aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Verdraai het snoer nooit aan het uiteinde in de
buurt van de stekker of de aansluiting.
• Tijdens het gebruik mag het netsnoer niet
strak uitgetrokken zijn.
● Tijdens het vervoer
• Zorg ervoor altijd de stekker van de
netadapter uit het stopcontact te trekken
voordat u het keyboard verplaatst.
● Tijdens het opbergen
• Maak lussen in het netsnoer wanneer u het
keyboard opbergt maar windt het netsnoer
niet om de netadapter.

• Zorg ervoor dat het keyboard uitgeschakeld is alvorens de
netadapter in het stopcontact te steken of hem er uit te
trekken.
• Bij langdurig gebruik van de netadapter kan deze warm
worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.

707A-D-015A

Houd de TONE toets ingedrukt terwijl u het keyboard
inschakelt om de automatische stroomonderbreker uit te
zetten.
• Bij uitzetten van de automatische stroomonderbreker zal
het keyboard niet meer zichzelf uitschakelen ongeacht hoe
lang hij blijft staan zonder te worden aangeraakt.
• Automatische stroomonderbreking is automatisch
ingeschakeld bij inschakelen van de spanning.

Instellingen
De toon, het ritme en andere “belangrijker instellingen van
het keyboard ” die van kracht waren toen u het keyboard met
de hand uitschakelde door op de POWER toets te drukken of
wanneer de automatische stroomonderbreker de spanning
uitschakelt, zijn nog steeds in werking wanneer u de
spanning daarna weer inschakelt.

Belangrijkste keyboardinstellingen
Toonnummer, lagen, splitsen, splitspunt, drawbar
organ tooninstellingen, transponeren, stemmen,
contrastinstellingen, aanslaggevoeligheid, nagalm,
zweving, DSP, equalizer, ritmenummer, tempo,
keyboardkanaal, MIDI In akkoordbeoordeling aan/uit,
begeleiding MIDI uitgangssignaal aan/uit, toewijsbare
aansluitingsinstelling, begeleidingsvolume,
gebruikergebied tonen (Synthesizer functie),
gebruikergebied begeleidingen, gebruikers DSP gebied,
automatisch harmoniseren aan/uit, type van
automatisch harmoniseren, mixer aanhouden, DSP
aanhouden, Automatische begeleidingsfunctie, alle
mixerparameters, alle synthesizerfunctie parameters,
melodiegeheugenmelodie nummers, SMF
spelerinstellingen (weergavefunctie, handmatig
weergavedeel, SMF weergavevolume)

D-13

CTK900_d.book

14 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Stroomvoorziening

Uitschakelen van het keyboard
• Vergeet niet op de POWER toets om de spanning uit te
schakelen en let er ook op dat de LCD verlichting uit is
voordat u de verbinding met de netadapter verbreekt of
iets anders doet.
• Probeer de verbinding met de netadapter nooit te
verbreken terwijl het keyboard nog ingeschakeld is en
probeer de spanning nooit uit te schakelen door andere
technieken te gebruiken dan op de POWER toets te
drukken. Hierdoor kan de inhoud van het flash-geheugen
van het keyboard beschadigd raken. Vreemde werking en
een abnormaal opstarten van het keyboard zijn
symptomen van een beschadigd inhoud van het flashgeheugen. Zie “Oplossen van moeilijkheden” op pagina
D-78 voor meer informatie.

• Terwijl de volgende boodschap op het display te zien is, mag
u nooit het keyboard uitschakelen door op de spanningstoets
(POWER) te drukken of door de stekker van de netadapter
uit het stopcontact halen, enz.
(boodschap)“Pls Wait” (wachten a.u.b.) of
“Bulk In” (grote hoeveelheid gegevens komen binnen)
Als het keyboard uitgeschakeld wordt terwijl de
bovenstaande boodschap zich in de display bevindt, kan
data (een gebruikersmelodie, melodiegeheugendata, enz.)
beschadigd raken die zich in het geheugen van het keyboard
bevindt. Als de data eenmaal beschadigd is, kunt u de data
waarschijnlijk niet meer oproepen.

Geheugeninhoud
Naast de bovenstaande instellingen, kunnen in de
registratiefunctie en de melodiegeheugenfunctie opgeslagen
data ook bewaard worden wanneer de spanning van het
keyboard uitgeschakeld is.

Opslaan van instellingen en van de
geheugeninhoud
J Betreffende het Flash-geheugen
Uw keyboard wordt geleverd met een ingebouwd Flashgeheugen, hetgeen data kan blijven behouden zelfs wanneer
de stroom volledig is uitgeschakeld. Dit betekent dat zelfs als
de batterijen geheel uitgeput zijn, dan kunt u daarna de
netadapter aansluiten en de data die in het geheugen
opgeslagen zitten, opnieuw oproepen.

• Wanneer het keyboard op de batterijen werkt, dient u deze
zo snel mogelijk te vervangen nadat de eerste tekenen van
zwakke batterijen (donkere spanningsindicator, donkere
letters in de display, enz.) zich melden. Hoewel het Flashgeheugen van het keyboard niet vluchtig is (hetgeen
betekent dat data niet verloren gaat wanneer de spanning
wordt onderbroken), kan data verloren gaan als de spanning
plotseling uitvalt wanneer data overgeschreven wordt naar
het flash-geheugen*.
* Tijdens het opslaan of wissen van gebruikersdata, tijdens
het opnemen met de synthesizer, tijdens het oversturen
van data vanaf een computer, enz.

J Back-uppen van data (reservebestand maken) bij
uw computer
U kunt een MIDI aansluiting gebruiken om de instellingen
van het keyboard en de inhoud van het geheugen te backuppen op de harde schijf van een computer. Zie “MIDI” op
pagina D-75 voor meer informatie.

Resetten van het keyboard
Het resetten kan worden gebruikt om de parameters van het
keyboard terug te stellen naar de oorspronkelijke default
instellingen en om alle data te wissen die zich op dat moment
in het geheugen van het keyboard bevinden. Zie pagina D-70
voor nadere informatie m.b.t. resetten (terugstellen).
„ Terugstellen van het keyboard tot de oorspronkelijke
default instellingen
U kunt de met het keyboard meegeleverde CD-ROM en uw
computer gebruiken om het flash-geheugen van het keyboard
en alle parameters terug te stellen naar de oorspronkelijke
default instellingen. Zie “Gebundelde CD-ROM data” op
pagina D-77 voor nadere details.

D-14

707A-D-016A

CTK900_d.book

15 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Aansluitingen
Aansluitingen

Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere
aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de
hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten.
Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt
u dan het volume op het gewenste niveau instellen.

Achterpaneel

• U kunt het keyboard ook aansluiten op een computer of
sequencer. Zie “MIDI” op pagina D-75 voor details.

Aanhoudpedaal/toewijsbare aansluiting
U kunt een los verkrijgbaar aanhoudpedaal (SP-3 of SP-20)
aansluiten op de SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting om
daaraan de hieronder beschreven mogelijkheden te verlenen.

Audio aansluiting

Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-66
voor details aangaande de pedaalfunctie.

PHONES/OUTPUT aansluiting
Stereo standaardstekker

1
Wit
LINKS

Keyboardversterker,
gitaarversterker,enz.

Rood

Pinstekker

RECHTS

AUX IN of overeenkomstige
aansluiting van de
geluidsversterker

J Aansluiten van een hoofdtelefoon 1
Bij aansluiten van de hoofdtelefoon wordt tegelijkertijd het
geluid van de ingebouwde luidsprekers afgesneden, zodat
u’s nachts kunt spelen zonder de buren wakker te houden.

SP-20

1

SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting

J Aanhoudpedaal
J Geluidsapparatuur 2
Sluit het keyboard aan op geluidsapparatuur m.b.v. een los
verkrijgbaar aansluitsnoer met een standaardstekker aan de ene kant
en twee pinstekkers aan het andere uiteinde, Merk op dat de op het
keyboard aangesloten standaardstekker een stereostekker dient te
zijn anders kunt u slechts via een van de twee stereo kanalen geluid
verkrijgen. Bij deze opstelling zet u de ingangskeuzeschakelaar van
de aangesloten geluidsapparatuur gewoonlijk in de daarvoor
bedoelde stand (normaliter aangeduid als AUX IN of iets in die
geest) die dus overeenkomt met waar het snoer van het keyboard op
aangesloten is. Zie de gebruiksaanwijzing van de geluidsapparatuur
voor volledige details.

J Versterker voor muziekinstrumenten 3
Sluit het keyboard m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer
aan op de versterker voor muziekinstrumenten.

• Gebruik een aansluitsnoer met een stereo standaardstekker
aan het uiteinde dat u op het keyboard aansluit en een
stekker, die voorziet in een dubbele signaalingang (links en
rechts), op de versterker waarop u de aansluiting tot stand
brengt. Bij gebruik van een verkeerde stekker aan een van
beide uiteinden kan het stereo-effect verloren gaan.

• Bij aansluiting op een versterker voor muziekinstrumenten
kunt u het volume van het keyboard relatief laag zetten en
veranderingen in het volume maken met de
bedieningsorganen van de versterker.

• Bij pianotonen zal het geluid aangehouden worden als het
pedaal wordt ingetrapt, net zoals bij het demppedaal van
een piano.
• Bij orgeltonen wordt het geluid doorlopend aangehouden
totdat het pedaal wordt losgelaten.

J Sostenutopedaal
• Zoals bij het aanhoudpedaal hierboven zal het geluid
aangehouden worden bij intrappen van het
sostenutopedaal.
• Het verschil tussen een sostenuto pedaal en een
aanhoudpedaal is de timing.
• Bij een sostenutopedaal, kunt u op de klaviertoetsen
drukken en vervolgens het pedaal intrappen voordat u de
klaviertoetsen loslaat. Dan worden enkel die noten
aangehouden die klonken wanneer het pedaal werd
ingetrapt.

J Zacht pedaal
Bij intrappen van het pedaal wordt de weergegeven noten
verzacht.

J Ritme start/stoppedaal
In dit geval vervult het pedaal dezelfde functies als de
START/STOP toets.

Aansluitvoorbeeld

Accessoires en opties
Gebruik enkel de accessoires en opties die genoemd worden
voor dit keyboard. Bij gebruik van niet-erkende items bestaat
er gevaar op brand, electrische schok en persoonlijk letsel.

707A-D-017A

D-15

CTK900_d.book

16 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Basisbediening
Basisbediening

1

2

3

4

5

7
8
6

1
4

MAIN VOLUME

2
5

POWER

DSP

7

Cijfertoetsen

8

[+]/[–]

Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van
basis keyboardbediening.

Spelen op het keyboard

1. Druk op de POWER toets om het keyboard in te
schakelen.
• Hierdoor gaat de spanningsindicator branden.

2. Gebruik de MAIN VOLUME regelaar om het
volume in te stellen op een relatief laag niveau.

3. Speel iets op het keyboard.

3
6

PIANO SETTING

TONE
START/STOP

Instellen van een toon
Deze piano wordt afgeleverd met ingebouwde tonen zoals
hieronder aangegeven.
Een gedeeltelijke lijst van de verkrijgbare toonnamen is
afgebeeld op het console van het keyboard. Zie de “Toonlijst”
op pagina A-1 van deze gebruiksaanwijzing voor een
volledige lijst.
“Geavanceerde tonen” zijn variaties op standaard tonen, die
gecreëerd worden door het programmeren van effecten (DSP)
en andere instellingen.
Voor details aangaande de tonen van het trekstaaf
orgel,verwijs naar “Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie
(Drawbar Organ)” op pagina D-19.
Toontypes

Standaardtonen: 550 voorkeuzetonen + 124
gebruikerstonen

D-16

Nummer

Aantal
tonen

000-331

332

Geavanceerde tonen

Aan

400-599

200

Voorkeuzetonen

Uit

600-617

18

Drumsets

Uit

700-799

100

Gebruikerstonen (*2)

Aan/uit (*3)

800-819

20

Gebruikerstonen met
golven (*4)

Aan/uit (*3)

900-903

4

Gebruikersdrumsets met
golven (*4)

Aan/uit (*5)

Toontype

DSP lijn
aan/uit (*1)

707A-D-018A

CTK900_d_07_Basic.fm 17 ページ

2005年3月14日

月曜日

午後6時1分

Basisbediening
Trekstaaf orgeltonen:
50 voorkeuzetonen + 100 gebruikerstonen

Instellen van een toon

Nummer

Aantal
tonen

000-049

50

Voorkeuzetonen

Aan/uit (*5)

100-199

100

Gebruikerstoon (*6)

Aan/uit (*3)

Toontype

DSP lijn
aan/uit (*1)

*1 Zie “Het veranderen van tonen en het configureren van
DSP effectinstellingen” op pagina D-18.
*2 Geheugengebied voor tonen die u gecreëerd heeft. Zie
“Synthesizerfunctie” op pagina D-40. De
gebruikerstoongebieden 700 tot en met 799 bevatten
aanvankelijk dezelfde data als de DSP types 000 tot en met
099.
*3 Dit hangt af van de brontoon of de tooninstelling. Zie
“Synthesizerfunctie” op pagina D-40 voor meer
informatie.
*4 Gebied voor data die vanaf een computer werd gestuurd.
Zie “Gebruiken van het Music Data Management
Software (op de meegeleverde CD-ROM)” op pagina D-76
voor meer informatie. Voor informatie aangaande
golfvormen, zie “Creëren van een gebruikerstoon” op
pagina D-43.
*5 Dit hangt af van de toon. De status ervan kan worden
bekeken door naar de DSP toets te kijken. Zie “DSP Toets”
op pagina D-25 voor meer informatie.
*6 Geheugengebied voor tonen die door gecreëerd worden.
Zie “Een trekstaaforgeltoon bewerken” op pagina D-20.
Gebruikers trefstaaforgeltoon gebieden bevatten
aanvankelijk twee setten met dezelfde data als de
trefstaaforgeltoon types 000 tot en met 049.

• U kunt toonnummers die niet in de bovenstaande bereiken
(standaardtonen 332 tot en met 399, 618 tot en met 699 en
820 tot en met 899, en trekstaaf orgeltonen van 050 tot en
met 099) vallen niet selecteren. U kunt bladeren door de
ongebruikte nummers wanneer u de [+] en [–] toetsen
gebruikt om door de toonnummers te bladeren. Wanneer u
bijvoorbeeld op [+] drukt terwijl 617 geselecteerd is, springt
het nummer door naar 700.

707A-D-019A

1. Vind de te gebruiken toon op de toonlijst en maak
een notitie van het toonnummer.

2. Druk op de TONE toets.

3. Voer het drie-cijferige toonnummer in van de
bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld:
Om “432 GM ACOUSTIC BASS” te selecteren,
voer 4, 3 en daarna 2 in.

A c o u s B sG
• Voer altijd alle drie cijfers in van het toonnummer inclusief
eventuele voorafgaande nullen.
• U kunt het aangegeven toonnummer tevens vergroten met
de [+] toets en verkleinen met de [–] toets.
• Wanneer één van de drumsets geselecteerd is
(toonnummers 600 tot en met 617), dan wordt aan elke
klaviertoets een ander percussiegeluid toegewezen. Zie
pagina A-8 voor details.

Polyfonie
De term polyfonie refereert aan het maximal aantal noten dat
u op hetzelfde moment kunt spelen. Het keyboard heeft 32noten polyfonie, hetgeen zowel de noten die u speelt omvat
als de ritmes en automatisch begeleidingspatronen die door
het keyboard worden gespeeld. Dit betekent dus dat wanneer
een ritme of een automatisch begeleidingspatroon gespeeld
wordt door dit keyboard, het aantal noten (de polyfonie dus)
gereduceerd wordt dat open staat voor spelen op het
toetsenbord. Merk tevens op dat sommige van de tonen
slechts 10-noten polyfonie geven.

D-17

CTK900_d.book

18 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Basisbediening

Het veranderen van tonen en het
configureren van DSP effectinstellingen
Dit keyboard heeft slechts een enkele DSP klankbron.
Hierdoor kunnen bij tonen waarbij DSP ingesteld is voor
meerdere onderdelen bij het het maken van meerdere lagen
en splitsen van tonen (pagina D-61, 62) conflicten optreden.
Om conflicten te vermijden, wordt DSP toegewezen aan de
laatste toon waarbij DSP ingesteld is terwijl DSP voor alle
andere onderdelen uitgeschakeld (DSP lijn uit (OFF)) is.
DSP lijn is een parameter die regelt of het op dat moment
ingestelde DSP effect van toepassing is op een onderdeel.*
Elke toon heeft een DSP lijnparameter. Door het selecteren
van een toon wordt de DSP lijnparameter van die toon
uitgeoefend op alle onderdelen.
* De DSP lijnparameter is ingeschakeld (het DSP effect
wordt uitgeoefend) bij de 332 geavanceerde tonen die
genummerd zijn van 000 tot en met 331, en uitgeschakeld
(het DSP effect wordt niet uitgeoefend) bij de 200
voorkeuzetonen genummerd van 400 tot en met 599.
Voor informatie over andere tonen, raadpleeg
“Toontypes” op pagina D-16.

PIANO SETTING toets
Het indrukken van deze toets verandert de instelling van het
keyboard om het te optimaliseren voor spelen op de piano.

Instellingen
Toonnummer:

“000”

Ritmenummer:

“140”

Begeleidingsfunctie:

Normaal

Gelaagd:

Uit

Splitsing:

Uit

J De keyboard instellingen optimaliseren voor spelen
op de piano

1. Druk op de PIANO SETTING toets.
2. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
• De noten die u speelt klinken als bij een piano.

3. Druk op de START/STOP toets als u met
ritmebegeleiding wilt spelen.
• Hierdoor gaat een ritme spelen dat geoptimaliseerd is
voor de piano.
• Druk nogmaals op de START/STOP toets om het
spelen van het ritme te stoppen.

• Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl een
ritme aan het spelen is, wordt het ritme gestopt waarna de
instelling van het keyboard vervolgens verandert.
• Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl de
synthesizerfunctie of een andere functie van het keyboard
ingeschakeld is, wordt de huidige functie verlaten waarna de
instelling van het keyboard vervolgens verandert.
• De instelling van het keyboard verandert niet als u op de
PIANO SETTING toets drukt onder één van de volgende
omstandigheden.
* Tijdens realtime opname, tijdens stapopname of tijdens
het gebruik van de montagefunctie van het
melodiegeheugen
* Terwijl de melding voor het opslaan van data of het
overschrijven van data op de display aangegeven wordt
* Tijdens de weergave van demonstratiemelodieën

Automatisch harmoniseren: Uit
Transponeren:

0

Aanslaggevoeligheid:

Uit:

Keert terug naar de
oorspronkelijke instelling

Aan:

Geen verandering

Toewijsbare
aansluiting:

SUS

Lokale controle:

Aan

Instelling van de
mixerkanaal 1 parameter: Hangt af van de toon

D-18

707A-D-020A

CTK900_d.book

19 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Het gebruik van de
trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)

1

2

4
5
3

1
4

DRAWBAR ORGAN
Cijfertoetsen

2
5

[

]/[

]/[

]/[

] CURSOR

3

EXIT

[+]/[–]

Uw keyboard heeft ingebouwde “ trekstaaforgeltonen ” die gewijzigd kunnen worden m.b.v. negen digitale trekstaven waarvan de
bediening eender is aan die van de regelaars bij een trekstaaforgel. U kunt ook percussie selecteren of toetsklikken. Er is genoeg
ruimte in het geheugen voor het opslaan van maximaal 100 door de gebruiker gecreëerde trekstaaftoon variaties.

Trekstaaforgel bedieningsvolgorde
*

* U kunt het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon ook verkrijgen van het functiescherm voor de melodiegeheugenfunctie
of de SMF weergave. In dit geval verschijnt echter het bewerkingsscherm voor de trekstaaforgeltoon niet.

707A-D-021A

D-19

CTK900_d.book

20 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)

Een trefstaaforgeltoon
selecteren

1. Vind de te gebruiken trefstaaforgeltoon op de
toonlijst en maak een notitie van het toonnummer.

2. Druk op de DRAWBAR ORGAN toets.
• Hierdoor verschijnt het selectiescherm voor de
trekstaaforgeltoon.
1

2

D r awb a r 1
1
2

Toonnummer
Toonnaam

3. Gebruik de cijfertoetsen om het driecijferige
toonnummer in te voeren voor de toon die u wilt
selecteren.

• Voer altijd alle drie cijfers in voor het toonnummer, inclusief
eventuele voorafgaande nullen.
• U kunt ook het aangegeven toonnummer met telkens

één vergroten of verkleinen door op de [+] en op de [–]
toetsen te drukken.

Een trekstaaforgeltoon
bewerken

1. Selecteer de trekstaaforgeltoon (000 tot en met
049, 100 tot en met 199) die u wilt bewerken.

2. Gebruik de [

] en [ ] CURSOR toetsen om het
selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon te
verkrijgen. Selecteer de parameter waarvan u de
instelling wilt veranderen.
Voorbeeld:
Selecteren van de “Ft16’” parameter
1

2

F t 16 ’

• In het totaal zijn er 13 parameters. U kunt de
[ ] en [ ] CURSOR toetsen gebruiken om door de
instellingen heen te gaan. Zie “Parameter details” op
pagina D-21 voor nadere informatie.
• Terwijl het “More?” (meer?) scherm zich op de display
bevindt, kunt u doorgaan naar de synthesizer en DSP
effect bewerkingsschermen door te drukken op de [ ]
CURSOR toets of op de [+] toets.

3. Gebruik de [

] en [
] CURSOR toetsen of de
[+] en [–] toetsen om de instelling van de
momenteel aangegeven parameter te veranderen.
• U kunt een parameterinstelling ook veranderen door
een waarde in te voeren m.b.v. de cijfertoetsen.
• U kunt de veranderingen in een toon bemerken door
noten op het keyboard te spelen terwijl u de
parameterinstellingen aan het instellen bent.

• Wanneer een andere toon geselecteerd wordt nadat u de
parameters bewerkt heeft, zullen de parameterinstellingen
vervangen worden door die van de nieuw geselecteerde
toon.
• Als u trefstaaforgeltonen toegewezen heeft aan meer dan
één kanaal, dan zal bij wijzigen van de instelling van de
trefstaaforgeltoon instelling van één van de kanalen,
diezelfde instelling ook worden toegepast op alle andere
kanalen.
• Zie “Het opslaan van een bewerkte trekstaaforgeltoon” op
pagina D-22 voor informatie over het opslaan van uw
bewerkingen.

Het bewerken van synthesizerfunctie
parameters en DSP parameters van de
trekstaaftonen
Precies zoals bij standaard (niet-trekstaaf) tonen, kunt u de
synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de
trekstaaforgel tonen bewerken Zie “Trekstaaforgel
bedieningsvolgorde” op pagina D-19.

1. Gebruik de [

] en [ ] CURSOR toetsen om de
“More?” (meer?) display te verkrijgen en druk
vervolgens op de [
] CURSOR toets.
• Hierdoor wordt de synthesizerfunctie ingeschakeld,
hetgeen wordt aangegeven door de aanwijzer naast
SYNTH in het displayscherm.
• Voer voor de rest van deze procedure de stappen uit
te beginnen met stap 3 onder “Creëren van een
gebruikerstoon” op pagina D-43.

1
2

D-20

Parameterinstelling
Parameternaam

707A-D-022A

CTK900_d.book

21 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)

Parameter details

Parameterdisplay
aanduiding

Parameternaam

Het volgende geeft details over de parameters die u kunt
configureren m.b.v. het trekstaaforgel toon
bewerkingsscherm.

Instellingen

2nd Percussion
(tweede percussie)

Second (tweede)

oFF: (uit)
on: (aan)

3rd Percussion
(derde percussie)

Third (derde)

oFF: (uit)
on: (aan)

Percussiewegsterftijd Decay (wegsterven) 000 tot en met 127

Trekstaaf positie
Deze parameter definiëert de positie van elke trekstaaf en het
volume van elke overtoon. Hoe groter de waarde, des te
groter het volume van de corresponderende overtoon.

J Inhoud van de display tijdens de
trekstaaforgelfunctie

Trekstaaf 16’

Ft16’

0 tot en met 3

Trekstaaf 5 1/3’

Ft 5 1/3’

0 tot en met 3

Trekstaaf 8’

Ft 8’

0 tot en met 3

Trekstaaf 4’

Ft 4’

0 tot en met 3

Trekstaaf 2 2/3’

Ft 2 2/3’

0 tot en met 3

Trekstaaf 2’

Ft 2’

0 tot en met 3

Trekstaaf 1 3/5’

Ft 1 3/5’

0 tot en met 3

Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van de
trekstaafposities, toetsklikken, en percussieparameters
aangegeven op de staafaanduidingen van de display zoals
aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn voor
elke parameter en het onderste segment van de geselecteerde
parameterlijn knippert.
Het onderste segment van de staafgrafiekkolom die de
huidige geselecteerde parameter voorstelt, gaat knipperen
om aan te geven dat deze geselecteerd is.
Geen van de kanaalnummers (1 tot en met 16) is aangegeven
tijdens de trekstaaforgel selectiefunctie en de
bewerkingsfuntie.

Trekstaaf 1 1/3’

Ft 1 1/3’

0 tot en met 3

Trekstaafpositiegrafiek

Trekstaaf 1’

Ft 1’

0 tot en met 3

Parameternaam

Parameterdisplay
indicatie

Instellingen

Instelwaarde

0

1

2

3

(Ft: voet)
Display

Klik
Uit

De parameter bepaalt of een toetsklik al dan niet toegevoegd
wordt wanneer een aangehouden toon wordt gespeeld die
geconfigureerd is m.b.v. de trekstaven.
Parameternaam

Klik

Parameterdisplay
aanduiding

Click

Instellingen
oFF: (uit) Click Off
(klik uit)
on: (aan) Click On
(klik aan)

Aan
Knippert

Klik en percussie aan/uit grafiek
Instelwaarde

Uit

Aan

Display

Percussie vertragingstijdgrafiek

Percussie
Deze parameter laat u percussiegeluid toevoegen, hetgeen in
modulatie voorziet bij aangehouden tonen die u aan het
creëren bent. Wanneer u een klaviertoets op het toetsenbord
ingedrukt houdt, zal het geproduceerde langzaam
wegsterven tot het niet langer te horen is. Door de klaviertoets
nogmaals aan te slaan zal de noot weer luider weergegeven
worden. Percussie heeft de “2nd Percussion” (2de overtoon
toonhoogte) en de “3rd Percussion” (3de overtoon
toonhoogte) instellingen, die elk in- of uitgeschakeld kunnen
worden.
U kunt de percussie wegsterftijd ook specificeren, hetgeen
regelt hoe lang het duurt voor het percussiegeluid om weg te
sterven.
707A-D-023A

Instelwaarde

0-31

32-63

64-95 96-127

Display

D-21

CTK900_d.book

22 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)

Het opslaan van een bewerkte
trekstaaforgeltoon

1. Gebruik na het bewerken van parameters de
[ ] en [ ] CURSOR toetsen om de “More?”
(meer?) display te verkrijgen.

2. Druk driemaal op de [

] CURSOR toets om het
scherm te verkrijgen voor het invoeren van een
toonnaam en het toewijzen van een toonnummer.

3. Gebruik de [+] en [–] toetsen om een toonnummer
te selecteren.
• U kunt een toonnummer selecteren binnen het bereik
lopend van 100 tot en met 199.

4. Druk nadat de toonnaam naar wens ingesteld is op
de [

] CURSOR toets om de toon op te slaan.

• Gebruik de [+] en [–] toetsen om door de letters bij de
huidige cursorlocatie heen te bladeren.
• Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
cursor naar links en naar rechts te verplaatsen.
• Zie D-45 pagina voor informatie over het invoeren van
tekst.

5. Druk nadat alles naar wens is op de [

]

CURSOR toets om de toon op te slaan.
• Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die u
vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de
YES toets om de data inderdaad op te slaan.
• Nadat het opslaan is voltooid verschijnt de boodschap
“Complete” (klaar) waarna de display opnieuw het
toonselectiescherm aangeeft.
• Druk op de EXIT toets om het opslaan te annuleren.

D-22

707A-D-024A

CTK900_d.book

23 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Toepassen van effecten op tonen
Toepassen van effecten op tonen

1

2 3

5
6
4

1
4

EFFECT
[

]/[

]/[

]/[

] CURSOR

2
5

EXIT
Cijfertoetsen

Dit keyboard geeft u een selectie van effecten die u kunt
toepassen op tonen.
De ingebouwde effecten omvatten een grote rijkheid aan
variaties u toegang geven tot een selectie van algemene
digitale effecten.

Effectblokken
Het volgende toont hoe de effecten van dit keyboard
georganiseerd zijn.

J DSP
DSP effecten worden uitgeoefend op de aansluiting tussen de
klankbron en het uitgangssignaal. U kunt vervorming en
modulatie effecten selecteren. U kunt DSP effectinstellingen
creëren en tevens gedownloade DSP data van uw computer
oversturen. Het keyboard heeft geheugen voor het opslaan van
maximaal 100 DSP effectinstellingen. Zie “Gebruiken van het
Music Data Management Software (op de meegeleverde CDROM)” op pagina D-76 en “Opslaan van de instellingen van de
DSP parameters” op pagina D-24 voor nadere informatie.

J REVERB (Nagalm)
Nagalm bootst de akoestieken na van specifieke
omgevingstypes. U kunt kiezen uit 16 verschillende
nagalmeffecten, inclusief “Room” (kamer) en “Hall” (zaal).

J CHORUS (Zweving)

3
6

DSP
[+]/[–]

De equalizer is een ander type effect dat u kunt gebruiken om
bijstellingen te maken in de toonkwaliteit. De frequenties zijn
verdeeld over een aantal frequentiebanden en het verhogen
of verlagen van het niveau van één of meerdere
frequentiebanden heeft een wijziging in het geluid tot gevolg.
U kunt de optimale akoestieken reproduceren voor het type
musiek dat u aan het spelen bent (bijvoorbeeld klassiek) door
de van toepassing zijnde equalizerinstelling te selecteren.

Instellen van een DSP type
Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes
bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in
het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes
tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook
het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is
waarbij DSP mogelijk is. Dit betekent dat u altijd toegang
heeft tot het DSP type van gavanceerde tonen en tonen die u
kunt downloaden van het Internet. Om het DSP type van de
laatst gebruikte toon waarbij DSP ingeschakeld is te
selecteren, dient u “ton” in stap 3 van de onderstaande
procedure te selecteren.
Voer de volgende stappen uit om een DSP type te selecteren.

• Bij gebruik van een DSP effect dient u de mixer te gebruiken
om te bevestigen dat de DSP lijnen van de vereiste
onderdelen ingeschakeld is. Zie “Mixerfunctie” op pagina
D-36 voor meer informatie.

1. Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer naast
EFFECT in de display verschijnt.
• Het DSP type instelscherm (stap 3) verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.

Het zwevingseffect geeft het geluid meer diepte door het te
laten vibreren. U kunt kiezen uit 16 verschillende
zwevingseffecten, inclusief “Chorus” (zweving) en “Flanger”.

707A-D-025A

D-23

CTK900_d.book

24 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Toepassen van effecten op tonen

2. Druk op de [ ] CURSOR toets.
3. Selecteer het gewenste type DSP m.b.v. de [+] en
[–] toetsen of de cijfertoetsen.
• Zie de “Effectenlijst” op pagina A-13 voor informatie
aangaande de DSP types die kunnen worden
geslecteerd.
• Hire kunt u ook de parameters veranderen van de
effecten die u selecteerde, indien u dit wenst. Zie
“Veranderen van de instellingen van de DSP
parameters” voor meer informatie.

• Het DSP type displaygebied toont het DSP nummer (000 tot
en met 199) of “ton” (gebruikerstoon gecreëerd m.b.v. DSP).

Veranderen van de instellingen van de DSP
parameters
U kunt de relatieve sterkte van een DSP en hoe deze wordt
toegepast regelen. Zie de volgende paragraaf getiteld “DSP
parameters” voor meer informatie.

1. Gebruik na het selecteren van het gewenste DSP
type de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
• Hierdoor verschijnt het parameterinstelscherm.

2. Maak de gewenste parameterinstelling m.b.v. de
[+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen.
• Door de [+] en [–] toetsen tegelijkertijd in te drukken
wordt de oorspronkelijke instelling van de parameter
opnieuw verkregen.

3. Druk op de EFFECT of EXIT toets.

z DSP nagalmzenden (DSP Reverb Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar nagalm
dient te worden gezonden.
z DSP zwevingszenden (DSP Chorus Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar
zweving dient te worden gezonden.

• Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die
klinken hangt af van de nagalmzenden, zwevingzenden en
DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie
“Mixerfunctie” op pagina D-36 voor meer informatie.
• Bij weergeven van een demonstratiemelodie (pagina D-11)
verandert het effect automatisch naar het effect dat
toegewezen is aan die melodie. U kunt het effect van een
demonstratiemelodie niet veranderen.
• Door de effectinstelling te veranderen terwijl het geluid
weergegeven wordt door het keyboard, zal een korte
onderbreking in het geluid plaatsvinden op het moment dat
van effect wordt veranderd.
• Een aantal tonen, die de “Advanced Tones,” (geavanceerde
tonen) worden genoemd, schakelen automatisch de DSP lijn
in voor een rijker geluid met een hogere kwaliteit. Als u een
geavanceerde toon toewijst aan een toetsenborddeel
(kanalen 1 tot en met 4), wordt de DSP lijn automatisch
ingeschakeld en de DSP selectie verandert in overeenkomst
met de instellingen van de Advanced Tone (geavanceerde
toon). Daarnaast wordt de aan/uit instelling van de
mixerfunctie DSP lijn ingeschakeld voor het toetsenborddeel
waaraan de Advanced Tone (geavanceerde toon) is
toegewezen.*
* De mixer DSP lijn instelling wordt automatisch
uitgeschakeld voor elk deel waaraan geen geavanceerde
toon is toegewezen.
Hierdoor worden eerdere op deze delen uitgeoefende
DSP effecten uitgeschakeld waardoor de klank van hun
tonen anders kan klinken. Verkrijg in dit geval het
mixerscherm en schakel de DSP weer in.

• Hierdoor wordt het toon of ritme instelscherm
verlaten.

Opslaan van de instellingen van de DSP
DSP parameters
Het volgende beschrijft de parameters voor elke DSP.

J DSP

parameters
U kunt maximaal 100 aangepaste DSP instellingen in het
gebruikersgebied opslaan voor later oproepen op het
moment dat u ze nodig heeft.

z Parameter 0 tot en met 7
Deze parameters verschillen afhankelijk van het
algoritme* van het geselecteerde DSP type. Zie de
“Effectenlijst” op pagina A-13 en de “DSP algoritmelijst”
op pagina D-83 voor meer informatie.
* Effectorstructuur en –bedieningstype.

• De DSP gebruikersgebieden 100 tot en met 199 bevatten
aanvankelijk dezelfde data als de DSP types 000 tot en met
099.

1. Druk na uitvoeren van de gewenste instellingen
voor de DSP parameters op de [
toets.

] CURSOR

• Hierdoor gaat het DSP nummer van het
gebruikersgebied waar de DSP opgeslagen gaat
worden, knipperen in de display.

D-24

707A-D-026A

CTK900_d.book

25 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Toepassen van effecten op tonen

2. Gebruik de [+] en [–] toetsen om het DSP
gebruikersgebiednummer te selecteren waar u de
nieuwe DSP wilt opslaan.
• U kunt uitsluitend een DSP gebruikersgebiednummer
selecteren dat valt binnen het bereik lopendd van 100
tot en met 199.

3. Druk nadat het DSP gebruikersgebiednummer
geselecteerd is op de [

REVERB selecteren
Voer de volgende stappen uit om REVERB te selecteren.

1. Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer
verschijnt naast EFFECT op het displayscherm.

] CURSOR toets.

• Gebruik de [+] en [–] toetsen om door de letters bij de
huidige cursorlocatie heen te bladeren.
• Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
cursor naar links en rechts te verplaatsen.
• Zie pagina D-45 voor informatie over het invoeren van
tekst.

4. Druk nadat alles naar wens is op de [

]
CURSOR toets om het effect op te slaan.
• Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die u
vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de
YES toets om de data inderdaad op te slaan.
• De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt
kortstondig op de display gevolgd door het
toonselectiescherm of het ritmeselectiescherm.

DSP Toets
Door de DSP toets te checken kunt u er achter komen of DSP
al dan niet mogelijk is voor de toon die op het moment als een
deel is geselecteerd. De DSP toets gaat branden bij een toon
waarbij DSP mogelijk is (DSP lijn ON (aan)) en gaat uit voor
een toon waarbij DSP niet mogelijk is (DSP lijn OFF (uit)).
Wanneer u bijvoorbeeld elk deel verplaatst tijdens de splits/
lagen functie gaat de DSP toets branden of juist uit
overeenkomstig de instellingen van de delen.
Door op de DSP toets te drukken wordt overgeschakeld
tussen mogelijk (DSP lijn ON (aan)) en onmogelijk (DSP lijn
OFF (uit)) voor de toon en het deel dat u op dat moment op
het toetsenbord aan het spelen bent.

1

1

Wijzer

2. Druk de [

] CURSOR toets eenmaal in.

• Hierdoor wordt het nagalm bewerkingsscherm verkregen.
• Het nagalmtype instelscherm (stap 4) verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.

3. Druk op de [ ] CURSOR toets.
4. Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om
door de nagalmtypes heen te bladeren totdat de
gewenste aangegeven wordt of gebruik de
cijfertoetsen om het gewenste nagalmnummer in
te voeren.
• Zie de lijst op pagina A-13 voor informatie over de
types REVERB effecten die beschikbaar zijn.
• Hier kunt u ook de parameters van het effect
veranderen dat u heeft geselecteerd, indien dit
gewenst is. Zie “Veranderen van de instellingen van
de REVERB parameters” op pagina D-26 voor nadere
informatie.

In- en uitschakelen van de DSP lijn

1. Druk op de DSP toets om de DSP lijn voor het op dat
moment geselecteerde deel in en uit te schakelen.

707A-D-027A

D-25

CTK900_d.book

26 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Toepassen van effecten op tonen

Veranderen van de instellingen van de
REVERB parameters
U kunt de relatieve sterkte van een nagalmtype regelen en
hoe deze wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf
getiteld “REVERB parameters” voor nadere informatie.

1. Na het selecteren van het gewenste nagalmtype
gebruikt u de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om
de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling
wilt veranderen.
• Hierdoor wordt het parameterinstelscherm
aangegeven.

„ Nagalmtype (Nr. 6, 7, 14, 15)
z Vertragingsniveau (Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert het volume van het vertragingsgeluid. Een
hogere waarde produceert een luider vertragingsgeluid.
z Vertragingsterugkoppeling (Bereik: 000 tot en met 127)
Stelt de vertragingsherhaling bij. Een hogere
waarde produceert een groter aantal herhalingen.
z ER niveau
Hetzelfde als het nagalmtype
z High Damp (hoge demping)
Hetzelfde als het nagalmtype

Voorbeeld:
Om de tijdparameter in te stellen

S R v T i me
2. Voer m.b.v. de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen
de gewenste parameterinstelling.

3. Druk op de EFFECT of EXIT toets.
• Hierdoor verschijnt opnieuw het toon- of
ritmeselectiescherm.

• Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die
klinken hangt af van de nagalmzenden, zwevingzenden en
DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie
“Mixerfunctie” op pagina D-36 voor meer informatie.

Selecteren van CHORUS
Voer de volgende stappen uit om CHORUS (zweving) te
selecteren.

1. Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer
verschijnt naast de EFFECT aanduiding op het
displayscherm.

REVERB parameters
Nagalmeffecten worden geassocieerd met ofwel een
nagalmeffect of een vertragingseffect. Parameterinstellingen
hangen af van het geassocieerde type.
„ Nagalmtype (Nr. 0 tot en met 5, 8 tot en met 13)
z Nagalmniveau (Reverb Level)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Regelt de mate van nagalm. Een groter nummer
produceert meer nagalm.
z Nagalmtijd (Reverb Time) (Bereik: 000 tot en met 127)
Regelt de duur van nagalm. Een groter nummer
produceert langere nagalm.
z ER niveau (ER Level) (Aanvankelijk echogeluid)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt het aanvankelijke nagalmvolume.
Het aanvankelijke echogeluid is het eerste geluid dat via
de muren en het plafond gereflecteerd wordt wanneer
geluid weergegeven wordt door dit keyboard. Een
grotere waarde stelt een grote echogeluid voor.

2. Druk tweemaal op de [

] CURSOR toets.

• Hierdoor wordt het zweving bewerkingsscherm
verkregen.
• Het zwevingtype instelscherm (stap 4) verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.

3. Druk op de [ ] CURSOR toets.
4. Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om
door de zwevingtypes heen te bladeren totdat de
gewenste wordt getoond of gebruik de
cijfertoetsen om het gewenste zwevingnummer in
te voeren.
• Zie de lijst op pagina A-13 voor informatie over de
CHORUS (zweving) effecten die beschikbaar zijn.
• Hier kunt u eventueel de parameters veranderen van
de effecten die u selecteerde. Zie “Veranderen van de
instellingen van de CHORUS (zweving) parameters”
voor nadere informatie.

z Hoge demping (High Demp)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Stelt de demping bij van de hoogfrequentienagalm
(hoog geluid) bij. Een kleinere waarde dempt hoge
geluiden waardoor een donkere nagalm ontstaat.
Een grotere waarde dempt de hoge geluiden niet
waardoor de nagalm helderder wordt.

D-26

707A-D-028A

CTK900_d.book

27 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Toepassen van effecten op tonen

Veranderen van de instellingen van de
CHORUS (zweving) parameters
U kunt de relatieve sterkte van een effect regelen en hoe dit
wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld
“CHORUS parameters” voor nadere informatie.

1. Na het selecteren van het gewenste zwevingtype
gebruikt u de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om
de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling
wilt veranderen.

2. Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om
de gewenste parameterinstelling in te voeren.

3. Druk op de EFFECT of EXIT toets.

2. Druk driemaal op de [

• Hierdoor wordt het equalizer bewerkingsscherm
verkregen.
• Het equalizertype instelscherm (stap 4) verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.

3. Druk op de [ ] CURSOR toets.
4. Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om
het gewenste equalizertype in te stellen.
• Zie de lijst op pagina A-13 voor informatie aangaande
de equalizertypes die beschikbaar zijn.
Voorbeeld:
Instellen van Jazz

• Hierdoor verschijnt opnieuw het toon- of
ritmeselectiescherm.

CHORUS parameters
„ Zwevingniveau (Bereik: 000 tot en met 127)

] CURSOR toets.

Jazz
• Door op de EXIT of EFFECT toets te drukken wordt
het equalizertype instelscherm verlaten.

Specificeert het volume van het zwevingsgeluid.
„ Zwevingsterkte (Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert de undulation snelheid van het
zwevingsgeluid. Een hogere waarde produceert een
snellere undulation.
„ Zwevingdiepte (Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert de undulation diepte van het
zwevingsgeluid. Een hogere waarde produceert een
diepere undulation.

Afregelen van de versterking (het volume)
van een band

1. Na het selecteren van het gewenste equalizertype
gebruikt u de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om
de band te selecteren waarvan u de versterking
wilt bijstellen.
Voorbeeld:
Om de HIGH band bij te regelen.

• Of een effect al dan niet uitgeoefend wordt op de delen die
worden weergegeven, hangt tevens af van de mixerfunctie
nagalmzend, de zwevingzend en de DSP aan/uit
instellingen. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-36 voor nadere
informatie.

De equalizer gebruiken

ME q H i g h
2. Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om
de bandversterking in te stellen.
Voorbeeld:

Dit keyboard heeft een ingebouwde vier-banden equalizer en
10 verschillende instellingen waaruit u kunt kiezen. U kunt
de versterking (volume) bijstellen van alle vier
equalizerbanden binnen het bereik van –12 tot en met 0 tot en
met +12.

Instellen van het equalizertype

Bijregelen van de versterking tot 10

ME q H i g h
• Door op de EXIT of EFFECT toets te drukken wordt
het equalizer instelscherm verlaten.

1. Druk op de EFFECT toets zodat de aanwijzer
verschijnt naast EFFECT op het displayscherm.

707A-D-029A

• Wanneer overgestapt wordt naar een andere type equalizer,
veranderen de bandversterkingsinstellingen automatisch
naar de oorspronkelijke instellingen voor het nieuw
ingestelde type equalizer.

D-27

CTK900_d_10_AutoAccomp.fm 28 ページ

2005年3月14日

月曜日

午後6時12分

Gebruik van automatisch
begeleiding
Gebruik van automatisch begeleiding

1 23

4

5

bm
bn
6
1
4

MODE

7
bk

VARIATION/FILL-IN 1/2

bn

[+]/[–]

RHYTHM

TEMPO

7 8 9 bk
2
5

bl
ONE TOUCH PRESET
EXIT

8 SYNCHRO/FILL-IN NEXT
bl AUTO HARMONIZE

Dit keyboard speelt automatisch het bas- en akkoordgedeelte
overeenkomstig de akkoorden die u speelt. De bas- en
akkoordgedeelten worden m.b.v. automatisch ingestelde
klanken en tonen gespeeld voor instelling van het door u
gebruikte ritme. Dit betekent dat u volledige, realistische
begeleiding krijgt voor de melodienoten die u met de
rechterhand speelt waardoor u een één-mans ensemble
creëert.

3
6

ACCOMP VOLUME

9
bm

START/STOP

INTRO/ENDING 1/2

Cijfertoetsen

Aangaande de MODE toets
Gebruik de MODE toets om de te gebruiken
begeleidingsfunctie te selecteren. Telkens bij indrukken van
de MODE toets wordt naar de volgende instelling van de
beschikbare begeleidingsfuncties gegaan zoals aangegeven in
de onderstaande afbeelding.
NORMAL

• Alleen ritmeklanken worden geproduceerd wanneer alle
begeleidingsfunctie indicators uitgeschakeld zijn.
• De op het moment geselecteerde begeleidingsfunctie
wordt aangegeven door de functie indicators boven de
MODE toets. Informatie aangaande het gebruik van elk
van deze functies begint vanaf pagina D-30.

D-28

707A-D-030A

CTK900_d_10_AutoAccomp.fm 29 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後3時24分

Gebruik van automatisch begeleiding

Instellen van een ritme
Dit keyboard voorziet u in 160 opwindende ritmes dit u met
de volgende procedure kunt selecteren.
U kunt ook begeleidingsdata oversturen van uw computer en
er maximaal 16 van als gebruikersritmes opslaan in het
keyboardgeheugen. Zie “Gebruiken van het Music Data
Management Software (op de meegeleverde CD-ROM)” op
pagina D-76 voor nadere informatie.

Spelen van een ritme
Spelen van een ritme

1. Druk op VARIATION/FILL-IN toets 1 of 2.
• Hierdoor begint weergave van het ingestelde ritme.
• Druk op de START/STOP toets om het ritme te
stoppen.

Instellen van een ritme

1. Zoek het te gebruiken ritme op in de ritmelijst van
het keyboard en schrijf het ritmenummer op.
• Niet alle beschikbare ritmes worden getoond op de
ritmelijst die op het keyboard console afgebeeld is. Zie
de “Ritmelijst” op pagina A-10 voor een volledige lijst.

2. Druk op de RHYTHM toets.

8Be a t 1
1

1
2

• Akkoorden zullen samen met het ritme klinken als één van
de drie begeleidingsfunctie indicators boven de MODE toets
brandt. Druk op de MODE toets totdat alle indicators uit zijn
als u de ritmepatronen wilt spelen zonder akkoorden.

Het tempo instellen
U kunt de weergave van het ritmetempo instellen binnen een
bereik van 30 tot 255 maatslagen per minuut. De tempo
instelling wordt gebruikt voor de automatische
begeleidingsakkoord weergave en melodiegeheugenfuncties.

2

Verschijnt bij indrukken van de RHYTHM toets
Nummer en naam van het ingestelde ritme

3. Voer het drie-cijferige ritmenummer in van het
bewuste ritme m.b.v. de cijfertoetsen.

Instellen van het tempo
Druk op een van de TEMPO toetsen (

of

).

: Verhoogt de aangegeven waarde (verhoogt het
tempo)
: Verlaagt de aangegeven waarde (verlaagt het tempo)

Voorbeeld:
Voer 0, 5 en vervolgens 2 in om “052 ROCK 2”,
te selecteren.

Ro c k 2
• Bij tegelijkertijd indrukken van beide TEMPO toetsen ( en
) wordt het tempo teruggesteld op de oorspronkelijke
waarde van het momenteel ingestelde ritme.
• U kunt het ingevoerde nummer tevens vergroten met de [+]
toets en verkleinen met de [–] toets.

707A-D-031A

D-29

CTK900_d.book

30 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van automatisch begeleiding

Automatische begeleiding
gebruiken
De onderstaande procedure beschrijft hoe u de automatische
begeleidingsfunctie van het keyboard kunt gebruiken. Voor u
begint dient u eerst het ritme dat u wilt gebruiken in te stellen
en het ritmetempo in te stellen op de gewenste waarde.

Gebruik van automatische begeleiding

1. Gebruik de MODE toets om FULL RANGE

• Als u op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets drukt en
vervolgens op de VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen i.p.v. op
de START/STOP toets in stap 2, dan zal de begeleiding
starten met een intropatroon wanneer u de bediening
uitvoert in stap 3. Zie pagina D-32 en D-33 voor nadere
details betreffende deze toetsen.
• Als u op de VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen drukt i.p.v. op
de START/STOP toets in stap 4, dan zal een eindpatroon
worden weergegeven voordat de weergave van de
begeleiding is afgelopen. Zie pagina D-33 voor nadere
details betreffende deze toets.
• U kunt het volumeniveau van het begeleidingsgedeelte
afzonderlijk instellen van het hoofdvolume. Zie“Instellen van
het begeleidingsvolume” op pagina D-35 voor details.

CHORD, FINGERED, of CASIO CHORD als de
begeleidingsfunctie te selecteren.

2. Druk op de START/STOP toets om weergave van het
momenteel ingestelde ritme te beginnen.

3. Speel een akkoord.
• De feitelijke procedure die u dient te volgen om een
akkoord te spelen hangt af van de op dat moment
geselecteerde begeleidingsfunctie. Verwijs naar de
volgende pagina's voor details aangaande de
weergave van akkoorden.

CASIO CHORD
Met deze methode kan iedereen gemakkelijk akkoorden
spelen ongeacht zijn of haar muzikale kennis en ervaring.
Hieronder volgt een beschrijving van het CASIO CHORD
“Begeleidingstoetsenbord” en “Melodietoetsenbord” en er
wordt verteld hoe u CASIO CHORDs speelt.

J CASIO CHORD begeleidingstoetsenbord en
melodietoetsenbord

CASIO CHORD

: Pagina D-30

FINGERED

: Pagina D-31

FULL RANGE CHORD: Pagina D-32
1

2

Ro c k 2

3

1
2
3

• Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden
voor het spelen van akkoorden. Er wordt geen geluid
geproduceerd als u probeert losstaande melodienoten op dit
toetsenbord te spelen.

Akkoordnaam
Huidige maatnummer en maatslagnummer
Basisvingerzetting van het huidige akkoord
(kan verschillen van het akkoord dat in werkelijkheid
op het keyboard gespeeld wordt.)

4. Druk nogmaals op de START/STOP toets om de
automatische begeleiding te stoppen.

D-30

707A-D-032A

CTK900_d.book

31 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van automatisch begeleiding
J Akkoordtypes
Met CASIO CHORD begeleiding kunt u vier types akkoorden
spelen met minimale vingerzettingen.
Akkoordtypes
Majeur akkoorden
De namen van majeur akkoorden
worden aangegeven boven de
klaviertoetsen van het
begeleidingstoetsenbord. Merk op
dat het geproduceerde akkoord bij
indrukken van een begeleidingstoetsenbord toets niet van octaaf
verandert ongeacht welke
klaviertoets gebruikt wordt om
hem te spelen.

J FINGERED begeleidingstoetsenbord en
melodietoetsenbord

Voorbeeld

C Majeur (C)

• Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden
voor het spelen van akkoorden. Er wordt geen geluid
geproduceerd als u probeert melodienoten op dit
toetsenbord te spelen.

Mineur akkoorden (m)
Om een mineur akkoord te spelen, C mineur(C)
drukt u op de klaviertoets van het
majeur akkoord en willekeurig
welke andere klaviertoets op het
begeleidingstoetsenbord rechts van
de klaviertoets van het majeur
akkoord.
Septiem akkoorden (7)
Om een septiem akkoord te spelen, C septiem (C7)
drukt u op de klaviertoets van het
majeur akkoord en willekeurig
welke andere twee klaviertoetsen
op het begeleidingstoetsenbord
rechts van de klaviertoets van het
majeur akkoord.
Mineur septiem akkoorden (m7)
Om een mineur septiem akkoord te C mineur septiem
spelen, drukt u op de klaviertoets (Cm7)
van het majeur akkoord en
willekeurig welke andere drie
klaviertoetsen op het
begeleidingstoetsenbord rechts van
de klaviertoets van het majeur
akkoord.

• Het maakt geen verschil of u zwarte of witte klaviertoetsen
rechts van de klaviertoets van het majeur akkoord indrukt bij
het spelen van mineuren en septiemen.

FINGERED
De FINGERED functie geeft u in het totaal de beschikking
over 15 verschillende akkoordtypes. Hieronder volgt een
beschrijving van het FINGERED “Begeleidingstoetsenbord”
en “Melodietoetsenbord” en er wordt verteld hoe u de
grondtoon C kunt spelen met FINGERED.

707A-D-033A

Zie de “Fingered akkoordkaarten” op pagina A-11 voor
details aangaande het spelen van akkoorden met andere
sleutels.
*1 Omgekeerde vingerzettingen kunnen niet worden
gebruikt. De laagste noot is de grondtoon.
*2 Hetzelfde akkoord kan gespeeld worden zonder op de 5de
G klaviertoets te drukken.

• Behalve bij de akkoorden aangegeven in opmerking*1
hierboven zullen omgekeerde vingerzettingen (d.w.z. E-G-C
of G-C-E i.p.v. C-E-G) dezelfde akkoorden produceren als
de standaard vingerzetting.
• Behalve bij de uitzondering aangegeven in opmerking*2
hierboven dienen alle toetsen te worden ingedrukt die in
combinatie een akkoord vormen. Wanneer zelfs een enkele
klaviertoets niet wordt ingedrukt zal het gewenste
FINGERED akkoord niet worden gespeeld.

D-31

CTK900_d.book

32 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van automatisch begeleiding

FULL RANGE CHORD
Deze begeleidingsmethode geeft u in totaal de beschikking
over 38 verschillende akkoordtypes: de 15 akkoordtypes van
FINGERED plus 23 andere types. Het keyboard interpreteert
elke combinatie van drie of meer klaviertoetsen die klopt als
een FULL RANGE CHORD patroon als een akkoord. Andere
combinaties (die dus geen FULL RANGE CHORD patroon
vormen) worden als melodiespel geïnterpreteerd.
Daarom is er geen reden om een apart begeleidingstoetsenbord
te hebben, zodat dus het gehele toetsenbord van begin tot
einde als een melodietoetsenbord functioneert die gebruikt kan
worden voor zowel melodieën als akkoorden.

J FULL RANGE CHORD begeleidingstoetsenbord en
melodietoetsenbord

• Zoals bij de FINGERED functie (pagina D-31), kunt u de
noten die een akkoord vormen in elke combinatie spelen
(1).
• Wanneer de laagste noot van een akkoord zes of meer
halftonen weg is van de volgende noot wordt de laagste noot
de basnoot (2).

Gebruik van een intro patroon
Met dit keyboard kunt u een korte intro toevoegen aan een
ritmepatroon om het begin soepeler en natuurlijker te laten
zijn.
De volgende procedure beschrijft hoe u de Intro functie kunt
gebruiken. Voordat u begint dient u eerst het ritme dat u wilt
gebruiken te selecteren, het tempo te selecteren en de MODE
toets te gebruiken om de akkoordweergavemethode te
selecteren die u wilt gebruiken (NORMAL, CASIO CHORD,
FINGERED, FULL RANGE CHORD).

Akkoorden die dit keyboard kan herkennen
De volgende tabel identificeert patronen die door FULL
RANGE CHORD kunnen worden herkend als akkoorden.
Patroontype

Aantal akkoordvariaties
De 15 akkoordpatronen die worden
aangegeven bij FINGERED op pagina
D-31. Zie de “Fingered akkoordkaarten”
op pagina A-11 voor details aangaande
het spelen van akkoorden met andere
grondtonen.

FINGERED

23 standaard vingerzettingen. Hier
volgen voorbeelden van de 23 akkoorden
die beschikbaar zijn met C als basnoot.

Tussenvoegen van een intro

1. Druk op de INTRO/ENDING toets 1 of 2.
• Bij de opzet hierboven wordt het intro patroon
gespeeld en de automatische begeleiding met
intropatroon begint zodra u akkoorden op het
begeleidingstoetsenbord begint te spelen.

• Het standaard ritmepatroon begint te spelen nadat het intro
patroon voltooid is.

Gebruik van een fill-in patroon
Standaard
vingerzetting

Met Fill-in patronen kunt u het ritmepatroon kortstondig
veranderen om een interessante variatie toe te voegen aan uw
spel.
De volgende procedure beschrijft hoe de fill-in functie wordt
gebruikt.

Voorbeeld:
Om het akkoord C majeur te spelen.
Beide vingerzettingen die in de afbeelding getoond worden,
zullen een C majeur produceren.

Tussenvoegen van een fill-in

1. Druk op de START/STOP toets om weergave van
het ritme te starten.

2. Stel de gewenste fill-in variatie in.
• Druk om Fill-in 1 in te voegen drukt u op de
VARIATION/FILL-IN 1 toets terwijl variatie 1 van het
ritme aan het spelen is.
• Druk om Fill-in 2 in te voegen drukt u op de
VARIATION/FILL-IN 2 toets terwijl variatie 2 van het
ritme aan het spelen is.

D-32

707A-D-034A

CTK900_d.book

33 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van automatisch begeleiding

2. Speel een akkoord en het ritmepatroon begint
• De SYNCHRO/FILL-IN NEXT toetsen werken niet terwijl een
intro patroon weergegeven wordt.
• Door de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets of de VARIATION/
FILL-IN 1/2 toets ingedrukt te houden wordt een fill-in
patroon herhaald.

Gebruik van een ritmevariatie
Naast het standaard ritmepatroon kunt u ook overstappen op
een secundair variatieritmepatroon voor de nodige
afwisseling.

automatisch met spelen.

• Alleen het ritme speelt (zonder akkoord) bij spelen op het
toetsenbord, als de MODE toets in de NORMAL stand staat.
• Als u op de INTRO/ENDING toets 1 of 2 drukt zonder
daarvoor iets op het keyboard te spelen, begint het ritme
automatisch met een intro patroon wanneer u daarna iets op
het begeleidingskeyboard speelt.
• Druk nogmaals op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets om
standby van synchro-start ongedaan te maken.

Afsluiten met een slotpatroon
Tussenvoegen van een variatieritmepatroon

1. Druk op de START/STOP toets om weergave van
het ritme te starten.

2. Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets.
• Als een Variatie 1 ritme op het moment aan het spelen
is, speelt dit Fill-in 1 gevolgd door Fill-in 2 en schakelt
dan over op het Variatie 2 ritme.
• Als een Variatie 2 ritme op het moment aan het spelen
is, speelt dit Fill-in 2 gevolgd door Fill-in 1 en schakelt
dan over op het Variatie 1 ritme.
• Door de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets ingedrukt te
houden zal het fill-in patroon zich gaan herhalen.

Begeleiding en ritmespel
tegelijk starten
U kunt het keyboard zo instellen dat ritmeweergave op
hetzelfde moment begint als wanneer u begint met spelen van
de begeleiding op het keyboard.
De volgende procedure beschrijft hoe u synchronisch start
kunt gebruiken. Voor het starten dient u eerst het te
gebruiken ritme te selecteren, het tempo in te stellen en de
MODE toets gebruiken om de akkoordweergavemethode te
selecteren die u wilt gebruiken (NORMAL, CASIO CHORD,
FINGERED, FULL RANGE CHORD).

Gebruik van synchronische start

1. Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets om de
gesynchroniseerde start functie van het keyboard
in standby te zetten.

707A-D-035A

U kunt uw spel met een eindpatroon beëindigen waardoor
het gebruikte ritmepatroon tot een natuurlijk klinkend einde
wordt afgerond.
De volgende procedure beschrijft hoe u een eindpatroon kunt
tussenvoegen. Merk op dat het uiteindelijk weergegeven
slotpatroon afhangt van het gebruikte ritmepatroon.

Afsluiten met een slotpatroon

1. Druk op de INTRO/ENDING toets 1 of 2 terwijl het
ritme aan het spelen is.
• De timing van het begin van het slotpatroon hangt af
van wanneer u op de INTRO/ENDING toets 1 of 2
drukt. Drukt u voor de tweede maatslag van de
huidige maat op de toets, dan begint het slotpatroon
ogenblikkelijk te spelen.

• Door indrukken van de INTRO/ENDING toets voor de eerste
halve maatslag aan het begin van een maat wordt het einde
onmiddellijk gespeeld. Wordt de toets ingedrukt na de eerste
halve maatslag van een maat, dan zal het einde gespeeld
worden vanaf het begin van de volgende maat.

Gebruik van één-toets
voorkeuzes
Eén-toets voorkeuzes stellen automatisch de hieronder
vermelde hoofdinstellingen in overeenkomstig het
ritmepatroon dat u aan het gebruiken bent.
• Keyboardtoon
• Laag aan/uit
• SPLIT aan/uit
• Automatische harmonisatie on/off
• Automatisch harmonisatietype
• Begeleidingsvolumeniveau
• Tempo
• Effectinstellingen

D-33

CTK900_d.book

34 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van automatisch begeleiding

Eén-toets voorkeuzes gebruiken

1. Stel het te gebruiken ritme in.
2. Gebruik de MODE toets om de

2. Druk op AUTO HARMONIZE om automatische
harmonisatie in te schakelen.
• Hierdoor zal een aanwijzer verschijnen naast AUTO
HARMONIZE in de display.

begeleidingsfunctie te selecteren die u wilt
gebruiken.

3. Druk op de ONE TOUCH PRESET toets.
• Hierdoor worden de één-toets voorkeuzes
automatisch ingesteld overeenkomstig het ingestelde
ritme.
• De synchrone standbyfunctie wordt op dit moment
automatisch ingeschakeld bij het keyboard.

4. Start ritme en automatische begeleiding en speel
iets op het toetsenbord.
• De begeleiding wordt gespeeld m.b.v. de instellingen
van de één-toets voorkeuzes.

Gebruik van automatische
harmonisatie
Wanneer u de automatiche begeleiding aan het gebruiken
bent, voegt de automatiche harmonisatie automatisch extra
noten toe aan uw melodie in overeenkomst met het akkoord
dat gespeeld wordt. Het resultaat is een harmonisch effect dat
uw melodielijn rijker en voller maakt.

3. Start automatische begeleidingsweergave en
speel iets op het toetsenbord.

4. Druk op AUTO HARMONIZE om automatische
harmonisatie uit te schakelen.
• Hierdoor zal de aanwijzer naast AUTO HARMONIZE
in de display verdwijnen.

• Automatische harmonisatie wordt tijdelijk uitgeschakeld
wanneer u weergave van demonstratiemelodieën start. De
functie wordt opnieuw ingeschakeld zodra de functie of
bewerking die het uitschakelde voltooid is.
• Automatische harmonisatie is enkel mogelijk wanneer de
automatische begeleidingsfunctie FINGERED of CASIO
CHORD is.

Gebruiken van automatische harmonisatie

1. Gebruik de MODE toets om FINGERED of CASIO
CHORD als de begeleidingfunctie te selecteren.
• De op dat moment geselecteerde begeleidingsfunctie
is die functie waarvande indicator brandt. Zie
“Aangaande de MODE toets” op pagina D-28 voor
details.
NORMAL

D-34

707A-D-036A

CTK900_d.book

35 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van automatisch begeleiding

Automatisch harmonisatietype
Bij automatische harmonisatie kunt u kiezen uit de 10 volgende
automatisch harmonisatietypes. U verandert van type met het
instel item d.m.v. de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-66 voor
nadere informatie.

Instellen van het
begeleidingsvolume
U kunt het volume van de begeleidingsonderdelen instellen
als een waarde tussen 000 (min.) en 127 (max.).

1. Druk op de ACCOMP VOLUME toets.
Aangaande automatische

A c omp V o l

harmonisatienoten en –tonen
De op het toetsenbord gespeelde noten worden
“melodienoten” genoemd terwijl de noten die toegevoegd
worden aan de melodie door de automatische harmonisatie
“harmonisatienoten” worden genoemd. Automatische
harmonisatie gebruikt gewoonlijk de door u ingestelde toon
voor de melodienoten als de toon voor de harmonisatienoten,
maar u kunt de mixer (pagina D-36) gebruiken om een andere
toon in te stellen voor de harmonisatienoten. De
harmonisatienoottoon wordt toegewezen aan mixerkanaal 5
zodat u dus kanaal 5 dient te veranderen naar de toon die u
wilt gebruiken voor de harmonisatienoten.
Naast de toon kunt u ook de mixer gebruiken om een aantal
parameters te gebruiken zoals de volumebalans. Zie
“Gebruik van de parameterbewerkingsfunctie” op pagina
D-37 voor details aangaande deze procedures.

• De default harmonisatienoottoon bij inschakelen van de
automatische harmonisatie is dezelfde toon als de
melodienoottoon.
• Door de melodietooninstelling te veranderen verandert ook
automatisch de harmonisatienoottoon naar dezelfde
instelling.

707A-D-037A

1

1

Huidige instelling van het begeleidingsvolume.

2. Verander de momenteel ingestelde waarde van
het volume m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+]/
[–] toetsen.
Voorbeeld: 110

A c omp V o l
• Door op de ACCOMP VOLUME toets of de EXIT toets te
drukken wordt teruggegaan naar het toon of ritmeinstelscherm.
• Eventuele met de mixer gemaakte kanaalbalansinstellingen
blijven behouden wanneer u de instelling van het
begeleidingsvolume verandert.
• Door tegelijkertijd op de [+] en [–] toetsen te drukken wordt
het begeleidingsvolume op 100 ingesteld.

D-35

CTK900_d.book

36 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Mixerfunctie
Mixerfunctie

1

2 3

6
7
4

1
4

MIXER

7

[+]/[–]

2
5

EXIT

DRAWBAR ORGAN
[

]/[

Wat kunt u met de Mixer doen?
Met dit keyboard kunt u meerdere stukken van verschillende
muziekinstrumenten op hetzelfde moment spelen tijdens
weergave van de auto-begeleiding,
melodiegeheugenweergave, bij ontvangst van data via de
MIDI aansluiting, enz. De Mixer wijst elk onderdeel toe aan
een afzonderlijk kanaal (1 - 16) dat u apart kunt in-/
uitschakelen en waarvan u het volume en de parameters van
de stereopositie afzonderlijk kunt instellen.
Naast de kanalen 1 tot en met 16 heeft de mixer ook een DSP
kanaal dat u kunt gebruiken om het DSP niveau, DSP pan en
andere parameters bij te stellen.

]/[

]/[

] CURSOR

5

3
6

TONE
Cijfertoetsen

Zie pagina D-61 en D-63 voor informatie aangaande
gelaagde, splits- en gelaagde/splitstonen.
Zie pagina D-49 voor informatie aangaande het
melodiegeheugen.

• Gewoonlijk wordt toetsenbordspel toegewezen aan kanaal
1. Wanneer automatische begeleiding wordt gebruikt, wordt
elk deel van de begeleiding toegewezen aan de kanalen 6 10.
• Wanneer dit keyboard wordt gebruikt als de geluidsbron van
een extern aangesloten computer of ander MIDI toestel,
worden alle 16 kanalen muziekinstrumentgedeelten
toegewezen. De noten gespeeld via kanaal 1 dat ingesteld
wordt met de stappen 1 en 2 onder “In- en uitschakelen van
kanalen” pagina D-36 worden aangegeven door het
aangegeven keyboard met de notenbalk.

Kanaaltoewijzingen
Hieronder wordt aangegeven welke onderdelen toegewezen
worden aan de 16 kanalen.
Kanaalnummer
Kanaal 1
Kanaal 2
Kanaal 3
Kanaal 4
Kanaal 5
Kanaal 6
Kanaal 7
Kanaal 8
Kanaal 9
Kanaal 10
Kanaal 11
Kanaal 12
Kanaal 13
Kanaal 14
Kanaal 15
Kanaal 16

D-36

Onderdeel
Hoofdtoon
Gelaagde toon
Splitstoon
Gelaagde/splitstoon
Harmonisatietoon
Automatisch begeleidingsakkoord deel 1
Automatisch begeleidingsakkoord deel 2
Automatisch begeleidingsakkoord deel 3
Automatische begeleiding basdeel
Automatische begeleiding ritmedeel
Melodiegeheugenspoor 1
Melodiegeheugenspoor 2
Melodiegeheugenspoor 3
Melodiegeheugenspoor 4
Melodiegeheugenspoor 5
Melodiegeheugenspoor 6

In- en uitschakelen van kanalen
Door een kanaal uit te schakelen wordt elk instrument dat bij
dat kanaal is opgenomen gedempd, d.w.z. het wordt niet
meer weergegeven.

Kanalen in- en uitschakelen

1. Druk op de MIXER toets.
• Hierdoor zal een aanwijzer verschijnen naast MIXER
in de display.

707A-D-038A

CTK900_d.book

37 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Mixerfunctie

2. Gebruik de [

]/[ ] CURSOR toetsen om een
kanaal te selecteren.
Voorbeeld:
Om kanaal 1 in te stellen.

z Uit (oFF)
Deze instelling schakelt het nu ingestelde kanaal uit wat
aangegeven wordt door de afwezigheid van het
bovengenoemde streepje aan de onderkant van de
niveaumeter van het betreffende kanaal.

1

1

Knippert

• Hierdoor gaan de bovenste drie segmenten van de
niveaumeter van het geselecteerde kanaal knipperen.

3. Druk op de [

1

1
2

2

Aan
Uit

]/[
] CURSOR toetsen om het
aan/uit selectiescherm te verkrijgen.

Ch a n n e l
4. Gebruik de [+]/[–] toetsen om de ingeschakelde of
uitgeschakelde toestand in te stellen.
Voorbeeld:
Om het kanaal uit te schakelen.

Ch a n n e l
• Druk op de [ ] CURSOR toets om terug te gaan naar
het kanaalselectiescherm.
• Door op de MIXER toets te drukken wordt
teruggekeerd naar het toonscherm.

Gebruik van de
parameterbewerkingsfunctie
Bewerken van de parameters voor de
kanalen 1 tot en met 16
Met de parameterbewerkingsfunctie kunt u de instelling van
tien verschillende parameters (inclusief toon, volume en
balanspunt) veranderen bij het kanaal dat u instelde in het
mixerscherm.

Veranderen van de parameters

1. Druk op de MIXER toets.
• Hierdoor zal een aanwijzer verschijnen naast MIXER
in de display.

2. Gebruik de [
• De MIDI datadisplay toont alleen de data voor de kanalen die
ingesteld zijn met de mixer.

Hoe kanaal aan/uit werkt

] en [ ] CURSOR toetsen om het
gewenste kanaal te selecteren.

3. Gebruik de [

] en [ ] CURSOR toetsen om de
parameter te selecteren waarvan u de instelling
wilt veranderen.
Voorbeeld:
Kies de volume-instelling door “Volume” in de
display te verkrijgen.

Het onderstaande beschrijft wat er gebeurt op de display als
u een kanaal in- of uitschakelt.
z Aan (on)
Deze instelling schakelt het nu ingestelde kanaal in wat
aangegeven wordt door een streepje aan de onderkant van de
niveaumeter van het betreffende kanaal. Dit is tevens de
oorspronkelijke instelling voor alle kanalen bij inschakelen
van de spanning van het keyboard.

• Telkens bij indrukken van de [
] of [
] CURSOR
toetsen wordt naar de volgende van de parameters
gegaan.
• U kunt de [ ] en [ ] CURSOR toetsen gebruiken om
op elk moment van deze procedure naar een ander
kanaal te veranderen.

V o l ume
1

1

707A-D-039A

Geeft een kanaalvolume-instelling aan van 127

D-37

CTK900_d.book

38 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Mixerfunctie

4. Verander de instelling van de parameter m.b.v. de
cijfertoetsen of m.b.v. de [+] en [–] toetsen.
Voorbeeld:

z Volume (Bereik: 000 tot en met 127)
Dit is de parameter die het volume regelt van het ingestelde
kanaal.

Verander de instelling naar “060”.

V o l ume
• Door indrukken van de MIXER of EXIT toets wordt de
parameterbewerkingsfunctie verlaten.

Bewerken van DSP kanaalparameters

V o l ume
z Stereopositie (Pan Pot)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Deze parameter regelt de ‘pan pot’ wat de middenpunt is van
de linker en rechter stereokanalen. De instelling “00” stelt het
midden in terwijl een waarde kleiner dan “00” het punt naar
links beweegt en een waarde groter dan “00” het punt naar
rechts beweegt.

1. Druk terwijl kanaal 16 geselecteerd is op de
[

] CURSOR toets.

• Hierdoor wordt het DSP kanaal geselecteerd.
• Door op de [ ] CURSOR toets te drukken terwijl het
DSP kanaal is geselecteerd, wordt teruggegaan naar
kanaal 16.

Hoe parameters werken
Hier onder volgen de parameters waarvan de instellingen
veranderd kunnen worden tijdens de
parameterbewerkingsfunctie.

Toonparameters
z Toon (Bereik: 000 tot en met 903, trekstaaforgel tonen 000
tot en met 199)
Deze parameter stuurt de tonen die toegewezen zijn aan elk
onderdeel.
Telkens wanneer de toon zich op de display bevindt, kunt u
de TONE toets indrukken of de DRAWBAR ORGAN toets en
een andere toon selecteren, indien u dit wilt.

Pa n
z Octaafverschuiving (Octave Shift)
(Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2)
U kunt de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van de
toon omhoog of omlaag te verschuiven. Bij gebruik van de
piccolo toon kan het voorkomen dat bijzonder hoge noten die
u wilt spelen niet binnen het bereik van het toetsenbord
vallen. In dit geval kunt u de octaafverschuiving gebruiken
om het bereik van het toetsenbord één octaaf hoger te
verschuiven.

Oc t Sh i f t
–2 : Bereik twee octaven lager verschoven.
–1 : Bereik één octaaf lager verschoven.
0 : Geen verschuiving
+1 : Bereik één octaaf hoger verschoven.
+2 : Bereik twee octaven hoger verschoven.

S t . G r Pn o
z Deel aan/uit (Part On/Off) (Instellingen: aan, uit (on,
oFF))
Deze parameter kan gebruikt worden om elk deel in te
schakelen (klinkt) en uit te schakelen (klinkt niet). De huidige
aan/uit status van elk deel wordt aangegeven in de display
zoals hieronder beschreven.

Ch a n n e l
D-38

Toonschaalparameters (Tuning)
U kunt deze parameters gebruiken om elk van de delen
afzonderlijk te stemmen.
z Grofweg stemmen (Coarse Tuning)
(Bereik: –24 tot en met 00 tot en met +24)
Deze parameter regelt de ruwe stemming van de toonhoogte
van het ingestelde kanaal in eenheden van een halve toon.

C . Tune
707A-D-040A

CTK900_d.book

39 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Mixerfunctie
z Fijnstemmen (Fine Tuning)
(Bereik: –99 tot en met 00 tot en met +99)
Deze parameter regelt de fijnstemming van de toonhoogte
van het ingestelde kanaal in eenheden van een cent.

F i neTune

DSP deelparameters
z DSP niveau (bereik: 0 tot en met 127)
Stelt het post-DSP volume in.

DSP L e v e l
z DSP Pan (bereik: –64 tot en met 0 tot en met 63)

Effectparameters
De mixer laat u de effecten bedienen die uitgeoefend worden
op elk apart deel waarin het verschilt van de effectfunctie
waarvan de instellingen enkel toegepast worden op alle delen
in het algemeen.
z Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stuurt hoeveel nagalm op een deel wordt
uitgeoefend. Een instelling van “000” schakelt de nagalm uit
terwijl een instelling van 127 maximale nagalm uitoefent.
• “Nagalmzenden” werkt niet bij bepaalde drumklanken.

Rv b Se n d
z Zwevingzenden (Chorus Send)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stuurt hoeveel zweving op een deel wordt
uitgeoefend. Een instelling van “000” schakelt de zweving uit
terwijl een instelling van 127 maximale zweving uitoefent.
• Zwevingzenden (Chorus Send) werkt niet bij
drumklanken.

Ch o Se n d
z DSP lijn (DSP Line) (Instellingen: aan, uit (on, oFF))
U kunt deze parameter gebruiken om de DSP lijn uit te
schakelen voor een bepaald kanaal of om deze juist in te
schakelen.

Stelt het post-DSP stereo pan effect in.

DSP P a n
z DSP systeem nagalm zenden (bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt hoeveel nagalm er op alle onderdelen
wordt uitgeoefend.

D . Rv bSn d
z DSP system zweving zenden (bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de zweving bij.

D . Ch oSn d
• Door veranderen van de instelling van toon, volume,
stereopositie, ruwweg stemmen, fijnstemmen,
nagalmzenden of zwevingzenden wordt de
corresponderende MIDI boodschap afgegeven via de MIDI
aansluiting.
• Veranderen van de tooninstellingen verandert de
instellingen voor de toon, nagalmzenden, zwevingzenden en
de DSP lijnparameter*.
* Wanneer DSP uitgeschakeld is (zie de noot op pagina
D-24).

DSP L i n e

707A-D-041A

• Door de DSP lijnparameter van de mixer (pagina D-24) in te
schakelen worden de instellingen van het DSP pan effect,
DSP systeem nagalm zenden, en DSP systeem zweving
parameters gebruikt in plaats van de instellingen van de pan
pot, nagalm zenden en akkoord zenden parameters.

D-39

CTK900_d.book

40 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Synthesizerfunctie
Synthesizerfunctie

1

2

4
5
3

1
4

SYNTH
Cijfertoetsen

2
5

EXIT

3

[

]/[

]/[

]/[

] CURSOR

[+]/[–]

De synthesizerfunctie van dit keyboard voorziet in de
gereedschappen voor het creëren van uw eigen originele
tonen. Kies gewoonweg één van de ingebouwde tonen en
verander de parameters ervan om uw eigen orginele geluid te
creëren. U kunt de geluiden zelfs in het geheugen opslaan
m.b.v dezelfde procedure die gebruikt wordt voor het
instellen van een voorkeuzetoon.

Synthesizerfuncties
Het volgende beschrijft hoe elk van de functie gebruikt
worden die verkrijgbaar zijn tijdens de synthesizerfunctie.

Synthesizerfunctie parameters
De voorkeuzetonen die bij dit keyboard ingebouwd zijn,
bestaan uit een aantal parameters. Om een gebruikerstoon te
creëren, dient u eerst een geavanceerde toon (000 tot en met
331) of een voorkeuzetoon (400 tot en met 599) op te roepen
en vervolgens de bijbehorende parameters veranderen naar
uw eigen toon. Merk op dat de drumsettonen (600 tot en met
617) niet gebruikt kunnen worden als de basis van een
gebruikerstoon.
De afbeelding op deze pagina toont de parameters die de
voorkeuzetonen vormen en wat elke parameter doet. Zoals in
de afbeelding te zien is, kunnen parameters in vier groepen
worden verdeeld die hieronder elk in detail worden
beschreven.

D-40

• Merk op dat de toon waarvan u de parameter kunt bewerken
toegewezen is aan het kanaal (1 tot en met 4) dat op het
moment geselecteerd is met de Synthesizerfunctie.

707A-D-042A

CTK900_d.book

41 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Synthesizerfunctie
J Toon karakteristieke golfvorm
z Tooninstelling
Specificeert welk van de voorkeuzetonen gebruikt dient te
worden als de originele toon.

z Resonantie
De resonantie versterkt de harmonische componenten in de
buurt van de afsnijfrequentie hetgeen een apart geluid
teweegbrengt. Een grotere resonantiewaarde versterkt het
geluid zoals aangegeven in de afbeelding.

J Volume karakteristieke parameters
Deze parameters sturen hoe de toon verandert tegen de tijd
vanaf het punt dat de klaviertoets aangeslagen werd tot het
moment dat de toon wegsterft. U kunt de veranderingen in
volume- en geluidskarakteristieken specificeren.
z Aanslagtijd
Dit is de snelheid of de tijd die nodig is voor de toon om het
hoogste volumeniveau te bereiken. U kunt een hoge snelheid
specificeren waarbij de toon het maximale volumeniveau
onmiddellijk bereikt of een langzame snelheid waarbij het
volume langzaam stijgt of iets er tussen in.
z Loslaattijd

• Bij bepaalde tonen kan een grote resonantiewaarde
vervorming of ruis veroorzaken tijdens het aanslaggedeelte
van de toon.

J Toonhoogteparameters voor de toon
z Vibratotype, vibratovertraging, vibratosnelheid,
vibratodiepte
Deze parameters stellen het vibrato effect bij hetgeen
periodieke veranderingen te veroorzaken bij de toon.
z Octaafverschuiving
Deze parameter stuurt de octaaf van alle tonen.

J Toon karakteristieke instelparameters
z Niveau
Deze parameter stuurt het algehele volume van de toon.
z Aanslaggevoeligheid
z Afsnijfrequentie
De afsnijfrequentie is een parameter voor het bijstellen van de
klankkleur door alle frequenties af te snijden die hoger zijn
dan een bepaalde frequentie. Een hogere afsnijfrequentie
produceert een helderder (hardere) klankkleur terwijl een
lagere frequentie een donkerder (zachtere) klankkleur
produceert.

Deze parameter regelt veranderingen in het volume en de
klankkleur naar gelang de relatieve hoeveelheid druk die
wordt uitgeoefend op de klaviertoetsen. U kunt meer volume
specificeren voor een sterkere druk en minder volume voor
een lichtere druk of u kunt hetzelfde volume specificeren
ongeacht hoeveel druk wordt uitgeoefend op de toetsen.
z Nagalmzenden, zwevingszenden, DSP lijn, DSP Type,
DSP parameter
Deze parameters sturen de effecten die uitgeoefend worden
op de tonen.

707A-D-043A

D-41

CTK900_d.book

42 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Synthesizerfunctie

Opslaan van eigen tonen
De groep toonnummers van 700 tot en met 799 (gebruikerstoonnummers 001 tot en met gebruikerstoonnummers 100) wordt het
“gebruikersgebied ” genoemd omdat ze gereserveerd zijn voor het opslaan van gebruikerstonen. Nadat u een voorkeuzetoon
opgeroepen heeft en de de bijbehorende parameters vervangen heeft om uw eigen gebruikerstoon te creëren kunt u deze opslaan
in het gebruikersgebied voor later oproepen. U kunt uw tonen oproepen op precies dezelfde wijze als via de procedure die u
gebruikt voor het selecteren van een voorkeuzetoon.

*1: U kunt elke gewenste geavanceerde toon, voorkeuzetoon of gebruikerstoon selecteren. De gebruikerstoongebieden 700 tot en
met 799 bevatten aanvankelijk dezelfde data als de geavanceerde tonen 000 tot en met 099.
*2: Gebied waar data wordt opgeslagen die vanaf een computer gestuurd is (Zie “Gebruiken van het Music Data Management
Software (op de meegeleverde CD-ROM)” op pagina D-76). Na het oversturen kunt u het keyboard gebruiken om parameters
te bewerken maar u kunt bestaande parameters ook wissen en vervangen. U kunt de data niet opslaan bij een ander
toonnummer.
*3: Gebied waar vanaf een computer gestuurde data opgeslagen wordt (zie “Gebruiken van het Music Data Management Software
(op de meegeleverde CD-ROM)” op pagina D-76). Het is enkel toegestaan om data te sturen terwijl het bewerken van
parameters niet is toegestaan.
*4: Gebruikerstonen die gecreëerd worden door het aanpassen van parameters van één van de voorkeuzetonen (000 tot en met
049). De gebruiker’s trekstaaforgelgebieden bevatten aanvankelijk twee setten van dezelfde data als de trekstaaforgeltonen van
de types 000 tot en met 049.

• U kunt een originele toon creëren m.b.v. een gebruikerstoon die een golfvorm (toonnummer 800 tot en met 819) bevat. In dit geval is
het opslaggebied hetzelfde als het brontoongebied. Als bijvoorbeeld een originele toon gecreëerd wordt m.b.v. toonnummer 800 als een
brontoon, wordt deze opgeslagen in gebruikersgebiednummer 800.

D-42

707A-D-044A

CTK900_d.book

43 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Synthesizerfunctie

Creëren van een gebruikerstoon
Gebruik de volgende procedure om een voorkeuzetoon in te
stellen, haar parameters te veranderen en zo een nieuwe
‘eigen’ toon te maken.

1. Kies eerst de voorkeuzetoon die als basis gaat
dienen voor de eigen toon.

Parameters en hun instellingen
Het volgende omschrijft de functie van elke parameter en
geeft het bijbehorende instelbereik.
z Aanslagtijd (Attack Time)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
De tijd die het kost voordat de toon klinkt nadat een
klaviertoets wordt aangeslagen.

2. Druk op de SYNTH toets.

A t k T i me

• Hierdoor wordt de synthysizerfunctie ingeschakeld,
hetgeen wordt aangegeven door de aanwijzer naast
SYNTH op het displayscherm.

z Loslaattijd (Release Time)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)

A t k T i me
1

1
2

De tijd dat de toon blijft aanhouden nadat een klaviertoets
wordt losgelaten.

2

R e l . T i me

Parameterinstelwaarde
Huidige ingesteldeparameter

3. Gebruik de [

] en [ ] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instellingen
wilt veranderen.

z Afsnijfrequentie (Cutoff Frequency)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Hoogfrequentieband afsnijpunt voor de harmonische
componenten van de toon

V i bDe l a y
• Telkens bij indrukken van de [ ] of [ ] CURSOR
toetsen wordt doorgegaan naar de volgende
parameter. Zie “Parameters en hun instellingen” op
pagina D-43 voor informatie over het instelbereik van
elke parameter.

C- o f f Fr q
z Resonantie (Resonance)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Resonantie van de toon

4. De instelling van de momenteel ingestelde

Re s o n a n .

parameter kan m.b.v. de [+] en [–] toetsen
veranderd worden.
• U kunt ook de cijfertoetsen gebruiken om een waarde
in te voeren om zo de instelling van een parameter te
veranderen. Zie “Parameters en hun instellingen” op
pagina D-43 voor informatie over het instelbereik van
elke parameter.

z Vibrato golfvorm (Vibrato Waveform)
(Bereik: Zie hieronder.)
Specificeert de vibrato golfvorm.

V i b . Type

5. Druk nadat u klaar bent met het bewerken van het
geluid op de SYNTH toets om de
synthesizerfunctie te verlaten.
Waarde
• Zie “In het geheugen opslaan van een gebruikerstoon” op
pagina D-45 voor details aangaande het opslaan van
gebruikerstoondata in het geheugen zodat het niet wordt
uitgewist.

707A-D-045A

Betekenis

Sin

Sinusgolf

tri

Driehoekgolf

SAU

Zaagtandgolf

Sqr

Blokgolf

Golfvorm

D-43

CTK900_d.book

44 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Synthesizerfunctie
z Vibratovertraging (Vibrato Delay)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)

z Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de nagalm bij.

Specificeert de hoeveelheid tijd voordat vibrato begint.

V i bDe l a y
z Vibratosnelheid (Vibrato Rate)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Snelheid van het vibrato effect

V i b . Ra t e
z Vibratodiepte (Vibrato Depth)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Diepte van het vibrato effect

V i bDe p t h

Rv b Se n d
z Zwevingzenden (Chorus Send)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de zweving bij.

Ch o Se n d
z DSP lijn (Instellingen: aan, uit (on, oFF))
Deze parameter regelt of het DSP effect gebruikt wordt of
niet.

DSP L i n e

z Octaafverschuiving (Octave Shift)
(Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2)
Omhoog/omlaag octaafverschuiving

Oc t Sh i f t
z Niveau (Level) (Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt het algehele volume van de toon. Hoe
groter de waarde, des te luider het volume. Het instellen van
nul als het niveau houdt in dat de toon in het geheel niet te
horen zal zijn.

DSP instellingen
Gebruik het DSP bewerkingsscherm om het DSP type te
selecteren en parameters te bewerken.

1. Selecteer een toon, druk op de SYNTH toets en
configureer vervolgens de parameterinstellingen.

2. Druk nadat u alles naar wens heeft eenmaal op de
[
] CURSOR toets. Hierdoor wordt doorgegaan
naar het DSP parameter bewerkingsscherm.
Door op de [
] CURSOR toets te drukken wordt
teruggekeerd naar het synthesizerfunctie parameterscherm.

Leve l
z Toetsgevoeligheid (Touch Sensitivity)
(Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Deze parameter regelt het volume van de toonin
overeenkomst met de druk die wordt uitgeoefend op de
klaviertoetsen. Een grotere positieve waarde verhoogt het
volume van het afgegeven signaal als de druk verhoogd
wordt terwijl een negatieve waarde het volume verlaagd bij
meer druk op de klaviertoetsen. Nul als instelling betekent
dat er geen verandering in het afgegeven volume plaatsvindt
terwijl de druk op de klaviertoetsen wel degelijk anders kan
zijn.

Deze instelling specificeert DSP parameters. Zie “DSP
parameters” op pagina D-24, “Effectenlijst” op pagina A-13,
en “DSP algoritmelijst” op pagina D-83 voor nadere
informatie.

• Slaat u een originele toon op met de DSP lijn ingeschakeld
(zie volgende pagina), dan zal bij gewoonweg oproepen de
toon automatisch de DSP lijn, het DSP type en de DSP
parameterinstellingen veranderen. Dit vereenvoudigt het
oproepen van de originele tonen die een DSP effect
bevatten.
• Een indicator verschijnt naast DSP in de display terwijl u een
DSP type of DSP parameterinstellingen aan het maken bent.

T c hSe n s e
D-44

707A-D-046A

CTK900_d.book

45 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Synthesizerfunctie

Hints voor het aanmaken van een eigen
toon
De volgende hints zijn handig advies om het aanmaken van
eigen tonen een stukje sneller en makkelijker onder de knie te
krijgen.
Gebruik een voorkeuzetoon die lijkt op de toon die u wilt
maken. Wanneer u al een idee heeft van wat voor soort toon
u wilt proberen te maken is het altijd handig om te beginnen
met een erop lijkende voorkeuzetoon.
z Experimenteer met verschillende instellingen.
Er zijn geen echte regels hoe een toon er uit moet zien. Laat
uw verbeelding de vrije loop en experimenteer een beetje met
de verschillende combinaties. U zult verbaasd zijn over wat u
kunt bereiken.

In het geheugen opslaan van
een gebruikerstoon
De volgende procedure toont hoe een gebruikerstoon
opgeslagen wordt in het geheugen. Als een toon eenmaal
opgeslagen is, kunt u hem oproepen precies zoals u dat doet
met een voorkeuzetoon.

4. Nadat de toonnaam naar wens ingesteld is drukt u
op de [

] CURSOR toets om de toon op te slaan.

• Gebruik de [+] en [–] toetsen om door letters te
bladeren bij de huidige cursorlocatie.
• Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
cursor naar links en rechts te verplaatsen
• Zie “Invoeren van karakters” voor informatie over het
invoeren van tekst.

5. Druk op de [

] CURSOR toets om de
gebruikerstoon op te slaan.
• Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die u
vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de
YES toets om de data inderdaad op te slaan.
• De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt
kortstondig in de display, gevolgd door het toon- of
ritmeselectiescherm.
• Druk om het opslaan op elk gewenst moment te
onderbreken op de SYNTH toets of op de EXIT toets
om de synthesizerfunctie te verlaten. Door nogmaals
op de SYNTH toets te drukken (voordat een andere
toon wordt geselecteerd) wordt teruggekeerd naar de
synthesizerfunctie terwijl al uw parameterinstellingen
nog steeds op hun plaats staan.

Invoeren van karakters
Gebruikerstoon benoemen en in het
geheugen opslaan

Hieronder volgen de types karakters die u kunt invoeren
wanneer u data in het gebruikersgebied opslaat.

1. Stel een voorkeuzetoon in voor gebruik als basis
van de gebruikerstoon, druk op de SYNTH toets
om de synthesizerfunctie in te schakelen en maak
de gewenste parameterinstelling.

2. Druk nea het maken van de parameterinstellingen
om een gebruikerstoon te creëren tweemaal op de
[
] CURSOR toets.

3. Verander de toonnummer voor het
gebruikersgebied in de display m.b.v. de [+] en [–]
toetsen totdat dat nummer aangegeven wordt
waaronder u de gebruikerstoon wilt opslaan.
• U kunt elk gewenst toonnummer van 700 tot en met
799 selecteren.

707A-D-047A

D-45

CTK900_d.book

46 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Registratiegeheugen
Registratiegeheugen

1

5

2

1
4

MODE
STORE

2
5

BANK

3

4

3

REGISTRATION

Cijfertoetsen

Karakteristieken van het
registratiegeheugen
Het registratiegeheugen laat u maximaal 32 keyboard
instellingen opslaan (4 sets × 8 banken) voor onmiddellijk
oproepen wanneer u ze nodig heeft. Hierdoor volgt een lijst
van instellingen die in het registratiegeheugen worden
opgeslagen.

• Elke bank van het registratiegeheugen bevat aanvankelijk
data wanneer u het keyboard voor de eerste maal in gebruik
neemt. Vervang de bestaande data gewoonweg door uw
eigen data.
• Registratiegeheugenfuncties kunnen niet worden gebruikt
terwijl u de SMF speler-, de melodiegeheugen- of de
demonstratiemelodiefunctie gebruikt.

Instellingen van het registratiegeheugen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•

Toon
Ritme
Tempo
Laag aan/uit
Splitsen aan/uit
Splitspunt
Automatische harmonisatie aan/uit
Mixerinstellingen (kanaal 1 tot en met 10)
Effectinstellingen
Aanslagvolume-instellingen
Toewijsbare aansluitinginstelling
Transponeren
Stemmen
Begeleidingsvolume instelling
Automatisch harmonisatietype
Instelling van de MODE toets
Synchronische standby toestand
Mixer Hold (mixer aanhouden)
DSP Hold (DSP aanhouden)
Synthesizerfunctie parameters (alleen vibratogolfvorm,
vibratovertraging, vibratosnelheid, verbratodiepte)

D-46

707A-D-048A

CTK900_d.book

47 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Registratiegeheugen

Namen voor opstellingen
U kunt instellingen toewijzen aan één van 32 gebieden, die u
kunt selecteren m.b.v. de BANK toetsen 1 tot en met 4 en de
vier REGISTRATION toetsen. De gebiedsnamen lopen van 11 tot en met 8-4 zoals hieronder getoond.

Vastleggen van een opstelling
in het registratiegeheugen

1. Stel een toon en ritme in en maak de opstelling van
het keyboard precies zoals u dat wilt.
• Zie “Instellingen van het registratiegeheugen” op
pagina D-46 voor details over welke data in het
registratiegeheugen wordt opgeslagen.

2. Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de
gewenste bank te selecteren.
• De display keert terug naar de inhoud in stap 1
hierboven als u binnen ongeveer 5 seconden na
indrukken van de BANK toets geen verdere bediening
uitvoert.
• Bank 1 is ingesteld.

Ba n k
3. Druk op een REGISTRATION toets (1 tot en met
4) terwijl u de STORE toets ingedrukt houdt.
1 Gebruik de BANK toets om de bank te selecteren.
Telkens bij indrukken van de BANK toets wordt naar
het volgende banknummer in de cyclus van 1 tot en met
8 gegaan.

2 Door indrukken van één van de REGISTRATION
toetsen (1 tot en met 4) wordt het corresponderende
gebied geselecteerd bij de op het moment geselecteerde
bank.

• Telkens wanneer u een opstelling opslaat en een
opstelnaam toewijst, wordt eventueel eerdere aan die naam
toegewezen data vervangen door de nieuwe data.
• U kunt de MIDI mogelijkheden van het keyboard gebruiken
om uw insteldata op te slaan bij een computer of naar een
ander extern opslagmedium. Zie “Gebruiken van het Music
Data Management Software (op de meegeleverde CDROM)” op pagina D-76 voor details.

707A-D-049A

• De volgende aanduiding verschijnt als u op de 2 toets
drukt.

Store
4. Laat de STORE en REGISTRATION toetsen los.
• De opstelling wordt opgeslagen zodra u een
REGISTRATION toets indrukt in stap 3 hierboven.

D-47

CTK900_d.book

48 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Registratiegeheugen

Oproepen van een opstelling
van het registratiegeheugen

1. Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de
bank te selecteren.
• De display wist het oproepscherm van het
registratiegeheugen automatisch als u binnen
ongeveer vijf seconden na indrukken van de BANK
toets geen verdere bediening uitvoert.

Ba n k
2. Druk op de REGISTRATION toets (1 tot en met 4)
voor het gebied waarvan u de instelling wilt
oproepen.

Re c a l l
• De naam van de opstelling verschijnt samen met de
boodschap “Recall” (oproepen) in de display.

• Wanneer u op een REGISTRATION toets drukt zonder de
BANK toets te gebruiken om eerst een bank in te stellen,
wordt het laatst ingestelde banknummer gebruikt.

D-48

707A-D-050A

CTK900_d.book

49 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie
Melodiegeheugenfunctie

1

2

3

4

5

bm
bn
6

1
4

MODE

7
bk

VARIATION/FILL-IN 1/2

bn

[+]/[–], YES/NO

DRAWBAR ORGAN

TEMPO

7

8 9

bk

2
5

bl
SONG MEMORY
[

]/[

]/[

]/[

] CURSOR

8 SYNCHRO/FILL-IN NEXT
bl SONG MEMORY TRACK

3
6

TONE

9
bm

START/STOP

INTRO/ENDING 1/2

Cijfertoetsen

Dit keyboard staat u toe om vijf verschillende melodieën op
te nemen in het melodiegeheugen voor latere weergave. Er
zijn twee methoden die u kunt gebruiken voor het opnemen
van een melodie: real-time opnemen waarbij u de noten
opneemt zoals u ze op het toetsenbord aanslaat en
stapopname waarbij u akkoorden en noten stuk voor stuk
invoert.

• Layer en splitsing kunnen niet worden gebruikt tijdens
standby voor opname of tijdens het opnemen met de
melodiegeheugenfunctie. Daarnaast worden layer en
splitsing automatisch uitgeschakeld wanneer de
opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld of de opname
wordt gestart.

Sporen
Het melodiegeheugen van het keyboard neemt op en speelt af
op ongeveer dezelfde wijze als een gewone bandrecorder. Er
zijn in het totaal zes sporen die elk onafhankelijk kunnen
worden opgenomen. Naast noten heeft elk spoor ook een
eigen toonnummer. Dan wanneer u de sporen tegelijkertijd
afspeelt, klinkt het alsof een volledige band met zes leden aan
het spelen is. Tijdens het spelen kunt u het tempo bijstellen
om de snelheid van de weergave te veranderen.

707A-D-051A

• Bij dit keyboard is spoor 1 het basisspoor dat gebruikt kan
worden om spelen op het toetsenbord op te nemen samen
met de automatische begeleiding. De sporen 2 – 6 kunnen
worden gebruikt voor toetsenbordspel zodat ze
melodiesporen worden genoemd. De sporen 2 – 6 worden
gebruikt om andere delen toe te voegen aan wat er
opgenomen wordt bij spoor 1.
• Merk op dat elk spoor onafhankelijk is van de andere. Dit
betekent dat zelfs als u een vergissing maakt bij het
opnemen, u alleen dat spoor opnieuw hoeft op te nemen
waar de vergissing werd begaan.
• U kunt verschillende mixerinstellingen gebruiken voor elk
spoor (pagina D-36).

D-49

CTK900_d_14_SongMemory.fm 50 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後3時31分

Melodiegeheugenfunctie

Instellen van een spoor

Gebruik van real-time opname

Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen die gemarkeerd
zijn als CHORD/TR1 tot en met TR6 om het gewenste spoor
in te stellen.

Bij real-time opname worden de noten opgenomen zoals en
op het moment dat u ze speelt op het toetsenbord.

J SONG MEMORY TRACK toetsen

Opnemen m.b.v. real-time opname
1

2

3

4

5

6

1. Druk tweemaal op de SONG MEMORY toets om
real-time opnamestandby in te schakelen.
• Voer stap 2 hieronder uit binnen vijf seconden nadat
de opnamestandby is ingeschakeld.

1
2
3
4
5
6

Spoor 1
Spoor 2
Spoor 3
Spoor 4
Spoor 5
Spoor 6

Basis
melodiegeheugenbediening

• De niveaumeters voor de sporen 11 tot en met 16
worden in de display getoond terwijl de
opnamestandbyfunctie ingeschakeld is bij het
keyboard, zodat u makkelijk kunt checken welke
sporen reeds opgenomen zijn. Zie
“Niveaumeterinhoud tijdens opname-/
bewerkingsstandby” op pagina D-57 voor details.

2. Gebruik de cijfertoetsen om een melodienummer
(0 tot en met 4) te selecteren.

De status van het melodiegeheugen verandert telkens
wanneer u op de SONG MEMORY toets drukt.

Re c o r d
1

1

Melodienummer

• Het bovenstaande melodienummerscherm blijft in de
display voor ca. vijf seconden. Als het scherm
verdwijnt voordat u de kans had om een
melodienummer te selecteren, gebruik dan de [
]
CURSOR toets om het scherm opnieuw te verkrijgen.

3. Voer de volgende instellingen uit.
• Toonnummer
• Ritmenummer
• Tempo
• MODE toets

4. Druk op de START/STOP toets om het opnemen
te starten.
• Real-time opname begint zonder ritme. Druk op de
INTRO/ENDING 1/2 toets of op de VARIATION/
FILL-IN 1/2 toets als u wilt opnemen met een ritme.
• Bij het aanvangen van de opname gaat de REC
indicator knipperen in de display. Na enkele
ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft
dan non-stop branden in de display.

D-50

707A-D-052A

CTK900_d.book

51 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

5. Speel iets op het toetsenbord.
• U kunt ook tevens automatische
begeleidingsakkoorden opnemen door de van
toepassing zijnde functie te selecteren met de MODE
toets.
• Bediening met het los verkrijgbare pedaal wordt ook
opgenomen. Zie “Spoor 1 inhoud na real-time
opname”.

6. Druk op de START/STOP toets om het opnemen
te beëindigen als u klaar bent spelen.
• Mocht u tijdens het opnemen een foutje maken, kunt u
het opnemen weer opnieuw beginnen vanaf stap 1 of
u kunt de montagefunctie (pagina D-58) gebruiken om
correcties aan te brengen.

• Door met real-time opname een spoor op te nemen waarop
reeds opgenomen was wordt de vorige opname door de
nieuwe vervangen.

Instellingen bij de mixerfunctie
De mixerparameters op kanaal 1 (pagina D-36) worden
automatisch opgenomen op spoor 1. U kunt elke parameter
m.b.v. de mixer veranderen.

Geheugencapaciteit
Het keyboard heeft geheugen voor ongeveer 10.000 noten.
• Het maatnummer en het nootnummer knipperen in de
display telkens wanneer het geheugen plaats heeft voor
minder dan 100 noten.
• Het opnemen stopt automatisch (en automatische
begeleiding en ritme stoppen met weergave als ze niet
worden gebruikt) wanneer het geheugen vol raakt.
• Aanvankelijk is er niets opgeslagen in het
melodiegeheugen

Opslag van geheugendata
Spoor 1 inhoud na real-time opname
Naast keyboardnoten en begeleidingsakkoorden worden
tevens de volgende data opgenomen op Spoor 1 tijdens realtime opname. Deze data worden toegepast wanneer Spoor 1
weergegeven wordt.
• Toonnummer
• Ritmenummer
• Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.
• Pedaalbediening (optie)
De volgende data wordt opgenomen als kopdata telkens
wanneer u de opname van een spoor start.
• Mixerinstellingen van andere sporen
• Effecttype
• Begeleidingsvolume
• Nagalmniveau
• Akkoordniveau
• DSP aanhouden aan/uit
• Mixer aanhouden aan/uit

• Bij het maken van een nieuwe opname wordt eventueel
eerdere opgenomen data uit het geheugen gewist.
• Tijdens het maken van een opname gaat de inhoud van het
op te nemen spoor verloren als het keyboard op dat
moment wordt uitgeschakeld.
• Vergeet niet dat u de geheugeninhoud van dit keyboard
ook in massa kunt overladen naar een ander MIDI toestel
met de procedure “Gebruiken van het Music Data
Management Software (op de meegeleverde CD-ROM)” op
pagina D-76.

Spoor 1 real-time opnamevariaties
Hieronder wordt een aantal variaties beschreven die u kunt
gebruiken bij opnemen naar Spoor 1 m.b.v. real-time opname.
Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure “Opnemen
m.b.v. real-time opname” op pagina D-50.

J Beginnen met opnemen met synchrostart
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets. De automatische-begeleiding en de opname zullen
beide starten wanneer u een akkoord speelt op het
begeleidingstoetsenbord.

J Opnemen m.b.v. intro, eindigen en fill-in
Tijdens het opnemen kunnen de INTRO/ENDING 1/2,
SYNCHRO/FILL-IN NEXT en VARIATION/FILL-IN 1/2
toetsen (pagina D-32 en D-33) alle gebruikt worden zoals
gewoonlijk.

707A-D-053A

D-51

CTK900_d.book

52 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie
J Om automatische begeleiding tegelijkertijd
(synchro) te laten beginnen met een intropatroon
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets en vervolgens op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/
ENDING 2 toets. De automatische begeleiding start samen
met het introductiepatroon wanneer u een akkoord speelt op
het begeleidingstoetsenbord.

J Om automatische weergave te beginnen
halverwege een opname
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets en speel dan iets op het melodietoetsenbord om het
opnemen te starten zonder automatische begeleiding. Speel
een akkoord op het begeleidingstoetsenbord wanneer u het
punt bereikt waarop u de begeleiding wilt laten starten om op
die manier de automatische begeleiding te starten.

Weergeven van het
melodiegeheugen
Nadat u sporen opgenomen heeft bij het geheugen kunt u ze
weergegeven om te horen hoe ze klinken.

Van het melodiegeheugen weergeven

1. Gebruik de SONG MEMORY toets om de
weergavestandbyfunctie in te schakelen en
gebruik dan de cijfertoetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.

P l ay
1

1
2

2

Melodienummer
Weergavestandby

• U kunt meespelen op het toetsenbord en lagen (pagina
D-61) en spltsing (pagina D-62) gebruiken tijdens de
weergave.
• Als de START/STOP toets wordt ingedrukt om weergave te
starten van het melodiegeheugen, dan begint de weergave
altijd vanaf het begin van de melodie.
• Het gehele toetsenbord fungeert als een
melodietoetsenbord, ongeacht de instelling van de
begeleidingsfunctie.

Uitschakelen van een bepaald spoor
Druk op de SONG MEMORY TRACK toetsen van het spoor
dat u wilt uitschakelen of gebruik de mixer (pagina D-36) om
het kanaal van het spoor uit te schakelen.

Opnemen van de melodie en
akkoorden met stapopname
Met stapopname kunt u automatische begeleidings
akkoorden en -noten opnemen en zelfs noten stuk voor stuk
instellen. Zelfs diegenen die het moeilijk vinden mee te spelen
met automatische begeleiding kunnen automatische
begeleidingen zelf creëren, gebaseerd op hun eigen originele
akkoordprogressies. Hieronder volgt het type data dat op de
sporen 1 - 6 kan worden opgenomen.
Spoor 1

: Akkoorden en automatische begeleiding

Sporen 2 - 6

: Drummen

Neem bij stapopname eerst de akkoorden en automatische
begeleiding op in spoor 1. Neem vervolgens de melodie op de
sporen 2 - 6 op.

• Gebruik de procedure onder “Opnemen van spoor 2 tot en
met 6 met real-time opname” op pagina D-55 voor details
hoe u op de sporen 2 - 6 kunt opnemen.

• Het bovenstaande melodienummerscherm blijft
gedurende ongeveer vijf sekonden in de display. Als
het scherm verdwijnt voordat u de kans had om een
melodienummer te selecteren, gebruik dan de [
]
CURSOR toets om het scherm opnieuw te verkrijgen.

2. Druk op de START/STOP toets om de melodie
weer te geven die u ingesteld heeft.
• U kunt de TEMPO toetsen gebruiken om het
weergavetempo bij te regelen.
• Druk nogmaals op de START/STOP toets om de
weergave te stoppen.

D-52

707A-D-054A

CTK900_d.book

53 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

Opnemen van akkoorden met stapopname

1. Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
opnamestandbyfunctie in te schakelen, en gebruik
dan de cijfertoetsen om het melodienummer (0 tot
en met 4) te selecteren.

S t e p Re c

gespeeld dient te worden totdat het volgende
akkoord wordt gespeeld).
• Stel de lengte van het akkoord in met de cijfertoetsen.
Zie “Instellen van de nootlengte” op pagina D-54 voor
details.
• Het ingestelde akkoord en de lengte worden in het
geheugen opgeslagen en het keyboard staat klaar voor
invoer van het volgende akkoord.
• Herhaal de stappen 5 en 6 voor het invoeren van meer
akkoorden.

7. Druk na voltooien van de opname op de START/

1

1

6. Voer de lengte van het akkoord in (hoe lang hij

STOP toets.
• Hierdoor wordt weergavestandby ingevoerd voor de
melodie die u zojuist heeft opgenomen.

Knippert

2. Voer de volgende instellingen uit.

• Druk op de START/STOP toets om de melodie op dat
moment weer te geven.

• Ritmenummer
• MODE toets

3. Om spoor 1 in te stellen, druk op de CHORD/TR1
toets die één van de SONG MEMORY TRACK
toetsen is.
• Bij het aanvangen van de opname gaat de REC
indicator knipperen in de display. Na enkele
ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft
dan non-stop branden in de display.

4. Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets.
5. Speel een akkoord.
• Gebruik de akkoordspeelmethode die gespecificeerd
wordt door de huidige MODE instelling (FINGERED,
CASIO CHORD, etc.).
• Specificeer het akkoord d.m.v. het grondtoon
invoertoetsenbord en het akkoordtype
invoertoetsenbord wanneer de begeleidingsfunctie
ingesteld is op NORMAL. Zie “Instellen van
akkoorden tijdens de normale functie” op pagina D-54
voor details.

Ch o r d
1

2

1
2

Akkoordnaam
Huidige maat, maatslag en klok op huidige plaats*

* 96 klokken = 1 maat

707A-D-055A

• Volg de procedure bij “Corrigeren van fouten tijdens
stapopname” op pagina D-57 voor het corrigeren van
invoerfouten die u maakt tijdens stapopname.
• U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data
toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 3 in de
bovenstaande procedure. Hierdoor plaatst het startpunt voor
stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste maatslag
onmiddellijk volgend op de eerde opgenomen data.
• Invoeren van “0” als akkoordlengte in stappen 5 en 6 van de
bovenstaande procedure geeft een rustpauze aan maar
deze rustpauze komt verder niet naar voren in de
begeleidingsinhoud wanneer de begeleiding gespeeld
wordt.

Inhoud van spoor 1 na stapopname
Naast akkoorden worden de volgende data ook opgenomen
op spoor 1 tijdens stapopname. Deze data wordt toegepast
telkens bij weergave van spoor 1.
• Ritmenummer
• Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.

• U kunt ook de cijfertoetsen 1 tot en met 7, en toets 9
gebruiken om de toetsloslaattiming te specificeren voor de
VARIATION/FILL-IN 1, VARIATION/FILL-IN 2 en
SYNCHRO/FILL-IN NEXT toetsen. Zie “Instellen van de
nootlengte” op pagina D-54 voor nadere informatie. Door de
loslaattiming te specificeren wordt gespecificeerd dat de
betreffende toets ingedrukt blijft voor een bepaalde tijdsduur.
Als u geen loslaattiming specificeert, wordt het aangenomen
dat de toets aangeslagen en meteen weer losgelaten wordt.

D-53

CTK900_d.book

54 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

Instellen van akkoorden tijdens de normale
functie
Wanneer de begeleidingsfunctie tijdens stapopname
ingesteld is op NORMAL, kunt u een methode specificeren
die afwijkt van de CASIO CHORD en FINGERED
vingerzettingen. Deze akkoordspecificatie methode kan
gebruikt worden om 18 verschillende akkoordtypes in te
voeren d.m.v. slechts twee klaviertoetsen, zodat akkoorden
gespecificeerd kunnen worden zelfs als u zelf niet weet hoe u
ze zou moeten spelen.

Voorbeeld 2:
Om Gm/C in te voeren, houdt u C en G op het
grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op de
m klaviertoets van het akkoordtype toetsenbord.

Instellen van de nootlengte
Tijdens stapopname worden de cijfertoetsen gebruikt voor
het instellen van de lengte van elke noot.

1
2
3
4
5
6
7
8
9
bk
bl
bm
bn
bo
bp
bq
br
bs

Majeur

J Nootlengte

Mineur
Vermeerderd
Verminderd
Aangehouden vier
Septiem
Mineur septiem

Stel met de cijfertoetsen [1] tot en met [6] hele noten ( ), halve
noten ( ), kwartnoten ( ), achtste noten ( ), 16de noten ( ) en
32ste noten ( ) in.
Voorbeeld:
Druk op cijfertoets [3] om een kwartnoot ( ) in te
stellen.

Majeur septiem
Mineur majeur septiem

J Punten ( ) en triplo’s (

Septiem mol vijf

Terwijl u de [7] (punten) of [9] (triplo’s) toetsen ingedrukt
houdt, kunt u met de toetsen [1] - [6] de lengte van de noten
invoeren.

Mineur septiem mol vijf
Septiem aangehouden vier
Verminderd septiem
Mineur toegevoegde none
Toegevoegde none
Mineur sext
Sext
Sext none

Om het akkoord in te stellen houdt u de betreffende
klaviertoets van het toetsenbord voor invoeren van de
grondtoon ingedrukt en drukt u dan op de klaviertoets van
het toetsenbord voor het akkoordtype om dit in te stellen. Bij
invoeren van een akkoord met een speciale basnoot wordt bij
indrukken van twee toetsen van het toetsenbord voor de
grondtoon de ingestelde lagere noot ingesteld als bastoon.
Voorbeeld 1:
Om Gm7 in te voeren, houdt u G op het grondtoon
toetsenbord ingedrukt en drukt u op de m7
klaviertoets van het akkoordtype toetsenbord.

)

Voorbeeld:
Om een gepunte 8ste noot ( ) in te stellen houdt u
cijfertoets [7] ingedrukt en drukt u op cijfertoets [4].

J Dwarsbalk
Voer eerst de eerste en vervolgens de tweede noot in.
Voorbeeld:
Om
in te voeren, druk op [4] en daarna op
[8]. Druk vervolgens op [5]. Deze noot wordt
dan verbonden aan de volgende ingevoerde
noot (16de noot in dit voorbeeld).

J Rustpauze
Houd cijfertoets [0] ingedrukt en druk vervolgens op de
cijfertoetsen [1] - [9] om de lengte van de rustpauze in te
stellen.
Voorbeeld:
Houd om een rustpauze van een 8ste noot
cijfertoets [0] ingedrukt en druk op cijfertoets [4].
• Door op de [ ] CURSOR toets te drukken worden
rustpauzes tot aan het begin van de volgende maat
ingevoerd.

D-54

707A-D-056A

CTK900_d.book

55 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

Spoor 1 stapopname variaties
Hieronder volgt een beschrijving van verschillende variaties
die u kunt gebruiken bij opnemen op spoor 1 m.b.v.
stapopname. Al deze variaties zijn gebaseerd op de
procedure beschreven onder “Opnemen van akkoorden met
stapopname” op pagina D-53.

J Starten van de begeleiding met een een
intropatroon
Druk in stap 4 na de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets op de
INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING 2 toets.

Opnemen van meerdere sporen
Spoor 1 van het melodiegeheugen van het keyboard neemt de
automatische begeleiding en spelen op het toetsenbord op.
Daarnaast zijn er vijf andere sporen die u kunt gebruiken om
enkel melodiedelen op te nemen. U kunt verschillende tonen
opnemen naar de melodiesporen en een volledig ensemble
van muziekinstrumenten opbouwen voor uw opnamen. De
procedure die u gebruikt voor het opnemen van de sporen 2
t/m 6 is identiek aan de methode die u gebruikte voor het
opnemen naar spoor 1.

J Overschakelen naar een ritmevariatie

Opnemen van spoor 2 tot en met 6 met real-

Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of
VARIATION/FILL-IN 2 toets onmiddellijk voor invoeren
van het akkoord.

time opname

J Tussenvoegen van een fill-in
Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of
VARIATION/FILL-IN 2 toets op de maat of maatslag
onmiddellijk voor de maatslag of het akkoord waar u de fillin wilt tussenvoegen.

J Tussenvoegen van een slotpatroon
Druk in stap 5 op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING
2 toets tijdens de maat of maatslag juist voor het akkoord
waar u het slotpatroon wilt tussenvoegen.

• De lengte van het slotpatroon hangt af van het ritme dat u
gebruikt. Controleer de lengte van het slotpatroon dat u
gebruikt en stem de lengte van het akkoord daarop af in stap
6. Als het akkoord te kort is in stap 6 kan het slotpatroon
afgekapt worden.

U kunt op spoor 2 tot en met 6 opnemen terwijl u tegelijkertijd
afspeelt wat u van te voren op spoor 1 en eventuele andere
sporen eerder had opgenomen.

1. Druk tweemaal op de SONG MEMORY toets om
de opnamestandbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de cijfertoetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
• Het melodienummer dat u instelt zou de melodie
moeten zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.

2. Stel het op te nemen spoor (2 tot en met 6) in
m.b.v. de SONG MEMORY TRACK toetsen.
• Terwijl de opnamestandbyfunctie van het keyboard
ingeschakeld is, toont de display de niveaumeters
voor de kanalen 11 tot en met 16 zodat u kunt
controleren welke sporen reeds opgenomen zijn. Zie
“Niveaumeterinhoud tijdens opname-/
bewerkingsstandby” op pagina D-57 voor details.

3. Voer de volgende instellingen uit.
• Toonnummer

J Om stapopname van akkoorden uit te voeren
zonder ritme
Sla stap 4 over. Het ingestelde akkoord met de lengte omlijnd
met de cijfertoetsen wordt opgenomen. Hier kan een
rustpauze worden opgenomen zodat een origineel
akkoordpatroon kan worden aangemaakt.

J Toevoegen van akkoordbegeleiding halverwege
ritmeweergave
Druk in plaats van stap 4 aan het begin van de opname op de
VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/FILL-IN 2 toets en
voer rustpauzes in. Voer dan bij stap 5 de akkoorden in. Waar
u de rustpauzes plaatste wordt alleen het ritme gespeeld
terwijl de akkoordweergave na de rustpauzes start.

707A-D-057A

• Tempo

4. Druk op de START/STOP toets om met opnemen
te beginnen.
• Op dit moment wordt de inhoud van reeds
opgenomen sporen afgespeeld.
• Eventuele bediening van het los verkrijgbare pedaal
wordt ook opgenomen.

5. Speel op het toetsenbord wat u op het ingestelde
spoor wilt opnemen.

6. Druk op de START/STOP toets om het opnemen
te stoppen wanneer u klaar bent.

D-55

CTK900_d.book

56 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

Spoorinhoud na real-time opname
Naast noten van het toetsenbord kunnen de volgende data
ook opgenomen worden op het ingestelde spoor tijdens realtime opname. Deze data worden later toegepast bij weergave
van het spoor.
• Toonnummer
• Pedaalbediening
De volgende data worden in de kopregel opgenomen
wanneer u de opname van een spoor start.
• Mixerinstellingen van andere sporen
• Effecttype
• Begeleidingsvolume
• Nagalmniveau
• Zwevingniveau
• DSP aanhouden aan/uit
• Mixer aanhouden aan/uit

3. Stel een toonnummer in.
• Door indrukken van een TONE toets of de
DRAWBAR ORGAN toets worden het toonnummer
en de toonnaam op de display verkregen. U kunt dan
de cijfertoetsen, of de [+] (verhogen) en [–] (verlagen)
toetsen om de toon te veranderen.
• Druk na veranderen van het toonnummer op een
klaviertoets om het naamscherm en het toonnummer
te wissen en terug te gaan naar het nootinvoerscherm.

4. Voer m.b.v. de klaviertoetsen noten in of
rustpauzes met cijfertoets [0].
• Op dit moment, toont de display de druk op de
klaviertoetsen (snelheid). Gebruik de [+] (verhogen)
en [–] (verlagen) toetsen om de snelheid te
veranderen.
• U kunt ook een akkoord invoeren.

5. Gebruik de cijfertoetsen om de lengte van de
Om de sporen 2 en 6 op te nemen m.b.v.
stapopname

noten of rustpauzes in te voeren (pagina D-54).

6. Herhaal de stappen 4 en 5 om meer noten in te
voeren.

Deze procedure beschrijft hoe noten stuk voor stuk kunnen
worden ingevoerd waarbij de toonhoogte en lengte van elke
noot ingesteld kan worden.

7. Druk op de START/STOP toets om de opname te
beëindigen wanneer u klaar bent.

1. Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
real-time opnamestandbyfunctie in te schakelen
en gebruik vervolgens de cijfertoetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
• Het melodienummer dat u instelt zou de melodie
moeten zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.

S t e p Re c
2. Kies het spoor (2 - 6) waarop moet worden
opgenomen met de SONG MEMORY TRACK
toetsen.
Voorbeeld:
Kies spoor 2.

• Volg de procedure bij “Corrigeren van fouten tijdens
stapopname” op pagina D-57 voor het corrigeren van
invoerfouten die u maakt tijdens stapopname.
• U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data
toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 2 in de
bovenstaande procedure. Hierdoor plaatst het startpunt voor
stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste maatslag
onmiddellijk volgend op de eerde opgenomen data.
• Telkens wanneer u naar de sporen 2 tot en met 6 opneemt,
fungeert het gehele toetsenbord als een melodietoetsenbord
ongeacht de huidige instelling van de MODE toets.
• Bij het weergeven van data die opgenomen zijn met de
geavanceerde tonen aan het begin van de meervoudige
sporen, gebruikt het keyboard het DSP type van de
geavanceerde toon die opgenomen is bij het spoor van de
grootste spoornummer.
• Bij het weergeven van een spoor dat opgenomen was met
een geselecteerde geavanceerde toon, kan er een lichte
vertraging plaatsvinden voordat de eerste noot van het spoor
te horen is. Mocht dit het geval zijn, probeer dan om een
korte pauze aan het begin van het spoor toe te voegen.

1

1

Knippert

Spoorinhoud na stapopname
Naast akkoorden worden de volgende data ook opgenomen
op spoor tijdens stapopname. Deze data wordt toegepast
telkens bij weergave van het spoor.
• Toonnummer

D-56

707A-D-058A

CTK900_d.book

57 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

Niveaumeterinhoud tijdens opname-/
bewerkingsstandby
De kanalen 11 - 16 komen overeen met de sporen 1 - 6. Tijdens
opname-/bewerkingsstandby (pagina D-58) geeft de
niveaumeterdisplay aan welke sporen reeds opgenomen en
welke nog steeds leeg zijn. Sporen met 4 verlichte segmenten
bevatten reeds data terwijl sporen zonder verlichte
segmenten geen data bevatten.

2. Gebruik terwijl u de data op de display bekijkt, de
[ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
invoeraanwijzer te verplaatsen naar de data die u
wilt veranderen.
Voorbeeld:
Om alle nootdata volgend op noot A3 bij Maat
120, maatslag 1, klok 0 te veranderen.

No t e A3
1
2

1
2
Opnamespoor
Spoor waarop niet wordt opgenomen

Corrigeren van fouten tijdens
stapopname
Geheugendata kan worden beschouwd als bladmuziek die
gespeeld wordt van links naar rechts met het invoerpunt
gewoonlijk ver rechts van de opgenomen data.
De hier beschreven procedure laat u dit invoerpunt naar links
bewegen zodat u veranderingen in reeds ingevoerde data
kunt aanbrengen. Merk echter op dat bij bewegen van het
invoerpunt naar links en het veranderen van data
automatisch tot gevolg heeft dat alle data rechts van dit punt
meteen geheel gewist wordt.

Corrigeren van fouten tijdens stapopname

1. Gebruik zonder de stapopname te verlaten de
[ ] CURSOR toets om de invoeraanwijzer naar
links te verplaatsen.
• De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP
indicator gaat knipperen.

3. Druk op de [

] CURSOR toets.

Rew r i t e ?
4. Druk op de YES toets.
• Dit wist alle data van de plaats die u specificeerde
waarna de opnamstandbyfunctie wordt ingeschakeld.
• Door op de [
] CURSOR toets of de NO toets te
drukken wordt het wissen van de data geannuleerd.

No t e C# 4

• Wanneer u het einde van de opname bereikt door op de
[
] CURSOR toets te drukken, verschijnt de REC indicator
en gaat de STEP indicator knipperen in de display om aan te
geven dat u meer data kunt toevoegen tijdens stapopname.

707A-D-059A

D-57

CTK900_d.book

58 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

Wissen van specifieke nootdata

1. Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Corrigeren van
fouten tijdens stapopname” op de vorige pagina
om de noot aan te geven die u wilt uitwissen.

4. Gebruik de

[ ] en [ ] CURSOR toetsen om
naar de locatie op het spoor te gaan waar de noot
of de parameter zich bevindt die u wilt veranderen.
Voorbeeld van nootbewerking

2. Druk tweemaal op de [ ] CURSOR toets.
3. Druk in antwoord op de “Delete?” (wissen?)

1

2

No t e C4

boodschap die op het scherm verschijnt op de Ja
YES toets om de aangegeven noot te wissen.

Bewerken van de
geheugeninhoud
Na opnemen naar het keyboardgeheugen kunt u nog steeds
afzonderlijke noten en parameterinstellingen (zoals
bijvoorbeeld toonnummer) oproepen en naar wens
veranderingen aanbrengen. Dit betekent dat u verkeerd
gespeelde noten kunt corrigeren, tooninstellingen kunt
veranderen, enz.
De volgende types data kunnen worden bewerkt.
• Nootintensiteit
• Noten
• Akkoorden
• Toonnummers
• Ritmenummer
• Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.

Bewerken van de geheugeninhoud

1. Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
stapopname standbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de [+] en [–] toetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.

S t e p Re c

1
2

Snelheid
Toonhoogte

5. Breng gewenste veranderingen aan in de waarde.
• De procedures die u gebruikt voor het veranderen van
een parameter hangen af van het betreffende type
data. Zie “Bewerkingstechnieken en display-inhoud”
op pagina D-59 voor details.
• Herhaal de stappen 4 en 5 om andere parameters te
bewerken.

6. Druk op de START/STOP toets om het bewerken
te stoppen wanneer u klaar bent.

• De enige parameters die kunnen worden bewerkt bij de
sporen 2 tot en met 6 zijn noten en toonnummers.
• Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de Sporen
1 - 6 aan de gang was.
• U kunt enkel de toonnummers veranderen die oorspronkelijk
ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met 6 m.b.v. stapvoor-stap opname.
• Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor 1
aan de gang was.
• U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v. stapvoor-stap opname.
• De bewerkingsprocedure kan niet worden gebruikt om meer
data toe te voegen aan de opname.
• Gedeelten van een opname kunnen niet naar een andere
plaats worden overgebracht binnen een opname.
• De nootlengte kan niet worden veranderd.

1

1

Knippert

2. Stel het reeds opgenomen en te bewerken spoor
in m.b.v. de SONG MEMORY TRACK toetsen.

3. Druk op de [

] CURSOR toets om de
bewerkingsfunctie in te schakelen.
• De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP
indicator gaat knipperen.

D-58

707A-D-060A

CTK900_d.book

59 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

Bewerkingstechnieken en display-inhoud
Hieronder worden bewerkingstechnieken beschreven die u
kunt gebruiken om de verschillende in het geheugen
opgeslagen parameters te veranderen.

J Veranderen van de toonhoogte van een noot
Verander de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen.

N o t e G4
J Veranderen van de toonhoogte van een noot
Voer een nieuwe noot in bij het toetsenbord om de
toonhoogte van een noot te veranderen. De toonhoogte die u
hier specificeert wordt weergegeven op het toetsenbord en de
noten worden aangegeven door de notenbalk in de display.

N o t e G4

• Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de Sporen
1 tot en met 6 aan de gang was.
• U kunt enkel de toonnummers veranderen die oorspronkelijk
ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met 6 m.b.v. stapvoor-stap opname.

J Veranderen van een ritmenummer
Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen om een
ritmenummer te veranderen.

Po p 1
• Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor 1
aan de gang was.
• U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v. stapvoor-stap opname.

J Veranderen van een ritmeregelbediening*
• Tijdens het bewerken van de geheugeninhoud mag u nooit
een noot veranderen zodat hij identiek is aan de
voorafgaande of de erop volgende noot. Hierdoor verandert
nl. de lengte van de veranderde noot en de voorafgaande of
de erop volgende noot. Mocht dit plaatsvinden dan dient u
het gehele spoor opnieuw op te nemen.

J Veranderen van een akkoord
Gebruik de akkoord vingerzettingmethode die geselecteerd
werd met de MODE toets (FINGERED, CASIO CHORD, enz.)
om een akkoord in te voeren.

* Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN
NEXT toets.
Druk op de ritmeregeltoets waarnaar u wilt veranderen.

I n t / En d 1
Bewerken van een melodie

Ch o r d

J Veranderen van een toonnummer
Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen om een
toonnummer te veranderen.

U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens de
melodiebewerkingsfunctie.
• Wis een melodie
• Wis een spoor
• Melodiekopregeldata herschrijven (paneelopname)

Wissen van een melodie

1. Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de
weergavestandby in te schakelen.

S t . G r Pn o
707A-D-061A

2. Gebruik de [+] en [–] toetsen om het nummer in te
stellen van de melodie die u wilt wissen.

D-59

CTK900_d.book

60 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Melodiegeheugenfunctie

3. Druk op de [

] CURSOR toets. Druk tweemaal
op de [
] CURSOR toets als er zich geen
melodienummer in de display bevindt.
• Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.

5. Druk op de YES toets.
• Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (bent u er
zeker van?) om te bevestigen dat u het spoor
inderdaad wilt wissen.

6. Druk op de YES toets om het spoor te wissen.

4. Druk op de YES toets.
• Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (bent u er
zeker van?) om te bevestigen dat u de melodie
inderdaad wilt wissen.

5. Druk op de YES toets om de melodie te wissen en
terug te keren naar weergavestandby.

• U kunt het melodienummer niet veranderen tijdens
spoorwissen standby.
• Als op de SONG MEMORY toets gedrukt wordt tijdens
spoorwissen standby wordt teruggegaan naar
opnamstandby.

Om een specifiek spoor uit te wissen

1. Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de
weergavestandby in te schakelen.

2. Gebruik de [+] en [–] toetsen om het nummer in te
stellen van de melodie die het spoor bevat dat u
wilt wissen.

3. Druk op de [

] CURSOR toets. Druk drie maal
op de [
] CURSOR toets als er zich geen
melodienummer in de display bevindt.
• Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.

Herschrijven van melodiekopregeldata
(paneelopname)
U kunt een procedure gebruiken die “Paneelopname” wordt
genoemd om instellingen zoals o.a. oorspronkelijke mixer,
tempo enzovoort te veranderen die in de melodiekopregels
opgeslagen zijn.

1. Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de
weergavestandby in te schakelen.

2. Gebruik de [+] en [–] toetsen om de melodie in te
stellen die de kopregeldata bevat die u wilt
herschrijven.

T r . De l . ?
1

1
2

3. Maak de gewenste veranderingen in de
kopregeldata.

2

4. Druk driemaal op de [

Nummer van de melodie die het spoor bevat (kan
niet worden veranderd)
Spoorwissen standby

4. Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen om
het opgenomen spoor of sporen in te stellen
waarvan u de data wilt uitwissen.

] CURSOR toets.

• Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.
• Hierdoor verschijnt de boodschap “Pnel Rec?”
(paneelopname?) in de display.

5. Druk op de YES toets om het spoor te wissen.

Spoorwissen standby

1

1
2

2

Opgenomen spoor
Spoor dat wordt gewist (meerdere sporen kunnen
worden gespecificeerd.)

• U kunt meer dan één spoor specificeren om uit te
wissen door meer dan één spoorkeuzetoets in te
drukken.
• Om selectie van een spoor ongedaan te maken drukt u
gewoonweg nogmaals op de spoorkeuzetoets.

D-60

707A-D-062A

CTK900_d.book

61 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard
Instellingen van het keyboard

1

2

3

4 5

9
bk
6 78

1
4

MODE

2
5

TRANSPOSE/FUNCTION

3

TONE

EXIT

DSP

SPLIT

7
bk

LAYER

8

[

6
9

]/[

]/[

]/[

] CURSOR

Cijfertoetsen

[+]/[–], YES/NO

Onderdelen
Er kunnen tijdens spelen op het toetsenbord maximaal vier
delen (genummerd 1 tot en met 4) tegelijkertijd worden
gebruikt. Deze delen kunnen gebruikt worden door de lagenen splitsfuncties zoals hieronder beschreven.

Lagen aanbrengen bij tonen

1. Stel eerst de hoofdtoon in.
Voorbeeld:
Druk om “461 GM BRASS” als de hoofdtoon te
selecteren op de TONE toets en gebruik dan de
cijfertoetsen om 4, 6 en daarna 1 in te voeren.

Deel 1: Hoofdtoondeel
Deel 2: Gelaagd toondeel
Deel 3: Splitstoondeel

Br ass

Deel 4: Gelaagd en splitstoondeel

Gebruik van lagen
Met de lagenfunctie kunt u twee verschillende tonen (een
hoofdtoon en een gelaagde toon) toewijzen aan het
toetsenbord die beide weergegeven worden telkens wanneer
u een klaviertoets aanslaat. U kunt bijvoorbeeld de GM
FRENCH HORN toon als laag aanbrengen over de GM
BRASS toon om een rijk en koperachtige geluid te
produceren.

J LAGEN

G

2. Druk op de LAYER toets.
1

2

S t r i n g 1G
1
2

Ingestelde gelaagde toon
Aanwijzer

3. Stel de gelaagde toon in.
Voorbeeld:
Gebruik om “460 GM FRENCH HORN” als de
gelaagdetoon te selecteren de cijfertoetsen om 4,
6 en daarna 0 in te voeren.

F r Ho r n G
4. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
• Beide tonen klinken nu op hetzelfde moment.

707A-D-063A

D-61

CTK900_d.book

62 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard

5. Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te
“ontlagen” en het keyboard terug te brengen in de
normale staat.

Splitsen van het toetsenbord

1. Stel eerst de hoofdtoon in.
Voorbeeld:

• Door lagen in te schakelen schakelt het op dat moment
geselecteerde deel van Deel 1 naar Deel 2, en toont de
gelaagde toon. Op dat moment kunt u de [ ] en [ ]
CURSOR toetsen gebruiken om over te schakelen tussen de
delen. Door het maken van lagen uit te schakelen, wordt
teruggegaan naar Deel 1.
• De hoofdtoon klinkt via kanaal 1 terwijl de gelaagde toon via
kanaal 2 weergegeven wordt. De mixer kan tevens gebruikt
worden om de instellingen voor toon en volume van deze
kanalen te veranderen.
• Merk op dat het maken van lagen niet mogelijk is tijdens de
opnamestandbyfunctie of tijdens opnemen met de
melodiegeheugenfunctie of terwijl u de SMF spelerfunctie
aan het gebruiken bent.

Om “448 GM STRINGS 1” als de hoofdtoon te
specificeren drukt u op de TONE toets en
gebruikt u vervolgens de cijfertoetsen om 4, 4 en
vervolgens 8 in te voeren.

S t r i n g 1G
2. Druk op de SPLIT toets.
1

A c o u s B sG

Gebruik van splitsen
Met splitsing wijst u twee verschillende tonen (een hoofdtoon
en een splitstoon) toe aan het linker en het rechter gedeelte
van het toetsenbord, zodat u dus één toon met de linkerhand
en één toon met de rechterhand kunt spelen. U kunt
bijvoorbeeld GM STRINGS 1 als de hoofdtoon (hoog bereik)
selecteren en GM PIZZICATO als de splittoon (laag bereik)
zodat u op die manier de beschikking over een heel
strijkensemble in uw vingers heeft.
Met splitsing kunt u tevens het splitspunt specificeren wat de
plaats op het toetsenbord is waar er verandering optreedt
tussen de twee tonen.

• Laat de MODE toets in de NORMAL of FULL RANGE
CHORD positie.

J SPLITSEN

2

1
2

Ingestelde splitstoon
Aanwijzer

3. Stel de splitstoon in.
Voorbeeld:
Om “445 GM PIZZICATO” als de splittoon te
selecteren gebruikt u de cijfertoetsen om 4, 4 en
vervolgens 5 in te voeren.

P i zzca tG
4. Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op de
klaviertoets die de meest linkertoets van het hoge
bereik dient te worden.
Voorbeeld:
Druk op de G3 klaviertoets om G3 als splitspunt
in te stellen.

G3
5. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
• Aan elke klaviertoets vanaf F#3 en lager is de GM
PIZZICATO toon toegewezen, terwijl aan elke
klaviertoets vanaf G3 en hoger de GM STRINGS 1
toon is toegewezen.

6. Druk nogmaals op de SPLIT toets om het
toetsenbord te “ontsplitsen” en hem terug in de
normale staat te brengen.

D-62

707A-D-064A

CTK900_d_15_Setting.fm

63 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時58分

Instellingen van het keyboard

2. Druk op de SPLIT toets en voer daarna het
• Door splitsing in te schakelen wordt het op dat moment
geselecteerde deel overgeschakeld naar Deel 3 en wordt de
splitstoon aangegeven. Op dat moment kunt u de [ ] en
[ ] CURSOR toetsen gebruiken om over te schakelen
tussen de verschillende delen. Door de splitsfunctie uit te
schakelen wordt teruggegaan naar Deel 1.
• De hoofdtoon klinkt via kanaal 1 terwijl de gelaagde toon via
kanaal 3 weergegeven wordt. De mixer kan tevens gebruikt
worden om de instellingen voor toon en volume van deze
kanalen te veranderen.
• Merk op dat het splitsen niet mogelijk is tijdens de
opnamestandbyfunctie of tijdens opnemen met de
melodiegeheugenfunctie of wanneer u de SMF spelerfunctie
aan het gebruiken bent.
• Wanneer de begeleidingsfunctie ingesteld is op CASIO
CHORD of FINGERED, is het bereik van het
begeleidingstoetsenbord ingesteld in overeenkomst met het
splitspunt dat u met de bovenstaande procedure
specificeerde.

Gebruik van lagen en splitsen
tegelijkertijd
Lagen en splitsen kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om
een gelaagd splitstoetsenbord te verkrijgen. Er is geen verschil
tussen eerst gelaagde tonen creëren en vervolgens het
toetsenbord splitsen en deze handelingen in omgekeerde
volgorde doen. Als lagen en splitsen tegelijkertijd gebruikt
worden, zullen twee tonen (hoofdtoon + gelaagde toon) aan
het hoge bereik van het toetsenbord en twee aan het lage
bereik (splitstoon en gelaagde splitstoon) toegewezen worden.

nummer van de splitstoon in.
Voorbeeld:
Om “445 GM PIZZICATO” als de splitstoon in te
stellen.

P i zzca tG
• Druk na instellen van de splitston op de SPLIT toets
om het toetsenbord te ontsplitsen.

3. Druk op de LAYER toets en voer daarna het
nummer van de laagtoon in.
Voorbeeld:
Om “460 GM FRENCH HORN” als de gelaagde
toon in te stellen.

F r Ho r n G
4. Druk op de SPLIT toets of de LAYER toets zodat
zowel de splits- (SPLIT) als de laagindicator
(LAYER) op de display staan.

5. Voer het nummer van de gelaagde splitstoon in.
Voorbeeld:
Om de “448 GM STRINGS 1” toon in te stellen,
voert u 4, 4 en 8 in.

S t r i n g 1G

J GELAAGD EN GESPLITST

6. Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op de
klaviertoets waar u de laagste noot (de meest
linker toets) wilt hebben van het hoge bereik
(bereik aan de rechter kant).

7. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
• Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te
“ontlagen” en druk nogmaals op de SPLIT toets om
het toetsenbord te “ontsplitsen”.

Splitsen van het toetsenbord en daarna het
lagen van tonen

1. Druk op de TONE toets en voer daarna het
toonnummer van de hoofdtoon in.
Voorbeeld:
Om “461 GM BRASS” als de hoofdtoon in te stellen.

Br ass
707A-D-065A

G
D-63

CTK900_d.book

64 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard

• Door lagen + splitsen in te schakelen wordt het op dat
moment geselecteerde deel overgeschakeld naar Deel 4 en
wordt de gelaagde toon aangegeven. Op dat moment kunt u
de [ ] en [ ] CURSOR toetsen gebruiken om tussen de
verschillende delen over te schakelen. Door lagen uit te
schakelen wordt teruggegaan naar deel 3, terwijl door
uitschakelen van splitsing terug wordt gegaan naar deel 2.
Door zowel lagen als splitsing uit te schakelen wordt
teruggekeerd naar Deel 1.
• De hoofdtoon klinkt via kanaal 1, de gelaagde toon via
kanaal 2, de spitstoon via kanaal 3 en de gelaagde splitstoon
via kanaal 4. De mixer kan tevens gebruikt worden om de
instellingen voor toon en volume van deze kanalen te
veranderen.

• Het toetsenbord kan binnen een bereik van –24 (twee
octaven lager) tot +24 (twee octaven hoger) worden
getransponeerd.
• De transponeerinstelling heeft ook invloed op de weergave
van het melodiegeheugen en de automatische begeleiding.
• Het toegestane toonhoogtebereik waarbinnen u kunt
transponeren hangt af van de toon die u gaat gebruiken. Als
door het transponeren een noot voor de gebruikte toon
buiten het toonhoogtebereik komt te vallen, dat zal het
keyboard dezelfde noot automatisch spelen voor de
dichtstbijzijnde octaaf die wel binnen het toonhoogtebereik
valt van de toon die u gebruikt.

Gebruik van toetsrespons
Transpositie van het keyboard
Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord
verhogen en verlagen in semitoon (halve toon) eenheden. Als
u een begeleiding wilt spelen voor een zanger die in een
andere sleutel zingt dan het keyboard bijvoorbeeld, kunt u
eenvoudigweg de sleutel van het keyboard veranderen met
de transponeerfunctie.

Bij inschakelen van toetsrespons hangt het relatieve volume
van het geluid van het keyboard af van de kracht die er op de
klaviertoetsen uitgeoefend wordt, precies zoals bij een
akoestische piano.

In- en uitschakelen van aanslagvolume

1. Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Transponeren van het keyboard

1. Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
• Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast
TRANSPOSE/FUNCTION en wordt het transponeer
instelscherm getoond.

T r ans .
2. Gebruik de [+] en [–] toetsen om de
transponeerinstelling van het toetsenbord te
veranderen.
Voorbeeld:
Met vijf halve tonen omhoog transponeren van
het toetsenbord.

T r ans .

• Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast
TRANSPOSE/FUNCTION.

2. Gebruik de [

] en [ ] CURSOR toetsen om het
aanslagvolume instelscherm te verkrijgen.

Touch
3. Gebruik de [+] en [–] toetsen om het
gevoeligheidsnivau van aanslagvolume in te
stellen.
• “1” geeft een krachtig geluid weer zelfs bij een lichte
aanraking van de klaviertoetsen terwijl bij “3” een
harde aanslag nodig is om een krachtig geluid voort te
brengen.
• Door op hetzelfde moment op [+] en [–] te drukken
wordt de gevoeligheid teruggesteld op de “2”
instelling.
• Bij selectie van “oFF”, (uit) verandert de toon niet
ongeacht de druk die uitgeoefend wordt op de
klaviertoetsen.

• Door op de TRANSPOSE/FUNCTION toets te
drukken wordt het transponeerscherm verlaten.
• Aanslagvolume heeft niet enkel invloed op de interne
klankbron van het keyboard maar wordt tevens als MIDI data
afgegeven.
• Melodiegeheugenweergave, begeleiding en externe MIDI
nootdata hebben geen invloed op de aanslagvolumeinstelling.

D-64

707A-D-066A

CTK900_d.book

65 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard

Stemmen van het keyboard
Met deze functie kunt u het keyboard fijnstemmen zodat hij
over-eenkomt met hoe andere muziekinstrumenten gestemd
zijn.

Stemmen van het keyboard

1. Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
2. Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om het
stemscherm te verkrijgen.

Tune
3. Verander de steminstelling van het keyboard
m.b.v. de [+] en [–] toetsen.
Voorbeeld:
Om de steminstelling met 20 te verlagen.

Tune
• Door op de TRANSPOSE/FUNCTION toets te
drukken wordt het transponeerscherm verlaten.

• Het keyboard kan binnen een bereik van –99 tot +99 cent
gestemd worden.
* 100 cent komt overeen met een halftoon.
• De toonschaalinstelling heeft ook invloed op de weergave
van het melodiegeheugen en de automatische begeleiding.

707A-D-067A

D-65

CTK900_d.book

66 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard

Veranderen van andere instellingen
Insteltypes
De tabel hieronder toont de parameters waarvan u de instellingen kunt veranderen.

Instelmenu

Omschrijving

Pagina

Transponeren
(Trans.)

Bijregelen van de algehele toonschaal van het keyboard in stappen van een halve toon.

D-64

Automatisch
harmonisatie
(AutoHarm)

Selecteert het automatisch harmonisatietype.

D-69

Aanslagvolume
(Touch)

Specificatie hoe geluid moet veranderen met de aanslagdruk op de klaviertoetsen.

D-64

Toonschaal/
stemmen (Tune)

Fijninstelling van de algehele toonschaal van het keyboard.

D-65

Contrast
(Contrast)

Stelt de helderheid van de display in.

D-69

Toewijsbare
aansluiting
(Jack)

Wijst effecten toe aan pedalen.

D-69

Mixer vasthouden
(MixHold)

Schakelt het aanhouden van de mixer aan of uit.

D-69

DSP vasthouden
(DSP Hold)

Schakelt het aanhouden DSP aan of uit.

D-69

MIDI (MIDI)

MIDI instellingen

D-70

Wissen/
Terugstellen
(Del/Init)

Het resetten kan worden gebruikt om de parameters van het keyboard terug te stellen naar de
oorspronkelijke default instellingen en om alle data te wissen die zich op dat moment in het
geheugen van het keyboard bevinden.

D-70

• De bovenstaande instellingen worden alle opgeslagen wanneer u het keyboard uitschakelt. Zie “Geheugeninhoud” op pagina D-14 voor
details.
• MIDI instellingen en wis/terugstel instellingen worden uitgeschakeld terwijl u de SMF speler- of de melodiegeheugenfunctie aan het
gebruiken bent.

D-66

707A-D-068A

CTK900_d.book

67 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard

Gebruiken van het toetsenbordinstelmenu

1. Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast TRANSPOSE/FUNCTION.

2. Gebruik de [

] en [ ] CURSOR toetsen en de [
waarvan u de instellingen wilt veranderen.

] en [

] CURSOR toetsen om de items op te roepen

*

*

707A-D-069A

D-67

CTK900_d.book

68 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard

3. Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om de waarden te veranderen.
• Instellingen die u maakt worden uitgeoefend zelfs als u niet op de EXIT toets drukt.
• Zie het volgende hoofdstuk met als titel “Instelmenu items” voor details aangaande elke instelling.
• Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of op de EXIT toets om terug te
keren naar het toon- of het ritmekeuzescherm.

z Bij uitvoeren van een wis- of terugstelprocedure

4. Druk op de YES toets.
• Hierdoor worden het gebruikersgebiednummer en de datanaam van de data uitgewist.
• De waarde van de datagrootte stellen eenheden in kilobyte voor.

5. Gebruik nu de cijfertoetsen, of de [+] (verhogen) en [–] (verlagen) toetsen om de gewenste data te selecteren.
6. Druk op de [ ] CURSOR toets.
• Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (bent u er zeker van?) om te bevestigen dat u terugstel- of wisbewerking
inderdaad wilt uitvoeren.

7. Druk op de YES toets om de bewerking ¡te voltooien.
• Hierdoor wordt een wis- of terugstelprocedure uitgevoerd en teruggekeerd naar het scherm in stap 5.

8. Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of de EXIT toets om terug
te gaan naar het toon- of ritme selectiescherm.

• Het kan langer dan 40 seconden duren om de procedure voor het wissen of terugstellen uit te voeren nadat u op de YES toets drukte
in stap 7 hierboven. De boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) blijft in het display om aan te geven dat de betreffende procedure wordt
uitgevoerd. Probeer nooit een bedieningshandeling uit te voeren terwijl “Pls Wait” wordt aangegeven. Het uitvoeren van een
bedieningshandeling op dat moment kan schade toebrengen aan het geheugen van het keyboard waardoor dit mogelijk niet meer goed
kan werken.

D-68

707A-D-070A

CTK900_d.book

69 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard

Instelmenu items
J Automatische harmonisatietypes
U kunt selecteren uit 10 verschillende types automatische harmonisatie zoals hieronder beschreven.
Nr.

Type

Beschrijving

0

Duet1

Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord.

1

Duet2

Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord. Duet2 harmonie is opener dan Duet1.

2

Country

Voegt een country & western harmonie toe aan spelen op het toetsenbord.

3

Octaaf

Voegt noten toe die één octaaf lager zijn dan de op het toetsenbord gespeelde noten.

4

5th (kwint)

Voegt kwints toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten.

5

3-Way Open
(3-weg geopend)

Voegt twee open harmoniedelen toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten (waardoor dus een
drie-delen harmonie worden gecreëerd).

6

3-Way Close
(3-weg gesloten)

Voegt twee gesloten harmoniedelen toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten (waardoor dus
een drie-delen harmonie worden gecreëerd).

7

Strings
(snaarinstrumenten)

Voegt een harmonie toe die geschikt is voor snaarinstrumenten.

8

Block (blok)

Voegt blokakkoordnoten toe.

9

Big Band

Voegt een harmonie toe die geschikt is voor big band weergave.

J Andere instellingen
Instelmenu
Contrast
(Contrast)

Toewijsbare aansluiting
(Jack)

Mixer aanhouden
(MixHold)

DSP aanhouden
(DSP Hold)

707A-D-071A

Bereik

Default

00 a 15

07

SUS

SUS

Wijst het aanhoudpedaaleffect toe aan een pedaal.

SoS

—

Wijst het sostenutopedaaleffect toe aan een pedaal.

SFt

—

Wijst het zachte pedaaleffect toe aan een pedaal.

rhy

—

Wijst de START/STOP toetsfunctie toe aan een pedaal.

on/oFF
(aan/uit)

oFF (uit)

on/oFF
(aan/uit)

Omschrijving
Regelt het display contrast.

Wanneer de mixer aanhoudfunctie ingeschakeld is kunnen de
parameters van de begeleidingsdelen (Deel 6 tot en met Deel 10) niet
veranderd worden door de begeleideidingsdata.
on (aan):

De huidige instelling van de DSP lijn wordt
aangehouden zelfs wanneer de toon verandert.

oFF (uit):

Door van toon te veranderen wordt de DSP
lijninstelling overgeschakeld naar de nieuwe toon.

oFF (uit)

D-69

CTK900_d.book

70 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Instellingen van het keyboard
J MIDI instellingen
Instelmenu

Bereik

Default

01 a 16

1

Specificeer het zendkanaal voor weergave van de hoofdtoon.

MIDI ingangssignaal
akkoord- beoordeling
(Chord)

Aan/uit
(on/oFF)

Uit
(oFF)

Specificeert of een MIDI noot aan boodschappen binnen het
begeleidingsbereik ontvangen vanaf een extern toestel
geïnterpreteerd moet worden als automatische
begeleidingsakkoorden.

Begeleiding/melodie MIDI
uitgangssignaal
(Ac/sg Out)

Aan/uit
(on/oFF)

Uit
(oFF)

Specificeert of de begeleiding van dit keyboard als MIDI
boodschappen worden verzonden.

Lokale bediening instelling
(Local)

Aan/uit
(on/oFF)

Aan
(on)

Specificeert of het keyboard de delen dient weer te geven die er op
worden gespeeld.

Bereik

Default

SMF wissen

—

—

Wist de geselecteerde SMF data.

Wissen van
gebruikersritmes

—

—

Wist de geselecteerde gebruikersritmedata.

Wissen van gebruikerstonen

—

—

Wist de geselecteerde gebruikerstoondata.

Mixer terugstellen
(InitMix?)

—

—

Stelt de parameters terug die toegewezen zijn door de mixer of door
invoer van een externe sequencer.

Parameter terugstellen
(InitPar?)

—

—

Stelt alle parameters terug behalve die voor de
displaycontrastinstelling.

Systeem terugstellen
(InitSys?)

—

—

Het resetten kan worden gebruikt om de parameters van het
keyboard terug te stellen naar de oorspronkelijke default instellingen
en om alle data te wissen die zich op dat moment in het geheugen
van het keyboard bevinden.

Toetsenbordkanaal
(Keybd Ch)

Omschrijving

J Wis/terugstel instellingen
Instelmenu

D-70

Omschrijving

707A-D-072A

CTK900_d.book

71 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van de SMF speler
Gebruik van de SMF speler

12

3

7
8
45

6

1
4

SMF PLAYER

2
5

MIXER

ACCOMP VOLUME

7

Cijfertoetsen

8

[+]/[–]

START/STOP

3
6

EXIT
[

]/[

]/[

]/[

] CURSOR

De letters “SMF” vormen de afkorting van Standard MIDI File (standaard MIDI bestand), hetgeen een bestandformaat is dat het
delen van MIDI data tussen de verschillende software en sequencers mogelijk maakt. Er zijn in feite drie SMF formaten, genaamd
SMF 0, SMF 1, en SMF 2. Dit keyboard ondersteunt het SMF 0 formaat, welk op het moment het meest gebruikte formaat is en dus
verwijzen alle uitspraken over “SMF data” in deze gebruiksaanwijzing naar SMF 0 formaat data.
Het in uw keyboard ingebouwde flash-geheugen staat u toe SMF formaat muziekdata op te slaan voor weergave wanneer u dat ook
maar wenst. U kunt maximaal 200 muziekbestanden* op hetzelfde moment in het flash-geheugen hebben. U kunt m.b.v. uw
computer SMF’s van de gebundelde CD-ROM of SMF’s die u eerst gedownload heeft van de CASIO MUSIC SITE oversturen naar
het flash-geheugen van het keyboard. Zie “Gebruiken van het Music Data Management Software (op de meegeleverde CD-ROM)”
op pagina D-76 voor nadere informatie.
* Merk op dat het aantal bestanden dat u in het geheugen kunt opslaan ook afhangt van de grootte van elk bestand. Zijn uw
bestanden dan erg groot, dan kan het voorkomen dat u er minder dan 200 kunt opslaan.
* Oorspronkelijk wordt uw keyboard geleverd met drie SMF voorbeeldmelodieën in het geheugen.

• Merk op dat CASIO COMPUTER CO., LTD. niet aansprakelijk gesteld kan worden voor verlies van data die opgeslagen ligt in het flashgeheugen van dit keyboard.

707A-D-073A

D-71

CTK900_d_16_SMF.fm 72 ページ

2005年3月11日

金曜日

午前11時59分

Gebruik van de SMF speler
SMF spelerfunctie bedieningsstroomdiagram
Displayscherm

Toon/ritme selectiescherm

Nummergedeelte

Tekstgedeelte

SMF PLAYER toets

SMF PLAYER toets

Selecteer de bestand.
Bestandnaam

Bestandnummer
000

ABC1

[]*, [+]
001

[]*, [–]
ABC2

[], [+]

[], [–]

[], [+]

ABC3
[], [–]

008

START/STOP toets

Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk.
[]*

[]*

Selecteer het meespeeldeel.
Deelnummer
Key Ch

01

[], [–]

[], [+]
EXIT toets

Key Ch

04
[], [+]

[], [–]

[], [+]

Key Ch
[], [–]

16

START/STOP toets

Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk.
[]

[]

Selecteer de weergavefunctie
Weergavefunctie
PlayMode

S1
[], [+]
EXIT toets

[], [–]
PlayMode

SL

[], [–]

[], [+]

PlayMode

A1
[], [+]
AL

START/STOP toets

[], [–]

PlayMode
[], [+]
[], [–]

Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk.
[]

[]

Selecteer de uitgangsfunctie
Uitgangsfunctie
EXIT toets

Output

int
[], [+]

[], [–]

[], [+]

Output
[], [–]

out

START/STOP toets

Tijdens SMF weergave
Bestandnummer

Bestandnaam

001

ABC 2

START/STOP toets,
weergave voltooid

U kunt van SMF veranderen m.b.v. de [] en []
CURSOR toetsen of de [+] en [–] toetsen.
Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk.
Weergave gestopt.

*

[] : [] CURSOR toets
[] : [] CURSOR toets
[] : [] CURSOR toets
[] : [] CURSOR toets

D-72

Foutlezing
(andere foutlezingen kunnen ook plaatsvinden.)
Data is SMF maar niet SMF0
Err

EXIT toets

Not SMF0

Data is niet van het juiste SMF formaat
Err
WrongDat

707A-D-074A

CTK900_d.book

73 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van de SMF speler

Weergave van een SMF
Een SMF weergeven

1. Druk op de SMF PLAYER toets om het
bestandselectiescherm te verkrijgen.
• Hierdoor verschijnt de SMF speler aanwijzer in de
display.
• SMF bestanden zijn die bestanden met de
extensienaam “MID”. Er verschijnt een foutlezing op
dat moment als er zich op dat moment geen SMF
bestanden in het flash-geheugen bevinden.

2. Gebruik de [+] en [–] toetsen om het SMF volume
bij te stellen.
• U kunt een instelling specificeren binnen het bereik
lopend van 000 (minimum) tot en met 127
(maximum).
• Door [+] en [–] tegelijkertijd in te drukken keert de
SMF volume instelling terug naar 100.
• Merk op dat deze instelling geen invloed heeft op het
volume van de noten die u op het keyboard speelt.

Configureren van andere
instellingen

2. Voer d.m.v. de cijfertoetsen het drie-cijferige
bestandnummer in van het bestand dat u wilt
spelen.
• De naam van het op dat moment geselecteerd bestand
verschijnt in het tekstgedeelte van het display. Het
bestandnummer wordt getoond in het
nummergedeelte van het display. Het tempo/maat
gedeelte van het display toont de grootte van het
bestand in kilobytes.
• U kunt ook van bestand veranderen d.m.v. de [ ] en
[ ] CURSOR toetsen of de [+] en [–] toetsen.

3. Druk op de START/STOP toets.
• Hierdoor wordt de weergave van het geselecteerde
bestand gestart.
• U kunt de TEMPO toetsen gebruiken om het tempo bij
te stellen binnen het bereik van 30 tot en met 255.
• U kunt de kanalen 1 tot en met 16 in- en uitschakelen
ongeacht of de bestandweergave plaatsvindt of
gestopt is. Zie “In- en uitschakelen van kanalen” op
pagina D-36 voor nadere informatie.

4. Druk nogmaals op de START/STOP toets om de

Andere instellingen configureren

1. Terwijl de weergave van het bestand stopt is, kunt
u het bestand selecteren dat u wilt weergeven.
• Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Een SMF weer te
geven” om een bestand te selecteren.

2. Druk op de [

] CURSOR toets om een scherm te
tonen voor het selecteren van het deel dat u wilt
spelen op het toetsenbord (meespeeldeel).
• Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen of de [+] en
[–] toetsen om het meespeeldeel te selecteren.
• Druk op de MIXER toets om de mixerfunctie in te
schakelen.
• Schakel het kanaal uit dat correspondeert met het
meespeeldeel dat u hierboven selecteerde. Zie “In- en
uitschakelen van kanalen” op pagina D-36 voor
nadere informatie. Door deze stap uit te voeren wordt
het van toepassing zijnde deel uitgeschakeld zodat u
dat kunt spelen op het toetsenbord samen met de rest
va de SMF weergave

bestandweergave te stoppen.

Bijstellen van het SMF weergavevolume
De volgende procedure beschrijft hoe u het algehele volume
van de SMF dataweergave kunt regelen. U kunt het volume
bijstellen terwijl de weergave gestopt is of terwijl deze aan de
gang is.

• Door de SMF spelerfunctie in te schakelen worden alle delen
teruggesteld doordat alle mixerfunctie kanalen ingeschakeld
worden.
• Druk na het configureren van de mixerfunctie instellingen op
de MIXER toets of op de EXIT toets om terug te gaan naar
de SMF spelerfunctie.

1. Druk op de ACCOMP VOLUME toets.
• Hierdoor verschijnt de “SMF Vol.” indicator in de
display samen met een waarde die de huidige SMF
volume instelling aangeeft.

707A-D-075A

D-73

CTK900_d.book

74 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Gebruik van de SMF speler

3. Druk op de [

] CURSOR toets om het
weergavefunctie selectiescherm te verkrijgen.
• Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen of de [+] en
[–]toetsen om de weergavefunctie te selecteren.

• U kunt selecteren uit de volgende vier
weergavefuncties.
S1: Eén bestand, éénmalig
SL: Eén bestand, herhaaldelijk
A1: Alle bestanden, éénmalig
AL:Alle bestanden, herhaaldelijk

4. Druk op de [

] CURSOR toets om het
uitgangsfunctie selectiescherm te verkrijgen.
• Gebruik de [ ] en [ ] CURSOR toetsen of de [+] en
[–] toetsen om de uitgangsfunctie te selecteren.

• U kunt selecteren uit de volgende twee uitgangstypes.
int (intern): Ingebouwde luidsprekers van het
keyboard
out (extern): MIDI OUT

• Lagen, splitsen, en automatisch harmonisatie worden
automatisch uitgeschakeld tijdens de SMF spelerfunctie.

SMF speler foutlezingen
Het volgende beschrijft wat u moet doen wanneer een
foutlezing verschijnt tijdens de SMF spelerfunctie.
Foutlezing

Oorzaak

Maatregel

Err
Not SMF0

U probeert SMF data te
spelen die niet volgens
Format 0 zijn.

Err
WrongDat

Er is een probleem met de
Gebruik andere
SMF data die u probeert af te data.
spelen of de data is
beschadigd.

D-74

Gebruik
uitsluitend Format
0 SMF data.

707A-D-076A

CTK900_d.book

75 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

MIDI
MIDI

Wat is MIDI?

MIDI instellingen

MIDI is een standaard voor digitale signalen en aansluitingen
die het mogelijk maakt om muziekinstrumenten, computers
en andere toestellen uit te laten wisselen ongeacht het merk of
de makelij.

U kunt de instellingen van een aantal parameters veranderen
die regelen hoe MIDI boodschappen worden verzonden en
ontvangen.

MIDI parameters
MIDI aansluitingen
Om een computer of ander MIDI toestel te gebruiken om met
dit keyboard geproduceerde MIDI data op te nemen en weer
te geven dient u zowel de MIDI IN als de MIDI OUT
aansluitingen van beide toestellen aan te sluiten om data te
zenden en te ontvangen.

Achterpaneel
MIDI kabel: MK-5

U kunt de parameterinstelprocedure (pagina D-67) gebruiken
om instellingen te veranderen van de MIDI parameters die
hieronder worden beschreven. Zie de pagina’s D-70 voor
details over het instelmenu en de -procedure.
z MIDI ingangssignaal akkoordbeoordeling (MIDI In
Chord Judge)
Deze parameter bepaalt of via een extern toestel ontvangen
nootdata geinterpreteerd dient te worden als een
akkoordvingerzetting van de automatische begeleiding.
Schakel deze parameter in als u automatische
begeleidingsakkoorden vanaf een computer of ander extern
toestel wilt regelen.
• Aan (on)

Als een MIDI THRU functie die meegeleverd is met deze
software gerund wordt op een aangesloten computer of op
een ander MIDI toestel, zorg er dan voor de “Lokale
besturings instelling” van dit keyboard uit te schakelen; uit
(pagina D-70).

Algemene MIDI
Dit keyboard ondersteunt algemene MIDI zodat het gebruikt
kan worden voor de weergave van in de handel verkrijgbare
voorbespeelde algemene MIDI data en algemene MIDI data
die ernaar gezonden wordt met een persoonlijke computer.
Zie de “Toonlijst” op pagina A-1 voor details over de tonen
die beschikbaar zijn bij de GM tonen genummerd 000 tot en
met 127.

707A-D-077A

Hierdoor wordt via de MIDI IN aansluiting
binnenkomende nootdata geïnterpreteerd als
akkoordvingerzettingen voor de
automatische begeleiding. Het door het
keyboardkanaal gespecificeerde kanaal wordt
gebruikt voor het specificeren van akkoorden.

• Uit (oFF) Schakelt de MIDI ingangssignaal
akkoordbeoordeling (MIDI In Chord Judge)
uit.
z Accompaniment/Song MIDI Out (Begeleiding/melodie
MIDI uitgang)
Schakel deze parameter uit wanneer u de automatisch
begeleiding of het melodiegeheugen wilt weergeven vie de
klankbron van een extern toestel.
• Aan (on)

Geeft de automatisch begeleiding of het
melodiegeheugen weer als MIDI
boodschappen via de MIDI OUT
uitgangsaansluiting van het keyboard.

• Uit (oFF) Geeft de automatisch begeleiding of het
melodiegeheugen niet weer.

• Breng een bezoek aan de CASIO website voor details over
de MIDI specificaties.
http://world.casio.com

D-75

CTK900_d.book

76 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

MIDI

Gebruiken van het Music Data
Management Software (op de
meegeleverde CD-ROM)
De Music Data Management Software applicatie op de CDROM die meegeleverd wordt met het keyboard laat u data die
u met uw computer gedownload heeft van de CASIO MUSIC
SITE oversturen naar het geheugen van het keyboard. U kunt
deze applicatie ook gebruiken om keyboarddata op te slaan
op de harde schijf van uw computer. Het Music Data
Management Software ondersteunt het oversturen van de
volgende types data.
• SMF bestand
• Ritmepatronen
• Registraties
• Gebruikersmelodieën die gecreëerd waren met de
melodiegeheugenfunctie
• Tonen met golfvormen
• Drawbar orgeltonen (trekorgel)
• Toon
• Tonen met golfvormen
• DSP
• Pakketbestanden
• Alle gebruikersdata

„ Installeren van Music Data Management Software
• Vergeet niet de inhoud van het betreffende leesmij.txt
bestand te lezen voordat u het Music Data Management
Software installeert. U kunt het leesmij.txt bestand vinden
binnenin dezelfde taalmap waar het Music Data Software
dat u gaat installeren zich bevindt.
1. Navigeer om het Music Data Management Software te
installeren naar de CD-ROM op uw computer en
dubbelklik op “wk3-30.exe”. Volg daarna de aanwijzingen
die verschijnen op uw computerscherm.
* Er bevindt zich een handleiding in het Engels met
gedetailleerde uitleg betreffende de bediening van het
Music Data Management Software in de Engelse map op de
CD-ROM. U kunt toegang verkrijgen door de handleiding
door de betreffende HTML versie te openen die
“index.html” heet door één van de volgende types web
browser applicaties te gebruiken. Andere taalversies van
deze handleiding zijn beschikbaar om te worden
gedownload van de CASIO MUSIC SITE.
Internet Explorer 4 of hoger
Netscape Navigator 4.04 of hoger
„ Ondersteunde computer besturingssystemen
Het Music Data Management Software draait onder de
volgende besturingssystemen.
Windows 98SE

CASIO MUSIC SITE
http://music.casio.com/

Music Data Management Software
Music Data Management Software maakt het mogelijk voor u
om data die u met uw computer gedownload heeft van de
CASIO MUSIC SITE over te sturen naar het geheugen van het
keyboard en om data van het keyboardgeheugen over te
sturen voor opslag op de harde schijf van uw computer. Na
het starten van het Music Data Management Software kunt u
toegang krijgen tot de volgende drie converter applicaties.
„ Wave Converter (golfconversie)
Wave Converter creëert keyboard toon met golf data van de
toondatabestanden (.wav) die opgeslagen zijn op de harde
schijf van uw computer.
„ Rhythm Converter (ritmeconversie)
Rhythm Converter creëert keyboard ritmedata van ritmedata
die in het SMF formaat opgeslagen zijn op de harde schijf van
uw computer.
„ Parameter Editor
Met Parameter Editor kunt u uw keyboardparameters
bewerken via uw computer.

D-76

Windows Me
Windows 2000
Windows XP

• Hoewel Music Data Management Software ontworpen is om
te draaien onder de standaard configuraties van de
bovenvermelde besturingssystemen dient u op te merken
dat u het software mogelijk niet correct kunt laten draaien bij
bepaalde software en hardware omgevingen.
• Music Data Management Software ondersteunt de werking
op een Macintosh niet.

Downloaden van data
Bezoek de CASIO MUSIC SITE voor informatie aangaande
het downloaden van data.
Wanneer u aankomt bij de CASIO MUSIC SITE, selecteer dat
het geografische gebied of het land van toepassing. Selecteer
daarna een Internet Data Expansion System data download
service, d.w.z. een dienst voor het downloaden van data via
een data uitbreidingssysteem.
Merk op dat de diensten die beschikbaar zijn op de CASIO
MUSIC SITE afhangen van het gebied of het land dat u
selecteert.

707A-D-078A

CTK900_d_17_MIDI.fm 77 ページ

2005年3月18日

金曜日

午後1時58分

MIDI
Gebundelde CD-ROM data
De CD-ROM die gebundeld is met het keyboard heeft een
map die “Data” heet die op zijn beurt verschillende
datamappen bevat. Zie het “list.txt” bestand binnenin elke
map voor details betreffende de data die zich in de
datamappen bevinden.

Terugstellen (resetten) van het keyboard naar de
oorspronkelijke default instellingen
De “Data” map op de CD-ROM die gebundeld is met het
keyboard bevat een bestand dat “alldata”.ckf” heet en wat
alle in de fabriek vooraf ingestelde default insteldata bevat.
Door de “alldata.ckf” data naar het flash-geheugen van het
keyboard over te sturen worden alle instellingen teruggesteld
naar de oorspronkelijke default instellingen.
• Zie de handleiding voor het applicatie software voor
nadere informatie aangaande het oversturen van data naar
het flash-geheugen van het keyboard.

Aansluiten van een computer

2. Schakel deze keyboard aan en vervolgens de
computer of een ander aangesloten toestel.

3. Start de software die u wilt gebruiken bij de
computer.

• Bij het gebruik van de applicatiesoftware dient u er te letten
dat het tooninstelscherm (het scherm dat verschijnt na
inschakelen van de spanning) zich in het displayscherm van
het keyboard bevindt.
• Door een bedieningshandeling bij het keyboard uit te voeren
tijdens het oversturen van data tussen het keyboard en een
computer kan dit proces onderbroken worden. Voer daarom
nooit een bedieningshandeling bij het keyboard uit tijdens
het oversturen van data.

DATA ACCESS indicator
• De DATA ACCESS indicator gaat branden wanneer het
keyboard data uitwisselt met een computer aangesloten via
een MIDI kabelaansluiting. Verbreek de aansluiting met de
MIDI kabel nooit terwijl de DATA ACCESS indicator brandt.

Zorg ervoor het keyboard en de computer uit te schakelen
voordat u ze op elkaar aansluit. U dient de volumeregelaar
van dit keyboard tevens in te stellen op een relatief laag
volume.

1. Sluit de MIDI interface van het keyboard aan op de
MIDI interface van de computer.

CTK-900

707A-D-079A

D-77

CTK900_d_18_Trouble.fm

78 ページ 2005年3月14日

月曜日

午後6時2分

Oplossen van moeilijkheden
Oplossen van moeilijkheden

Probleem
Geen geluid van het keyboard

Mogelijke oorzaak
1. Probleem met de stroomvoorziening.

2. De stroom is niet ingeschakeld.
3. Het volume is te laag ingesteld.
4. Spelen in het begeleidingstoetsenbord
gebied terwijl de instelling van de MODE
toets op CASIO CHORD of FINGERED
staat.
5. De functie voor lokale bediening is
uitgeschakeld.
6. Mixerkanaal 1 is uitgeschakeld.
7. De instelling van het volume van
mixerkanaal 1 is te laag.
Een van de volgende symptomen
tijdens werking op batterijen.

Lage batterijspanning

• Zwak brandende stroomindicator
• Het instrument kan niet worden
ingeschakeld
• Wanneer de display knippert, donker of
moeilijk af te lezen is
• Abnormaal laag luidspreker-/
hoofdtelefoonvolume
• Vervorming van het geluid
• Af en toe onderbreken van geluid tijdens
weergave bij een hoog volume

Handeling
1. Sluit de adapter op de juiste wijze
aan, let erop dat de polen (+/–) van
de batterijen in de juiste richting
wijzen en controleer dat de
batterijen niet leeg zijn.
2. Druk op de POWER toets om de
spanning in te schakelen.
3. Gebruik de MAIN VOLUME
regelaar om het volume te
verhogen.
4. Geen van de begeleidingsfunctie
indicators brandt, hetgeen betekent
dat de automatische begeleiding
uitgeschakeld is.
5. Schakel de functie voor lokale
bediening in (ON).
6. Schakel kanaal 1 m.b.v. de mixer in.
7. Verhoog m.b.v. de mixer de
instelling van het volume van
kanaal 1.
Vervang de oude batterijen door een
set nieuwe of gebruik de netadapter.

• Plotseling uitvallen van de stroom tijdens
weergave bij een hoog volume
• Knipperen of donker worden van de
display tijdens weergave met een hoog
volume
• Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van
de toetsen
• Een toon die totaal verschilt van de toon
die u instelde.
• Voer de volgende instellingen uit

Automatische begeleiding klinkt niet. 1. Volume van automatische begeleiding
staat op 000.
2. De kanalen 6-10 voor de onderdelen van
de automatische begeleiding zijn
uitgeschakeld.
3. De instelling van het volume of de
expressie van de kanalen 6-10 voor de
onderdelen van de automatische
begeleiding is te laag.

Zie pagina
D-12, 13

D-16
D-16
D-28

D-70
D-36
D-37, 38
D-12, 13

• Uitvallen van stroom,
geluidsvervorming of laag volume bij
spelen via een aangesloten computer of
MIDI toestel

1. Verhoog met de ACCOMP
D-35
VOLUME toets het volume.
2. Schakel de kanalen m.b.v. de mixer D-36
weer in.
3. Verhoog de instelling van het
volume van het van toepassing
zijnde kanaal m.b.v. de mixer.

D-37, 38

Geen verandering in het volume bij
verandering in druk op de
klaviertoetsen.

De aanslagvolumefunctie is uitgeschakeld.

Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION D-64
toets om deze in te schakelen.

Bij spelen van het keyboard klinken
twee tonen.

De lagenfunctie is ingeschakeld.

Druk op de LAYER toets om de
lagenfunctie uit te schakelen.

D-61

Verschillende tonen klinken bij
indrukken van klaviertoetsen in
andere bereiken.

De splitsfunctie is ingeschakeld.

Druk op de SPLIT toets om de
splitsfunctie uit te schakelen.

D-62

De sleutel of de stemming komt niet
overeen bij spelen met een ander
MIDI toestel.

1. De stem- of transponeerparameter staat
ingesteld op een andere waarde dan 00.
2. Instellingen voor ruwweg en fijnstemmen
van de mixer en/of octaafverschuiving
zijn waarden anders dan 00.

1. Verander de waarde van de stem- D-64, 65
of transponeerparameter naar 00.
2. Zet de instellingen voor ruwweg en D-38
fijnstemmen en/of
octaafverschuiving in op 00.

Delen vallen plotseling weg tijdens
Het aantal melodieën dat tegelijkertijd wordt Schakel onnodige kanalen uit en
weergave van het melodiegeheugen. weergegeven overschrijdt de beperkingen van verminder het aantal delen dat wordt
het keyboard.
weergegeven m.b.v. de mixer.

D-36

Sommige delen worden in het geheel
niet weergegeven tijdens weergave
van het melodiegeheugen.

D-36

D-78

1. Kanalen zijn uitgeschakeld.
2. De instelling van het volume is te laag.

1. Schakel de kanalen in m.b.v. de
mixer.
2. Controleer de instelling van het
volume m.b.v. de mixer.

D-37, 38

707A-D-080A

CTK900_d.book

79 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Oplossen van moeilijkheden

Probleem
Er gebeurt niets bij indrukken van de
LAYER of SPLIT toets.

Er wordt geen geluid geproduceerd
tijdens weergave van MIDI data via
een computer.

Mogelijke oorzaak

1. Eén of meer van de melodiekanalen (2 – 4) 1. Schakel de kanalen 2 – 4 in m.b.v. de
is uitgeschakeld.
mixer.
2. De instelling van het volume van één of
2. Verhoog het volume van de
meer van de melodiekanalen (2 – 4) is te
kanalen 2 t/n 4 m.b.v. de mixer.
laag.
3. De opnamestandbyfunctie is ingeschakeld 3. De LAYER en SPLIT toetsen
kunnen niet worden gebruikt
tijdens opnemen en
opnamestandby.
4. De SMF spelerfunctie is op het moment in 4. Schakel de SMF spelerfunctie uit.
LAYER (lagen) en SPLIT (splitsing)
gebruik.
zijn niet beschikbaar terwijl de SMF
spelerfunctie in gebruik is.
1. De MIDI kabels zijn niet juist aangesloten.
1. Het kanaal is uitgeschakeld of het volume
staat te laag ingesteld.

Spelen op het toetsenbord produceert De MIDI Thru functie van de computer is
een onnatuurlijk geluid bij
ingeschakeld.
aansluiting op een computer.
Akkoordbegeleidingsdata kan niet
opgenomen worden met een
computer.
Het keyboard start niet goed wanneer
deze wordt ingeschakeld.

707A-D-081A

Zie pagina
D-36
D-37, 38
D-61, 62

D-71

1. Sluit de MIDI kabels op de juiste
D-75
wijze aan.
2. Schakel het kanaal in of verhoog het D-36, 38
volume m.b.v. de mixer.
Schakel de MIDI Thru functie uit bij de D-70
computer of schakel de lokale
bediening (Local Control) uit bij het
keyboard.

Begeleiding/melodie MIDI uitgangssignaal is Schakel het begeleiding/melodie MIDI D-70
uitgeschakeld.
uitgangssignaal in.
1. Het flash-geheugen is beschadigd.

1. a. Verwijder de batterijen uit het
D-70
keyboard en verbreek de
verbinding met de netadapter en
druk op de POWER toets.
b. Leg de batterijen op, sluit de
netadapter opnieuw aan en druk
nogmaals op de POWER toets om
de spanning in te schakelen.
c. Gebruik de TRANSPOSE/
FUNCTION toets om het systeem
terug te stellen.
• Mocht dit het probleem niet
oplossen, neem dan contact op
met de dichtstbijzijnde door
CASIO erkende
onderhoudswerkplaats voor
onderhoud.
2. Het keyboard signaleerde abnormale data 2. Wacht (ongeveer 40 seconden)
totdat de “Pls Wait” (wachten a.u.b.)
in het flash-geheugen en begint
melding van het display verdwenen
automatisch met resetten van keyboard
is.
systeem.

Een gedownloade toon met golfvorm Iemand kan het keyboard uitgeschakeld
bevat ruis of de bediening het
hebben terwijl data op dat moment juist
toetsenbord vindt niet goed plaats.
opgeslagen werd in het flash-geheugen of
iemand was er de oorzaak van dat de inhoud
van het flash-geheugen om de één of andere
reden beschadigd is geraakt.
De kwaliteit en het volume van een
toon kunnen uitwat anders klinken
afhankelijk van waar deze op het
toetsenbord gespeeld wordt.

Handeling

Gebruik de TRANSPOSE/FUNCTION D-70
toets om het systeemterug te stellen.
Mocht dit geen oplossing voor het
probleem bieden, neem dan contact op
voor onderhoud met de
dichtstbijzijnde door CASIO erkende
onderhoudsvoorziening.

Dit is een onvermijdelijk bijproduct van het digitale ‘sampling’ proces* en duidt niet
op een defect.
* Meerdere digitale samples (ook wel stalen of monsters genoemd) worden genomen
in het lage, het midden en het hoge bereik van het originele muziekinstrument die
dan de basis vormen om de overige tonen na te bootsen. Hierdoor kan het voorkomen
dat er zich kleine verschillen in toonaard en volume kunnen voordoen tussen de
bereiken van de samples.

D-79

CTK900_d.book

80 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Technische gegevens
Technische gegevens

Model:

CTK-900

Toetsenabord:

61 toetsen van standaard formaat, 5 octaven met aanslagvolume (Uit / 1 / 2 / 3)
(Off / 1 / 2 / 3)

Tonen:

332 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 18 drumsetten + 100 standaard
gebruikerstonen + 20 gebruikerstonen met golven* + 4 gebruikersdrumsetten golven*
+ 50 trekstaaforgeltonen + 100 gebruikers trekstaaforgeltonen (824 tonen in het totaal);
lagen/splitsen

Polyfonie:

32 noten maximaal (10 voor bepaalde tonen)

Effecten:

DSP (200 types: intern, 100 gebruikersgebieden) + nagalm (16 types) + zweving (16
types) + equalizer (10 types, 4 banden)

Automatische begeleiding
• Ritmepatronen:
• Tempo:
• Akkoorden:
• Ritmebediening:
• Begeleidingsvolume:
• Eén-toets voorkeuzes:
• Automatische harmonisatie:

176 (intern, 16 gebruikersgebieden*)
Variabel (226 stappen, = 30 - 255)
3 vingerzetmethodes (CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD)
START/STOP, INTRO/ENDING 1 en 2, VARIATION/FILL-IN 1 en 2, SYNCHRO/
FILL-IN NEXT
0 - 127 (128 stappen)
Roept instellingen voor toon, tempo, layer aan/uit en harmonisatie aan/uit op in
overeenkomst met het ritme.
10 types: Automatische toevoeging van noten die harmoniseren met de melodienoot
in overeenkomst met de gespecificeerde automatische begeleidingsakkoorden.

Geheugenfunctie
• Melodieën:
• Opnamesporen:
• Opnamemethoden:
• Geheugencapaciteit:
• Bewerkingsfunctie:

5
6 (2 tot en met 6 zijn melodiesporen)
Real-time, stappen
Ongeveer 10.000 noten (totaal voor 5 melodieën)
Aanwezig

Demonstratiemelodieën:

3

Synthesizerfunctie
• Parameters:

Registratiegeheugen
• Aantal instellingen:
• Geheugeninhoud:

Mixerfunctie
• Kanalen:
• Parameters:

MIDI:

D-80

0

Street Beatz

Steve Turner

2:10

1

Wind from the South

Hage Software

2:30

2

Serendipity Waltz

TECH-NOTE INTERNATIONAL LTD.

1:52

Aanslagtijd; loslaattijd; resonantie; afsnijfrequentie; vibratotype; vibratovertraging;
vibratodiepte; vibratosnelheid; octaafverschuiving; niveau; aanslaggevoeligheid;
nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP type en DSP parameter, DSP niveau.
32 (4 instellingen x 8 banken)
Toon, ritme, tempo, lagen aan/uit, splitsen aan/uit, splitspunt, harmoniseren aan/
uit, mixerinstellingen (kanalen 1 tot en met 10), effectinstellingen,
aanslagsnelheidinstellingen, toewijsbare aansluitinginstelling, transponeren,
stemmen, begeleidingsvolume instelling, automatisch harmonisatietype, MODE toets
instelling, synchronische standby toestand, mixer aanhouden, DSP aanhouden,
synthesizerfunctie parameters
16
Toon; deel aan/uit; volume; pan pot effect; octaafverschuiving; ruwweg stemmen;
fijnstemmen; nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP niveau; DSP pan effect;
DSP systeem nagalm zenden; DSP systeem zweving zenden
16 Meercijferige ontvangst, GM niveau 1 standaard

707A-D-082A

CTK900_d.book

81 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Technische gegevens

Andere functies
• Transponeren:
• Stemmen:
• LCD:

49 stappen (–24 halftonen tot +24 halftonen)
Variabel (A4 = ca. 440Hz ±100 cent)
Verstelbaar contrast

SMF speler

Flash-geheugen opslag voor maximaal 200 bestanden*
• Ondersteund formaat: SMF0

Flash-geheugen

Capaciteit: 4MB
Gedeeld gebied: ongeveer 3.5MB (golfvormdata, begeleidingsdata, SMF data)
• Verdere opslag van golfvorm, begeleiding en SMF data wordt onmogelijk wanneer
het totaal aan dergelijke data ongeveer 3.5MB bereikt heeft.

Aansluitingen
• MIDI aansluitingen:
• Aanhoudpedaal toewijsbare
aansluiting:
• Hoofdtelefoon/
uitgangsaansluiting:

• Spanningsaansluiting:

Ingang (IN), uitgang (OUT)
Aanhoudaansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme start/stop)
Standaard stereo-aansluiting
Uitgangsimpedantie: 140Ω
Uitgangsspanning: 4,5V (RMS) MAX
9V gelijkspanning

Stroomvoorziening:
• Batterijen:
• Levensduur batterijen:
• Netadapter:
• Automatische stroomonderbreking:

Dubbel stroomvoorzieningssysteem
6 batterijen maat D
Ongeveer 4 uur doorlopende werking op mangaanbatterijen
AD-5
Stroom wordt ca. zes minuten na laatste bedieningshandeling uitgeschakeld. Werkt
enkel tijdens werking op batterijen, kan met de hand worden uitgeschakeld.

Uitgangsvermogen luidsprekers:

3W + 3W

Stroomverbruik:

9V

Afmetingen:

96,0 x 37,5 x 14,6 cm

Gewicht:

Ongeveer 5,6 kg

7,7W

* Hetzelfde geheugengebied wordt gebruikt voor het opslaan van golfvormdata, begeleidingsdata en SMF data.

707A-D-083A

D-81

CTK900_d.book

82 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

Onderhoud van uw instrument
Onderhoud van uw instrument

J Vermijd hitte, vocht en direct zonlicht.
Stel dit instrument niet bloot aan direct zonlicht, zet het niet op een plaats dichtbij een airconditioning of op een bijzonder warme
plaats.

J Gebruik het toestel niet in de buurt van een TV of radio.
Dit instrument kan storing veroorzaken bij TV en radio. Mocht dit gebeuren, zet het instrument dan verder weg van de TV of de
radio.

J Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit lak, verdunner of dergelijke chemicaliën.
Maak het instrument schoon met een zachte doek bevochtigd in water met een milde oplossing van een neutraal
schoonmaakmiddel. Dompel de doek in de oplossing en wring hem uit totdat hij bijna droog is.

J Vermijd het gebruik op plaatsen met een bijzonder hoge of lage temperatuur.
Extreem hoge of lage temperaturen kunnen de cijfers op het LCD scherm mogelijk donker of moeilijk te zien maken. Deze situatie
zou zichzelf moeten corrigeren wanneer de temperatuur van het instrument weer normaal is geworden.

• Misschien heeft u lijnen in de afwerking van dit instrument opgemerkt. Deze lijnen zijn het resultaat van het vormgieten om het plastic
van de kast in de juiste vorm te maken. Het zijn geen breuken of krassen in het plastic en geen reden voor ongerustheid.

D-82

707A-D-084A

CTK900_d.book

83 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

DSP algoritmelijst
J 00 : Automatische stereopositie (Auto Pan)
DSP algoritmelijst

• Functie
Voert doorlopend links-rechts stereopositie compensatie uit van het
ingangssignaal overeenkomstig een LFO.
• Parameters
0: Snelheid (Bereik: 0 – 127)
Stelt de stereo positie snelheid in.
1: Diepte (Bereik: 0 – 127)
Stelt de stereopositie diepte in.

J 01 : Tremolo
• Functie
Regelt het volume van het ingangssignaal overeenkomstig een LFO.
• Parameters
0: Snelheid (Bereik: 0 – 127)
Stelt de tremolosnelheid in.
1: Diepte (Bereik: 0 – 127)
Stelt de tremolodiepte in.

J 02 : 2-banden equalizer (2BandEQ)
• Functie
Dit is een tweebanden equalizer.
• Parameters
0: Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz))
Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer.
1: Lage versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de laagband equalizer.
2: Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1 (8.0KHz), 2 (10KHz))
Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband equalizer.
3: Hoge versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de hoogband equalizer.

J 03 : 3-banden equalizer (3BandEQ)
• Functie
Dit is een driebanden equalizer.
• Parameters
0: Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz))
Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer.
1: Lage versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de laagband equalizer.
2: Midden frequentie (Bereik: 0 (1.0KHz), 1 (1.3KHz), 2 (1.6KHz), 3
(2.0KHz), 4 (3.0KHz), 5 (4.0KHz), 6 (6.0KHz), 7 (8.0KHz))
Regelt de middenfrequenties van de middenband equalizer.
3: Midden versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de middenband equalizer.
4: Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1 (8.0KHz), 2 (10KHz))
Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband equalizer.
5: Hoge versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de hoogband equalizer.

J 04 : LFO Wah
• Functie
Dit is een “Wah” effect dat automatisch de frequentie kan
beïnvloeden overeenkomstig een LFO.
• Parameters
0: Ingangsniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd
worden waneer het niveau van het ingevoerde geluid, het aantal
akkoorden of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is. Stel
deze parameter bij om dergelijke vervorming te elimineren.
1: Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
2: Handbediening (Bereik: 0 – 127)
Regelt de frequenties die gebruikt worden als de basis voor het
wah filter.
3: LFO snelheid (Bereik: 0 – 127)
Regelt de snelheid van de LFO.
4: LFO diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de diepte van de LFO.

J 05 : Automatisch Wah (Auto Wah)
• Functie
Dit is een “Wah” effect dat automatisch de frequentie kan
beïnvloeden overeenkomstig het ingangssignaal.

707A-D-085A

• Parameters
0: Ingangsniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd
worden waneer het niveau van het ingevoerde geluid, het aantal
akkoorden of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is. Stel
deze parameter bij om dergelijke vervorming te elimineren.
1: Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
ARegelt de resonantie van het geluid.
2: Handbediening (Bereik: 0 – 127)
Regelt de frequenties die gebruikt worden als de basis voor het
wah filter.
3: Diepte (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt de diepte van het Wah effect overeenkomstig het niveau
van het ingangssignaal.
Door een positieve waarde in te stellen gaat het Wah filter open
evenrechtig aan de sterkte van het ingangssignaal waardoor een
helder geluid wordt verkregen.
Specificeren van een negatieve waarde doet het Wah filter
sluiten overeenkomstig de sterkte van het invoersignaal dat een
donkere toonkwaliteit produceert. Een sterk invoersignaal doet
het Wah filter opnieuw opengaan zelfs als het gesloten was.

J 06 : Compressor
• Functie
Drukt het ingangssignaal ineen waardoor het effect van
onderdrukte niveauvariatie kan ontstaan hetgeen het mogelijk
maakt om gedempte klanken langer aan te houden.
• Parameters
0: Diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de compressie van het geluidssignaal.
1: Aanslag (Bereik: 0 – 127)
egelt de mate van aanslag van het ingangssignaal.
Een kleinere waarde veroorzaakt een onmiddellijk werking van
de compressor die de aanslag van het ingangssignaal
onderdrukt.
Een grotere waarde vertraagt de werking van de compressor
waardoor de aanslag afgegeven wordt zoals hij is.
2: Loslaten (Bereik: 0 – 127)
Regelt de tijd van het punt waar het ingangssignaal beneden een
bepaald niveau daalt tot het punt waar de werking van de
compressor stopt.
Wanneer een aanslaggevoel wenselijk is (geen compressie bij het
inzetten van het geluid), stel dan deze parameter in op een zo
laag mogelijke waarde.
Stel een hoge waarde in om compressie te allen tijde uit te
oefenen.
3: Niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het uitgangsniveau. Het uitgangsvolume verandert
overeenkomstig de diepte (Depth) instelling en de
karakteristieken van de ingangstoon.
Gebruik deze parameter om dergelijke veranderingen te
corrigeren.

J 07 : Begrenzer (Limiter)
• Functie
Dit is een effector die u kunt gebruiken om de bovenlimietwaarde in
te stellen voor het niveau van het ingangssignaal.
• Parameters
0: Limiter (Bereik: 0 – 127)
Stel het volumeniveau bij waarvan de limiet toegepast werd.
1: Aanslag (Bereik: 0 – 127)
Stelt de aanslaghoeveelheid in van het invoersignaal.
2: Loslaten (Bereik: 0 – 127)
Stelt de tijd bij vanaf waar het ingangssignaal beneden een
bepaald niveau daalt totdat de limietwerking stopt.
3: Niveau (Bereik: 0 – 127)
Stelt het niveau bij dat afgegeven wordt. Het uitgangsvolume
verandert overeenkomstig de limiet (Limit) instelling en de
karakteristieken van de ingangstoon.
Gebruik deze parameter om dergelijke veranderingen te
corrigeren.

J 08 : Vervorming (Distortion)
• Functie
Dit effect voorziet in vervorming (Distortion) +
Versterkingsnabootsing (AmpSimulator).

D-83

CTK900_d.book

84 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

DSP algoritmelijst
• Parameters
0: Versterking (Bereik: 0 – 127)
Regelt de ingangsversterking.
1: Laagbereik (Bereik: 0 – 127)
Regelt de laagband versterking.
De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
2: Hoogbereik (Bereik: 0 – 127)
Regelt de hoogband versterking.
De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
3: Niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het uitgangsniveau.

J 09 : Stereofase (Stereo Phaser)
• Functie
Dit is een stereo faser die de fase moduleert overeenkomstig een
sinusgolf LFO.
• Parameters
0: Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
1: Handbediening (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt het faseverschuivingsvolume dat als referentie gebruikt
wordt.
2: Snelheid (Bereik 0 – 127)
Stelt de snelheid bij van de LFO.
3: Diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de diepte van de LFO.
4: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het volumeniveau van het effect.

J 10: Fase (Phaser)
• Functie
Dit is een mono faser die de fase moduleert overeenkomstig een
sinusgolf LFO.
• Parameters
0: Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
1: Handbediening (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt het faseverschuivingsvolume dat als referentie gebruikt
wordt.
2: Snelheid (Bereik 0 – 127)
Stelt de snelheid bij van de LFO.
3: Diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de diepte van de LFO.
4: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.

J 11 : :Draaibeweging (Rotary)
• Functie
Dit is een simulator die een draaiende luidspreker nabootst.
• Parameters
0: Snelheid (Bereik: langzaam, snel)
Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel en langzaam.
1: Pauze (Bereik: Draaien, pauzeren)
Stopt het draaien van de luidspreker.
2: Valversnelling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de versnelling wanner de snelheidsfunctie
overgeschakeld wordt van snel naar langzaam.
3: Stijgversnelling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de versnelling wanner de snelheidsfunctie
overgeschakeld wordt van langzaam naar snel.
4: Langzaam (Bereik: 0 – 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de langzame
draaifunctie.
5: Snel (Bereik: 0 – 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de snelle
draaifunctie.

J 12 : Aandrijving draaibeweging (Drive-Rotary)
• Functie
Dit is een simulator in overdrive die een draaiende luidspreker
nabootst.
• Parameters
0: Overdrive versterking (Bereik: 0 – 127)
Regelt de overdrive versterking.
1: Overdrive niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het uitgangsniveau van de overdrive.

D-84

2: Snelheid (Bereik: langzaam, snel)
Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel en langzaam.
3: Pauze (Bereik: Roteren, Stop)
Stopt het draaien van de luidspreker.
4: Valversnelling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de versnelling wanner de snelheidsfunctie
overgeschakeld wordt van snel naar langzaam.
5: Stijgversnelling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de versnelling wanner de snelheidsfunctie
overgeschakeld wordt van langzaam naar snel.
6: Langzaam (Bereik: 0 – 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de langzame
draaifunctie.
7: Snel (Bereik: 0 – 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de snelle
draaifunctie.

J 13 : Verbetering (Enhancer)
• Functie
Verbetert het silhouet van het lage bereik en het hoge bereik van het
ingangssignaal.
• Parameters
0: Lage frequentie (Bereik: 0 – 127)
Regelt de lage bereik verbeteringsfrequentie.
1: Lage bereik versterking (Bereik: 0 – 127)
Regelt de lage bereik verbeteringsversterking.
2: Hoge frequentie (Bereik: 0 – 127)
Regelt de hoge bereik verbeteringsfrequentie.
3: Hoge bereik versterking (Bereik: 0 – 127)
Regelt de hoge bereik verbeteringsversterking.

J 14 : Ringmodulator (Ring Modulator)
• Functie
Dit is een ringmodulator (AM modulator) die het mogelijk maakt
om de frequentie van de interne oscillator (OSC) te moduleren
overeenkomstig een interne LFO.
• Parameters
0: OSC frequentie (Bereik: 0 – 127)
Stelt de referentiefrequentie van de interne OSC in.
1: LFO snelheid (Bereik: 0 – 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
2: LFO diepte (Bereik: 0 – 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
3: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
4: Droogniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het oorspronkelijke geluid.

J 15 : Lo-Fi
• Functie
Dit is een effector die een Lo-Fi geluid van het retro type produceert
met ruisgenerator 1 (Noise Generator 1) (generator die krasgeluid
imiteert van platenspelers) en ruisgenerator 2 (Noise Generator 2)
(onafgebroken ruisgenerator die witte ruis met roze ruis van het FM
radio type opwekt) en door ruismodulatie (amplitude modulatie =
AM) en vervorming van frequentiekarateristieken.
• Parameters
0: Ruisniveau 1 (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van ruisgenerator 1.
1: Ruisdichtheid 1 (Bereik: 0 – 127)
Regelt de ruisdichtheid van ruisgenerator 1.
2: Ruisniveau 2 (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van ruisgenerator 2.
3: Ruisdichtheid 2 (Bereik: 0 – 127)
Regelt de ruisdichtheid van ruisgenerator 2.
4: Toon (Bereik: 0 – 127)
Regelt de toon.
5: Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
6: Bas (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt het volume van de lage klanken.
7: Niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het uitgangsniveau.

J 16 : 1-fasezweving (1-Phase Chorus)
• Functie
Dit is mono zweving overeenkomstig een sinusgolf LFO.

707A-D-086A

CTK900_d.book

85 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

DSP algoritmelijst
• Parameters:
0: LFO snelheid (Bereik: 0 – 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
1: LFO diepte (Bereik: 0 – 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
2: Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt de terugkoppeling van het geluid.
3: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.

J 17 : Sinus 2-fasezweving (Sin 2-Phase Chorus)
• Functie
Dit is stereo zweving overeenkomstig een sinusgolf LFO.
• Parameters:
0: LFO snelheid (Bereik: 0 – 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
1: LFO diepte (Bereik: 0 – 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
2: Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt de terugkoppeling van het geluid.
3: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.

J 18 : 3-fasezweving (3-Phase Chorus)
• Functie
Dit is 3-fase zweving overeenkomstig twee LFO’s met verschillende
sinusgolfsnelheden.
• Parameters:
0: Snelheid1 (hoge LFO snelheid = Fast LFO Rate) (Bereik: 0 – 127)
Stelt de snelheid van LFO1 in.
1: Diepte1 (snelle LFO diepte = Fast LFO Depth) (Bereik: 0 – 127)
Stelt de diepte van LFO1 in.
2: Snelheid2 (langzame LFO snelheid = Fast LFO Rate) (Bereik: 0 –
127)
Stelt de snelheid van LFO2 in.
3: Diepte2 (lage LFO diepte = Fast LFO Depth) (Bereik: 0 – 127)
Stelt de diepte van LFO2 in.
4: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.

J 19 : Drievoudige 2-fasezweving (Tri 2-Phase Chorus)
• Functie
Dit is stereo zweving overeenkomstig driehoekige golf LFO.
• Parameters:
0: LFO snelheid (Bereik: 0 – 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
1: LFO diepte (Bereik: 0 – 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
2: Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt de terugkoppeling van het geluid
3: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.

J 20 : Stereovertraging 1 (Stereo Delay 1)
• Functie
Dit is de vertraging van het stereo ingangs- en uitgangssignaal.
• Parameters
0: Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd.
1: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2: Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3: Hoogdemping (Bereik: 0 – 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het
vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4: Mate L (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de
vertragingstijd.
5: Mate R (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de
vertragingstijd.

707A-D-087A

J 21 : Stereovertraging 2 (Stereo Delay 2)
• Functie
Dit is de kruisterugkoppelvertraging van het stereo ingangs- en
uitgangssignaal.
• Parameters
0: Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd.
1: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2: Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3: Hoogdemping (Bereik: 0 – 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het
vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4: Mate L (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal. In verhouding
tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
5: Mate R (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal. In verhouding
tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.

J 22 : 3-tapvertraging (3-Tap Delay)
• Function
Dit is de linker/midden/rechter 3-tap vertraging.
• Parameters
0: Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd.
1: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2: Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3: Hoogdemping (Bereik: 0 – 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het
vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4: Mate L (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de
vertragingstijd.
5: Mate C (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het midden kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de
vertragingstijd.
6: Mate R (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de
vertragingstijd.

J 23 : Poortnagalm (Gate Reverb)
• Functie
Dit is een fader die een kunstmatig nagalmeffect creëert dat klinkt
alsof het afgesneden wordt door een poort.
• Parameters
0: LPF (Bereik: 0 – 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter.
Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik.
1: HPF (Bereik: 0 – 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het hoogfilter.
Een kleinere waarde elimineert het lage bereik.
2: Terugkoppeling (Feedback) (Bereik: 0 – 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3: Hoogdemping (High Damp) (Bereik: 0 – 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het
vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4: Verspreiding (Diffusion) (Bereik: 0 – 127)
Voorziet in fijnregeling van de nagalm.
5: Natniveau (Wet Level) (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6: Droogniveau (Dry Level) (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het droge geluid (oorspronkelijke geluid).

J 24 : Omgekeerde poortnagalm (Reverse Gate
Reverb)
• Functie
Dit is poortnagalm met een omgekeerd draai-effect.

D-85

CTK900_d.book

86 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

DSP algoritmelijst
• Parameters
0: LPF (Bereik: 0 – 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter.
Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik.
1: HPF (Bereik: 0 – 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het hoogfilter.
Een kleinere waarde elimineert het lage bereik.
2: Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3: Hoogdemping (Bereik: 0 – 127)
Regelt het dempen van het nagalmgeluid in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het
vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4: Verspreiding (Bereik: 0 – 127)
Voorziet in fijnregeling van de nagalm.
5: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6: Droogniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het droge geluid (oorspronkelijke geluid).

J 25 : Weerkaatsing (Reflection)
• Functie
Dit is een effector die het eerste weerkaatste geluid uit een
nagalmgeluid haalt.
• Parameters
0: Type (Bereik: 0 – 7)
Kiest uit de acht verkrijgbare weerkaatsingpatronen.
1: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2: Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid.
3: Toon (Bereik: 0 – 127)
Regelt de toon van het teruggekaatste geluid.

J 26 : Flanger
• Functie
Dit is een ‘flanger’ overeenkomstig een sinusgolf LFO.
• Parameters
0: LFO snelheid (Bereik: 0 – 127)
Regelt de snelheid van de LFO.
1: LFO diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de diepte van de LFO.
2: Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid.
3: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.

J 27 : Nagalm (Reverb)
• Functie
Dit is een effector die de breedte van het geluid behoudt door een
nagalm toe te voegen.
• Parameters
0: Toon (Bereik: 0 – 127)
Regelt de toon van het nagalmgeluid.
1: Tijd (Bereik: 0 – 127)
Regelt de nagalmtijd.
2: Hoogdemping (Bereik: 0 – 127)
Regelt het dempen van het nagalmgeluid in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het
nagalmgeluid in het hoge bereik.
3: ER niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van de oorspronkelijke weerkaatsing.
4: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.

J 28 : 2-Tapvertraging (2-Tap Delay)
• Function
Dit is de linker/rechter 2-tap vertraging.
• Parameters
0: Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd.
1: Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2: Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.

D-86

3: Hoogdemping (Bereik: 0 – 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het
vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4: Mate L (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de
vertragingstijd.
5: Mate R (Bereik: 0 – 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de
vertragingstijd.
‰ De volgende “meervoudige” (Multi) algoritmes worden gebruikt in
combinatie met de hierboven beschreven algoritmes. Parameters
worden door beide algoritme types gebruikt.

J M00 : Meervoudig00 (Multi00)-Sinus 2-fasezweving2-tap vertraging (Sin 2-Phase Chorus – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Sinus 2fasezweving-2-tap vertraging (Sin 2-Phase Chorus-2-Tap Delay).
• Parameters
0: Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
1: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
2: Zwevingterugkoppeling (Chorus Feedback)
3: Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
4: Vertragingstijd (Delay Time)
5: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7: Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)

J M01 : Meervoudig01 (Multi01) –3-fasezweving-3-tap
vertraging (3-Phase Chorus – 3-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan 3fasezweving-3-tap vertraging (3-Phase Chorus-3-Tap Delay).
• Parameters
0: Zweving hoge snelheid (Chorus Rate 1)
1: Zweving snelle diepte (Chorus Depth 1)
2: Zweving lage snelheid (Chorus Rate 2)
3: Zweving langzame diepte (Chorus Depth 2)
4: Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
5: Vertragingtijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)

J M02 : Meervoudig02 (Multi02) –Fase-3-fasezweving
(Phase – 3-Phase Chorus)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan
3-fasezweving (3-Phase Chorus).
• Parameters
0: Faseresonantie (Phaser Resonance)
1: Fase handbediening (Phaser Manual)
2: Fasesnelheid (Phaser Rate)
3: Fasediepte (Phaser Depth)
4: Zweving snelheid 1 (Chorus Rate 1)
5: Zweving diepte 1 (Chorus Depth 1)
6: Zweving snelheid 2 (Chorus Rate 2)
7: Zweving diepte 2 (Chorus Depth 2)

J M03 : Meervoudig03 (Multi03) –Flanger-2-Tap
vertraging-(Flanger – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan flanger 2-tap
vertraging (Flanger 2-Tap Delay).
• Parameters
0: Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
1: Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
2: Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
3: Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
4: Vertragingstijd (Delay Time)
5: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7: Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)

707A-D-088A

CTK900_d.book

87 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

DSP algoritmelijst
J M04 : Meervoudig04 (Multi04) –Stereo fase-Stereo
vertraging 1-Stereo Phaser – Stereo
Delay 1)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Stereo fase Stereo vertraging 1-Stereo Phaser - Stereo Delay 1).
• Parameters
0: Faseresonantie (Phaser Resonance)
1: Fase handbediening (Phaser Manual)
2: Fasesnelheid (Phaser Rate)
3: Fasediepte (Phaser Depth)
4: Fase natniveau (Phase Wet Level)
5: Vertragingstijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)

J M05 : Meervoudig05 (Multi05)-Verbetering-Zweving
(Enhancer – 1-Phase Chorus)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan verbeteringzweving (Enhancer-1-Phase Chorus).
• Parameters
0: Verbetering lage frequenties (Enhancer Low Frequency)
1: Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
2: Verbetering hoge frequenties (Enhancer High Frequency)
3: Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
4: Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
5: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6: Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
7: Zweving natniveau (Chorus Wet Level)

J M06 : Meervoudig06 (Multi06)-Verbetering-2-tap
Vertraging (Enhancer – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan verbetering- 2tap vertraging (Enhancer-2-tap Delay).
• Parameters
0: Verbetering lage frequenties (Enhancer Low Frequency)
1: Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
2: Verbetering hoge frequenties (Enhancer High Frequency)
3: Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
4: Vertragingtijd (Delay Time)
5: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6: Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)
7: Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)

J M07 : Meervoudig07 (Multi07)-Verbetering-Flanger
(Enhancer – Flanger)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan verbeteringflanger (Enhancer-Flanger).
• Parameters
0: Verbetering lage frequenties (Enhancer Low Frequency)
1: Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
2: Verbetering hoge frequenties (Enhancer High Frequency)
3: Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
4: Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
5: Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
6: Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
7: Flanger natniveau (Flanger Wet Level)

J M08 : Meervoudig08 (Multi08) –sinus 2-fasezwevingflanger (Sin 2-Phase Chorus – Flanger)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan sinus 2fasezweving-flanger (Sin 2-Phase Chorus-Flanger).
• Parameters
0: Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
1: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
2: Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
3: Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
4: Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
5: Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
6: Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
7: Flanger natniveau (Flanger Wet Level)

707A-D-089A

J M09 : Meervoudig09 (Multi09) –sinus 2-fasezwevingTremolo (Sin 2-Phase Chorus – Tremolo)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan sinus 2fasezweving-tremolo (Sin 2-Phase Chorus-Tremolo).
• Parameters
0: Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
1: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
2: Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
3: Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
4: Tremolo LFO snelheid (Tremolo LFO Rate)
5: Tremolo LFO diepte (Tremolo LFO Depth)

J M10 : Meervoudig10 (Multi10) –Stereo faseAutomatische Stereopositie (Stereo Phaser – Auto
Pan)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Stereo faseAutomatische Stereopositie (Stereo Phaser-Auto Pan).
• Parameters
0: Faseresonantie (Phaser Resonance)
1: Fase handbediening (Phaser Manual)
2: Fasesnelheid (Phaser Rate)
3: Fasediepte (Phaser Depth)
4: Fase natniveau (Phase Wet Level)
5: Automatische stereopositiesnelheid (Auto Pan Rate)
6: Automatische stereopositiediepte (Auto Pan Depth)

J M11 : Meervoudig11 (Multi11)-Compressor – Lo-Fi
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan CompressorLo-Fi.
• Parameters
0: Compressordiepte (Compressor Depth)
1: Compressoraanslag (Compressor Attack)
2: Compressorniveau(Compressor Level)
3: Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
4: Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
5: Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
6: Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
7: Lo-Fi Bass (Lo-Fi Bass)

J M12 : Meervoudig12 (Multi12)-Ring Modulator-Sinus
2-fasezweving-2-tap vertraging (Ring Modulator – Sin
2-Phase Chorus-2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Ring
Modulator-Sinus 2-fasezweving-2-tap vertraging (Ring ModulatorSin 2-Phase Chorus-2-Tap Delay).
• Parameters
0: Ring OSC frequentie (Ring OSC Frequency)
1: Ring LFO snelheid (Ring LFO Rate)
2: Ring LFO diepte (Ring LFO Depth)
3: Ring natniveau (Ring Wet Level)
4: Ring droogniveau (Ring Dry Level)
5: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6: Vertragingstijd (Delay Time)
7: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)

J M13 : Meervoudig13 (Multi13)-Ring ModulatorVervorming (Ring Modulator – Distortion)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Ring ModulatorVervorming (Ring Modulator-Distortion).
• Parameters
0: Ring OSC frequentie (Ring OSC Frequency)
1: Ring LFO snelheid (Ring LFO Rate)
2: Ring LFO diepte (Ring LFO Depth)
3: Ring natniveau (Ring Wet Level)
4: Ring droogniveau (Ring Dry Level)
5: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
6: Vervormingstoon (Distortion Tone)
7: Vervormingsniveau (Distortion Level)

D-87

CTK900_d.book

88 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

DSP algoritmelijst
J M14 : Meervoudig14 (Multi14)-Lo-Fi-Weerkaatsing
(Lo-Fi – Reflection)

J M19 : Meervoudig19 (Multi19)-Compressor-Stereo
Vertraging 1 (Compressor – Stereo Delay 1)

• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Lo-FiWeerkaatsing (Lo-Fi-Reflection).
• Parameters
0: Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
1: Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
2: Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
3: Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
4: Weerkaatsingstype (Reflection Type)
5: Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
6: Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
7: Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)

• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Compressor
Vertraging 1 (Compressor Delay 1).
• Parameters
0: Compressordiepte (Compressor Depth)
1: Compressoraanslag (Compressor Attack)
2: Compressorloslaten (Compressor Release)
3: Compressorniveau(Compressor Level)
4: Vertragingtijd (Delay Time)
5: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7: Vertraging hoge demping (Delay High Damp)

J M15 : Meervoudig15 (Multi15)-Vervorming-Lo-Fi
(Distortion – Lo-Fi)

J M20 : Meervoudig20 (Multi20) –Fase-1-Fase Zweving
– Automatische Stereopositie (Phaser – 1-Phase
Chorus – Auto Pan)

• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan VervormingLo-Fi ( Distortion-Lo-Fi).
• Parameters
0: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1: Vervorming laagband (Distortion Low)
2: Vervorming hoogband (Distortion High)
3: Vervormingsniveau (Distortion Level)
4: Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
5: Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
6: Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
7: Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)

J M16 : Meervoudig16 (Multi16)-DraaibewegingWeerkaatsing (Drive Rotary – Reflection)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan
Draaibeweging-Weerkaatsing (Drive Rotary-Reflection).
• Parameters
0: Drive Rotary versterking (Drive Rotary Gain)
1: Drive Rotary niveau (Drive Rotary Level)
2: Draaisnelheid (Drive Rotary Speed)
3: Langzame draaisnelheid (Drive Rotary Slow Rate)
4: Snelle draaisnelheid (Drive Rotary Fast Rate)
5: Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
6: Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
7: Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)

J M17 : Meervoudig17 (Multi17)-WeerkaatsingDraaibeweging (Rotary – Reflection)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan WeerkaatsingDraaibeweging (Rotary–Reflection).
• Parameters
0: Draaisnelheid (Rotary Speed)
1: Draaipauze (Rotary Break)
2: Langzame draaisnelheid (Rotary Slow Rate)
3: Snelle draaisnelheid (Rotary Fast Rate)
4: Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
5: Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
6: Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)

J M18: Meervoudig18 (Multi18)-CompressorVerbetering-2-tap Vertraging (Compressor –
Enhancer-2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan CompressorVerbetering-2-tap Vertraging (Compressor-Enhancer-2-Tap Delay).
• Parameters
0: Compressordiepte (Compressor Depth)
1: Compressoraanslag (Compressor Attack)
2: Compressorniveau(Compressor Level)
3: Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
4: Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
5: Vertragingtijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)

D-88

• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Fase-1-Fase
Zweving – Automatische Stereopositie (Phaser-1-Phase ChorusAuto Pan).
• Parameters
0: Faseresonantie (Phaser Resonance)
1: Fase handbediening (Phaser Manual)
2: Fasesnelheid (Phaser Rate)
3: Fasediepte (Phaser Depth)
4: Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
5: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6: Automatische stereopositiesnelheid (Auto Pan Rate)
7: Automatische stereopositiediepte (Auto Pan Depth)

J M21 : Meervoudig21 (Multi21)-Automatische Wah - Tri
2-fasezweving-2-tap vertraging (Auto Wah – Tri 2Phase Chorus – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Automatische
Wah - Tri 2-fasezweving-2-tap vertraging (Auto Wah-Tri 2-Phase
Chorus-2-Tap Delay).
• Parameters
0: Wah resonantie (Wah Resonance)
1: Wah handbediening (Wah Manual)
2: Wah diepte (Wah Depth)
3: Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
4: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5: Vertragingstijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)

J M22 : Meervoudig22 (Multi22)-LFO Wah - Tri 2fasezweving-2-tap vertraging (LFO Wah – Tri 2-Phase
Chorus – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan LFO Wah – Tri
2-fasezweving-2-tap vertraging (LFO Wah-Tri 2-Phase Chorus-2Tap Delay).
• Parameters
0: Wah resonantie (Wah Resonance)
1: Wah handbediening (Wah Manual)
2: Wah LFO snelheid (Wah LFO Rate)
3: Wah LFO diepte (Wah LFO Depth)
4: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5: Vertragingstijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)

J M23 : Meervoudig23 (Multi23)-Compressor-Sinus 2Fase Zweving-Weerkaatsing (Compressor – Sin 2Phase Chorus –Reflection)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan CompressorSinus 2-Fase Zweving-Weerkaatsing (Compressor-Sin 2-Phase
Chorus–Reflection).

707A-D-090A

CTK900_d.book

89 ページ 2005年3月11日

金曜日

午前11時47分

DSP algoritmelijst
• Parameters
0: Compressordiepte (Compressor Depth)
1: Compressoraanslag (Compressor Attack)
2: Compressorniveau(Compressor Level)
3: Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
4: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5: Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
6: Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
7: Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)

J M24 : Meervoudig24 (Multi24)-Vervorming - 1fasezweving-2-tap vertraging (Distortion – 1-Phase
Chorus – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming 1 fasezweving-2-tap vertraging (Distortion-1 Phase Chorus-2-Tap
Delay).
• Parameters
0: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1: Vervorming laagband (Distortion Low)
2: Vervorming hoogband (Distortion High)
3: Vervormingsniveau (Distortion Level)
4: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5: Vertragingstijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)

J M25 : Meervoudig25 (Multi25)-CompressorVervorming - 2-tap vertraging (Compressor –
Distortion – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan CompressorVervorming - 2-tap vertraging (Compressor-Distortion-2-Tap
Delay).
• Parameters
0: Compressordiepte (Compressor Depth)
1: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
2: Vervorming laagband (Distortion Low)
3: Vervorming hoogband (Distortion High)
4: Vervormingsniveau (Distortion Level)
5: Vertragingstijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)

J M26 : Meervoudig26 (Multi26)-Automatisch WahVervorming - 2-tap vertraging (Auto Wah – Distortion
– 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Automatisch
Wah-Vervorming - 2-tap vertraging (Auto Wah-Distortion-2-Tap
Delay).
• Parameters
0: Wah handbediening (Wah Manual)
1: Wah diepte (Wah Depth)
2: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
3: Vervorming toon (Distortion Tone)
4: Vervormingsniveau (Distortion Level)
5: Vertragingstijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)

J M28 : Meervoudig28 (Multi28)-Vervorming - 3-tap
vertraging (Distortion – 3-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming 3-tap vertraging (Distortion-3-Tap Delay).
• Parameters
0: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1: Vervorming laagband (Distortion Low)
2: Vervorming hoogband (Distortion High)
3: Vervormingsniveau (Distortion Level)
4: Vertragingstijd (Delay Time)
5: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7: Vertraging hoge demping (Delay High Damp)

J M29 : Meervoudig29 (Multi29)-Vervorming - Fase
(Distortion – Phaser)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan VervormingFase (Distortion-Phaser).
• Parameters
0: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1: Vervorming laagband (Distortion Low)
2: Vervorming hoogband (Distortion High)
3: Vervormingsniveau (Distortion Level)
4: Faseresonantie (Phaser Resonance)
5: Fase handbediening (Phaser Manual)
6: Fasesnelheid (Phaser Rate)
7: Fasediepte (Phaser Depth)

J M30 : Meervoudig30 (Multi30)-Vervorming-Sinus 2Fase Zweving (Distortion – Sin 2-Phase Chorus)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan VervormingSinus 2-Fase Zweving (Distortion-Sin 2-Phase Chorus).
• Parameters
0: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1: Vervorming laagband (Distortion Low)
2: Vervorming hoogband (Distortion High)
3: Vervormingsniveau (Distortion Level)
4: Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
5: Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6: Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
7: Zweving natniveau (Chorus Wet Level)

J M31 : Meervoudig31 (Multi31)-Vervorming-Flanger
(Distortion – Flanger)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan VervormingFlanger (Distortion-Flanger).
• Parameters
0: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1: Vervorming laagband (Distortion Low)
2: Vervorming hoogband (Distortion High)
3: Vervormingsniveau (Distortion Level)
4: Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
5: Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
6: Flanger terugkoppeling (Flanger Feedback)
7: Flanger natniveau (Flanger Wet Level)

J M27 : Meervoudig27 (Multi27)-LFO Wah-Vervorming 2-tap vertraging (LFO – Distortion – 2-Tap Delay)
• Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan LFO WahVervorming - 2-tap vertraging (LFO Wah-Distortion-2-Tap Delay).
• Parameters
0: Wah handbediening (Wah Manual)
1: Wah LFO snelheid (Wah LFO Rate)
2: Wah LFO diepte (Wah LFO Depth)
3: Vervormingsversterking (Distortion Gain)
4: Vervormingsniveau (Distortion Level)
5: Vertragingstijd (Delay Time)
6: Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7: Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)

707A-D-091A

D-89

CTK900_di_Appendix.fm

1 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice
Appendix/Appendice

Toonlijst/Lista dei toni
1 Nr./Num.
4 Programmaverandering/
Cambiamento programma
7 Bereiktype/Tipo di gamma

2 Toongroep/Gruppo di toni
5 Bankkeuze MSB/
MSB di selezione banco
8 DSP type/Tipo di DSP

3 Toonnaam/Nome del tono
6 Maximale polyfonie/Polifonia massima

Geavanceerde tonen/Toni avanzati
1

2

3

0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62

PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
E.PIANO
CHROM.PERC
CHROM.PERC
CHROM.PERC
CHROM.PERC
CHROM.PERC
CHROM.PERC
CHROM.PERC
CHROM.PERC
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN

STEREO GRAND PIANO
STEREO MELLOW PIANO
STEREO BRIGHT PIANO
GRAND PIANO
ROCK PIANO
MODERN PIANO
DANCE PIANO
MELLOW PIANO
BRIGHT PIANO
SYNTH-STR PIANO
STRINGS PIANO
VOICE PIANO
ELEC.GRAND PIANO
HARPSICHORD
GRAND PIANO WIDE
AMBIENT PIANO
1 OCTAVE PIANO
2 OCTAVE PIANO
MODERN E.G.PIANO
COMP.PIANO
HONKY-TONK 1
BRIGHT HARPSICHORD
COUPLED HARPSICHORD
ELEC.PIANO 1
ELEC.PIANO 2
FM ELEC.PIANO
DYNO ELEC.PIANO
60'S ELEC.PIANO
MELLOW E.PIANO
POP ELEC.PIANO
TREMOLO E.PIANO
SOFT E.PIANO
GLASS E.PIANO
SYNTH-STR E.PIANO 1
CLAVI
AUTO WAH E.PIANO
PHASER E.PIANO
MODERN E.PIANO
WARM ELEC.PIANO
ELEC.PIANO PAD
SYNTH-STR E.PIANO 2
STRINGS E.PIANO
RESONANCE CLAVI
PULSE CLAVI
LA CLAVI
TREMOLO VIBRAPHONE
MARIMBA
GLOCKENSPIEL
CELESTA
VIBRAPHONE
PHASER MARIMBA
DELAY GLOCKENSPIEL
ROTARY CELESTA
ROTARY DRAWBAR
ROTARY PERC.ORGAN 1
ROTARY PERC.ORGAN 2
70'S ORGAN
TREMOLO ORGAN
JAZZ DRAWBAR
ROCK ORGAN
OVD ROTARY ORGAN
ROTARY ELEC.ORGAN
CHURCH ORGAN 1

A-1

4 567
0
0
1
0
1
1
1
0
1
0
1
0
2
6
0
0
3
3
2
0
3
6
6
4
5
5
4
4
4
4
4
5
4
4
7
4
4
5
4
4
5
5
7
7
7
11
12
9
8
11
12
9
8
16
17
17
17
16
17
18
16
16
19

51
52
50
48
49
51
53
50
48
54
52
53
48
51
49
55
51
50
50
56
48
52
49
48
49
48
49
52
53
50
56
51
51
55
48
57
58
50
59
54
53
54
50
49
51
48
48
48
48
50
50
49
49
52
52
54
49
49
53
48
54
53
48

16
16
16
32
32
16
16
32
32
16
16
16
32
32
32
16
16
16
16
32
16
32
16
32
16
16
32
32
16
16
32
16
16
16
32
32
32
16
32
16
16
16
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
16
16
16
32
32
16
16
32
32
16

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
+1
N
N
N
+1
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

8
RvbHall1
GateRvb2
Equalize
RvbHall1
Equalize
Equalize
Enha Dly
Equalize
Enhancer
Cho Flan
RvbHall1
Reflect
Equalize
CmpChoRf
Reflect
St.Delay
Equalize
RvbRoom2
ChoDly 1
CmpEnDly
Enhancer
CmpChoRf
CmpChoRf
Chorus 3
Chorus 3
Chorus 3
Chorus 3
Auto Pan
CmpChoRf
Equalize
Cho Trem
Equalize
Equalize
Equalize
Dist 1
Auto Wah
PhaAPan1
Enha Dly
Cho Trem
StPhaser
Equalize
ChoDly 1
Auto Wah
CmpEnDly
Cho Dly4
Cho Trem
Reflect
Reflect
Reflect
Reflect
PhaDly 2
ChoDly 2
RotRef 2
Rotary 2
Rotary 2
RotRef 1
Rotary 1
Cho Trem
RotRef 1
Rotary 2
Od Rot 2
Rotary 2
RvbHall2

1

2

63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125

ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
ORGAN
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
GUITAR
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS

3
CHAPEL ORGAN
ACCORDION
BANDONEON
HARMONICA
DRAWBAR ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 2
ELEC.ORGAN
PERC.ORGAN 1
PERC.ORGAN 2
JAZZ ORGAN
OVD ROCK ORGAN
TAPE ORGAN
CHURCH ORGAN 2
OCTAVE ACCORDION
NEO BANDONEON
SLOW HARMONICA
WAH HARMONICA
PURE ACOUSTIC GUITAR
NYLON STR.GUITAR
STEEL STR.GUITAR
JAZZ GUITAR
CHORUS CLEAN GUITAR
ROTARY GUITAR
CRUNCH ELEC.GUITAR
OVD FRONT GUITAR
FEEDBACK DIST.GT
MUTE DIST.GUITAR
MELLOW NYLON GUITAR
12 STRING GUITAR
BRIGHT ACOUSTIC GUITAR
CHORUS STEEL GUITAR
UKULELE
BANJO
OCT JAZZ GUITAR
CHORUS JAZZ GUITAR
CLEAN GUITAR
ELEC.GUITAR FRONT
ELEC.GUITAR REAR
TREMOLO GUITAR
MUTE GUITAR
OVERDRIVE GUITAR
OVD REAR GUITAR
DISTORTION FRONT GT
MORE DISTORTION GT
TOUCH WAH OVD GT
DISTORTION GUITAR
FEEDBACK GUITAR
DISTORTION CLEAN GT
ACOUSTIC BASS 1
ACOUSTIC BASS 2
RIDE BASS
FINGERED BASS 1
FINGERED BASS 2
PICKED BASS
FRETLESS BASS
SLAP BASS
SAW SYNTH-BASS 1
ANALOG SYNTH-BASS
CHORUS FINGERED BASS
ROCK PICKED BASS
FLAN.FRETLESS BASS
FUNKY SLAP BASS
SQR SYNTH-BASS 1

4 567
19
21
23
22
16
16
16
17
17
17
18
20
19
21
23
22
22
25
24
25
26
27
27
27
29
30
28
24
25
25
25
24
105
26
26
27
27
27
29
28
29
29
30
30
30
30
30
30
32
32
32
33
33
34
35
37
38
38
33
34
35
37
39

51
48
48
48
48
50
51
48
51
50
49
50
49
49
49
49
50
49
48
48
48
53
54
52
49
52
49
51
50
52
51
49
48
50
51
48
51
50
55
48
48
50
50
51
54
48
49
53
48
49
50
48
49
48
48
48
48
52
50
49
49
49
48

32
16
16
32
32
32
32
16
16
16
16
16
16
16
16
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
16
32
16
16
32
16
32
32
16
32
32
32
32
32
32
16
32
32
16
16
16
16
32
32
32
16
32
32
32
32
32
16
32
16
32
16
32
32

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
N
N
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1

8
GateRvb2
Reflect
Reflect
Reflect
Reflect
Rotary 1
Reflect
Reflect
Rotary 2
Reflect
OdRtRef1
Cho Dly4
GateRvb2
CmpChoRf
ChoDly 4
RvbRoom2
LWhDsDly
Equalize
Equalize
Equalize
CmpChoRf
CmpEnDly
RotRef 1
CrnDelay
CmpOdDly
DistDly1
MetalDly
ChoDly 3
Equalize
Enha Dly
ChoDly 4
CmpChoRf
Equalize
RvbRoom3
OdChorus
Equalize
Equalize
Equalize
Cho Trem
Equalize
CmpDelay
Ovrdrive
DistDly2
DistDly2
AWhCrDly
CmpDelay
CmpCrDly
CmpCrDly
Limiter
Reflect
RvbRoom1
Limiter
Limiter
CmpEnDly
ChoDly 1
Comp 2
Chorus 1
PhaCho 1
Crn Cho
OdChorus
Cho Flan
AWhCrDly
Od Rot 1

707A-D-182A

CTK900_di_Appendix.fm

2 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice
1

2

3

126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200

BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
BASS
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ORCHESTRA
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
ENSEMBLE
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS

RESO.SQR BASS
RESO.SAW BASS 1
RESO.SAW BASS 2
DISTORTION SQR BASS
DIGITAL BASS 1
DIGITAL BASS 2
ACID BASS
SAW SYNTH-BASS 2
TRI SYNTH-BASS
SINE BASS
FAT SYNTH-BASS
ORGAN BASS 1
VIOLIN
CELLO
VIOLA
PIZZICATO ENSEMBLE
HARP
SLOW VIOLIN
SLOW CELLO
PIZZICATO
HARPS
STEREO STRINGS
STRING ENSEMBLE
SLOW STRINGS
CHAMBER
PURE SYNTH-STRINGS
SYNTH-STRINGS 1
70'S SYNTH-STR
80'S SYNTH-STR
STEREO CHOIR
VOICE UUH
VOICE DOO
SYNTH-VOICE 1
SYNTH-VOICE 2
SCAT VOICE 1
SCAT VOICE 2
SCAT VOICE 3
BRIGHT STRINGS
WIDE STRINGS
MELLOW STRINGS
ORCHESTRA STRINGS 1
ORCHESTRA STRINGS 2
RESO.SYNTH-STRINGS
PHASER SYNTH-STRINGS
OLD STRINGS ENSEMBLE
CHOIR STRINGS
SYNTH-CHOIR
SYNTH-DOO
MAGIC VOICE DOO
WAH SYNTH-VOICE
VOICE PAD
BLOW VOICE
NOISY SYNTH-VOICE
POP HIT 1
POP HIT 2
BASS HIT
PIANO HIT
ORGAN HIT
ORCHESTRA HIT 1
TECHNO HIT
PURE TRUMPET
TROMBONE
MUTE TRUMPET
STEREO BRASS
BRASS ENSEMBLE
DEEP SYNTH-BRASS 1
SOFT SYNTH-BRASS
VINTAGE SYNTH-BRASS
TRUMPET 1
MELLOW TRUMPET
MELLOW TROMBONE
BRIGHT TROMBONE
TUBA
FRENCH HORN
TRUMPET 2

707A-D-183A

4 567
39
38
38
39
39
39
38
38
39
39
39
38
40
42
41
45
46
40
42
45
46
48
48
49
49
50
50
50
50
52
53
53
54
54
53
53
53
48
48
49
49
49
51
51
49
48
52
53
53
54
54
54
54
55
55
55
55
55
55
55
56
57
59
61
61
62
63
63
56
56
57
57
58
60
56

50
53
49
51
52
55
50
54
53
54
56
55
48
48
48
49
48
49
49
48
49
51
48
48
49
50
48
51
52
50
49
48
48
49
52
53
54
49
52
50
51
52
48
49
53
53
51
50
51
55
53
51
54
52
53
49
54
55
48
56
52
50
48
50
51
51
51
48
51
50
48
49
48
48
53

32
32
16
16
32
16
32
32
32
32
16
32
32
32
32
16
32
32
32
32
16
16
32
32
16
16
32
16
16
16
16
32
32
32
32
32
32
32
16
32
16
16
32
16
32
16
16
16
32
32
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
32
16
32
16
16
16
16
16
16
16
16
32
32
16
32

–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
N
–1
N
–1
N
N
N
N
–1
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
–1
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
–1
N
N
N
N
N
N
N
N
–1
–1
–1
–1
N

8
Enha Cho
AWhChDly
PhaDly 2
DistDly1
Comp 2
Chorus 2
Enhancer
Equalize
Equalize
Comp 1
CmpEnDly
Comp 1
GateRvb2
GateRvb2
GateRvb2
RvbHall1
Reflect
RvbHall2
RvbHall2
Reflect
Reflect
RvbPlate
RvbRoom3
ChoDly 3
Reflect
ChoDly 3
ChoDly 3
RevHall1
ChoDly 4
RvbHall1
RvbRoom1
RvbRoom1
Chorus 4
ChoDly 3
ChoDly 4
ChoDly 2
ChoDly 4
RvbHall1
RvbHall1
RvbHall1
RvbRoom3
RvbHall1
ChoDly 3
PhaAPan2
OdChorus
RvbHall1
StXDelay
DistDly1
PhaDly 2
AWhChDly
FlanDly3
DistDly1
FlanDly2
Equalize
FlanDly1
DistDly1
GateRvb2
Rotary 2
RvbHall1
MetalDly
GateRvb1
GateRvb2
Enhancer
RvbPlate
Enha Dly
Enha Dly
Enha Dly
RvbHall2
GateRvb2
RvbHall1
RvbHall1
RvbHall1
RvbHall1
RvbHall1
GateRvb1

1

2

201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
214
215
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
230
231
232
233
234
235
236
237
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
249
250
251
252
253
254
255
256
257
258
259
260
261
262
263
264
265
266
267
268
269
270
271
272
273
274
275

BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
BRASS
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
REED
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
PIPE
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD

3
TROMBONE SECTION
OCTAVE FRENCH HORN
BRASS
BRASS SFZ
BRASS+FRENCH HORN
OCTAVE BRASS
GATE BRASS
DEEP SYNTH-BRASS 2
ANALOG BRASS 1
ANALOG BRASS 2
WARM SYNTH-BRASS
SLOW SYNTH-BRASS
SQR SYNTH-BRASS
SAW SYNTH-BRASS
LA SYNTH-BRASS
BREATHY ALTO SAX
BREATHY TENOR SAX
MELLOW SOPRANO SAX
PURE ALTO SAX
PURE TENOR SAX
CLARINET
OBOE
SOPRANO SAX
ALTO SAX
BRIGHT ALTO SAX
TENOR SAX
BARITONE SAX
TREMOLO ALTO SAX
TREMOLO TENOR SAX
ALTO SAXYS
TENOR SAXYS
STACK BARITONE SAX
WAH BARITONE SAX
MELLOW CLARINET
SYNTH-OBOE
PURE FLUTE
FLUTE
MELLOW FLUTE
PICCOLO
PAN FLUTE
BOTTLE BLOW
RECORDER
WHISTLE
PICCOLO ENSEMBLE
BREATHY FLUTE
OCTAVE FLUTE
FLUTE+REED
SYNTH-PAN FLUTE
SYNTH-RECORDER
WHISTLES
SAWTOOTH LEAD
MELLOW SAW LEAD
GR LEAD 1
SQUARE LEAD 1
SQUARE LEAD 2
VOX SQR LEAD
CALLIOPE LEAD
CHIFF LEAD 1
CHARANG LEAD
GT SYNTH-LEAD 1
SOLO VOX
FIFTH LEAD
HUSKY SAW
BASS LEAD 1
BASS LEAD 2
VOX SAW LEAD
SQUARE LEAD 3
MELLOW SQR LEAD
ADVANCED CALLIOPE
SEQ SAW 1
REED SAW
PIPE LEAD
ATTACK SQR 1
ATTACK SQR 2
PLUCK LEAD 1

4 567
57
60
61
61
61
61
61
62
62
62
63
63
62
63
63
65
66
64
65
66
71
68
64
65
65
66
67
65
66
65
66
67
67
71
68
73
73
73
72
75
76
74
78
72
73
73
73
75
74
78
81
81
81
80
80
80
82
83
84
84
85
86
86
87
87
81
80
80
82
81
81
82
80
80
84

51
50
48
53
55
54
56
53
48
54
52
49
52
53
50
50
50
49
51
51
49
48
48
48
54
48
48
49
49
52
52
49
50
48
49
49
48
50
48
48
48
48
48
49
53
51
52
49
49
49
48
53
54
48
51
52
48
48
48
49
48
48
49
48
50
57
53
54
49
55
56
50
55
56
50

16
16
32
16
16
16
16
16
32
32
16
16
16
16
16
16
16
16
32
16
16
32
32
32
32
32
32
16
16
16
16
16
16
32
16
16
32
16
32
32
32
32
32
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16

–1
–1
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
–1
–1
N
–1
–1
N
N
N
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
–1
N
N
N
N
N
+1
N
N
N
N
+1
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

8
GateRvb2
RvbHall1
RvbHall2
Comp 2
RvbHall2
RvbHall2
GateRvb1
Enha Dly
Comp 2
Equalize
Delay
ChoDly 4
Delay
Enha Cho
PhaDly 1
RvbHall1
RvbHall1
CmpEnDly
GateRvb2
GateRvb2
Reflect
GateRvb2
Equalize
Equalize
Equalize
Equalize
Equalize
Tremolo
Tremolo
Equalize
Equalize
Comp 2
Auto Wah
GateRvb2
ChoDly 4
GateRvb2
Reflect
Reflect
Equalize
GateRvb2
Equalize
GateRvb2
Tremolo
Equalize
Tremolo
Equalize
StXDelay
AWhChDly
ChoDly 4
ChoDly 4
Enha Dly
Enha Dly
PhaDly 2
ChoDly 2
ChoDly 2
ChoDly 4
Equalize
Comp 1
Equalize
PhaAPan1
PhaDly 1
Auto Wah
PhaDly 1
Chorus 2
LFO Wah
RgChoDly
FlanDly1
Tremolo
RvbPlate
Equalize
Enha Cho
Reflect
Comp 2
3Tap Dly
FlanDly2

A-2

CTK900_di_Appendix.fm

3 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice
1

2

276
277
278
279
280
281
282
283
284
285
286
287
288
289
290
291
292
293
294
295
296
297
298
299
300
301
302
303

SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-LEAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD

3
PLUCK LEAD 2
FIFTH MELLOW
FOURTH LEAD
DETUNE SAW
RESO.SAW LEAD
GR LEAD 2
GR LEAD X
VOX LEAD 1
REED LEAD
SQUARE WAVE 1
SQUARE WAVE 2
PERC.CHIFF 1
CHIFF LEAD 2
TECH POLYSYNTH 1
TECH POLYSYNTH 2
RESONANCE LEAD
FRET LEAD
SEVENTH SEQ
WAH SEQ
FANTASY PAD
WARM PAD
POLYSYNTH PAD
SPACE VOICE 1
COSMIC VOICE
BOWED PAD
METAL PAD 1
HALO PAD
SWEEP PAD

4 567
84
86
86
81
81
81
81
85
87
80
80
83
83
86
86
86
87
86
86
88
89
90
91
91
92
93
94
95

51
50
51
51
58
59
60
50
51
49
57
49
50
52
54
53
52
55
56
48
48
48
48
50
48
48
48
48

16
16
16
16
16
32
32
16
16
32
32
16
16
16
32
16
16
16
16
16
32
16
16
16
16
16
16
32

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

8

1

FlanDly2
StXDelay
Auto Pan
Chorus 2
Phaser
CmpCrDly
ChoDly 2
FlanDly2
Equalize
Auto Pan
AWhChDly
Comp 1
Comp 1
Ring Mod
LoFi Ref
Enha Dly
Enha Dly
Phaser
AWhChDly
PhaDly 2
Equalize
Cho Trem
RotRef 1
Rotary 2
3Tap Dly
St Delay
StPhaser
Equalize

304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
318
319
320
321
322
323
324
325
326
327
328
329
330
331

2
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD
SYNTH-PAD

3
MOVIE SOUND
NOISY SAW
SINE PAD
VIBE PAD
RAIN PAD
CRYSTAL 1
CRYSTAL 2
ATMOSPHERE PAD
BRIGHTER
STAR THEME
NEW FANTASY
WARM VOX
FLUTE PAD
ATTACK POLYSYNTH
CHIFF CHOIR
STAR VOICE 1
STAR VOICE 2
SPACE VOICE 2
SPACE CHOIR
BOTTLE PAD
DEEP BLUE
GOBLIN PAD
POLY SAW
BOUNCE PAD
SLOW SWEEP
STEEL PAD
WONDER BELL
SAVANNA

4 567
97
90
89
96
96
98
98
99
100
103
88
89
89
90
91
91
91
91
91
92
97
101
90
94
95
99
98
98

48
49
49
49
48
48
50
48
49
48
49
50
51
50
51
52
53
49
54
49
49
48
51
49
49
49
51
52

16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
32
16
32
16
32
16
16
16
16
16
16
32

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

8
FlanDly1
Lo-Fi
Phaser
CmpDelay
Comp 1
PhaDly 2
St Delay
GateRvb1
Delay
PhaAPan2
ChoDly 3
Equalize
Equalize
Equalize
Cho Flan
DsChoDly
AWhChDly
RgChoDly
ChoDly 4
LFO Wah
RevHall2
Flanger
ChoDly 3
Dist Cho
RgChoDly
ChoDly 3
GateRvb4
RgChoDly

Voorkeuzetonen/Toni preselezionati
1
400
401
402
403
404
405
406
407
408
409
410
411
412
413
414
415
416
417
418
419
420
421
422
423
424
425
426
427
428
429
430
431
432
433
434
435
436
437
438
439
440
441

2
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM

A-3

3
GM PIANO 1
GM PIANO 2
GM PIANO 3
GM HONKY-TONK
GM E.PIANO 1
GM E.PIANO 2
GM HARPSICHORD
GM CLAVI
GM CELESTA
GM GLOCKENSPIEL
GM MUSIC BOX
GM VIBRAPHONE
GM MARIMBA
GM XYLOPHONE
GM TUBULAR BELL
GM DULCIMER
GM ORGAN 1
GM ORGAN 2
GM ORGAN 3
GM PIPE ORGAN
GM REED ORGAN
GM ACCORDION
GM HARMONICA
GM BANDONEON
GM NYLON STR.GUITAR
GM STEEL STR.GUITAR
GM JAZZ GUITAR
GM CLEAN GUITAR
GM MUTE GUITAR
GM OVERDRIVE GT
GM DISTORTION GT
GM GT HARMONICS
GM ACOUSTIC BASS
GM FINGERED BASS
GM PICKED BASS
GM FRETLESS BASS
GM SLAP BASS 1
GM SLAP BASS 2
GM SYNTH-BASS 1
GM SYNTH-BASS 2
GM VIOLIN
GM VIOLA

4 5 6 7 8

1

0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41

442
443
444
445
446
447
448
449
450
451
452
453
454
455
456
457
458
459
460
461
462
463
464
465
466
467
468
469
470
471
472
473
474
475
476
477
478
479
480
481
482
483

64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64

32
32
32
16
32
16
32
32
32
32
16
32
32
32
32
16
32
16
16
16
32
16
32
16
32
32
32
32
32
16
16
32
32
32
32
32
32
32
16
32
32
32

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–

2
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM

3
GM CELLO
GM CONTRABASS
GM TREMOLO STRINGS
GM PIZZICATO
GM HARP
GM TIMPANI
GM STRINGS 1
GM STRINGS 2
GM SYNTH-STRINGS 1
GM SYNTH-STRINGS 2
GM CHOIR AAHS
GM VOICE DOO
GM SYNTH-VOICE
GM ORCHESTRA HIT
GM TRUMPET
GM TROMBONE
GM TUBA
GM MUTE TRUMPET
GM FRENCH HORN
GM BRASS
GM SYNTH-BRASS 1
GM SYNTH-BRASS 2
GM SOPRANO SAX
GM ALTO SAX
GM TENOR SAX
GM BARITONE SAX
GM OBOE
GM ENGLISH HORN
GM BASSOON
GM CLARINET
GM PICCOLO
GM FLUTE
GM RECORDER
GM PAN FLUTE
GM BOTTLE BLOW
GM SHAKUHACHI
GM WHISTLE
GM OCARINA
GM SQUARE LEAD
GM SAWTOOTH LEAD
GM CALLIOPE
GM CHIFF LEAD

4 5 6 7 8
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83

64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64

32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
16
32
32
32
32
16
32
32
16
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
16
32
32
16
16
16
16

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–

707A-D-184A

CTK900_di_Appendix.fm

4 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice
1

2

484
485
486
487
488
489
490
491
492
493
494
495
496
497
498
499
500
501
502
503
504
505
506
507
508
509
510
511
512
513
514
515
516
517
518
519
520
521
522
523
524
525
526
527
528
529
530
531
532
533
534
535
536
537
538
539
540
541

GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
GM
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS

3
GM CHARANG
GM VOICE LEAD
GM FIFTH LEAD
GM BASS+LEAD
GM FANTASY
GM WARM PAD
GM POLYSYNTH
GM SPACE CHOIR
GM BOWED GLASS
GM METAL PAD
GM HALO PAD
GM SWEEP PAD
GM RAIN DROP
GM SOUND TRACK
GM CRYSTAL
GM ATMOSPHERE
GM BRIGHTNESS
GM GOBLINS
GM ECHOES
GM SF
GM SITAR
GM BANJO
GM SHAMISEN
GM KOTO
GM THUMB PIANO
GM BAGPIPE
GM FIDDLE
GM SHANAI
GM TINKLE BELL
GM AGOGO
GM STEEL DRUMS
GM WOOD BLOCK
GM TAIKO
GM MELODIC TOM
GM SYNTH-DRUM
GM REVERSE CYMBAL
GM GT FRET NOISE
GM BREATH NOISE
GM SEASHORE
GM BIRD
GM TELEPHONE
GM HELICOPTER
GM APPLAUSE
GM GUNSHOT
TECHNO PIANO
MODERN E.G.PIANO WIDE
HONKY-TONK 2
DYNO ELEC.PIANO VAR.
60'S ELEC.PIANO VAR.
ELEC.PIANO 3
MODERN EP+E.G.PIANO
MODERN EP VAR.
HARPSICHORD VAR.
PULSE CLAVI VAR.
VIBRAPHONE VAR.
MARIMBA VAR.
TREMOLO ORGAN VAR.
70'S ORGAN VAR.

4 5 6 7 8

1

84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
1
2
3
4
4
4
5
5
6
7
11
12
16
17

542
543
544
545
546
547
548
549
550
551
552
553
554
555
556
557
558
559
560
561
562
563
564
565
566
567
568
569
570
571
572
573
574
575
576
577
578
579
580
581
582
583
584
585
586
587
588
589
590
591
592
593
594
595
596
597
598
599

64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
70
65
65
65
68
66
66
68
66
65
65
65
65
65

16
16
16
16
16
32
16
16
16
16
16
32
16
16
16
16
16
16
32
16
16
32
32
32
32
16
32
32
32
32
16
32
32
32
32
32
32
32
16
16
32
32
16
32
32
32
16
32
32
16
16
16
32
32
32
32
32
32

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–

2
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS
VARIOUS

3

4 5 6 7 8

CHURCH ORGAN 3
PUFF ORGAN
NYLON GUITAR RELEASE
ACOUSTIC GUITAR VAR.
PEDAL STEEL
DETUNE CLEAN GT
PLAIN ELEC.GUITAR REAR
PLAIN ELEC.GUITAR FRONT
FEEDBACK GUITAR VAR.
GUITAR FEEDBACK
ACOUSTIC BASS 1 VAR.
FINGERED BASS 1 VAR.
SAW SYNTH-BASS 3
SAW SYNTH-BASS 4
RESO.SAW BASS 3
ORGAN BASS 2
SQR SYNTH-BASS 2
SQR SYNTH-BASS 3
ATTACK SQR BASS
OCTAVE STRINGS
SYNTH-STRINGS 2
CHOIR+UUH
SCAT VOICE 4
SCAT VOICE 5
SYNTH-VOICE 3
SEQ VOX
BASS HIT VAR.
POP HIT 3
ORCHESTRA HIT 2
TIMPANI HIT
TRUMPET 3
MUTE TRUMPET VAR.
MELLOW FRENCH HORN
BRASS+TRUMPET
BRASS+TROMBONE
SYNTH-BRASS VAR.
OCTAVE SYNTH-BRASS
SYNTH-BRASS SFZ
BREATHY ALTO SAX VAR.
BREATHY TENOR SAX VAR.
MELLOW ALTO SAX
MELLOW TENOR SAX
TRIANGLE WAVE
SQUARE WAVE 3
SAW WAVE
SAW+SQR
SEQ SAW 2
PERC.CHIFF 2
GT SYNTH-LEAD 2
VOX LEAD 2
BASS LEAD 3
SINE SYNTH
SOPRANO PAD
GLASS PAD
METAL PAD 2
FAST SWEEP
WOOD PAD
SYNTH-MALLET

19
20
24
25
26
27
27
27
30
31
32
33
38
38
38
38
39
39
39
48
50
52
53
53
54
54
55
55
55
55
56
59
60
61
61
62
62
63
65
66
65
66
80
80
81
81
81
83
84
85
87
89
89
92
93
95
96
98

66
65
66
69
65
65
66
67
65
65
67
67
67
73
72
74
65
73
74
66
65
65
71
72
68
66
65
66
67
73
65
65
65
68
65
65
66
65
69
69
65
65
66
74
65
66
68
67
68
65
65
65
68
66
65
66
66
65

16
16
16
32
16
16
32
32
16
32
32
32
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
32
16
16
16
16
32
32
16
16
16
32
16
16
16
16
16
16
32
32
32
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–

Drumklanken/Suoni di batteria
1

2

600
601
602
603
604
605
606
607
608

DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET

707A-D-185A

3
STANDARD SET 1
STANDARD SET 2
STANDARD SET 3
STANDARD SET 4
ROOM SET
POWER SET
ELECTRONIC SET
SYNTH SET 1
SYNTH SET 2

4

5

1

2

0
1
2
3
8
16
24
25
30

120
120
120
120
120
120
120
120
120

609
610
611
612
613
614
615
616
617

DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET
DRUM SET

3
JAZZ SET
BRUSH SET
ORCHESTRA SET
HIP-HOP SET 1
HIP-HOP SET 2
TECHNO SET 1
TECHNO SET 2
DANCE SET 1
DANCE SET 2

4

5

32
40
48
64
65
66
67
68
69

120
120
120
120
120
120
120
120
120

A-4

CTK900_di_Appendix.fm

5 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice

Gebruikerstonen/Toni dell’utente
1

2

700
701
702
703
704
705
706
707
708
709
710
711
712
713
714
715
716
717
718
719
720
721
722
723
724
725
726
727
728
729
730
731
732
733
734
735
736
737
738
739
740
741
742
743
744
745
746
747
748
749

USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE

3
STEREO GRAND PIANO
STEREO MELLOW PIANO
STEREO BRIGHT PIANO
GRAND PIANO
ROCK PIANO
MODERN PIANO
DANCE PIANO
MELLOW PIANO
BRIGHT PIANO
SYNTH-STR PIANO
STRINGS PIANO
VOICE PIANO
ELEC.GRAND PIANO
HARPSICHORD
GRAND PIANO WIDE
AMBIENT PIANO
1 OCTAVE PIANO
2 OCTAVE PIANO
MODERN E.G.PIANO
COMP.PIANO
HONKY-TONK 1
BRIGHT HARPSICHORD
COUPLED HARPSICHORD
ELEC.PIANO 1
ELEC.PIANO 2
FM ELEC.PIANO
DYNO ELEC.PIANO
60'S ELEC.PIANO
MELLOW E.PIANO
POP ELEC.PIANO
TREMOLO E.PIANO
SOFT E.PIANO
GLASS E.PIANO
SYNTH-STR E.PIANO 1
CLAVI
AUTO WAH E.PIANO
PHASER E.PIANO
MODERN E.PIANO
WARM ELEC.PIANO
ELEC.PIANO PAD
SYNTH-STR E.PIANO 2
STRINGS E.PIANO
RESONANCE CLAVI
PULSE CLAVI
LA CLAVI
TREMOLO VIBRAPHONE
MARIMBA
GLOCKENSPIEL
CELESTA
VIBRAPHONE

4

5

1

2

0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49

94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94

750
751
752
753
754
755
756
757
758
759
760
761
762
763
764
765
766
767
768
769
770
771
772
773
774
775
776
777
778
779
780
781
782
783
784
785
786
787
788
789
790
791
792
793
794
795
796
797
798
799

USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE
USER TONE

3
PHASER MARIMBA
DELAY GLOCKENSPIEL
ROTARY CELESTA
ROTARY DRAWBAR
ROTARY PERC.ORGAN 1
ROTARY PERC.ORGAN 2
70'S ORGAN
TREMOLO ORGAN
JAZZ DRAWBAR
ROCK ORGAN
OVD ROTARY ORGAN
ROTARY ELEC.ORGAN
CHURCH ORGAN 1
CHAPEL ORGAN
ACCORDION
BANDONEON
HARMONICA
DRAWBAR ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 2
ELEC.ORGAN
PERC.ORGAN 1
PERC.ORGAN 2
JAZZ ORGAN
OVD ROCK ORGAN
TAPE ORGAN
CHURCH ORGAN 2
OCTAVE ACCORDION
NEO BANDONEON
SLOW HARMONICA
WAH HARMONICA
PURE ACOUSTIC GUITAR
NYLON STR.GUITAR
STEEL STR.GUITAR
JAZZ GUITAR
CHORUS CLEAN GUITAR
ROTARY GUITAR
CRUNCH ELEC.GUITAR
OVD FRONT GUITAR
FEEDBACK DIST.GT
MUTE DIST.GUITAR
MELLOW NYLON GUITAR
12 STRING GUITAR
BRIGHT ACOUSTIC GUITAR
CHORUS STEEL GUITAR
UKULELE
BANJO
OCT JAZZ GUITAR
CHORUS JAZZ GUITAR
CLEAN GUITAR
ELEC.GUITAR FRONT

4

5

50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99

94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94
94

4

5

10
11
12
13
14
15
16
17
18
19

88
88
88
88
88
88
88
88
88
88

Gebruikerstonen met golven/Toni dell’utente con onde
1
800
801
802
803
804
805
806
807
808
809

2
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE

3
PIANO EX.
CZ SWEEP BASS
CZ LEAD 1
CZ SYNTH 1
VOICE BASS
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA

4

5

1

0
1
2
3
4
5
6
7
8
9

88
88
88
88
88
88
88
88
88
88

810
811
812
813
814
815
816
817
818
819

2
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE
USER TONE with WAVE

3
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA
NO DATA

Gebruikersdrumsetten met golven/Batterie dell’utente con onde
1

2

3

900 USER DRUM SET with WAVE POWER ROOM SET
901 USER DRUM SET with WAVE NO DATA

A-5

4

5

1

0
1

125
125

902 USER DRUM SET with WAVE NO DATA
903 USER DRUM SET with WAVE NO DATA

2

3

4

5

2
3

125
125

707A-D-186A

CTK900_di_Appendix.fm

6 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice

Trekorgel voorkeuzetonen/Toni di organo a barra di trazione preselezionati
1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24

2

3

DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR

4 567

DRAWBAR ORGAN 1
JAZZ ORGAN 1
FULL DRAWBAR
PERC. ORGAN 1
16'+1' ORGAN
SOUL ORGAN 1
OVERDRIVE ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 2
BLOCK ORGAN 1
THEATER ORGAN 1
JAZZ ORGAN 2
SOUL ORGAN 2
GOSPEL ORGAN 1
CHORUS ORGAN 1
OVERDRIVE ORGAN 2
BLOCK ORGAN 2
DRAWBAR ORGAN 3
PERC. ORGAN 2
THEATER ORGAN 2
GOSPEL ORGAN 2
EVEN ORGAN
FLUTE ORGAN 1
CHORUS ORGAN 2
OVERDRIVE ORGAN 3
16' ORGAN

0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24

96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96

10
10
16
16
16
10
16
16
16
16
10
16
16
16
10
16
16
16
16
16
16
16
16
16
16

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

8

1

Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
OvdRotry
Rotary
OvdRotry
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
OvdRotry
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary

25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49

2

3

DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR
DRAWBAR

4 567

SOUL ORGAN 3
PERC. ORGAN 3
DRAWBAR ORGAN 4
PERC. ORGAN 4
ODD ORGAN
REED ORGAN 1
BLOCK ORGAN 3
OVERDRIVE ORGAN 4
DRAWBAR ORGAN 5
GOSPEL ORGAN 3
8' + 4' ORGAN
BLOCK ORGAN 4
REED ORGAN 2
PURE ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 6
DELAY ORGAN 1
DEEP CHORUS ORGAN
TREMOLO ORGAN
DELAY ORGAN 2
LFO WAH ORGAN
DIST. ORGAN LEAD
RING ORGAN
MAD ROTARY ORGAN
OLD ORGAN
DIST. RING ORGAN

25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49

96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96

16
16
16
10
16
16
10
10
10
16
32
32
16
32
10
10
32
16
16
16
16
16
10
16
10

N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N

8
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
OvdRotry
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
Rotary
StXDly 2
Cho.Dly4
Cho.Trem
Cho.Dly6
LWhChDl2
MetalDly
RingMod2
RgChDly2
LoFiRef2
DistRing

Trekorgel gebruikerstonen/Toni di organo a barra di trazione dell’utente
1
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140

2
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR

707A-D-187A

3
DRAWBAR ORGAN 1
JAZZ ORGAN 1
FULL DRAWBAR
PERC. ORGAN 1
16'+1' ORGAN
SOUL ORGAN 1
OVERDRIVE ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 2
BLOCK ORGAN 1
THEATER ORGAN 1
JAZZ ORGAN 2
SOUL ORGAN 2
GOSPEL ORGAN 1
CHORUS ORGAN 1
OVERDRIVE ORGAN 2
BLOCK ORGAN 2
DRAWBAR ORGAN 3
PERC. ORGAN 2
THEATER ORGAN 2
GOSPEL ORGAN 2
EVEN ORGAN
FLUTE ORGAN 1
CHORUS ORGAN 2
OVERDRIVE ORGAN 3
16' ORGAN
SOUL ORGAN 3
PERC. ORGAN 3
DRAWBAR ORGAN 4
PERC. ORGAN 4
ODD ORGAN
REED ORGAN 1
BLOCK ORGAN 3
OVERDRIVE ORGAN 4
DRAWBAR ORGAN 5
GOSPEL ORGAN 3
8' + 4' ORGAN
BLOCK ORGAN 4
REED ORGAN 2
PURE ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 6
DELAY ORGAN 1

4

5

1

0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40

104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104

141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181

2
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR

3
DEEP CHORUS ORGAN
TREMOLO ORGAN
DELAY ORGAN 2
LFO WAH ORGAN
DIST. ORGAN LEAD
RING ORGAN
MAD ROTARY ORGAN
OLD ORGAN
DIST. RING ORGAN
DRAWBAR ORGAN 1
JAZZ ORGAN 1
FULL DRAWBAR
PERC. ORGAN 1
16'+1' ORGAN
SOUL ORGAN 1
OVERDRIVE ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 2
BLOCK ORGAN 1
THEATER ORGAN 1
JAZZ ORGAN 2
SOUL ORGAN 2
GOSPEL ORGAN 1
CHORUS ORGAN 1
OVERDRIVE ORGAN 2
BLOCK ORGAN 2
DRAWBAR ORGAN 3
PERC. ORGAN 2
THEATER ORGAN 2
GOSPEL ORGAN 2
EVEN ORGAN
FLUTE ORGAN 1
CHORUS ORGAN 2
OVERDRIVE ORGAN 3
16' ORGAN
SOUL ORGAN 3
PERC. ORGAN 3
DRAWBAR ORGAN 4
PERC. ORGAN 4
ODD ORGAN
REED ORGAN 1
BLOCK ORGAN 3

4

5

41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81

104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104

A-6

CTK900_di_Appendix.fm

7 ページ

2005年3月24日

木曜日

午前10時58分

Appendix/Appendice
1
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199

2
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR
USER DRAWBAR

3
OVERDRIVE ORGAN 4
DRAWBAR ORGAN 5
GOSPEL ORGAN 3
8' + 4' ORGAN
BLOCK ORGAN 4
REED ORGAN 2
PURE ORGAN 1
DRAWBAR ORGAN 6
DELAY ORGAN 1
DEEP CHORUS ORGAN
TREMOLO ORGAN
DELAY ORGAN 2
LFO WAH ORGAN
DIST. ORGAN LEAD
RING ORGAN
MAD ROTARY ORGAN
OLD ORGAN
DIST. RING ORGAN

4

5

82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99

104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104
104

Bereik

Gamma

Symbol

Betekenis

Simbolo

Significato

N

Normaal

N

Normale

-1

1 octaaf lager

-1

1 ottava in giù

+1

1 octaaf hoger

+1

1 ottava in su

• De bovenstaande lijst toont de oorspronkelijke default
configuratie. De hieronder aangegeven toonnummers van de
toongroep veranderen van de in deze lijst getoonde nummers
als u originele tonen opslaat in het keyboardgeheugen (pagina
D-42).
• Gebruikerstonen (toonnummers 700 tot en met 799)*1
• Gebruikerstonen met golven (toonnummers 800 tot en met
819)*2
• Gebruikersdrumsetten met golven (toonnummers 900 tot en
met 903)*3
• Trekorgel gebruikerstonen (toonnummers 100 tot en met
199)*4
*1 De oorspronkelijke default wordt gevormd door de
vooringestelde geavanceerde tonen 000 tot en met 099. Door
resetten van het systeem (pagina D-70) worden de
oorspronkelijke default instellingen opnieuw verkregen.
*2 De oorspronkelijke default wordt gevormd door
voorkeuzetonen met golfdata voor de toonnummers 800 tot en
met 804. Door resetten van het systeem worden alle
opgeslagen data gewist.
*3 De oorspronkelijke default wordt gevormd door drumsetten
met golfdata voor toonnummer 900. Door resetten van het
systeem worden alle opgeslagen data gewist.
*4 De oorspronkelijke default wordt gevormd door twee setten
van dezelfde tonen die toegewezen zijn aan de trekorgel
(drawbar organ) toonnummers 000 tot en met 049. Door
resetten van het systeem worden de oorspronkelijke default
instellingen opnieuw verkregen.
• U kunt de met het keyboard gebundelde CD-ROM gebruiken
om alle tonen terug te stellen naar de oorspronkelijke default
instellingen zoals aangegeven in de lijst. Zie “Terugstellen
(resetten) van het keyboard naar de oorspronkelijke default
instellingen” op pagina D-77 voor nadere details.

A-7

• La lista sopra riportata mostra la configurazione di default di
fabbrica iniziale. I numeri di tono del gruppo di toni indicati di
seguito cambieranno da quelli indicati in questa lista se si
salvano i toni originali nella memoria della tastiera (pagina
I-42).
• Toni dell’utente (Numeri di tono da 700 a 799)*1
• Toni dell’utente con onde (Numeri di tono da 800 a 819)*2
• Batterie dell’utente con onde (Numeri di tono da 900 a
903)*3
• Toni di organo a barra di trazione dell’utente (Numeri di tono
da 100 a 199)*4
*1 L’impostazione di default di fabbrica iniziale è Toni avanzati da
000 a 099. L’azzeramento del sistema (pagina I-70) ripristina
le impostazioni di default di fabbrica iniziali.
*2 L’impostazione di default di fabbrica iniziale è dati di Toni con
onde preselezionati per i numeri di tono da 800 a 804.
L’azzeramento del sistema cancella tutti i dati memorizzati.
*3 L’impostazione di default di fabbrica iniziale è dati di Batterie
con onde preselezionati per il numero di tono 900.
L’azzeramento del sistema cancella tutti i dati memorizzati.
*4 L’impostazione di default di fabbrica iniziale è due gruppi degli
stessi toni assegnati ai numeri di tono di organo a barra di
trazione da 000 a 049. L’azzeramento del sistema ripristina le
impostazioni di default di fabbrica iniziali.
• Il CD-ROM fornito in dotazione alla tastiera può essere usato
per riportare tutti i toni alle rispettive impostazioni di default di
fabbrica iniziali indicate nella lista. Per i dettagli, fare riferimento
a “Riporto della tastiera alle sue impostazioni di default di
fabbrica iniziali” a pagina I-77.

707A-D-188A

CTK900_di_Appendix.fm

8 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice

Drumklankenlijst /Lista di assegnazione suoni di batteria
“ ” geeft hetzelfde geluid aan als STANDARD SET 1. / “ ” indica lo stesso suono di STANDARD SET 1.

707A-D-189A

A-8

CTK900_di_Appendix.fm

9 ページ

2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice

A-9

707A-D-190A

CTK900_di_Appendix.fm

10 ページ 2005年3月24日

木曜日

午前10時0分

Appendix/Appendice

Ritmelijst/Lista dei ritmi
Nr./
Ritmenaam/Nome del ritmo
Num.
8 BEAT
000 8 BEAT 1
001 8 BEAT 2
002 8 BEAT 3
003 8 BEAT 4
004 8 BEAT 5
005 8 BEAT POP 1
006 8 BEAT POP 2
007 8 BEAT POP 3
008 8 BEAT POP 4
009 60'S SOUL
010 8 BEAT DANCE
011 POP ROCK 1
012 POP ROCK 2
16 BEAT
013 16 BEAT 1
014 16 BEAT 2
015 16 BEAT 3
016 16 BEAT 4
017 SLOW 16 BEAT
018 16 BEAT SHUFFLE 1
019 16 BEAT SHUFFLE 2
020 16 BEAT SHUFFLE 3
021 16 BEAT SHUFFLE 4
022 FUNK 1
023 FUNK 2
024 FUSION
025 LATIN FUSION
POPS
026 POP 1
027 POP 2
028 CUITAR POP
029 SOUL
030 POP SHUFFLE 1
031 POP SHUFFLE 2
032 SOUL POP
033 WORLD POP
034 MELLOW R&B
035 60'S POP
036 80'S POP
037 OLDIES POP
038 POP WALTZ

Nr./
Ritmenaam/Nome del ritmo
Num.
BALLAD
039 8 BEAT BALLAD 1
040 8 BEAT BALLAD 2
041 8 BEAT BALLAD 3
042 16 BEAT BALLAD 1
043 16 BEAT BALLAD 2
044 16 BEAT BALLAD 3
045 6/8 BALLAD 1
046 6/8 BALLAD 2
047 ROCK BALLAD
048 POP BALLAD
049 OLDIES BALLAD
050 SERENADE
ROCK
051 ROCK 1
052 ROCK 2
053 ROCK 3
054 R&B
055 SHUFFLE ROCK
056 HEAVY METAL
057 60'S ROCK
058 SHUFFLE BOOGIE
059 BLUES
060 TWIST
DANCE
061 TRANCE 1
062 TRANCE 2
063 AMBIENT 1
064 AMBIENT 2
065 AMBIENT 3
066 RAVE
067 TECHNO
068 DIGITAL ROCK
069 HOUSE
070 LATIN HOUSE
071 DANCE 1
072 DANCE 2
073 MODERN R&B
074 HIP-HOP
075 TRIP-HOP
076 ELECTRIC POP
077 DANCE POP 1
078 DANCE POP 2

Nr./
Ritmenaam/Nome del ritmo
Num.
079 DANCE POP 3
080 DISCO SOUL
JAZZ
081 FAST BIG BAND
082 MIDDLE BIG BAND
083 SLOW BIG BAND
084 JAZZ COMBO 1
085 JAZZ COMBO 2
086 SWING 1
087 SWING 2
088 SLOW SWING
089 MODERN JAZZ
090 FOX TROT
091 QUICKSTEP
092 JAZZ WALTZ
EUROPEAN
093 POLKA
094 POLKA FOX
095 POP POLKA
096 MARCH 1
097 MARCH 2
098 GERMAN MARCH
099 WALTZ 1
100 WALTZ 2
101 WALTZ 3
102 VIENNESE WALTZ
103 FRENCH WALTZ 1
104 FRENCH WALTZ 2
LATIN/VARIOUS
105 BOSSA NOVA 1
106 BOSSA NOVA 2
107 BOSSA NOVA 3
108 SAMBA 1
109 SAMBA 2
110 MERENGUE
111 CUMBIA
112 CHA-CHA-CHA
113 SALSA
114 BEGUINE 1
115 BEGUINE 2
116 BOLERO
117 MAMBO
118 RHUMBA

Nr./
Ritmenaam/Nome del ritmo
Num.
119 TANGO 1
120 TANGO 2
121 REGGAE 1
122 REGGAE 2
123 SKA
124 LATIN DISCO
125 BLUEGRASS
126 COUNTRY
127 COUNTRY SHUFFLE
128 COUNTRY WALTZ
129 FAST GOSPEL
130 SLOW GOSPEL
131 BROADWAY
132 JIVE
133 DIXIE
134 PASODOBLE
135 SIRTAKI
136 HAWAIIAN
137 ADANI
138 BALADI
139 SYMPHONY
FOR PIANO
140 PIANO BALLAD 1
141 PIANO BALLAD 2
142 PIANO BALLAD 3
143 EP BALLAD 1
144 EP BALLAD 2
145 BLUES BALLAD
146 MELLOW JAZZ
147 JAZZ COMBO 3
148 RAGTIME
149 BOOGIE WOOGIE
150 ARPEGGIO 1
151 ARPEGGIO 2
152 ARPEGGIO 3
153 PIANO BALLAD 4
154 6/8 MARCH
155 MARCH 3
156 2 BEAT
157 WALTZ 4
158 WALTZ 5
159 WALTZ 6

Gebruikersritmes/Ritmi dell’utente
Nr/
Num.
160
161
162
163
164
165
166
167

Rhythmusname/Nome del ritmo
METRONOME 4 BEAT
METRONOME 3 BEAT
METRONOME 2 BEAT
POP BEAT
URBAN 16 BEAT
SHUFFLE BALLAD
U.K ROCK
UNPLUGGED

• Deze lijst toont de configuratie met de oorspronkelijke default
instellingen waarbij het gebruikersgebied (160 tot en met 175)
default ritmedata bevat.
• Door resetten van het systeem (pagina D-70) worden alle data
gewist die zich in het gebruikersgebied bevinden.
• U kunt de met het keyboard gebundelde CD-ROM gebruiken
om alle ritmes terug te stellen naar de oorspronkelijke default
instellingen zoals aangegeven in deze lijst. Zie “Terugstellen
(resetten) van het keyboard naar de oorspronkelijke default
instellingen” op pagina D-77 voor nadere details.

707A-D-191A

Nr/
Num.
168
169
170
171
172
173
174
175

Rhythmusname/Nome del ritmo
CYBER TRANCE
2 STEP
BALLROOM FOX
PUNTA
BACHATA
RAI
ZOUK
CONCERTO

• Questa lista mostra la configurazione di default di fabbrica
iniziale, in cui l’area dell’utente (da 160 a 175) contiene i dati di
ritmo di default.
• L’azzeramento del sistema (pagina I-70) cancella tutti i dati
memorizzati nell’area dell’utente.
• Il CD-ROM fornito in dotazione alla tastiera può essere usato
per riportare tutti i ritmi alle rispettive impostazioni di default di
fabbrica iniziali indicate nella lista. Per i dettagli, fare riferimento
a “Riporto della tastiera alle sue impostazioni di default di
fabbrica iniziali” a pagina I-77.

A-10

CTK900_di_Appendix.fm

11 ページ 2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice

Fingered akkoordkaarten/
Tavola degli accordi a diteggiatura normale
Deze tabel toont de vingerzettingen voor veel gebruikte akkoorden, inclusief geïnverteerde vingerzettingen.
Questa tabella mostra le diteggiature per gli accordi comunemente utilizzati, incluse le diteggiature invertite.

A-11

707A-D-192A

CTK900_di_Appendix.fm

12 ページ 2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice

* U kunt het keyboardbereik veranderen van dim7 akkoorden voor grondtonen A, Bb en aug akkoorden Bb en B door de
splitspuntinstelling bij te stellen (pagine D-62).
* È possibile cambiare la gamma della tastiera di accordi dim7 per le note fondamentali A (la), Bb (si bemolle) e B (si), e quella di
accordi aug per le note fondamentali Bb (si bemolle) e B (si) mediante la regolazione dell'impostazione del punto di divisione
(pagina I-62).

707A-D-193A

A-12

CTK900_di_Appendix.fm

13 ページ 2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice

Effectenlijst/Lista degli effetti
Lijst van nagalmeffecten (REVERB)/
Lista degli effetti REVERB
Nr./
Num.

Displaynaam/
Nome sul display

Typenaam/
Nome del tipo

00

Room 1

Room 1

01

Room 2

Room 2

02

Room 3

Room 3

03

Hall 1

Hall 1

04

Hall 2

Hall 2

05

Plate 1

Plate 1

06

Delay

Delay

07

PanDelay

PanDelay

08

Plate 2

Plate 2

09

Plate 3

Plate 3

10

LrgRoom 1

LrgRoom 1

11

LrgRoom 2

LrgRoom 2

12

Stadium 1

Stadium 1

13

Stadium 2

Stadium 2

14

LongDly 1

LongDelay 1

15

LongDly 2

LongDelay 2

Lijst van zwevingeffecten (CHORUS)/
Lista degli effetti CHORUS
Nr./
Num.

Displaynaam/
Nome sul display

Typenaam/
Nome del tipo

00

Chorus 1

Chorus 1

01

Chorus 2

Chorus 2

02

Chorus 3

Chorus 3

03

Chorus 4

Chorus 4

04

FBChorus

Feedback Chorus

05

Flanger1

Flanger 1

06

SDelay 1

Short Delay 1

07

SDelay 2

Short Delay 2

08

SFChorus

Soft Chorus

09

BRChorus

Bright Chorus

10

DPChorus

Deep Chorus

11

Flanger 2

Flanger 2

12

Flanger 3

Flanger 3

13

Flanger 4

Flanger 4

14

SDelay 3

Short Delay 3

15

SDelay 4

Short Delay 4

A-13

Equalizer List/Equalizer List
Nr./
Num.

Displaynaam/
Nome sul display

Typenaam/
Nome del tipo

0

Standard

Standard

1

Bass +

Bass +

2

Treble +

Treble +

3

Loudness

Loudness

4

Mellow

Mellow

5

Bright

Bright

6

Rock

Rock

7

Dance

Dance

8

Jazz

Jazz

9

Classic

Classic

Lijst van DSP effecten/
Lista degli effetti DSP
Instelbare parameters hangen af van het DSP type. Daarnaast
hangen de parameters voor elk DSP type af van het
algoritme* dat geassocieerd wordt met het DSP type. Zie de
DSP algoritmelijst op pagina D-83 voor meer informatie.
* Structuur en bedieningstype van de effector
I parametri che possono essere impostati dipendono dal tipo
di DSP. Inoltre, i parametri per ciascun tipo di DSP
dipendono dall’algoritmo* associato al tipo di DSP. Per
ulteriori informazioni, fare riferimento a “Lista degli
algoritmi dei DSP” a pagina I-83.
* Struttura dell’effettore e tipo di operazione
DSP Algorithm
No./
ID/
DSP Identificazione
Num. dell’algoritmo
Dynamics Fx
[00]
03
[01]
06
[02]
06
[03]
07
[04]
13
Phaser
[05]
10
[06]
09
Chorus
[07]
16
[08]
17
[09]
19
[10]
18
[11]
M05

Display
Name/
Nome sul
display

DSP Name/
Nome del DSP

Equalize
Comp 1
Comp 2
Limiter
Enhancer

Equalizer
Compressor 1
Compressor 2
Limiter
Enhancer

Phaser
StPhaser

Phaser
Stereo Phaser

Chorus 1
Chorus 2
Chorus 3
Chorus 4
Enha Cho

Chorus 1
Chorus 2
Chorus 3
Chorus 4
Enhancer - Chorus

707A-D-194A

CTK900_di_Appendix.fm

14 ページ 2005年3月11日

金曜日

午後12時39分

Appendix/Appendice
DSP Algorithm Display
No./
Name/
DSP Name/
ID/
DSP Identificazione Nome sul
Nome del DSP
Num. dell’algoritmo
display
Flanger
[12]
26
Flanger
Flanger
[13]
M07
EnhaFlan Enhancer - Flanger
Delay
[14]
28
Delay
Delay
[15]
22
3Tap Delay 3-Tap Delay
[16]
20
St Delay
Stereo Delay
[17]
21
StXDelay
Stereo Cross Delay
[18]
M06
EnhaDly
Enhancer - Delay
[19]
25
Reflect
Reflection
Cho/Flanger/Delay Combination
[20]
M02
PhaCho 1 Phaser - Chorus 1
[21]
M02
Pha Cho 2 Phaser - Chorus 2
[22]
M04
PhaDly 1
Phaser - Delay 1
[23]
M04
PhaDly 2
Phaser - Delay 2
[24]
M00
ChoDly 1 Chorus - Delay 1
[25]
M00
ChoDly 2 Chorus - Delay 2
[26]
M01
ChoDly 3 Chorus - Delay 3
[27]
M01
ChoDly 4 Chorus - Delay 4
[28]
M19
CmpDelay Compressor - Delay
[29]
M18
CmpEnDly Compressor - Enhancer - Delay
[30]
M23
CmpChoRf Compressor - Chorus - Reflection
[31]
M08
Cho Flan
Chorus - Flanger
[32]
M03
FlanDly 1 Flanger - Delay 1
[33]
M03
FlanDly 2 Flanger - Delay 2
Reverb
[34]
27
RvbRoom 1 Reverb Room 1
[35]
27
RvbRoom 2 Reverb Room 2
[36]
27
RvbRoom 3 Reverb Room 3
[37]
27
RvbHall 1 Reverb Hall 1
[38]
27
RvbHall 2 Reverb Hall 2
[39]
27
RvbPlate
Reverb Plate
[40]
23
GateRvb 1 Gate Reverb 1
[41]
23
GateRvb 2 Gate Reverb 2
[42]
24
GateRvb 3 Gate Reverb 3
[43]
24
GateRvb 4 Gate Reverb 4
Pan/Tremolo Fx
[44]
01
Tremolo
Tremolo
[45]
M09
Cho Trem Chorus - Tremolo
[46]
00
Auto Pan Auto Pan
[47]
M10
PhaAPan 1 Phaser - Auto Pan 1
[48]
M10
PhaAPan 2 Phaser - Auto Pan 2
[49]
M20
PhaChoAP Phaser - Chorus - Auto Pan
Rotary Fx
[50]
11
Rotary 1
Rotary 1
[51]
11
Rotary 2
Rotary 2
[52]
12
Od Rot 1
Overdrive - Rotary 1
[53]
12
Od Rot 2
Overdrive - Rotary 2
[54]
M17
RotRef 1
Rotary - Reflection 1
[55]
M17
RotRef 2
Rotary - Reflection 2
[56]
M17
RotRef 3
Rotary - Reflection 3
[57]
M16
OdRtRef 1 Overdrive - Rotary - Reflection 1
[58]
M16
OdRtRef 2 Overdrive - Rotary - Reflection 2
[59]
M16
OdRtRef 3 Overdrive - Rotary - Reflection 3

707A-D-195A

DSP Algorithm
No./
ID/
DSP Identificazione
Num. dell’algoritmo
Wah Fx
[60]
04
[61]
05
[62]
M21
[63]
M22
Guitar Fx
[64]
08
[65]
08
[66]
08
[67]
08
[68]
08
[69]
08
[70]
M29
[71]
M29
[72]
M30
[73]
M30
[74]
M30
[75]
M30
[76]
M31
[77]
M31
[78]
M28
[79]
M28
[80]
M28
[81]
M28
[82]
M28
[83]
M28
[84]
M24
[85]
M24
[86]
M25
[87]
M26
[88]
M26
[89]
M26
[90]
M27
[91]
M27
SFX
[92]
14
[93]
M12
[94]
M13
[95]
15
[96]
M11
[97]
M14
[98]
M15
[99]
M15

Display
Name/
Nome sul
display

DSP Name/
Nome del DSP

LFO Wah
Auto Wah
AWhChDly
LWhChDly

LFO Wah
Auto Wah
Auto Wah - Chorus - Delay
LFO Wah - Chorus - Delay

Crunch
Ovrdrive
Dist 1
Dist 2
Metal
Fuzz
CrnPhase
Od Phase
Crn Cho
OdChorus
Dist Cho
MetalCho
DistFlan
Met Fan
CrnDelay
Od Delay
DistDly 1
DistDly 2
MetelDly
Fuzz Dly
CrChoDly
DsChoDly
CmpCrDly
AWhCrDly
AWhOdDly
AWhDsDly
LWhOdDly
LWhDsDly

Crunch
Overdrive
Distortion 1
Distortion 2
Metal
Fuzz
Crunch - Phaser
Overdrive - Phaser
Crunch - Chorus
Overdrive - Chorus
Distortion - Chorus
Metal - Chorus
Distortion - Flanger
Metal - Flanger
Crunch - Delay
Overdrive - Delay
Distortion - Delay 1
Distortion - Delay 2
Metal - Delay
Fuzz - Delay
Crunch - Chorus - Delay
Distortion - Chorus - Delay
Compressor - Crunch - Delay
Auto Wah - Crunch - Delay
Auto Wah - Overdrive - Delay
Auto Wah - Distortion - Delay
LFO Wah - Overdrive - Delay
LFO Wah - Distortion - Delay

Ring Mod
RgChoDly
RingDist
Lo-Fi
CompLoFi
LoFi Ref
Crn LoFi
DistLoFi

Ring Modulator
Ring Modulator - Chorus - Delay
Ring Modulator - Distortion
Lo-Fi
Compressor - Lo-Fi
Lo-Fi - Reflection
Crunch - Lo-Fi
Distortion - Lo-Fi

A-14

Note ON
Note OFF

Key s
Ch s

Velocity

After
Touch

0, 32
1
6, 38
7
10
11
16
17
18
19
64
67
66
71
72

True voice

Note
Number:

Control
Change

O
X *2
O
O
O
X *2
O
O
O
O
O *3
O *3
O *3
O
O

X *2

X
X

O 9nH v = 1 - 127
X 9nH v = 0

O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O

O

X
O

O 9nH v = 1 - 127
X

0 - 127
0 - 127 *1

Mode 3
X

Bank select
Modulation
Data entry
Volume
Pan
Expression
DSP Parameter0
DSP Parameter1
DSP Parameter2
DSP Parameter3
Hold1
Sostenuto
Soft pedal
Rsonance
Release Time

*1 : Hangt af van de toon.
*1 : Dipende dal tono.

Remarks

金曜日

Pitch Bender

Mode 3
X

Default
Messages
Altered

Mode

1 - 16
1 - 16

Recognized

Version : 1.0

1 ページ 2005年3月11日

0 - 127

1 - 16
1 - 16

Default
Changed

Transmitted

Basic
Channel

Function ...

MIDI Implementation Chart

Model CTK-900

CTK900_di_MIDI_Chart.fm
午後12時39分

707A-D-202A

707A-D-203A

: True #

Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode
Mode 3 : OMNI OFF, POLY Mode

Remarks

X
O
O
X

X
X

X
X
X

O

O 0 - 127

O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
Attack Time
Brightness
Vibrato rate
Vibrato depth
Vibrato delay
DSP Parameter4
DSP Parameter5
DSP Parameter6
DSP Parameter7
Reverb send
Chorus send
NRPN LSB, MSB
RPN LSB, MSB
All sound off
Reset all controller

Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO

O : Yes
X : No

*2ᴷ Kan niet verzonden worden door spelen op het toetsenbord of door de bediening van het
controlepannel van dit muziekinstrument maar kan verzonden worden door de automatische
begeleidingsfunctie of de meloddiegeheugenfuncte.
*2ᴷ Non può essere invisto mediante le oerazioni di esecuzione sulla tastiera o del pannello di
coutrollo di accompagnamento automatico o di memoria di brani.
*3ᴷ Geselecteerd in overeenstemming met de instelling van het aanhoudpedaal.
*3ᴷ Selezionato conformemente all'impostazione del pedale di sustain.

X
X
X
X

: Local ON/OFF
: All Notes OFF
: Active Sense
: Reset

Aux

Messages

O
O

: Clock
: Commands

System
Real Time

X
X
X

: Song Pos
: Song Sel
: Tune

O

O 0 - 127

O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
X
O
X
O

Common

System Exclusive

Program
Change

73
74
77
76
78
80
81
82
83
91
93
98, 99
100, 101
120
121

F

MA0503-A

Printed in China
CTK900-DI-1



Source Exif Data:
File Type                       : PDF
File Type Extension             : pdf
MIME Type                       : application/pdf
PDF Version                     : 1.4
Linearized                      : Yes
Encryption                      : Standard V1.2 (40-bit)
User Access                     : Print, Fill forms, Extract, Assemble, Print high-res
Create Date                     : 2005:03:11 11:51:53Z
Modify Date                     : 2006:01:16 17:53:54+09:00
Page Count                      : 108
Page Layout                     : SinglePage
Creation Date                   : 2005:03:11 11:51:53Z
Producer                        : Acrobat Distiller 4.05 for Windows
Author                          : CASIO COMPUTER CO., LTD.
Mod Date                        : 2006:01:16 17:53:54+09:00
Metadata Date                   : 2006:01:16 17:53:54+09:00
Creator                         : CASIO COMPUTER CO., LTD.
Title                           : CTK900_D
EXIF Metadata provided by EXIF.tools

Navigation menu